Theorie en praktijk

Een groot deel van de leerlingen in Havo en VWO vindt theorielessen saai en wil meer in de praktijk leren.
Ik citeer uit het BON-manifest:
“Al doende doorgrondt men de theoretische concepten niet, die op elk niveau de essentie zijn van wetenschap en techniek”

11 Reacties

  1. Ze hoeven toch niet?
    Niemand verplicht een jongere toch om HAVO of VWO te kiezen. Als je liever iets wilt doen heb je daarvoor het VMBO.

  2. the silent minority
    Ik hoop dat de politici zich ervan bewust blijven dat er ook nog een deel van de leerlingen is dat aan theoretische concepten genoegen beleeft. Anders gaan er weer zulke afschuwelijke dingen gebeuren als de invoering van Freudenthal’s Puzzelen.
    Seger Weehuizen

  3. Weer een rapport over wat we allang wisten…
    Ik citeer Hiteq: Kenmerkend havo en vwo:
    Havo/vwo-leerlingen leren liever vanuit de praktijk. De leerlingen blijken verder behoefte te hebben aan instructie van de docent. Opvallend is dat zo’n 40% de profielkeuze maakt met een bepaald beroepsbeeld voor ogen, ondanks dat deze leerlingen een voorbereidende en geen beroepsopleiding volgen.
    Hiteq trekt deze conclusies na grootschalig onderzoek onder bijna 1.900 havo/vwo-leerlingen en 1.000 ouders.

    Vergeet vooral niet ook even naar Kenteq te gaan…

    • Gezonde opvattingen
      Dat deed ik inderdaad.
      Je wilt toch weten hoe serieus zo’n organisatie is. Ik herinner me dat motivaction dat de term “einsteingeneratie” muntte. Die deed ook onderzoek.
      Dit vind je bij Kenteq:
      Competentiegericht onderwijs
      Welkom op de site van Kenteq waar u alle informatie kunt vinden over competentiegericht leren, opleiden en beoordelen. De samenleving verandert en bedrijven veranderen mee. Aan moderne vakmensen stellen we eisen. We verwachten dat ze de theorie in hun hoofd hebben, de techniek in hun vingers en het vak in hun hart. Maar ook dat zij in de beroepspraktijk zelfstandig kunnen functioneren, zichzelf kunnen ontwikkelen en flexibel kunnen omgaan met veranderende omstandigheden. Kennis en vaardigheden alleen zijn niet meer voldoende. Daarom werkt het moderne beroepsonderwijs ook aan houding en persoonskenmerken. Al die kwaliteiten samen noemen we competenties en daarom spreken we van competentiegericht onderwijs (CGO). Dankzij de praktijkgerichte aanpak en een betere binding met het bedrijf sluiten beroepsonderwijs en bedrijfsleven nu beter op elkaar aan.

  4. Een opmerking
    Overigens is het vwo het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Dus alleen al daarom moeten we deze “klantgerichte” aanpak niet serieus nemen.
    Daarnaast heeft het bureau niet door dat de school leerlingen moet leren de wereld te begrijpen. En natuurlijk kan dat niet zonder denkkaders, waarbij de leerlingen leren een niveau dieper te gaan.
    Het valt me de laatste jaren steeds meer op hoe weinig de leerlingen gewend zijn serieuze informatiebronnen te raadplegen. Het heeft er alle schijn van dat ze gesocialiseerd worden door oppervlakkige snelle media.
    De school moet nu juist – tegen die tendensen in – wel kaders aanbieden.
    Ik maak ieder jaar mee hoe leerlingen aan het eind van de cursus verzuchten hoeveel ze hebben geleerd. Ze kunnen de wereld om hen heen veel beter ontcijferen. Die opmerkingen hoor ik vooral de laatste jaren parallel aan die oppervlakkige informatie-overvloed waar ze mee overspoeld raken.
    Ik denk niet dat de “onderzoekers” in dat bureau zich met dat soort gedachten bezig houden.

    • Bovendien
      Bovendien heb ik een gezond wantrouwen tegen onderzoeken van dit kaliber. Als men mij zou vragen of ik liever iets doe dan iets te leren, zou ik ook kiezen voor het doen. Dat wil niet zeggen dat ik niet nut en noodzaak en uiteindelijk ook plezier zie in het moeizaam veroveren van kennis, inzicht en begrip.

      Is dit nu ook weer een consequentie van het geklets over leerstijlen en de verschillen tussen denkers en doeners?

      • Vragenlijstvragengenerator
        Hinke,

        Uit het wezenloze krantenbericht, en het ontbreken van de publicatie op de site van Kenteq, maak ik op dat hier zonder veel nadenken een vragenlijst in elkaar is gefabriekt en uitgezet. Weggegooid geld. Desinformatie. Jammer dat Trouw de opdrachtgever voor dit onderzoek niet vermeldt, de weggooier van dat geld.

        De tegenstelling tussen doeners en denkers heeft altijd af gefigureerd in het debat over het vmbo. Het onderscheid lijkt een stijlonderscheid, maar ik heb geen idee of dat wel zo zou kunnen zijn (dat is een empirische kwestie, ik kan er zo geen onderzoek bij noemen). Als het iets met stijl heeft te maken, kan het ook gaan om stijlkenmerken die bij het vak behoren (timmeren versus Engels), of didactische stijl, of lerarenstijl; het hoeft dus niet vanzelfsprekend leerlingenstijl te zijn. Je ziet, binnen de kortste keren is het zo ingewikkeld dat platte uitspraken erover vrijwel zeker onjuist zijn.

        Ik wil er ook op wijzen dat het onderzoek van Sternberg c.s. naar denkstijlen waarschijnlijk wetenschappelijke kennis oplevert waarmee halfbakken praktijken in het CGO zijn te bestrijden. En de overdrijving uit neuropsychologische hoek (Jelle Jolles, in de nieuwe aflevering van Didaktief).

        [Een vragenlijstvragengenerator is een klutser die willekeurig vragen samenstelt uit lijstjes met woorden en onderwerpen.]

        • Vraag
          Hoi Ben,
          Kan het zijn dat de zin die begint met ‘En de overdrijving……” niet af is?

          De persoonsvorm ontbreekt in de zin.

          • Dichterlijk ….
            Hinke,

            Het is bijgedachte bij de voorgaande zin. Dichterlijke vrijheid, zeg maar.

          • dank
            dank voor de toelichting, maar dan begrijp ik niet over welke overdrijving van Jelle je het hebt.

            De gedachte dat het verhaal over denkstijlen juist nuttig is voor de bestrijding van CGO prikkelt me zeer. Kun je daarover meer uitleggen?

  5. Veelzeggende zin
    “Havo/vwo-leerlingen vinden van zichzelf dat ze best van alles tegelijk kunnen doen.”
    Bron: www.hiteq.org/cms/publish/content/showpage.asp?pageid=796

    Deze zin geeft aan dat leerlingen maar beperkt van zichzelf kunnen inschatten wat zij wel en niet kunnen. Retorische vraag: zouden leerlingen, die immers nog weinig levenservaringen hebben, nog slechter dan volwassenen ook op andere punten zichzelf kunnen inschatten?
    Moeten we kostbaar onderwijsgeld besteden aan Maurice de Hond achtige opinie-enquêtes?

Reacties zijn gesloten.