Cogmed: training van het werkgeheugen via de computer

Uit de taaltest van mijn zoon door de logopediste: “Als we kijken naar het onderdeel zinnen herhalen, zou het kunnen betekenen dat X een mondelinge opdracht gedeeltelijk of niet kan onthouden. Mocht dit zo zijn, is het belangrijk dat hij een opdracht ook altijd schriftelijk op papier krijgt, zodat hij de mogelijkheid heeft om terug te lezen.” Dit is natuurlijk in de praktijk lastig uit te voeren voor een docent. De overige scores waren best goed. Het goed vasthouden van een opdracht in de klas lijkt mij inderdaad moeilijk te zijn voor mijn zoon, en is vast een belemmering. We overwegen een Cogmed-training (wel eerst even sparen en overleg met de school). Heeft iemand hier ervaring mee en scheelde dat inderdaad? Is het serieus te nemen? De website ziet er degelijk uit: www.cogmed.com/nederlands. We hebben geen overdreven verwachtingen, maar een bescheiden verbetering kan misschien al betekenisvol zijn. Valt het werkgeheugen zo te trainen?

17 Reacties

  1. Waardoor?
    Dit is geen antwoord op je vraag, maar ik ben wel heel erg geïnteresseerd in het probleem. Is er ook een hypothese over hoe het komt dat je zoon een mondelinge instructie minder goed (of niet) oppakt?

  2. Research?
    Het is knap lastig om voor claims over de effecten van psychotherapie, of voor training van het Working Memory (whatever that may be), de evidence-base te bepalen. Op de website die je aangeeft, wordt een reeks publicaties genoemd, met samenvattingen. Het kost veel tijd om dat te checken (je moet echt terug naar de publicaties zelf, en je moet uitvinden of dit werkelijk de relevante publicaties zijn, of alleen maar een handige (niet belangeloze) keuze uit wat er aan onderzoek is gedaan). En dan nog. Wat in laboratorium-achtige situaties misschien enig effect blijkt te hebben, hoeft dat in de slordige praktijk van alledag niet te hebben.

    Kortom: als er geen overduidelijke aanwijzingen zijn dat een bepaald programma merkbare positieve effecten oplevert voor iedere deelnemer, dan weet ik niet of het verstandig is om ermee in zee te gaan.

  3. Computerhersenen
    Het zou wel eens een valkuil kunnen zijn, dat vergelijken van de hersenen met een computer. Zoals ooit het menselijk lichaam met een machine werd vergeleken toen machines hun intrede deden.
    Een tijd geleden was het werken aan de linker of rechter hersenhelft populair. Dat zou leerproblemen kunnen helpen aanpakken. Ik vrees dat er weing successen me werden geboekt.
    Nu zou dan een ‘werkgeheugen’ moeten worden getraind. Is het bekend waar dat zit en welke functies het in de mens vervult?
    Maar mogelijk ben ik te negatief. Ik heb al zoveel onderwijsnieuwtjes met trompetgeschal horen aankondigen en een paar jaar later weer met stille trom zien vertrekken, dat ik redelijk cynisch ben geworden.

  4. Cogmed lijkt me serieus
    maar traint wat in het klassikaal onderwijs steeds heel gangbaar was: concentreren, het leren negeren van afleidende impulsen, het zich leren toespitsen op 1 uit te voeren taak gedurende 3 kwartier en de training van het geheugen.
    Deze disciplinerende attitudes moeten nu dus kennelijk via een buitenschools programma opnieuw ingevoerd worden. Dat was niet nodig geweest als het klassikale onderwijs met z’n rust, regelmaat en verlangde concentratie-tijdspanne gewoon had kunnen blijven bestaan.
    Klassikaal onderwijs is net als de zuigermotor een optimaal systeem binnen gegeven mogelijkheden.

  5. Geldt dit ook voor de zoon van Kersje?
    Dat ongelukkige gevoel dat je niet meer precies weet wat er gezegd is en wat er afgesproken is en o zo graag zou willen dat het op papier gezet is ken ik. Vaak onthoud ik alleen maar hoe ik woorden geïnterpreteerd heb en heb geen of weinig idee van de gebruikte verwoordingen zelf. Dat komt soms omdat mijn concentratie even verslapt maar ook omdat ik moeilijk twee dingen te gelijker tijd kan doen, bij voorbeeld interpreteren en luisteren of al luisterend nadenken over de consequenties voordat ik het gehele verhaal gehoord hebt. Het is lastig als jou verweten wordt dat je een afspraak niet na komt dat je je alleen maar kunt verdedigen op grond van hoe je de afspraak begrepen hebt en niet kunt steunen op wat er gezegd zou zijn. Bovendien wil je in de geest van de afspraak handelen en niet naar de letter terwijl je op dat laatste aangevallen wordt. Je pikt bij het maken van een afspraak soms in alle eerlijkheid de elementen en bepaalde woorden er uit waarvan jij denkt dat ze belangrijk zijn. De rest zeef je er uit. Dat achteraf moeten raden wat er gezegd is zeer frustrerend maar zo zit ik nu eenmaal in elkaar.
    Seger Weehuizen

    • @Hinke Douma, benwilbrink, moby
      Mijn zoon heeft DCD (ook wel “dyspraxie”), wat bij hem problemen geeft met de fijne en grove motoriek, (vooral mondelinge) taalproductie en concentratie. Om de concentratie te verbeteren heeft hij een tijdje Ritalin gebruikt en daarna Concerta. De concentratie verbeterde, maar hij voelde zich er niet prettig bij en bovendien kreeg hij tics. Ik heb veel liever dat de verbeteringen komen door wat hij zich eigen heeft gemaakt en waar hij trots op kan zijn. Daarom vind ik zo’n training een aantrekkelijk idee en heb ik de associatie van hersenen gedegradeerd tot computer niet. Het beeld van hersenen die als spieren te trainen zijn spreekt mij wél aan. Ik denk dat door (in een milde sfeer) toegewijd aan het denkvermogen te werken veel vooruitgang geboekt kan worden, ook bij jongeren met “beperkingen”. Of dit ook geldt voor het werkgeheugen weet ik niet. Een training van vijf weken lijkt me wel erg kort om een blijvende verbetering te bereiken. Een taakgerichte klassikale aanpak met veel instructie lijkt me ook gunstig, alleen is dat in het geval van mijn zoon niet haalbaar. Hij zit in het speciaal onderwijs met leerlingen van diverse VMBO-niveaus en HAVO in één klas waar door sommigen heel veel verzuimd wordt zodat de vorderingen per leerling erg verschillen. Eigenlijk komen de lessen voor een aantal vakken neer op huiswerkbegeleiding, en dat niet meer dan misschien vijf minuten per individu per les.

      • werkgeheugen trainen
        Kersje,

        Hersenen zijn altijd actief, of je ze actiever dan actief kunt oefenen betwijfel ik. Dit is iets anders dan de vraag wat die hersenen dan doen; ze laten koken in de disco is iets anders dan trainen voor de wiskundeolympiade in Amsterdam.

        Het is best mogelijk dat concentratieproblemen te maken hebben met hersenfunctioneren, en als dat met chemische of hormonale huishouding heeft te maken dan zou er met medicatie misschien iets te verbeteren zijn.

        Het lijkt mij dat de omgeving veel meer te beïnvloeden is. Structuur zal ongetwijfeld van enorm belang zijn. Maar vergeet niet de aard van de intellectuele bezigheden: als die lichtelijk chaotisch is, zoals in op realistische leest geschoeid rekenonderwijs, dan helpt dat zeker niet om concentratieproblemen te verbeteren: het is een hele klus om uit te vinden waar je je dan op moet concentreren. Gespecialiseerde remedial teachers zouden hiermee om moeten kunnen gaan, verwacht ik. Als daar dan alsnog uit voortkomt dat een CogMed training gepast zou zijn, dan zou je dat kunnen doen.

        Maar ik vermoed dat je deze weg al bent gegaan. Ik kan je alleen wat algemene overwegingen meegeven, uit argwaan tegen overdreven claims van commerciële instituten op de markt van welzijn en geluk.

        Met vriendelijke groet,

        Ben Wilbrink

    • @mailmaison
      Ik denk wel dat het vergeten wat er precies gevraagd is mijn zoon onzeker maakt. Het gevoel adequaat te kunnen reageren zou hem beslist goed doen. Dat mijn zoon door zijn vaagheid soms irritatie opwekt bij docenten (er zijn snibbige types bij), daar wond ik me vroeger erg over op. Nu probeer ik mijn zoon daartegen te wapenen: niet iedereen is nu eenmaal lief en aardig, ook docenten niet, hij moet het maar een beetje van zich af laten glijden. Bovendien: ik ben zelf ook “Huiswerkzilla” voor hem en toch oké.

      Kortom, het zou heel mooi zijn als dat Cogmed iets is. Voorlopig houd ik de ontwikkelingen kritisch in de gaten. Sowieso wil ik dat zo’n training optimaal ingebed wordt in de dagelijkse routines, zonder verder huiswerk ernaast. Dat dat vast te realiseren is, is dan weer een voordeel van speciaal onderwijs.

      • Mmmm
        Ik heb ook zo mijn (niet wetenschappelijk gefundeerde) twijfels. Ik kan me voorstellen dat een vergelijkbaar effect kan worden bereikt met mindfulness, meditatiie, yoga of tai-chi.

        • @Hinke Douma, mindfulness, werkgeheugen en zwakke rekenaars
          Ik geloof dat met mindfulness etc. wellicht ook vooruitgang geboekt kan worden, alleen hoef ik daar bij mijn zoon echt niet mee aan te komen: veel te weinig concreet, te weinig afgebakend in de tijd etc. Van het proza in het boek van mindfulness-goeroe Kabat-Zinn Wherever you go, there you are krijg ik eigenlijk zelf ook de kriebels.

          Hierbij nog een lezing en de afscheidsrede van prof. E. van Lieshout, waarin de relatie tussen het werkgeheugen en zwakke rekenprestaties (en de zin van werkgeheugentraining) kort aan de orde komt:
          www.fi.uu.nl/panama/conferentie/archief_conf/2011/PANAMA%20van%20Lieshout.pdf
          dare.ubvu.vu.nl/bitstream/1871/15835/1/Afscheidsrede%20Van%20Lieshout.pdf

          • Rede Van Lieshout over onderzoek naar rekenonderwijs
            Nederland had al in de zeventiger jaren van het IOWO moeten eisen dat het zijn rekenpretenties (rekenonderwijs werd voortaan wiskundeonderwijs genoemd, enzovoort) zou onderbouwen met wetenschappelijk onderzoek zoals dat betaamt. Van Lieshout laat nog eens zien hoe dat moet.

            Hij laat nog eens zien dat ‘zwak rekenen’ twee kanten heeft: een persoonlijke, in het anders functioneren van leerlingen, en een didactische, in de kwaliteit van het aangeboden rekenonderwijs.

            Remedial teaching kan de persoonlijke problemen misschien niet oplossen, maar wel ervoor zorgen dat dat ze het leren niet nodeloos in de weg zitten.

            Zie ook De gelukkige rekenklas (Boom) over de problemen van zwakke rekenaars bij realistisch geïnspireerde rekenmethoden.

  6. Ik geef geen advies
    want daarvoor ken ik de situatie niet goed genoeg.
    Ik ben echter wel regelmatig situaties tegengekomen waarbij leerlingen wel een goede discipline kon worden bijgebracht zonder dat er van ‘fascisme’ sprake was.
    Concentratie aanleren is een sterk punt van klassikaal traditioneel onderwijs. Ik zag b.v. hoe een ontspoorde klas snel op de rails kwam door traditioneel onderwijs te geven. Het kan wel, maar vereist inspanning van de leerkracht: want als deze rust, inzet en concentratie verlangt, moet hij zich daar zelf ook aan onderwerpen.
    Maar ik erken dat het op het VMBO al te laat kan zijn. Die kindertijd is zo belangrijk: daar wordt de basis gevormd.
    Tevens moeten we onze ogen niet sluiten voor het feit dat er sprake kan zijn van een aangeboren kwestie. WQe moeten inzien dat traditioneel onderwijs niet alles kan oplossen. Aangeboren eigenschappen kunnen niet worden veranderd. Het onderwijs blijft een zoeken naar de grenzen: tot hoever kan er werkelijk iets verbeterd worden?
    Wij mensen blijven onvolmaakt en daarom blijven er altijd ‘verbeterpunten’ te vinden. Maar we moeten ons zeker afvragen of wij niet het onmogelijke willen.
    Ik heb gewerkt met volwassenen die men op school ‘de zwakkere’ leerling zou noemen. Ook op volwassen leeftijd tonen zij hetzelfde gedrag als de ‘zwakkere’ leerling: impulsief gedrag, emotie overheerst de ratio, een beperkt vermogen meerdere feiten te onthouden en dus goed te combineren, een zwakker geheugen e.d.
    Ik ben dus erg pessimistisch over de mogelijkheden een kind te veranderen (nadat het klassikaal onderwijs degelijke methoden had gebruikt).
    Er komt bij iedereen een moment dat je grenzen gewoon moet erkennen en aanvaarden. Ik ben tegenstander van het gebruik van verdovende middelen voor kinderen. Als een kind medicinaal ‘bedwelmd’ moet worden deugt er echt iets niet in de omstandigheden.
    Wat er niet deugt, dat kan erg verschillen, en daarom spreek ik geen oordeel uit over deze kwestie.

    • Lachesis; Inge Braam
      Voor mij persoonlijk vat de volgende tekst van haar de grootste bezwaren tegen de onderwijsindustrie heel goed samen (ik hoop dat mag citeren):

      ‘Wat mij naderhand het meest bezighield was de onontkoombaarheid van dit alles. De moeder van Jeffrey die – geheel de tijdgeest indachtig – iets wilde bijschaven aan haar kind. De media die suggereren dat scholen steeds meer in staat moeten zijn om allerlei problemen het hoofd te bieden.
      Dat alles een naam heeft en een behandelstrategie.
      Dat het een kwestie van inzet en inspanning is.
      De begeleidingsdienst die geen enkel verzoek tot het uitvoeren van een test meer weigert om dat ouders anders rustig verder shoppen en een bureau inschakelen dat op commerciele basis tests uitvoert.
      De interne begeleider en de leerkracht, aan wie op dit gebeid nog amper iets wordt gevraagd en die alleen nog mogen uitvoeren.
      Iedere beweging veroorzaakt een volgende beweging en er is niemand die weet waar de schakelaar hangt. Of er wel een schakelaar hangt.’

      De misvattingen grandioos verwoord.
      Deze tekst van Inge Braam omschrijft zeer precies wat ik decennia in het basisonderwijs heb ervaren!

      Aangezien we altijd blijven sukkelen als het om gezondheid, opvoeding en onderwijs gaat, zullen altijd de charlatans blijven toestromen om alle potentiele klanten veel toekomstige zegen te beloven.
      De betaling komt eerst; de toekomst pas als de charlatans hun geluk elders zijn gaan beproeven waarna u de kater mag houden.

      • @moby, misvattingen
        Beste Moby,
        Ik respecteer mijn zoon, met zijn beperkingen. Ze geven hem iets aandoenlijks. Hij is een blij mens, helaas zonder veel enthousiasme voor school. U reageert ook op een blog van Hinke Douma, over leerlingen die door hun ouders in de steek zijn gelaten. Het blijft een dilemma: wanneer doe je als ouders te veel, of te weinig? Wij vragen niets bijzonders van de school: als er door de bank genomen fatsoenlijk onderwijs wordt gegeven zijn wij tevreden. Dat je met je kind van de ene naar de andere instantie wordt doorgeschoven ligt soms niet in de laatste plaats aan de leerkracht zelf. De tijd is voorbij dat de leerkracht een autoriteit was, waarvan je als ouder altijd zonder meer aannam dat die het wel het beste zal weten. Wij hebben als ouders de mooie taak om (binnen het redelijke) bij te dragen aan de ontwikkeling van onze kinderen, ook op het intellectuele vlak. Daarbij kijken we met een open oog maar wel kritisch naar de mogelijkheden die er nu zijn, ook buiten de school. Inzet en inspanning is gezond, en hoort erbij.

  7. recent overzicht van de research
    Dit ziet er degelijk uit:

    psychology.gatech.edu/renglelab/publications/2010/shipsteadredickengle.pdf

    “Conclusions
    Although many studies have been conducted with the intent of training
    WMC, it seems that there is still a lot to be learned about the behavioral
    ramifications of such interventions. Tables 1 and 2 indicate that several studies
    have inadequately controlled for threats to internal validity. Likewise, it
    is rare to see researchers attempt to produce stable measures of changes to
    the cognitive abilities that are of interest to the studies. Most important, it
    seems that basic questions regarding whether changes on span scores following
    training represent actual changes to WMC, or whether they represent
    task-specific learning, have yet to be addressed. Future work using appropriate
    experimental design (training and active-control groups) and measurement
    (multiple indicators of constructs) should help answer these questions.”

    Hopelijk wordt zulke research nu ondernomen.

Reacties zijn gesloten.