De commissie Dijsselbloem heeft kritiek uitgeoefend op de invoeringen van onderwijshervormingen waarbij tevoren in voldoende mate onderzocht is of die in hun totaliteit wel verbeteringen zouden brengen. Je kunt het ook anders zien. De hervormers eisten algehele doorvoering om zo nodig te verbergen dat ze ongelijk hadden. Bij twee systemen naast elkaar blijkt na een aantal jaren vanzelf of de vernieuwingen het onderwijs verbeterd hebben. Maar nu kun je het mislukken van verniewingen op de veranderde leerlingenpopulatie schuiven “leerlingen kunnen zich door de afleidingen buiten de school minder goed concentreren”, “leerlingen zijn assertiever geworden” en “door het grote aantal allochthonen zijn de klassen inhomogeen geworden”. Dan kun je, als het resultaat van de hervormingen tegenvalt altijd nog zeggen dat zonder die veranderingen in het onderwijs de resultaten nog slechter zouden zijn geweest. De huidige hervormers in het onderwijs zijn laf want ze willen eerlijke vergelijking uitsluiten. We hebben het moeten vaststellen toen na het mislukte experiment met de middenschool op alle scholen voor voortgezet onderwijs de basisvorming moest worden ingevoerd. In het MBO dreigt nog steeds hetzelfde te gebeuren. De MBO-raad is er bijna in geslaagd het parlement zo ver te krijgen dat het het Competentie Gericht Onderwijs verplicht stelde.
De politici moeten zich na de verkiezingen concentreren op goede maar wel meetbare resultaten van het onderwijs en garanderen dat er meer diversiteit in de wijze van opleiden en meer diversiteit tussen de scholen komt. Om eerlijk over de kwaliteit van een bepaalde onderwijsvorm of school te kunnen oordelen zullen voor tussenonderwijs de prestaties van scholen vastgesteld moeten worden op grond van externe examens waaraan hun leerlingen zich moeten onderwerpen. Op dit moment proberen hervormers daar al door de invoering van CGO onderuit te komen. Voor de eindopleidingen zoals MBO en HBO is de proef op de som de voorkeur die werkgevers blijken te vertonen voor geslaagden van een bepaald leertype of een bepaalde school. Dan biedt CGO geen mogelijkheid meer om slechte resultaten te camoufleren. Op deze wijze vaststellen wat het beste is kost natuurlijk enkele jaren maar het kwaad van jaren lang generaal slecht onderwijs is beslist groter.
Reacties zijn gesloten.
vinkje hier, vinkje daar
Heldere exameneisen werden vervangen door willekeurige en uiterst subjectieve vinkjes die gezet werden bij ‘persoonlijkheidskenmerken’. Nog steeds welt grote woede in mij op als ik mij realiseer hoe persoonlijke willekeur de grootste status heeft gekregen bij het beoordelen van leerlingen.
Ik beschouw de wel of niet gegeven vinkjes als de grootste misdaad die het onderwijs ooit getroffen heeft. Waar heldere exameneisen de leerling doen weten waar hij/zij aan toe is, en hem in zijn persoon verder met rust laten, maken vinkjes dat leerlingen beseffen dat zij zijn overgeleverd aan de persoonlijke willkeur van docenten. Subjectieve beoordelingen t.a.v. persoonlijkheidskenmerken, dat is de willekeur ten top. Dat is hetzelfde als ambtelijke willekeur. En ambtelijke willekeur is het begin van corruptie, en de hel op aarde.
Integriteit en willekeur gaan niet samen, hoeveel fraaie verhalen er ook worden opgedist.