Meester Max

Hij geeft al flink wat jaren les op de basisschool en leert met veel geduld alle kinderen lezen, spellen en rekenen: meester Max.
Veel van de van buitenaf opgelegde onzin heeft hij buiten zijn klas weten te houden of zodanig weten te vertalen dat de onderwijskwaliteit er niet door wordt aangetast. Altijd heeft hij vastgehouden aan het basisrecept dat goed werkt: instructie geven, samen inoefenen, en voldoende tijd om het verder eigen te maken om het tot slot te kunnen toepassen in de praktijk.
Hij is niet ouderwets, maar juist goed op de hoogte van actuele ontwikkelingen en onderzoek over onderwijs. Hij leest de vakbladen, onderzoeken en bezoekt conferenties. De resultaten van het onderwijs dat hij geeft zijn al jaren zeer goed: weinig uitvallers en veel kinderen met hoge scores. Ouders zijn tevreden en willen hun kind het liefst bij hem in de klas.

Meester Max is goed op de hoogte van de leerlijnen van zijn groep. Zo weet hij precies wat de kinderen moeten kennen en kunnen aan het eind van het schooljaar. Er worden geen stapjes overgeslagen. Hij werkt precies en nauwgezet, want hij weet dat je in het onderwijs geen stappen kan overslaan zonder dat hier een prijs voor wordt betaald. Een brug met een gat laat mensen in de rivier vallen.
Ook van zijn leerlingen vraagt hij nauwkeurigheid en concentratie. Hierdoor kunnen de kinderen langere tijd zelfstandig werken, zich focussen. En dat is ook nodig, want de lat ligt hoog in zijn klas. Er is een groepsdoel dat alle kinderen moeten halen. Als bepaalde kinderen dat doel niet dreigen te halen, dan realiseert hij extra leertijd voor deze kinderen. Dit kan oplopen tot meer dan een uur per week. Dit doet hij door na de klassikale uitleg een verlegde instructie aan deze kinderen te geven: eenvoudigweg langer samen oefenen met hen.
Bij de klassikale uitleg doen alle kinderen mee: de sterke en zwakke. We zijn een groep en leren doen we samen. We kunnen leren van elkaar: de goede voorbeelden van de sterke leerlingen zijn essentieel voor de zwakke. Ook betrekt hij de ouders bij het proces: thuis dagelijks na het avondeten 10 minuten extra oefenen levert ook weer ruim een uur oefentijd op.
Focussen vindt hij belangrijk en omdat hij voetbalfan is, haalt hij graag Bert van Marwijk aan. Het doel is om wereldkampioen te worden en dus niet om ‘met zo mooi mogelijk voetbal Nederland op de kaart te zetten’. Doelgerichtheid, hiervoor hard werken en een groepsgevoel kweken. Focussen!

Op de kast staat een vissenkom met daarin twee goudvissen. Elke vrijdag maakt hij samen met twee leerlingen het filter schoon. Op de vensterbank staan veel planten die er allemaal gezond uitzien. De weekhulpen geven de planten wekelijks water en in de grote vakantie krijgt ieder kind een plant mee naar huis. Verdorde planten staan er niet tussen: dat is een verkeerd signaal naar kinderen. Goed voorbeeld doet goed volgen. Verantwoordelijkheid, zorg en aandacht zijn belangrijk voor een goede houding en daarmee een beter resultaat.
In de kasten liggen de schriften en werkboeken keurig op een stapel. Twee ‘kastenbazen’ zorgen dat alles netjes blijft.
Als er een invaller voor de klas staat en iets niet weet te vinden, dan springen niet alle kinderen van hun plaats om te helpen. Nee, er is een ‘hulpkind’ dat rustig vertelt waar de invaller de spullen kan vinden.
De klas is een plek waar we samen werken en leven. Daar voelen we ons met elkaar verantwoordelijk voor. We helpen elkaar, dragen zorg voor de omgeving en spreken elkaar aan op dingen die niet zo horen.
Als je vanaf de gang de klas inkijkt tijdens een les, dan is iedereen rustig aan het werk. Sommige kinderen overleggen zachtjes of krijgen extra uitleg van meester Max aan de instructietafel. Structuur, voorspelbaarheid, aandacht voor elkaar en voor het werk.

Meester Max voelt zich verantwoordelijk voor de kinderen in zijn klas. Al het andere is daaraan ondergeschikt. Hij levert kwaliteit in een veilige leeromgeving. Hiervoor heeft hij van tevoren vastgesteld wat de prioriteiten zijn: voorbereiden, corrigeren, vakliteratuur bijhouden en veelvuldig contact met ouders.
Toen hij burgerschapskunde en techniek moest gaan geven, vroeg hij aan de directie wat er daarvoor moest wijken van het rooster. Toen zij het antwoord hierop schuldig moesten blijven, kon hij toch genoeg leertijd blijven realiseren voor de zaken waar het echt om gaat. Hij wil niet meer doen in mínder tijd, maar juist minder in méér tijd: geen kwantiteit maar kwaliteit.
Techniek en burgerschapskunde kan je ook buiten de school leren, maar er bestaan geen clubs waar je kan leren rekenen, lezen of spellen. Dat moet de school dus aanbieden. Meester Max laat zich niet verblinden door de edubabbelaars of door mensen die het onderwijs gebruiken voor hun eigen commerciële belangen, boodschap of idealisme
Hij is op weg met een doel: zijn kinderen optimaal voorbereiden op de maatschappij van morgen. Een maatschappij waarin je goed moet kunnen lezen en waarin je moet weten welke informatie betrouwbaar is en welke niet.
Hij oefent zinsontleding en woordbenoemen, wat de kinderen behoorlijk moeilijk vinden. Maar als kinderen niet leren om de complexiteit van taal en grammatica te doorgronden, zullen zij zeker niet in staat zijn om de moderne maatschappij te begrijpen. Soms lijken oplossingen namelijk eenvoudig, maar is het juist nodig om de onderliggende oorzaak van dingen te kunnen zien en aanpakken. Doorzettingsvermogen om iets echt te begrijpen. Denken is systemen wordt gestimuleerd en geoefend door zinnen te ontleden op school.
De beste banen gaan bovendien naar mensen die zich goed kunnen presenteren en uitdrukken, naar mensen die meer te bieden hebben dan een oppervlakkige kijk op de wereld. Enkelvoudige zinnen met spelfouten leiden niet naar een succesvolle deelname aan de maatschappij, weet meester Max.

’s Middags kruipt hij achter zijn piano en zingt samen met de kinderen liedjes: ze kennen er meer dan honderd. Een moment van ontspanning, maar ook van groepsvorming en cultuuroverdracht. Je kan niet weten wie je bent, als je niet weet waar je vandaan komt. Een eigen cultuurbasis geeft de zekerheid die nodig is om andere inzichten en culturen te durven verkennen. Je kan de ander pas begrijpen als je weet wie je zelf bent.
Ieder verloren moment wordt gevuld met het voorlezen van verhalen, sprookjes, gedichten, eigen opstellen en nieuwsberichten. Kinderen maken hierdoor kennis met de wereld om zich heen, de maatschappij, omgangsvormen, kunst en geschiedenis. De verbeelding van kinderen wordt gestimuleerd, ze zien het verhaal voor zich. Het wordt niet voortdurend kant en klaar gevisualiseerd. Creativiteit en verbeeldingskracht zijn namelijk zeer belangrijk in de maatschappij van de toekomst. Niet dat hij het digibord nooit gebruikt: soms biedt hij ook een digitaal prentenboek aan of kijkt het Jeugdjournaal met de klas.

Volgend jaar gaat meester Max met pensioen. Ik heb helaas nog geen nieuwe meester Max gezien. Hier ligt een schitterende uitdaging voor onze pabo’s.

Dit blog is gebaseerd op de verhalen van de sprekers op de BON Taalconferentie van zaterdag 20 november 2010.

7 Reacties

  1. Wat een geweldig
    Wat een geweldig verhaal.
    Hoe inspirerend.
    En hoe herkenbaar in sommige opzichten.

    Jammer van het slot: even had ik gehoopt dat meester Max werkelijk bestond.
    Professor Smalhout had vorig weekend een verhaal over een echte leraar in Veenendaal. Dat was buitengewoon hartverwarmend en zeer des BONs. Dat ging over een echte leraar die veel onzin buiten zijn lokaal had weten te houden, en intussen uitstekend werk leverde.
    Het was een eigenlijk een grootse hulde aan traditioneel onderwijs met goede resultaten.

    • Meester Max bestaat wet degelijk….
      Natuurlijk, Moby en Hinke, bestaat meester Max wel degelijk.
      Iedereen kent wel een meester Max van vroeger, en ook nu kom je ze op scholen nog wel tegen.
      Ze worden geen ‘leraar van het jaar’, dat niet, want ze vragen niet om media-aandacht en werken meestal in stilte.

      Toch vind ik het verhaal van meester Max iets té perfect en had gehoopt dat er iets mis zou gaan.
      Dat gebeurt dus in werkelijkheid ook, bij functioneringsgesprekken of omdat ook zij in aanraking komen met ‘de nieuwe tijd’.

  2. Zinnen om in te
    Zinnen om in te lijsten:

    • Altijd heeft hij vastgehouden aan het basisrecept dat goed werkt: instructie geven, samen inoefenen, en voldoende tijd om het verder eigen te maken om het tot slot te kunnen toepassen in de praktijk.
    • Er worden geen stapjes overgeslagen. Hij werkt precies en nauwgezet, want hij weet dat je in het onderwijs geen stappen kan overslaan zonder dat hier een prijs voor wordt betaald.
    • Meester Max laat zich niet verblinden door de edubabbelaars of door mensen die het onderwijs gebruiken voor hun eigen commerciële belangen, boodschap of idealisme
    • Ik wil nog even opmerken dat iets inoefenen moeilijk hoort te zijn, anders hoef je het niet te oefenen. Het ontgaat mij dus wat sommigen er tegen hebben dat iets moeilijk is. Wel is het natuurlijk belangrijk dat er steeds realistische doelen worden gesteld zodat de meeste leerlingen na een goede instructie in staat zijn om een hoger niveau te behalen. Dus: eerst klassikaal een heldere uitleg geven, dan voorbeeldopgaven maken (van elke soort minstens 1), vervolgens klassikaal wat oefenen voor diegenen die het nog niet helemaal begrepen hebben en dan tenslotte individueel oefenen, eerst tijdens de les zodat een leerling direct kan aangeven wanneer hij het uitgelegde niet goed begrijpt, dan thuis zodat hij zeker voldoende oefentijd krijgt, het thuis gemaakte werk moet de leerling vervolgens aan de leraar kunnen laten zien wanneer hij twijfelt aan zijn uitwerkingen.
      Het klinkt evident maar het gebeurt lang niet altijd en hiermee wordt veel talent niet benut.

  3. Prachtig
    Prachtig verhaal; eerst dacht ik dat het een zelfportret was. Toch jammer dat meester Max is gecompileerd. Ik hoopte dat hij echt zou bestaan. Beter was nog als hij niet een jaar voor zijn pensioen zou zitten.

    De vrouwen van de Zalmplaatschool komen trouwens ook al heel aardig richting juf Maxi.

  4. Roept uiteraard de vraag op
    wat meester Max zou doen in ’n groep met wat rugzakjes, meerdere ernstige taalachterstanden, gedragsproblemen (grijs/zwarte basisschool) en grote cognitieve onderlinge verschillen. Kortom, de dagelijkse praktijk/strijd verschillen binnen steeds meer groepen in de grotere en grote steden. Op pabo’s zitten aanstaande duojuffen en nostalgie is wel leuk, twee benen op de echte onderwijsgrond zijn echter beter.

    • Begin eens met de kinderen
      Begin eens met de kinderen in de juiste klas te plaatsen, dus niet op basis van leeftijd maar op basis van niveau. Ga vervolgens op de zogenaamde ouderwetse manier lesgeven en treed streng op tegen die paar leerlingen die niet in het gelid willen lopen. Het is maar een ideetje.

      • Dat zou leuk zijn,
        helaas kun je kinderen van 4 niet zodanig testen dat ze vervolgens in te delen zijn in verschillende niveau groepen. Beide benen op de onderwijsgrond a.u.b.
        Streng optreden tegen kinderen met gedragsproblemen zou ook leuk zijn. Helaas heb je daarvoor de medewerking van hun ouders voor nodig en die krijg je steeds minder.
        Dat is de realiteit Bart.

Reacties zijn gesloten.