18 Reacties

  1. rekenen
    Ja henrikush, word jij ook meteen enthousiast? Rekenen hoeft niet meer leuk gemaakt te worden, maar rekenen IS gewoon leuk.

    • Dat moet je ruim zien
      “Op het eerste gezicht is 1 + 1 altijd 2. Maar dat is niet altijd zo, legt Hans van Luit uit. Hij is hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht. 1 koe + 1 koe = 2 koeien. Maar de som van 1 koe en 1 paard heeft een andere uitkomst. Dus: 1 + 1 = niet per definitie 2.

      Het gaat om logisch nadenken, en daar wordt tegenwoordig op de basisschool al vroeg mee begonnen. Is dat niet veel te ingewikkeld voor jonge kinderen? Volgens Van Luit niet, je kunt er maar beter zo vroeg mogelijk mee beginnen.”

      Zo’n uitspraak vind ik nou om te janken

      • Waarom die hete tranen?
        Ik begrijp je afwijzing niet (maar wil die best begrijpen).

        Wat is er mis mee om kinderen te laten nadenken over het verschil tussen “2 koeien” en “1 paard en 1 koe”? Is het verplicht om kinderen te leren dat dat in abstracto hetzelfde is (nl. twee dieren)? Of mogen kinderen ook onder woorden brengen dat het verschil is “2 dezelfde dieren” of “2 verschillende dieren”?

        Je moet kinderen nou ook weer niet onderschatten. In de onderbouw zitten ook slimme kinderen, hoor, die kunnen nadenken en formuleren.

        • Logica
          Je kunt het nog leuker maken bijv. 2 koeien en 1 paard= 2 dezelfde en 1 verschillend dier. Hoewel, die 2 koeien zijn eigenlijk ook verschillende dieren. Toch. Slimme kinderen zullen ook dat wel begrijpen.

        • ja
          zelfs in groep 2 zitten er kinderen die dit goed onder woorden kunnen brengen. Daarna leren ze dit weer af, couzijn

        • PI is persoonlijke indruk
          1 koe en 1 paard zijn samen 2 dieren. Maak het vooral moeilijk door de wiskunde 1+1=2 (per definitie waar!) te mengen met een beschouwing over grootheden. Voor het overige verwijs ik naar je bijdrage over ‘e’ waar je argumenten aanvoert om wiskunde/rekenen niet nodeloos ingewikkeld te maken.

    • Komt er schot in?
      M’n schoondochter keurt het af dat ik geen krant meer wil lezen en bestookt me met proefabonnementen, de schat. De VK heeft me niet op andere gedachten gebracht, integendeel. Nu ligt Trouw in de brievenbus. Wat lees ik in de Verdieping (3 november) boven een paginagroot artikel van ene Harriet Salm met de vieze titel: “Lekker Leren”?
      Haal leerlingen uit het schoolgebouw en breng ze naar een voetbalstadion. Geef ze vervolgens reken- en taalopdrachten die met de club of de sport te maken hebben. Deze vorm van buitenschools leren werpt vruchten af, merken ze in Engeland. Ook in Nederland is dit project in opkomst.
      Pizzapunten zo groot als een voetbalveld. Trouw wil ik ook niet.
      Tegenover elk succes van BON staan Salm en consorten.

      Willem Smit

      • Inzake bijblijven
        Ik ben het met uw schoondochter eens. Heeft u het Financieel Dagblad of het Reformatorisch Dagblad al geprobeerd?

    • Re: kind van de rekening
      Ik had dat interview met Belinda Terlouw gisteren ook gelezen. Omdat vlak daarna het KNAW rapport uitkwam was gelukkig slechts een klein deel van mijn dag vergald. Wat een arrogantie spreekt uit dat interview zeg! Zo zegt ze:

      Ik ben een keer met de kinderen naar de supermarkt gegaan en ik heb ze in 1 morgen leren vermenigvuldigen!

      En:

      Daarom zeggen wij: eerst begrip, dan pas automatiseren en daar zijn alle
      deskundigen het over eens: dat is basis van de rekendidactiek.’

      Over Milikowski en Van de Craats zegt ze eerder:

      Zij [vinden] niet dat je bij het leren rekenen altijd eerst moet begrijpen wat je eigenlijk doet. Ze draaien het om: kinderen komen pas aan dat begrijpen toe als ze goed kunnen rekenen.

      En daarmee zet ze Milikowski en Van de Craats dus impliciet weg als niet-deskundigen. En dan klagen over polariseren door de andere kant; je moet wel durven.

      • Ja, e = 2,718. Maar waarom ook alweer?
        Aan het citaat “Zij … rekenen” neem ik niet zozeer aanstoot. Ik lees er wel een iets gechargeerd geformuleerd standpunt in van de Stichting Beter Rekenonderwijs, maar het standpunt zelf klopt. Ernstiger vind ik de zin die daar in het interview op volgt:

        “Belinda Terlouw is het daar volstrekt mee oneens. ‘Alle kinderen, maar in het bijzonder de zwakke rekenaars, zijn er enorm mee gebaat als je ze eerst laat zien wat een som in essentie betekent’.

        Er is volgens mij absoluut onvoldoende bewijs om dit zo in zijn algemeenheid te stellen (“alle kinderen”, “enorm mee gebaat”, “een som” (dus geldend voor alle of de meeste sommen), “in essentie” (een meerduidig, dus algemeen begrip).

        Op grond waarvan ben ik als doorsnee leerling er “enorm” mee gebaat dat Belinda Terlouw mij eerst uitlegt wat “in essentie” de vierdemachtswortel uit 103 is vooraleer ik het mag uitrekenen? Waarom moet daar per se een context bij? Er lijkt me niks mis met begrijpelijke uitleg en contextualisering, maar de vraag mag gesteld of daar geen grenzen aan zijn.

        • Aanstoot
          Couzijn,

          Het is niet het enkele citaat dat jij noemt waar ik aanstoot aan neem (het is inderdaad iets gechargeerd geformuleerd het standpunt van de Stichting Beter Rekenonderwijs), het is de combinatie met het ‘alle deskundigen’ citaat daarvoor. Volgens haar zijn alle deskundigen het dus oneens met de Stichting Beter Rekenonderwijs. En in het bijzonder is iedereen die betrokken is bij de Stichting Beter Rekenonderwijs dus niet deskundig. Daar neem ik aanstoot aan.

    • Kind centraal
      Belinda Terlouw zegt ook nog: “Ik hoop dat we één doel gemeen hebben: het kind centraal stellen. Als dat ertoe leidt dat de leerkracht goed leert kijken naar het kind en het aanreikt wat het nodig heeft, dan kunnen we dat kind tot rekenen brengen. Linksom of rechtsom. Dan zijn die welles-nietes discussies niet nodig: wel staartdelingen, geen staartdelingen, wel procedures bespreken met elkaar of niet bespreken.’”

      We zullen haar maar niet vertellen welk belang BON hecht aan de sturende rol van de docent ……

Reacties zijn gesloten.