Han van der Horst publiceert regelmatig behartenswaardige stukken op de www.joop.nl-site.
Dit is weer zo’n lezenswaardige bijdrage van hem, ik hoop niet dat hij me kwalijk neemt dat ik het hier integraal overneem:
Leer Duits!
Sinds een paar dagen wordt de Nederlandse televisiekijker doodgegooid met een nieuwe automobielreclame
Wij zien hoe Herr Gottlieb Daimler in de avond nog zit te knutselen aan het paardloos rijtuig, dat hij later naar zijn dochter Mercedes zou noemen. De werkster spreekt hem bestraffend toe: “Mr. Daimler, you are working too hard”. Or words to that effect. Zelden was de crisis van het vreemde talenonderwijs in Nederland treffender zichtbaar gemaakt.
Als Mercedes Benz de grondlegger van het bedrijf bij de Nederlandse televisiekijker wil introduceren, dan gebruikt het maar liever de Engelse taal. Denk niet dat zo’n besluit zonder blikken of blozen op een achternamiddag wordt genomen. Reclamebureaus gaan niet over één nacht ijs. Dit is geen onnozelheid. Hierover is nagedacht. Duits klinkt te vreemd en te ver en te onbekend in Nederlandse oren. Daar kun je zelfs in een reclame over een oerduitse uitvinder van het automobiel maar beter niet meer mee aankomen.
Dat is wel eens anders geweest. Tot de invoering van de mammoetwet waren op MULO, HBS en gymnasium, Frans, Duits en Engels verplichte eindexamenvakken. Wie een loopbaan in het bedrijfsleven nastreefde, deed er goed diploma’s handelscorrespondentie te halen in een en liever meer van deze talen. Mensen met een voortgezette opleiding konden met Frans, Duits en Engels overweg. Dit werd ook met verbazing door buitenlandse bezoekers vastgesteld.
De mammoetwet heeft hieraan de eerste slag toegebracht: leerlingen konden voor hun eindexamen talen laten vallen. Dat heeft er toe geleid dat steeds meer leerlingen kans zagen een middelbaar diploma te halen met alleen Engels op de lijst. Docenten aan HBO en universiteit halen het al lang niet meer in hun hoofd Frans- of Duitstalige literatuur op leeslijsten te zetten, want dat kunnen te weinig studenten volgen. In plaats daarvan behelpt men zich met vertalingen en het resultaat is dat heel veel nieuw wetenschappelijk materiaal uit Frankrijk of Duitsland ons land pas bereikt, als er Amerikaanse vertalingen van zijn verschenen.
Duitsland is Nederlands grootste handelspartner. Ook Frankrijk is voor Nederland economisch van wezenlijke betekenis. Samen spelen zij een centrale rol in het Europese beleid. Over cultuur en beschaving zal ik het verder maar niet hebben. Dat komt nog wel eens als die niet meer automatisch bij de linkse hobbies worden ondergebracht. Het feit dat wij de kennis van Frans en Duits op zo’n treurige manier teloor hebben laten gaan, kost onze samenleving geld, veel geld. We horen dingen te laat. We horen dingen niet goed. We laten ons misleiden door inadekwate vertalingen. Met ons gestamel krijgen wij bij deze grote handelspartners te weinig gehoor. We missen de informatievoorsprong die de brede talenkennis ons eerst gaf.
Dat kunnen wij met onze ambities om een gerespecteerde kennismaatschappij te worden, die meetelt in de wereldeconomie niet hebben. Onze minimale belangstelling voor het vreemdetalenonderwijs kost ons anders teveel economische groei.
Met steenkolenengels redden we het niet. Read my lips. Leer liever dit eens te verstaan.
Maar, maar, maar
Een goede kennis en vaardigheid in drie moderne vreemde talen (plus een beetje Spaans) geeft op zich geen enkele kans op een baan. Het is altijd een soort secondaire plus.
Als iemand daar anders over denkt, dan bied ik me bij deze aan. Ik wil wel een leuke goed betaalde baan met normale kantooruren. Als je dan ook nog je vreemde talen mag gebruiken: mmmmmmmmmmmmm
Onduidelijk
Die “maren” begrijp ik niet helemaal.
Dankzij de talen die ik in het voortgezet onderwijs had geleerd, waren tijdens mijns stuei een reeks van wetenschappelijke publicaties voor mij toegankelijk. Bovendien kon ik op basis van Frans, Duits en Engels op conferenties gemakkelijk communiceren. Op de universiteit kreeg ik een abonnement op Le Monde, die hield ik bij voor mede-studenten.
In het dagelijkse leven lees ik kranten uit al de drie talen (zelf heb ik er nog Italiaans bij geleerd, waarbij het Frans en Latijn een aardige hulp waren)
Ik kan voor mijn informatie op alle mogelijk sites terecht.
Meer dan eens maak ik daar gebruik van in mijn beroep.
Talen ernaast
Natuurlijk heb ik in mijn leven ook al vaak veel plezier gehad van mijn taalvaardigheden. Ook de complimentjes zijn niet te versmaden. In mijn werk heb ik er nauwelijks voordeel van gehad en ik heb er zeker niet makkelijker een baan mee kunnen vinden toen ik werkloos was.
Ik zou iemand die geen leraar wil worden absoluut afraden om een taal te gaan studeren. Leuk, maar je hebt er niets aan als je ook nog je eigen brood moet verdienen.
Wientjes
Toevallig (?) staat er een stuk van Bernard Wientjes (voorzitter van werkgeversclub VNO-NCW) met dezelfde strekking in de volkskrant onder de titel Onze weg naar de wereld loopt via Duitsland.
Zelf zou ik graag mijn Duits
Zelf zou ik graag mijn Duits verbeteren (en dan vooral mijn vocabulaire en de naamvallen), studiemethodes en taalcursussen kosten echter veel geld. Als de overheid nu eens al dat geld wat ze aan initiatieven als het Kennisnet heeft besteed zou hebben besteed aan het ontwikkelen van een volwaardige gratis modulaire taalcursus (van basis t/m zeer gevorderd), dan zou iedereen zelfstandig zijn Duitse taalvaardigheid kunnen verbeteren.
In plaats van een cursus….
Bart, je kunt ook aan taalverbetering doen door een Duits vriendinnetje te nemen. Hoewel, een vriendinnetje kost ook geld.
Maar je bent qua taalverbetering van sukses verzekerd.
3 talen
Dat was natuurlijk een goede zaak: drie talen leren op de middelbare school. De talen van de belangrijkste buren en handelspartners. Er werd een stevige basis gelegd op school, waarop eventueel verder gebouwd kon worden.
De mammoetwet maakte een einde aan een goede zaak en tot de dag van vandaag heb ik dit steeds als een grote vergissing beschouwd. We hebben echter wel meer grote vergissingen moeten zien in het zich ‘vernieuwende’ onderwijs. Er komt een moment dat men murw is geslagen, en zich geen enkele moeite meer wil getroosten om nog iets van het onderwijs te maken; kennelijk hebben beleidsmakers andere plannen met jou als leraar en met het onderwijs (therapie, en ‘lekker in je vel zitten’).
Daar verdient een land geen brood mee natuurlijk. Een land moet produceren en winst maken. Belastingontvangers (en dat zijn onderwijsvernieuwers toch vaak) zijn deze waarheid te gemakkelijk uit het oog verloren.