In de Volkskrant van vandaag staat een verhaal over de “Deutsche Welle” in Twente; Nederlandse bedrijven in de oostelijke grensstreek die Duitse uitzendkrachten inhuren.
Duitsers beschikken over betere technische vaardigheden doordat ze goede vakopleidingen hebben genoten. Heel praktisch onderwijs, dat veel beter aansluit bij de eisen die het bedrijfsleven stelt dan de Nederlandse roc’s.
Hoe zit het dan met ons CGO dat in samenspraak met het bedrijfsleven wordt ingevoerd? Hebben ze dat in Twente wel goed begrepen?
Kwaliteit of poen?
Natuurlijk is CGO een slecht uitgangspunt voor onderwijs, al is het maar omdat er geen enkele garantie op een vakinhoud gegeven wordt. Toch is mijn ervaring dat de meeste technische opleidingen het klaar spelen om ondanks het CGO toch een goede opleiding neer te zetten, al zijn er sommige scholen die het grote struikelblok, de vaktheorie, aanmerkelijk minimaliseren.
Regelmatige contacten met Duitsland leerden mij dat daar niet alleen veel degelijker wordt geleerd, er is ook veel meer discipline. Jammer is wel dat in veel staten een beroepsopleiding alleen kan worden gevolgd als je een baan hebt, want duaal leren (praktijk in het bedrijf, theorie op school) is daar de norm. In tijden van crisis heb je dus gewoon vette pech: geen baan, dan ook geen beroepsopleiding.
In de grensstreek kan er ook nog iets anders meespelen. In Duitsland kent men geen minimumloon. Dit gebrek aan beschaving is natuurlijk voor veel werkgevers interessant, omdat Duitse medewerkers (via de bekende uitzendbureauconstructie) daarom veel goedkoper zijn.
Het zou een onderzoek waar zijn in de grensstreken. Waar ligt de voorkeur voor buitenlanders aan? Is dat de gebrekkige (???) vakopleiding, of toch de financiële wanprikkel?
BBL op komst
Ik vrees dat in het technisch georienteerde beroepsonderwijs, vanwege de budgetten allang is ingezet op een switch van BOL naar BBL. Practica zijn hele dure hobby’s. BOL zal meer en meer verdwijnen.
Misschien levert het wel de gewenste discipline die de gemiddelde huidige VMBO’er , dankzij het pamperen zo mist. Voor de goedwillende student komt het doorstroom uitzicht waarschijnlijk wel in een ander perspectief te staan. Want om als BBL’er weer terug naar regulier dagonderwijs te gaan, is uitzonderlijk.
Als er werk is
Als er genoeg werk is (en de bereidheid bij een bedrijf om leerlingen ook werkelijk op te leiden) is BBL een héél goed traject.
Toch zijn er vele leerlingen voor wie BBL minder geschikt is:
– de jongens die mentaal nog erg jong zijn (de veulens 🙂
– de jongens die pas aantrekkelijk zijn als ze al iets te bieden hebben, anders niet
– de jongens met ouders die erop staan dat ze ‘studeren’
– jongens (en meisjes natuurlijk) die nog wat discipline moeten bijleren, alvorens ze kunnen gaan werken.
Inderdaad is BOL-Techniek enorm duur en er staan duidelijk véél te weinig overheidsfinanciën tegenover. Het moet bij ons altijd van de armen.
Ik ben bang dat de opleidingsbedrijven de relatief lucratieve BBL-opleidingen naar zich toetrekken en dat het ROC met de BOL-leerlingen (duurder, meer probleemgevallen, arbeids/begeleidingsintensiever) blijven zitten. Dat zou ik erg scheef vinden. bovendien vervalt daarmee de optie om van BOL naar BBL en omgekeerd te kunnen switchen. Best belangrijk als je je baan verliest, of juist een aantrekkelijk aanbod krijg bij een stagebedrijf.
…soll…?
Ordnung musz sein.
musz?
‘Musz’ moet óf ‘muss’ óf ‘muß’ zijn.
Und
was soll daß mit die Müße?