De afdeling Pee en OO

De afdeling Pee en OO

Tijdens het pré-fusionaal tijdperk was onze directeur belast met het aanwerven van nieuwe of tijdelijke collega’s. Meldde een collega zich ziek voor langere tijd wegens operatie, hartfalen of hersenpanverbloeding, dan liet de directie geen tijd verloren gaan. Het stramien was steeds hetzelfde. De lesuren van de zieke collega werden opgevangen door het zittend personeel zodat de leerlingen geen tijd hadden om te niksen tijdens tussenuren. Collega’s met de juiste bevoegdheid werd gevraagd naar de mogelijkheid om de uren uit te breiden en als dat niet lukte werd er gebeld naar de concurrentie om navraag te doen hoe het daar gesteld was met de bevoegde leerkrachten en hun tijd. Binnen een paar uur had de directeur dit klusje geklaard en wist, wat betreft beschikbare docenten, van de hoed en de rand en was het nieuwe uurrooster voor de leerlingen klaar.

In het geval er niet direct een vervanger te vinden was, werd er contact opgenomen met het PPO van het arbeidsbureau. Het Personeels Punt Onderwijs had zich gespecialiseerd in onderwijs en lepelde binnen de 48 uur wel een kandidaatje of vijf op, allen bevoegd en bereid de tijdelijke baan in te vullen. De directeur en een afgevaardigde van de sectie vormden de sollicitatiecommissie. Elke kandidaat werd door de sectieafgevaardigde getaxeerd op zijn pedagogische en didactische aanpak, kennis van het vak en verbaal en non verbaal voorkomen anders gezegd sympathiek en humor. Bij mijn weten werd er nooit onderhandeld over loon en emolumenten simpelweg omdat dit alles geregeld was in het RBPO, het RechtsPositieBesluit Onderwijs. Binnen een week was de langdurig zieke collega dan ook langdurig vervangen en de sectie zorgde voor de eerste opvang, begeleiding en instructie van de nieuwe collega.

Vorige week zo rond een uurtje of acht ging de telefoon. Een oud collega begroette me vriendelijk met ‘heb jij nog tijd over?’ Een van zijn collega’s bleek al een tijdje ziek te zijn en de ouders begonnen boze brieven te schrijven naar school waarin ze zich afvroegen of hun oogappel dit schooljaar nog Natuurkundeles kon krijgen. Er werd zelfs gewag gemaakt van ‘inspectie inlichten’ en ‘naar minister schrijven’ en dat voor ocharme nog maar drie maanden lesuitval. Ouders moesten niet zo zeuren vond ook mijn oud collega. Ik antwoordde dat dat de oplossing was, ouders er van overtuigen dat ze niet zo moesten zeuren en wou ophangen maar mijn oud collega kent mijn Achilleshiel en begon er over dat het eigenlijk een schande was dat ze eerst zes weken moesten wachten, en dat de leerlingen er ondertussen maar een beetje bijliepen of hun tijd zaten te verdoen in de electronische leer omgeving waar ze ook niks leerden en dat iedereen al een beetje op zijn tandvlees rondliep en dat er bij hun nog klassikaal les werd gegeven. Dat laatste klonk mij als muziek in de oren en toen ik hoorde dat het maar twee uurtjes natuurkunde per week waren stemde ik toe. Mijn oud collega zou zijn teamleider inlichten, die zou het dan doorgeven aan de coördinator onderwijs en die zou het dan op zijn beurt doorgeven aan de directeur onderwijs, ik zou er nog van horen. En inderdaad de volgende dag een mailtje van de afdeling Pee en OO van het gefuseerde schooltje. Hierbij werd mij vriendelijk edoch dringend opgelegd aanwezig te zijn op een oriëntatiegesprek twee dagen later en of ik mijn CV per kerende kon toesturen. Indien ik onverhoopt toch niet aanwezig kon zijn, mocht ik dit laten weten aan de personeelsmanagementassistente van dienst.

Het oriëntatiegesprek(???) was een schoolvoorbeeld van de onderwijswaanzin die als een stormram het onderwijs kapot beukt. De onderwijscoördinator en de personeelsmanagmentsassistente vonden het waarschijnlijk heel eigenaardig dat een bevoegde leerkracht die twee uurtjes Natuurkunde wilde opvangen. Want de Pee en OO’er haar eerste vraag was waarom ik solliciteerde naar deze functie. Blijkbaar schrok ze een beetje van mijn antwoord want ze kaatste snel ‘Hoezo een oud-collega uit de brand helpen?’. Ik probeerde nog iets in de zin van dat leerlingen toch les moeten krijgen, maar aan haar opgetrokken wenkbrauwen kon ik zien dat ze mij binnen de twee minuten al een rare snuiter vond. De onderwijscoördinator probeerde de situatie te redden door uit te leggen dat het vak Natuurkunde in het VMBO tegenwoordig een mengelmoesje is van Natuurkunde, Scheikunde, Biologie en Verzorging. Ook zijn wenkbrauwen fronsten diep toen ik opmerkte dat er dus zes lesuren waren ingeleverd in pakweg tien jaar. Ik kon zien dat hij het niet begreep. Pee en OO nam het weer over. Gezien mijn CV en mijn tientallen jaren ervaring vroeg ze zich af of ik mij realiseerde dat het een LB functie was, in de onderbouw van het VMBO en dat het een klas van wel twintig leerlingen was. Een beetje geïrriteerd vroeg ik of ze kennis had van de CAO Voortgezet Onderwijs waarin het loon en de inschaling netjes geregeld is, dat ik jarenlange ervaring had in de onderbouw van een VMBO school en dat ik voor klassen had gestaan met dertig leerlingen en meer. Het Pee en OO trutje legde haar pennetje neer, ze wist wel genoeg, zij zag een volstrekt competentieloze docent, dat kon dus nooit goed gaan. Dat was ook de reden van haar opluchting toen ik te kennen gaf af te zien van de twee uurtjes Natuurkunde.

Elke school die zichzelf respecteert heeft in het huidige tijdsgewricht een volledig bemande of bevrouwde afdeling Pee en OO. Navraag heeft mij ondertussen geleerd dat daar heel weinig mensen werken die enige sjoege hebben van onderwijs, CAO, bevoegdheden en docenten en hun werk in het algemeen. Meestal weten ze niet eens hoeveel personeelsleden de school telt, hoeveel docenten er volgend jaar met pensioen gaan of vervroegd uittreden, hoeveel personeelsleden er ziek, zwak of misselijk zijn en wat nog benauwender is er ze weten heel weinig over werving en behoud van personeel, zoals ik aan den lijve mocht ondervinden.

Twee dagen later, om acht uur ’s avonds ging de telefoon, oude collega aan de lijn. Hij vond het jammer dat ik die twee uur niet kon invullen wegens tijdsgebrek(???) en nee ze hadden nog niemand anders op het oog maar zouden nu de eerstkomende tijd de lessen invullen met ‘zelfstandig werken’. O ja, ook vond hij het jammer van die tweehonderd euro die hij nu niet zo krijgen. Tweehonderd euro als premie uitgeloofd door de afdeling Pee en OO voor diegene die de vervanger had aangebracht.

J. Jeronimoon

PS. Tip voor de afdelingen Pee en OO. Bij een eerste email contact staat de aanhef ‘Beste Jesse’, een beetje slordig.

2 Reacties

  1. Fraai staaltje praktijk weer.
    Hoe is het toch mogelijk dat zoveel mensen blijkbaar niet kunnen inzien wat Jeronimoon inziet.
    Zijn al die mensen dan werkelijk zo blind geworden voor dit soort evidente waarheden?
    Het is regelmatig nauwelijks te bevatten.
    Soms denk ik echt dat tallozen toneelstukjes zitten op te voeren, alleen maar om de eigen boterham veilig te stellen.
    Ik word dan onderdeel van hun toneelstukje, denk ik dan.
    Maar regelmatig blijkt dat betrokkenen het niet als een toneelstukje beschouwen, maar als serieuze werkelijkheid.
    Maar zelfs dan denk ik dat ze opnieuw een toneelstukje opvoeren.
    De waanzin van wat Jeronimoon openbaart, moet toch voor iedereen duidelijk zijn?
    Waarom wordt dit niet breed gezien?
    Of zou het voornamelijk aan het schrijftalent van J. liggen dat waarheden zo evident gaan lijken?
    Nee, ik denk van niet. Ik heb gelijksoortige gekte in de praktijk van het basisonderwijs meegemaakt.
    Het onderwijs lijkt vooraal een speelterrein geworden van vele charlatans. Tevens blijken mensen te kunnen wennen aan modes: wat ooit krankzinnig scheen, kan later breed worden aanvaard als ‘normaal’.
    Zo kostte het mij ook wel eens moeite om vast te blijven houden aan de correcte spelling van een woord, als ik meerdere malen een foutieve spelling (bij het nakijken van dictees b.v.)onder ogen had gekregen.
    Wat een geluk dat er Jeronimoons bestaan die nuchter weten te blijven in deze tombola van de gekte.

    • niet blind, alleen professioneel
      Moby, de grootste verandering die zich in het onderwijs heeft voltrokken is de manier waarop het onderwijs wordt bestuurd, zowel op macro, meso als microniveau. Alle sturing gaat zogenaamd professioneel, op basis van abstracte modellen en verkeerde analogieën met bedrijven. Alle sturing gebeurt top-down en niemand in de keten heeft werkelijk invloed, want alle beoogde resultaten van de sturing worden, binnen het model, niet binnen de wekelijkheid, gemonitord. Het onderwijs is een log schip geworden waar een koers is uitgezet en iedereen die daarbinnen functioneert moet zijn taakje binnen die koers uitvoeren op de manier zoals door de procedures is beschreven. Dat noemt men professioneel. Dat betekent dat een docent of PO-er of manager niet kijkt of iets goed is, maar of het past in zijn taak en de manier waarop die moet worden uitgevoerd. Het is een organisatie geworden van oogklepdragers.
      Ik vind het altijd te vergelijken met een coalitiekabinet. Bij de coalitiebesprekingen wordt de koers uitgezet en elke verandering onderweg is practisch onmogelijk, zelfs als alle partijen dat zouden willen, want de partij die als eerste een wijziging voorstelt moet daarvoor betalen door ook een ander punt te veranderen. En zo zit iedereen zijn tijd uit, vooral bezig de gestelde (onwerkelijke en papieren) doelen te halen.
      Bij een coalitieregering is er dan in ieder geval nog eens per vier jaar verkiezingen, in de onderwijswereld is dat niet zo en behouden zij die de macht kregen die macht eenvoudig.

Reacties zijn gesloten.