vernieuwlingstsunami raast voort

(TROUW: 16 dec 2010: geef Schoolleiders een bonus, niet de leraren; Schoolleiders die zorgen voor verandering, helpen het onderwijs vooruit. Die prestatie verdient beloning. Door Jan Fasen)
Maar weinig leraren die hun onderwijsbevoegdheid gehaald hebben via een universitaire master in het vak dat zij (gaan) doceren zullen bereid zijn om zich door hun schoolleider die in het HBO een boekhoudkundig diploma behaald heeft laten vertellen hoe ze les moeten geven. Als de plannen van Jan Faser zouden worden uitgevoerd heeft het VWO van een scholengemeenschap straks alleen nog maar onderbevoegde of onderbekwame leraren.
En weer kunnen wij de mantra’s zoals “willen we echt bij de top horen dan moet er iets veranderen in de manier waarop leerlingen leren en aan de rol van de leraar”, “Boeken maken plaats voor laptops, pda’s of iPads. Beschikbare kennis wordt niet meer begrensd door de muren van de school. Bij het binnenhalen en toepassen van al die kennis gaan leerlingen steeds zelfstandiger te werk. Deze ontwikkeling mag niet gefrustreerd worden” en de leraar moet naar “maker van aansprekend
en uitdagend onderwijs” opschuiven lezen. Verder moet de leraar optreden als regisseur bij “het proces waarin de leerling, met inzet van ICT en een variatie aan leermiddelen, wordt uitgedaagd de leerdoelen te realiseren. Gunstig is natuurlijk dat de leraar moet wegschuiven van zijn rol als “volger van de voorgeschreven methode”
De mentale overstap naar “maker van het onderwijs” kunnen de leraren niet zelf maken, “zelfs niet met een prestatiebeloning in het vooruitzicht”. “Daar is krachtig leiderschap vanuit de schoolleiding voor nodig, inspirerend, met een heldere visie en met een concreet resultaat voor ogen”
“Leiderschap, dat in staat is om dat wat leerlingen in de school moeten leren af te stemmen op wat de samenleving straks nodig heeft” is nodig en “voorbereid worden op een betekenisvolle toekomst” zijn ook kreten waarmee lezers van dit Forum wel bekend zullen zijn.
En dan de volgende pedanterieën: De mentale overstap naar “maker van het onderwijs” kunnen de leraren niet zelf maken, “zelfs niet met een prestatiebeloning in het vooruitzicht” en “Erkenning van dat vakmanschap
is een groot goed voor leraren en uiteindelijk belangrijker dan een prestatiebeloning. Schoolleiders mogen het wel voor het geld doen maar leraren staan daarboven. Ja zo’n groep mensen (de leraren) die slecht in staat is tot grote mentale stappen krijg je wel aangepraat dat ze niet op het banale geld moeten letten!
Er staat in feite niets nieuws in het krantenartikel maar door het te plaatsen lijken de redactie van TROUW en misschien ook nog wel veel TROUWlezers in het hier geafficheerde nieuwe leren te geloven. De strijd van BON is dus nog niet gestreden. Omdat er zo nu en dan zinnetjes in het artikel zijn waar wij het eens mee kunnen zijn (ook BON-leden willen beter onderwijs en geen leraren die zich niet kunnen losmaken van het leerboek, in haar meer knellende vorm ook wel “methode” genoemd) is het belangrijk om de terminologie van de vernieuwler goed te bestuderen.
Om te beginnen moet je de doelstellingen niet over één kam scheren. HAVO en VWO zijn voorbereidend onderwijs en het MBO en de “technische Colleges” zijn eindonderwijs. De eerste twee schooltypen moeten dus niet afstemmen op “wat de samenleving straks nodig heeft” maar een stevige basis leggen voor het vervolgonderwijs.
De leerdoelen waarover Fasen spreekt worden niet nader gespecificeerd. Dat is betreurenswaardig want bij sommige leerdoelen zijn de resultaten moeilijk te meten terwijl ze wel tijd vorderen die voor meetdoelen waarvan het resultaat wel te meten zijn gebruikt kan worden. Het is zeer frustrerend voor leerlingen om tijd te moeten stoppen in leerdoelen waaraan ze al voldoen. Neem het “leren samenwerken”. Het is moeilijk om de vorderingen die een leerling in dat leerdoel maakt te meten. Maar om van leerlingen die in staat zijn om samen te werken te eisen dat ze natuurkunde onder de knie krijgen door samen te werken met andere leerlingen is unfair. Ze moeten dat kunnen doen op de methode die voor hen het meest effectief is.
Het is helemaal niet zeker dat BON in staat is om te bewerkstelligen dat de vernieuwlingstsunami zich terugtrekt. Daarom moet BON er voor strijden dat er kleine categorale scholen kunnen worden opgericht die overeenkomstig de richtlijnen van BON functioneren en zich mogen richten op examineerbare onderwijsdoelen, wat HAVO en VWO betreft dus op cognitieve vakken. Het resultaat in die vakken moet vastgesteld worden door middel van externe examina. Voor vakopleidingen onder het universitaire niveau zijn externe praktijkexamina op hun plaats. De toestemming voor het oprichten van BON-scholen zal moeten voortkomen uit de wens om in de geest van de grondwet te handelen m.b.t. de vrijheid van onderwijs. Maar ook uit een opvatting over demokratie waarbij het er niet om gaat dat de meerderheid de minderheid zijn wil kan opleggen maar om tolerantie en vrijheid van keuze. Een samenleving die gesubsidieerde BONscholen toestaat heeft aan vrijheid gewonnen.
Jan Fasen is de voorzitter van de Centrale Directie Connectcollege

1 Reactie

  1. een sequel doo Metin Celik
    “Het rapport van de commissie-Dijsselbloem heeft gesignaleerd dat leraren afgelopen decennia onderwijsvernieuwingen te zeer hebben ervaren als veranderingen die hun van bovenaf werden opgelegd” De commissie heeft dus een signaal gegeven. Zij heeft echter daarbij niets ontdekt dat geïnteresseerden nog niet wisten maar eerder, zoals een rechter dat doet, formeel iets vastgesteld. Celik lijkt dat anders te voelen.
    Wat indirect uit Celik’s verhaal volgt is dat ALS er een bonussysteem voor leraren komt het gebaseerd moet zijn ’op basis van objectief gemeten leerwinst’ Dat kan voorkomen dat een bovengeschikte gemakkelijk een leraar zijn opvattingen kan opleggen en de autonomie van de leraar aantast.
    “we moeten [de motie-Hamer] niet over de ruggen van leraren waarmaken, maar samen met hen” Nee, de politici in Den Haag zijn niet de ambtenaren van een of andere pharao en ook zitten de leraren niet in een concentratiekamp. Zoiets zou zeker mislukken en het blijkt al mislukt door het steeds verder dalende niveau van de leraren en het hoge ziekteverzuim in de onderwijssector. (“door” slaat terug op “blijken”). De conclusie van Celik is echter juist: 250 miljoen EURO uitgeven aan prestatiebeloningen in plaats van iedere leraar die binnen de norm presteert marktconform te belonen is een foute beslissing. Eerder is op deze website al betoogd dat leraren die onder een redelijke norm presteren ontslagen moeten kunnen worden.
    Celik is woordvoerder van de PvdA
    Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.