Afscheid in verwondering

Beste Ronald,

Deze brief zal je zelf moeten vinden op het web. Nu je ambteloos burger bent is er geen ambtenaar meer die braaf alle berichtgeving over jou netjes in een mapje op jouw bureau legt, gesorteerd op datum en belangrijkheid en met mijn wekelijkse column prominent bovenaan want hij wist van jouw zwak voor columnisten.

Jouw politieke avontuur zit er op. Het kabinet waar jij deel van uitmaakte is gevallen over een provincie in Verweggistan en jouw postje van Minister van Onderwijs wordt nu tijdelijk opgevuld door een collega, op het homo-gedeelte na, dat is nu tijdelijk de verantwoordelijkheid van Marja.

Drie jaar geleden begon het, je werd vanachter de microscoop gesleurd, het lab uit, witte jas aan de wilgen, dag kleine wurmpies, dag pruttelende en borrelende maatbekers, dag Lieblich-koelers en eeuwig brandende waakvlammetjes, het ministerschap lonkte. De grote verwondering kon beginnen, een verwondering die tot op de dag van vandaag nog voortduurt want eens wetenschapper, altijd wetenschapper.

Het viel mij op dat je op de trappen van het koninklijk paleis verwonderd om je heen keek. Je had iets van ‘raar dat ik hier sta, hoe komt dat toch’, de verwondering van de wetenschapper die als kleine jongen een wurmpje met zijn zakmes in twee snijdt en verwonderd toekijkt hoe de twee stukjes los van elkaar eerst een beetje kronkelen en dan hun eigen leven gaan leiden. Je was ook onmiddellijk onvindbaar voor de persmuskieten tijdens de receptie na de foto met koningin, wist je toen al dat je er eigenlijk niet bij hoorde, dat je terecht was gekomen in een slechte B-film, of was je gewoon nieuwsgierig naar wat zich achter de coulissen van het protocol afspeelde.

Die verwondering ben je nooit kwijtgeraakt. Bij de 100 dagen keek je voortdurend als een jongetje op schoolreis, verwonderd over de mooie gebouwen in Nederland, verwonderd over zoveel lieve mensen en ook nog eens verwonderd over zoveel bestuurderen die jou en de centjes van het ministerie wilden inpalmen.

Na de 100 dagen kwam het echte werk, elke dag had je in jouw kantoortje, ginder hoog boven in het ministerie, wel een bezoeker. Vakbondslui, bestuurderen, leraren, hoogleraren, voortijdige schoolverlaters, beeldende kunstenaars, schrijvende kunstenaars en een stoet van hoogwaardigheidsbekleders die allemaal wat van je wilden, vooral geld. Ik kan mij jouw verwondering voorstellen toen je ontdekte wat er allemaal wel op jouw bordje van Minister van Onderwijs lag.

Verwonderd was je over de ophef die ontstond toen je aankondigde mee te doen aan de Gay-parade, het was toch maar gewoon bootje-varen op de grachten, toch? En er deden zowel mannen als vrouwen aan mee, niets bijzonders. Even verwonderd was je toen je tot de ontdekking kwam dat achter de facade van het wetenschappelijk onderwijs zich een stinkende beerput bevond van managers en bestuurderen die de wetenschapper alleen maar zag als een uithangbord van de universiteit. Een uithangbord, goed voor een schier onuitputtelijke stroom subsidies die onmiddellijk verplempt werd aan dure kantoren, auto’s met chauffeur, nog meer managers in de beerput en torenhoge bonussen.

Ik heb genoten van jouw bijna kinderlijke verwondering toen je afdaalde in het ijs van de Zuidpool met de prins en prinses op je hielen. De verwondering bij het ijselijke kleurenspel, het slapen in een tentje bij 40 graden onder nul, het ondergaan van de bloedrode zon die de ijsnatuur in vuur en vlam zette.

Ik kan me zo voorstellen dat jij altijd als eerste in de Trevezaal op jouw stoel zat, nieuwsgierig naar het pakje papier vóór jou op tafel en verwonderd dat jouw ambtenaren een plannetje hadden ingediend waar jij niets van af wist, nog meer verwonderd was je als je tot de ontdekking kwam dat jouw collega’s tijdens het ministerberaad méér van de plannetjes wisten dan jij. Verwonderd was je over de politieke machtspelletjes die zich voor jouw ogen ontrolden, verwonderd dat het landsbelang werd opgeofferd aan partijbelang.

Ergens begrijp ik het wel dat je na een tijdje bij jezelf dacht om je maar wat meer te richten naar de feestjes en partijen, daar was je onder zielebroeders. Voor het merendeel kunstenaars die zich ook elke dag verwonderen over de bloemetjes en de bijtjes, de blauwe lucht, de schoonheid van een dans, de tonen van een symfonie, de eigenaardigheden van een mens. Bij deze mensen voelde het als thuiskomen. Je kon er praten over jouw foto’s, over de kunst met een grote K en over de kunst met een kleine k, zonder dat er na twee minuten gezeurd werd over geld, subsidies, donaties en ander slijk der aarde.

Tot op de laatste dag heb je die verwondering behouden, zelfs in het rijtje van gevallenen stond je er nog een beetje verwonderd bij, en gisteren zag ik je verwondering over de snelheid waarmee je uit het ministerieel gebouw werd geloosd. Je had jouw ambtenaren nog nooit zo snel en accuraat te werk zien gaan.

Ik lees ze allemaal Ronald, de lijstjes die overal verschijnen over jouw prestaties in de afgelopen drie jaar, nou ja…meer over wat je niet gepresteerd hebt, en over alle items die nog op het ‘to do-lijstje’ staan zonder een groen vinkje, dat tot jouw verwondering elke dag langer en langer werd. Iedereen die in de afgelopen drie jaar van jou geen geld of subsidie kreeg en jou smalend ‘de uitvinder van het zwarte garen’ heeft genoemd halen hun gram en trappen na, keihard en meedogenloos, je bent immers gevallen en in Nederland is de bestuurder gek op gevallen ministers, vooral om hun eigen onkunde, hebzucht en graaigedrag te verdoezelen.

Ach, Ronald in een jaar waar het woord ‘ontvrienden’ een hype is geworden, halve zolen halve berichtjes die ze ‘tweet’ noemen ongelooflijk veel ‘nieuwswaarde’ toedichten, ook al staat er ‘ik ga nu naar het toilet’, weet ik zeker dat er heel veel mensen, zoals ik, genoten hebben van jouw verwondering, jouw hoed, en jouw altijd warrige grijze haren. Dat zijn de mensen die de mens achter de minister bleven zien, de mensen die aan de goede kant, voor de goede zaak strijden, met het hart op de goede plaats. De mensen die deugen.

Je weet hoe het gaat, de koning is dood, leve de koning. Nog enkele maanden en we hebben een nieuwe minister van Onderwijs, misschien een betere maar ik weet zeker een beetje minder mens en nog minder verwondering dan jij. Daarom een buiging uit respect voor de mens en verwonderde wetenschapper Plasterk.

Het ga je goed,

J. Jeronimoon

4 Reacties

  1. Mooi Jeronimoon
    Een waardig afscheid. Zoals je weet heb ik, na eerst erg blij te zijn geweest met deze minister, me steeds teleurgestelder gevoeld. Een man die moet begrijpen waar het om gaat, die dat ook liet zien door bijna terloopse opmerkingen soms, maar die daadwerkelijk weinig heeft bereikt. Ik verdacht hem ervan niet de interesse te hebben voor de middelmatige kleilaagbewoners, die je iets 10x moet uitleggen, maar enkel en alleen reageren door te gaan klikken bij het CDA, de beschermengel van het maatschappelijk middenveld. Of klikken bij Ronalds eigen partij, ook een beschermengel van het maatschappelijk middenveld.

    Voor mij was het geen verwondering meer, maar volkomen desinteresse en het simpelweg verdommen om echt vuile handen gevechten te moeten aangaan. Met een ivoren toren win je geen oorlog, maar een wetenschapper heeft ook weinig te zoeken op het slagveld van de macht.

    Treurig, hij zei dat hij in de politiek wilde blijven. Ik kan me niet indenken dat hij het daar naar zijn zin heeft. Dan beter met hoed op en gitaar de kroegen langs. Niks mis mee.

  2. De mens achter de minister
    heeft eerst vlijmscherp opgeschreven wat voor misstanden onderwijsland teisteren en heeft vervolgens linten doorgeknipt.
    Er valt m.i. weinig daarvoor te buigen!

    • @ leo
      Maar Leo, Je weet toch dat je de weg vrij maakt door het lint dat de toegang van de weg blokkeert eerst door te knippen. Jij moet als geen ander kunnen weten welke competenties hij daarvoor heeft moeten ontwikkelen. 🙂
      Ik vind dat jeronimoon zich geweldig ingeleefd heeft in Plasterk. Goed voor je dossier van aan te tonen competenties jeronimoon. 🙂

    • Geen buiging, inderdaad….
      Hij gedroeg zich als partijpoliticus en heeft het onderwijs links laten liggen.

Reacties zijn gesloten.