Ingreep of aanwinst
Er gaan weer stemmen op om de middenschool in te voeren. Het schijnt dat onderzoek heeft ‘aangetoond’ dat de intelligentie van kinderen in de loop van het voortgezet onderwijs nog behoorlijk kan veranderen, dus hoger of lager worden. Zelfs als dat waar zou zijn is er nog geen reden om een heel ander onderwijsstelsel in te voeren. Want daar gaat het natuurlijk om. De middenschooldiscussie van de vorige eeuw was om twee redenen heftig: in de eerste plaats omdat het idealisme of liever de ideologie van de vernieuwers voorbij ging aan de praktijkervaring van de leraren en in de tweede plaats omdat anders dan tot die tijd gebruikelijk was, het hele voortgezet onderwijs tot uniformiteit gedwongen zou worden.
Prof.dr. A.D. de Groot zei daarover in 1974: ‘Wat is er gebeurd? Een nieuw toverwoord, een nieuwe – gedeeltelijk overgewaaide – hobby van onderwijskundigen, een nieuwe golf komt over ons heen. Het wordt meteen ook een politiek lokaas en een prestigezaak voor sommigen – maar ondertussen blijft het een hervormingsvoorstel met onduidelijke strekking. Wordt de middenschool de eenheidsschool die alle andere v.o.-typen vervangt – een grote ingreep dus, in de richting van een ‘horizontaal’ systeem ( in tegenstelling tot ons ‘categoriale’) – of wordt het ‘gewoon’ (weer) een nieuw schooltype, een nieuwe aanwinst in onze toch al zo rijk geschakeerde verzameling van v.o.-soorten? Mijn indruk is dat de voorstanders het eerste willen, maar in de te verwachten touwtrekkerij hooguit het tweede zullen krijgen.’
De Groot zag het scherp. Als een van de belangrijkste voordelen van de middenschool werd genoemd dat minder goede leerlingen zich zouden optrekken aan hun knappere , ijverigere klasgenoten. De ervaring leert wat mij betreft dat dit zeker voorkomt, maar, niet minder vaak komt het omgekeerde voor: goede leerlingen worden gedemotiveerd als ze in een ‘slechte’ klas zitten.
Als men nu tegen een voorstander van de middenschool zoals Ferry Haan ( De Volkskrant van 24 oktober ) zegt:’ Nou vooruit, sticht dan maar een middenschool, niemand die je tegenhoudt’, blijkt dat hij daarmee niet tevreden is, want hij wil óók de betere leerlingen, zeg maar de v.w.o. leerlingen op zijn school hebben. Die wil hij ook inlijven: YOUR COUNTRY WANTS YOU!
De middenschool als aanwinst is voor hem niet genoeg. Maar in een land als Nederland , dat is de afgelopen decennia wel gebleken , is het niet mogelijk zo’n uniform systeem op te leggen, dan hebben de ouders die zich tegen hun wil moeten conformeren, het gevoel dat ze gegijzeld worden.
Cornelis Verhage