Door critici van het onderwijsbeleid is vaak gewezen op de overeenkomsten tussen de malaise in het onderwijs en de problemen in de gezondheidszorg. Beide hebben o.a. als overeenkomst de toegenomen bureaucratisering: meer managers en meer sturing en een verlammende verantwoordingsplicht voor de mensen op de werkvloer die een groot deel van hun tijd moeten besteden aan oneigenlijke taken, vooral met betrekking tot de invulling van en verslaggeving over de tijd die ze nog aan hun eigenlijke werk kunnen besteden. Daardoor leiden de activiteiten van managers, directeuren en bestuurderen niet tot grotere efficiency maar tot een goed verdienende toplaag en gefrustreerde vakmensen op de werkvloer. De gelijkenis gaat voor mij nog verder. Ik heb altijd beweeerd dat de organisatie van het onderwijs óf moet worden zoals die vóór de Mammoethwet was óf een vrije-markt-karakter moet krijgen. Daarom werd mijn aandacht getrokken door een artikel in de NRC van 15-05-10 met de kop “Zorg is vastgelopen op weg naar liberalisering”. De ambtelijke ‘heroverwegingswerkgroep zorg‘ stelt daarin “Als de politiek geen duidelijke keuze maakt tussen verder liberaliseren of terugkeren naar overheidsbudgettering, blijft Nederland stuck in the middle. Keuzes ontlopen en doormodderen wijst zij af. Zowel in de curatieve (medische) zorg als in de langdurige zorg (AWBZ). De curatieve zorg (huisartsen en ziekenhuiszorg) zal de uitgaven met 20 procent moeten verminderen. De werkgroepleden bieden daarvoor twee radicaal tegengestelde mogelijkheden. De eerste variant vormt een breuk met de huidige ontwikkeling van het zorgstelsel. Het trekt een cruciale pijler onder het nieuwe zorgstelsel vandaan waarbij private verzekeraars op moeten treden als regisseurs van de zorg. Regionale zorgkantoren krijgen volgens dit scenario een overheidsbudget om in hun streek zorg in te kopen. De PvdA ziet niet dat zorgverzekeraars erin slagen de concurrentie tussen zorginstellingen aan te wakkeren en draagt in wezen de fundamenten van het jonge zorgstelsel ten grave. Zij vindt het beter om de zorgbehoefte in een regio als uitgangspunt te nemen, dan de zorg te ordenen volgens een marktmodel en stelt vast dat de markt van verzekeraars een oligopolie is en dat in plaats van nieuwe toetreders het aantal zorgverleners juist afneemt. Is de gelijkenis met de toestand in het onderwijs hier niet frappant? Rechtse partijen, waaronder CDA en VVD, geloven sterk in de tweede bezuinigingsvariant van de ambtelijke werkgroep. Die stuurt aan op voltooiing van de liberalisering met concurrerende en risicodragende zorgverzekeraars. Wel, in het onderwijs zijn geen concurrerende schoolbesturen en er zijn veel fusies geweest die een eventuele concurrentie hebben tegengewerkt. Een groot verschil is wel dat als het om onderwijs gaat het CDA de huidige situatie van besturen op afstand zonder liberalisering aanprijst als “vrijheid van onderwijs”. Dat is misleiding want via de huidige besturen is wel de afstand tot het parlement toegenomen maar de band met het CDA (en soms de PvdA) vaak juist versterkt. Ouders en leerlingen hebben juist minder keuzevrijheid dan vroeger het geval was.
Net als in de gezondheidszorg zijn er in het onderwijs de twee tegengestelde richtingen om te verbeteren: net als vroeger komen de scholen bestuurlijk dicht bij Den Haag te liggen of een vrije markt voor gesubsidieerd onderwijs met kwaliteitscontrôle op het eindproduct door de overheid. Bij het laatste past goed het idee uit de gezondheidszorg om burgers een persoonlijk budget te geven waarmee zij zelf zorg kunnen kopen. Voor “zorg kopen ” moet dan “schoolgeld betalen” gelezen worden
Reacties zijn gesloten.
Nog een parallel
Misschien dat teacher-driven onderwijs ook kan bijdragen aan genezing van de onderwijs-malaise.