Vóór de Mammouthwet kon geen enkele leraar een vaste aanstelling krijgen zolang hij niet bevoegd was. Als er een bevoegde leraar was die graag de baan van de onbevoegde leraar wilde overnemen moest het schoolbestuur hem in principe die baan geven. Dat beginners voortaan binnen vijf jaar hun masterdiploma moeten halen is dus in vergelijking met vroeger in principe niets nieuws. Maar het diploma van onderwijsbevoegdheid wordt nu mastersdiploma genoemd. De onderwijzers (basisschoolleraren) haalden vroeger het diploma van de kweekschool maar dat deed niet onder voor de voorgestelde onderwijsmaster. “zittende leraren moeten meer tijd besteden aan bij- en nascholing”. Dat is nieuw. De vroegere onderwijsdiplomata waren voldoende degelijk om het hele leven van een docent mee te gaan. Maar toen werd onderwijstijd nog niet oneigenlijk gebruikt. Wie wil leren van internationaal vergelijkend onderzoek moet zich om te beginnen de vraag stellen of Nederland kwalitatief of kwantitatief geen andere norm voor goed onderijs wil hebben. Wij hebben pas goed onderwijs als WIJ het goed vinden. En we willen graag weten of het bij ONS beter is dan het vroeger was. En dat blijkt niet zo te zijn. Dat Finland als voorbeeld genomen wordt en niet Beieren komt niet alleen omdat Finland als beste uit de bus komt. Waarschijnlijk speelt ook een rol dat er nog steeds veel mensen zijn die een excuus zoeken om toch nog een verplichte middenschool in te voeren. Beieren scoort dan wel lager dan Finland maar er zitten ook meer leerlingen in een klas. En de Nederlandse klaslokalen zullen voorlopig erg vol blijven. Bij het begrip “hoogopgeleid”moet men, als het een leraar betreft, onderscheid maken tussen hooggeschoold in te onderwijzen leervak en hoogopgeleid als paedagoog. Nederland had vroeger uitstekende onderwijsresultaten met doctorandussen in een leervak.
Dat landelijke leerlingtoetsen gewenst zijn heeft twee redenen. Er zijn nu te veel laag opgeleide leraren om er op te kunnen vertrouwen dat zij het bijna allemaal goed genoeg doen. Bovendien worden de leraren vaak aan zo veel voorschriften van hun bestuur onderworpen dat ze in de uitvoering van hun taak gehinderd worden. Ten slotte wil de politiek een prestatiebeloning invoeren. dat betekent dat een schooldirectie en de schoolbestuur zonder de objectieve maat van landelijke leerlingtoetsen te grote macht zouden krijgen. Een leraar wiens leerlingen op landelijke toetsen goed scoren staat sterker als hij les wil geven vanuit zijn eigen professionaliteit en hoeft minder bang te zijn om bij een promotieronde te worden overgeslagen. Ook wordt het zo gemakkelijker om falen in de top van de hiërarchieke pyramide zichtbaar te maken.
De huidige regeringscoalitie heeft geen geld over voor kleine klassen met hoogopgeleide leraren. Daarmee is ook efficiënt werken in inhomogene klassen van de baan. Het is daarom goed dat van Bijsterveldt voor landelijke leerlingtoetsen gekozen heeft.
Het verhaal van Hanne Obbink is voor mij hilarisch omdat hij mij het gevoel geeft dat er in onderwijsland door Van Bijsterveldt en haar ambtenaren en de Onderwijsraad fantastische nieuwe ideeën zijn ontwikkeld terwijl zij in feite alleen maar pogingen doen om de vroegere toestand te herstellen.
Reacties zijn gesloten.
Maar toch
is een mammouth geen mammoet!
Het Witsendier heet Mammouth
Les mammouths sont des mammifères éteints de la famille des éléphantidés correspondant au genre Mammuthus et à de nombreuses espèces. Ils formaient un groupe largement répandu, bien adapté au froid. ….. Le mot « mammouth » fut fixé au cours du XVIIe siècle par Nicolas Witsen, voyageur hollandais. (source Wikipedia Franςais),
Seger Weehuizen
Bien sûr!
Le mammouth ç’est un mot francais (et aussi un supermarché!)