Subsidioloog

Subsidioloog

Al een tijdje geleden heb ik mij voorbereid op een werkzaam leven buiten een onderwijsinstelling en daar heb ik twee weken geleden dan ook een begin mee gemaakt. Met het motto ‘je moet de vijand met de eigen wapens verslaan’ heb ik ‘netwerkkaartjes’ laten drukken waarop in gouden letters ‘onderwijsdeskundige’ prijkt. Het is een niet beschermd beroep, je hoeft je niet in te schrijven in een register alleen de kamer van koophandel verlangt een handtekening en een omschrijving van de doelstelling van het nieuwe bedrijfje. “Adviseren, begeleiden en aansturen van (organisatie)veranderingen binnen onderwijsorganisaties” vulde ik in op het KvK-papier en de KvK- man vond dat goed. Bij mij rees het vermoeden dat “in- en verkoop van lucht, al dan niet gebakken” ook goed zou zijn geweest.

Enfin, bij het eerste congres over vernieuwingen in het onderwijs had ik beet. Met een klein groepje stonden we na te borrelen, netwerken heet dat, toen ik door een tot dan toe onbekend persoon werd aangesproken met de vraag wat ik zoal deed. De doelstellingzin van de KvK rolde zonder enig nadenken uit mijn mond en mijn hersens dachten aan lucht. Of ik dat wat kon specificeren. Dat kon ik. Een uur lang heb ik op de man ingepraat, dat het efficiënter kon in het onderwijs, dat het prestatiegerichter kon in het onderwijs, dat het passender kon in het onderwijs, dat het CGO nu toch een beetje een gepasseerd station was in het onderwijs, en dat ik en mijn medewerkers de gepaste oplossingen hadden bedacht om dat alles voor elkaar te krijgen maar dat het niet het juiste moment was om dat uit de doeken te doen en dat er even wat meer tijd nodig was. Voor de goede verstandhouding met u lezer, ik heb geen medewerkers, maar hou het stil.

Mijn gesprekspartner begreep de stille wenk en duwde mij een kaartje in de hand. “Neem volgende week maar contact op, kunnen we bijpraten.” Zei hij. Gaf me de hand en vertrok. Een beetje lullig staarde ik naar zijn kaartje. De naam van een groot, mij niet onbekend ROC met daaronder ‘subsidioloog’ wekte meer dan mijn nieuwsgierigheid. De week daarop was de afspraak snel gemaakt en toog ik naar het grote ROC.

Na het gebruikelijke kopje koffie, de onderwijskoetjes en kalfjes durfde ik het aan om te vragen wat een ‘subsidioloog’ was. De goede man keek een beetje verbaasd, dat ik dat niet wist. Ik herstelde snel mijn ietwat domme opmerking. Dat ik wel wist dat elke zichzelf respecterend ROC tegenwoordig een afdeling had die actief op zoek ging naar subsidies, daar het nodige papierwerk en administratie voor verrichtte en dat ik natuurlijk al veel over ESF en FES gelden had gehoord. De man glimlachte fijntjes en vertelde dat die zienswijze toch een beetje ouderwets was. Bijna elke school van basisschool tot Hoger onderwijs had nu een subsidioloog als hoofd van de subsidie afdeling. Hij had zijn intrede gemaakt op het ROC na een debacle met FES gelden, ingeboekt en niet gekregen, dertig man op straat. “Ongelofelijk amateuristisch van het ROC.” Murmelde hij en schudde het hoofd. “Fes gelden zijn niet structureel, net als ESF gelden, mag je nooit op bouwen, en zeker niet inboeken.” Op mijn vraag hoe hij dat dan aan boord legde antwoordde hij “de omgekeerde weg” en glimlachte. “De omgekeerde weg?” Herhaalde ik.

Hij legde mij haarfijn de werking uit. In het verleden bedacht de school een project en gingen ze op zoek naar de benodigde subsidie. Was er geen subsidie voor handen of de potten leeg dan werd het project afgeblazen. Dit systeem had als gevolg dat de reeds geïnvesteerde projecturen van de projectgroep niet werden vergoed, verloren geld als het ware. Daarom was hij als subsidioloog aangetrokken. Samen met zijn afdeling speurde hij elke dag de subsidiemogelijkheden op, aan de hand van de subsidie werd een project opgesteld. Daar hadden ze in de loop van de tijd aparte standaard project-formulieren voor ontwikkeld waar alleen de titel en hier en daar de doelstelling in aangepast moest worden en dan werd de aanvraag ingediend. Pas ná de toewijzing van de jackpot ging er een projectgroep aan de slag. “Het is zoals schieten met hagel.” Lachte de subsidioloog. “Je raakt altijd wel wat.”

Het blijkt een lucratieve bezigheid te zijn waarmee scholen miljoenen uit de subsidieruiven pikken. Of de projecten tot een goed eind komen heb ik ook nog gevraagd maar daar kon hij mij geen antwoord op geven, daar werd hij niet voor betaald, de subsidioloog.

J. Jeronimoon

4 Reacties

  1. Subsiodiologie
    Subsidiologie is vooral in Brussel een bloeiende tak van sport. Maar vergis je niet, in het hoger onderwijs zijn veel formatieplaatsen afhankelijk van het binnenhalen van gelden uit de markt of uit subsidiepotten. Het verbaast me niets dat ROC’s die weg ook zijn ingeslagen. Ik kan je nog inlichten dat waarschijnlijk veel van die ‘gesubsidieerde’ projecten mee moeten liften op de bestaande infrastructuur van de organsiatie (van school of universiteit), dus op slinkse wijze middelen uit de organisatie wegzuigen.

    Dit terrein is een typisch voorbeeld van hoe het geheel rampzalig slechter is dan de som van de delen. Iedere subsidieregeling op zich is verdedigbaar, want zo is die regeling in de wereld gekomen (dat wil niet zeggen dat jij of ik het met de argumenten eens zijn). Allemaal bij elkaar is het een hoop weggegooid geld, en zand in de machinerie van het onderwijs: op langere termijn leveren al dit projectjes uiteindelijk niets op. Tel daar nog bij op dat allerlei instellingen die structureel bekostigd worden door OCW (en andere departementen) allerlei activiteiten ondernemen die zich praktisch gesproken niet onderscheiden van de incidentele tijdelijke projectjes die uit subsidiepotten worden bekostigd. Ik noemde enige tijd geleden de activiteiten van het CPB met rapporten over het onderwijs, dat is een prima voorbeeld om eens uit te pluizen.

      • Alle opvattingen van het CPB
        Die opinie kun je, vrees ik, doortrekken naar alle conclusies van het CPB. Ze gaan helemaal uit van een beperkte opvatting van economie. Minder productie en meer vrije tijd kan door hen nooit in iets positiefs worden omgerekend, terwijl dat is wat de samenleving eerder nodig heeft dan doorgaan met economische groei. We hebben al jarenlang genoeg, misschien zelfs teveel. We zijn drie keer zo rijk dan begin jaren zeventig, er nemen véél meer mensen deel aan het arbeidsproces, er wordt véél meer geproduceerd, maar voor thuiszorg moet je eerst bijna dood zijn, een medewerker bij bank of postkantoor ‘kan niet meer in deze tijd’, voor een praatje over de heg heeft nauwelijks iemand meer tijd.
        Door dezelfde beperking kan ook kwaliteit van onderwijs niet worden doorgerekend. De waarde van algemene ontwikkeling, het begrijpen van de wereld waarin je leeft en daarin handelend kunnen optreden, levert nul positieve waarde bij het CPB op. Het enige lullige aspect wat het CPB kan berekenen is of onderwijs iets toevoegt aan economische groei. Wat een arremoei!

  2. verhelderend
    Een verhelderend verhaal. En zo wordt kostbaar belastinggeld misbruikt. Niemand die wakker ligt blijkbaar, van het feit dat het de burgers zijn die deze leugenachtige praktijken verplicht dienen te betalen. Is dit land corrupt, maar dan op een uiterst subtiele wijze??

Reacties zijn gesloten.