Bij de invoering van de lump-sum bekostiging, nu zo’n 15 jaar geleden, is besloten dat overschotten op de exploitatie van scholen mochten worden toegevoegd aan het eigen vermogen van de betrokken school. De gedachte hierachter was, dat je daarmee een zuinig omgaan met overheidsgeld stimuleerde.
In 2008 maakte de Tweede Kamer zich ernstig zorgen over de almaar stijgende eigen vermogens van scholen. Inmiddels is het gezamenlijke eigen vermogen in ons onderwijs gestegen tot 10 miljard euro. De Tweede Kamer vroeg de Commissie Don advies te geven over de optimale financieringsstructuur binnen het onderwijs. De Commissie Don kwam er niet toe om normen te stellen, maar veronderstelde dat een betere toegang tot de kapitaalmarkt en meer financiele deskundigheid binnen schoolbesturen het gewenste effect zouden hebben dat scholen met minder eigen vermogen zouden gaan werken. Het overtollige geld zou dan weer ten goede kunnen komen van het onderwijs, waar het ook voor bedoeld was.
De Commissie Don was een beetje dom. Geen enkel schoolbestuur piekert erover om het eigen vermogen te verminderen. Het is immers gratis geld. Als je het op de bank zet levert het nog rente op ook. Steek je het in een nieuw schoolgebouw, dan bespaar je de hypotheekrente. Kortom: het is altijd voordeliger een zo groot mogelijk eigen vermogen te hebben. Tot welke uitwassen dit kan leiden valt ook te lezen op de website www.betermboparkstad.nl
De Tweede Wet van Duijvestijn luidt als volgt: Als een (onderwijs)instelling subsidie van de overheid ontvangt, waarbij overschotten op de exploitatie mogen worden toegevoegd aan het eigen vermogen van die instelling, dan zal het eigen vermogen de tendens hebben te blijven stijgen zonder een natuurlijk plafond te bereiken. De groei van het eigen vermogen wordt alleen beperkt door de capaciteit van de instelling om overschotten op de exploitatie te realiseren.
Terugstorten….
…zou ik zeggen. Blijkbaar is die 10 miljard teveel geweest.
Lost tegelijk het probleem van dit kabinet op . Hoeven we nog maar 8 miljard te bezuinigen. Die vinden we nog wel bij ontwikkelinghulp.
Vermogensheffing of lumpsum afschaffen
Terugstorten is juridisch waarschijnlijk niet haalbaar, maar door een vermogensheffing van b.v. 10% maak je het eigen vermogen duurder dan een hypotheek. Het levert voorlopig 1 miljard per jaar op en daar kan je veel mee doen. Een alternatief is de lumpsum af te schaffen en de scholen gewoon weer op declaratiebasis te bekostigen.
Dommer
Terugstorten is nog dommer. Dat leidt er immers toe dat de scholen er voor gaan zorgen dat ze niets overhouden. Aan het eind van het jaar zal het resterende geld dus snel uitgegeven worden, en als er niet zo gauw zinvolle bestedingen te bedenken zijn zal het over de balk gesmeten worden aan overbodige spullen of dure studiedagen.
De oplossing is natuurlijk: het geld oormerken. Dan komt het terecht waar het voor bestemd is: goed onderwijs, dus met name bij het primaire proces, dus lerarensalarissen en goede outillage.
Nog beter is het wanneer de salarissen apart gehouden worden van de lumpsum, en direct door het ministerie betaald worden. Dan vervalt de perverse prikkel voor de besturen om vooral jonge, half- of onbevoegde en daarom goedkopere leraren te benoemen.
De salarissen vormen de grootste kostenpost, dus er blijft zo veel minder over om op te potten.