Wie kent er nog

een goeie mop over onderwijzers?
Tegen de ondraaglijke zwaarte van het onderwijsveld helpt maar één remedie.
Humor! Leo?

5 Reacties

  1. moppentrommel
    •”Ik stel jullie 2 vragen,” zegt de onderwijzer, “Wie het antwoord op de eerste vraag weet mag de tweede overslaan. Hoeveel haren heeft een poes?” Het wordt muisstil in de klas. Dan steekt Juul zijn vinger op en zegt: “Vier miljoen negenhonderd zestigduizend en achthonderdvijftien haren meester.” “Hoe weet je dat zo precies?” vraagt de meester verbaasd. “Ja da-hag , dat is de tweede vraag en die mocht ik overslaan!”

    •Jantje zit op de basisschool. Vraagt de meester: “Jongens, jullie moeten allemaal een spreekwoord tekenen.” Dus Jantje tekent op zijn blad een hoek met de meester er in. Vraagt de meester: “Jantje wat is dat voor spreekwoord?” “Een ongeluk zit in een klein hoekje!” antwoordt Jantje. De meester wordt zo kwaad dat hij Jantje naar het hoofd van de school stuurt.
    Het schoolhoofd vind het wel meevallen en vraagt aan Jantje om nou eens een goed spreekwoord te tekenen. Dus Jantje begint weer te tekenen en tekent het schoolhoofd en de meester. Waarop het schoolhoofd vraagt: “Wat is dat voor spreekwoord?” Zegt Jantje: “Een ongeluk komt nooit alleen!”

    •Er komt een professor bij een universiteit kijken of de studenten wel slim genoeg zijn. Hij vraagt of de slimste student even bij hem wil
    komen voor een paar vraagjes. Nou dus die jongen komt naar de professor toe. En de professor begint met de eerste vraag:
    “Hoe noemen we het ding om naar de sterren te kijken?”
    Waarop de student antwoordt:
    “Een telescoop.”
    “Goed,” zegt professor, “en om naar bacteriën te kijken?”
    “Een microscoop.”
    “Goed. En nu een lastige: Hoe noemen we het ding om door muren te kijken?”
    Waarop de student vraagt:
    “Kan dat dan?”
    “Ja,” zegt de professor.
    “Waarmee dan?” vraagt de student.
    “Met een raam, mijn beste jongen, met een raam!”

    •Zegt kleine Frits tegen zijn meester: “Meester, ik wil U niet bang maken, maar mijn vader heeft gezegd dat als ik deze keer weer met zo’n slecht rapport thuiskom, iemand op een pak slaag kan rekenen!”

  2. zelfvertrouwen
    Een nieuwe juf komt de groep binnen. Ze wil weten of de leerlingen in zichzelf geloven en zegt: als je vindt dat je dom bent dan ga je staan. Na enige minuten steekt Eva haar vinger op en vraagt: Juf denkt u echt dat u dom bent?

  3. honderd keer
    Tijdens het avondeten vraagt vader aan Jantje en hoe was het op school? Jantje begint te lachen en zegt: ik moet honderd keer schrijven “ik ben een ezel”. En is dat nu zo leuk, vraagt vader. Nee, zegt Jantje, maar jij moet het ondertekenen.

  4. lachen
    Lachen

    Een onderwijzer zat achter in een bus toen er een jonge vrouw die in verwachting was instapte, ze was de voorzitter van de raad van bestuur. Zij ging zitten, wat bij de onderwijzer een glimlach opwekte. De jonge vrouw voelde dat hij om haar lachte en ging ergens anders zitten, waarop ze de onderwijzer weer hoorde lachen. Zij verwisselde een tweede, derde en zelfs een vierde maal en steeds begon de onderwijzer harder te lachen. De voorzitter van de raad van bestuur was zwaar beledigd en spande een rechtszaak aan tegen de onderwijzer.

    Toen de zaak voor de rechter kwam, vroeg hij de onderwijzer zijn eigenaardig gedrag te verklaren. De onderwijzer zei:
    “Edelachtbare, toen de vrouw in de bus stapte, zag ik in wat voor positie zij verkeerde. Ze ging zitten onder de reclame: Verwijder iedere verdikking. Ik moest lachen en de vrouw verwisselde van plaats maar ging nu zitten onder de bioscoopreclame: Binnenkort verwacht. Ik moest weer lachen en de voorzitter van de raad van bestuur verwisselde weer van plaats. Nu onder een reclame van UNOX die als tekst had: Ik weet een worstje te waarderen. Toen kon ik niet meer, maar het werd nog erger. Zij wisselde voor de laatste maal van plaats en kwam toen onder de reclame van DUNLOP autobanden te zitten. Hierop stond: DUNLOP’s rubberartikelen hadden dit ongeluk kunnen voorkomen.”

    Vrijspraak

  5. Vraagt moeder
    aan dochtertje: “Zijn er echt alleen maar juffen bij jou op school?”
    Zegt dochterlief: “Ja, want alle mannen moeten werken”.

Reacties zijn gesloten.