Deze week werd de onderwijsbegroting behandeld. Hierbij mijn bijdrage.
Begroting onderwijs 2010, eerste termijn, 10 november 2009
Voorzitter,
“Helaas wordt het mij erg moeilijk gemaakt als leraar, omdat ik het idee heb dat niet de kinderen belangrijk zijn, maar de rapportages en de toetsen. Ook de vele zogenaamde vernieuwingen kosten mij de kop. Ik moet zoveel. Eigenlijk wil ik gewoon lekker werken met mijn leerlingen in de groep.”
Dit zegt een van de leraren in ons onderzoek onder ruim 3300 leraren. De resultaten staan in het rapport De leraar aan het woord, dat ook op onze website vinden is. Het onderzoek legt de kloof bloot tussen de werkvloer op school en de werkelijkheid in Den Haag. Eén conclusie luidt dat 60% van de leraren niet de gewenste kwaliteit onderwijs kan geven. Leraren hebben plezier in het lesgeven, maar er is veel onvrede over de omstandigheden op school. Dan gaat het met name om de grote klassen, de hoge werkdruk en de bureaucratie.
Het kabinet heeft gereageerd met een brief. Dank daarvoor. In het kort schrijft de minister dat hij al veel doet. Het zou ook gek zijn als dit niet zo was. Het is wel de vraag of hij het goede doet.
Ik noem bijvoorbeeld het punt van de klassenverkleining, een groot punt in ons onderzoek. De minister zegt dat daar al veel aan is gedaan, maar hij zegt er niet bij dat die klassenverkleining van de afgelopen jaren gepaard is gegaan met de integratie van zorgleerlingen in die klassen. Iets minder leerlingen die meer verschillen vertonen, maakt het per saldo zwaarder. Het punt is dat klassenverkleining de grote wens is van veel leraren. Uit onderzoek blijkt dat dit echt werkt, dat leerlingen er beter door gaan presteren. Ik vraag het kabinet om de doelstelling van klassenverkleining op te nemen in het beleid.
Een ander groot punt is de werkdruk. De minister maakte hiervan in zijn reactie tijdens onze presentatie een soort denkbeeldig verschijnsel. Hij zei dat de werkdruk vooral als hoog wordt ervaren. Als leraren meer vrijheid zouden krijgen en zich meer baas over hun werk zouden voelen, zou de werkdruk vanzelf minder worden. Daar zit iets in, maar het is ook een truc om de feitelijke werkdruk te bagatelliseren. Een klas van 30 verschillende leerlingen is nu eenmaal zwaar. Dat is geen verbeelding. Dat is de realiteit.
De heer Zijlstra (VVD):
De heer Van Dijk geeft zorgwekkende signalen af. Hij baseert die signalen op een onderzoek dat door de SP is uitgevoerd. Ik ben nieuwsgierig naar de manier waarop dat onderzoek is verricht. Houdt een onderzoek bij de SP in een poll op de website waar mensen op kunnen reageren? Worden aan de hand van de uitkomsten daarvan conclusies getrokken? Of is een onafhankelijk bureau ingeschakeld, dat onafhankelijk docenten heeft geïnterviewd, zodat daarmee een betere waarheidsvinding kan worden gedaan?
De heer Jasper van Dijk (SP):
Een poll op de website is misschien de werkwijze van de VVD. Wij hebben een vragenlijst gestuurd naar de medezeggenschapsraad van alle basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs. Daarbij hebben wij gevraagd of zo veel mogelijk leraren de lijst wilden invullen.
De heer Zijlstra (VVD):
Wat was het responspercentage? Hebt u een onafhankelijke partij ingeschakeld? Moeten wij op uw blauwe ogen vertrouwen dat datgene wat u hier vertelt, ook daadwerkelijk de uitkomst is geweest van die steekproef?
De heer Jasper van Dijk (SP):
Ruim 3300 leraren hebben gereageerd. Het is heel uitdrukkelijk een SP-onderzoek geweest, als dat tenminste het punt is dat de heer Zijlstra wil maken. Volgens mij zijn leraren heel wijze en verstandige mensen en hebben zij het onderzoek zo goed mogelijk ingevuld. Ik moet zeggen dat de minister er in zijn reactie goed op heeft gereageerd. Hij heeft de conclusies bestudeerd en hij heeft een brief naar de Kamer gestuurd. Er zijn ook vele andere onderzoeken, ook vanuit het ministerie, die vergelijkbare conclusies te zien geven …
De voorzitter: dank u wel.
De heer Jasper van Dijk (SP):
… namelijk dat die grote klassen en die hoge werkdruk een groot probleem zijn in het Nederlandse onderwijs.
De voorzitter:
Als ik dank u wel zeg, is het de bedoeling dat u afrondt.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter. Het kabinet doet absoluut een aantal goede dingen. Laten wij dat vooral niet onbenoemd laten. Er wordt ingezet op rekenen en taal. Zwakke scholen worden eerder aangepakt. Er is extra geld voor leraren. En er komt een fusietoets. Er wordt dus geïnvesteerd in onderwijs, maar er wordt ook bezuinigd. In 2010 gaat het maar liefst om 140 mln. Wat gaat er gebeuren? De ov-kaart voor mbo’ers vervalt. Dat is een slechte zaak. Vorig jaar leek er iets vanuit de coalitie te komen, maar het bleek valse hoop te zijn. Ik daag de coalitie uit om op dit punt alsnog met een voorstel te komen, want mbo’ers hebben er net zoveel recht op als hbo’ers.
De heer Anker (ChristenUnie):
Ik vind het heel goed dat de heer Van Dijk zaken bij de coalitie neerlegt. Die kan blijkbaar dingen voor elkaar krijgen. Maar ik vind het bijzonder dat hij steeds de coalitie uitdaagt en dat hij meelift op dingen die de coalitie doet, maar zelf niet met een voorstel komt. Kan ik dat nog van hem verwachten?
De heer Jasper van Dijk (SP):
Op dit punt is de coalitie nu juist zo teleurstellend. U hebt aanvankelijk een voorstel gedaan. De ChristenUnie liep daarin voorop. Er is 30 mln. vrijgemaakt voor een ov-kaart voor mbo’ers. Het kabinet heeft dat weer van tafel gehaald. De SP heeft in haar tegenbegroting 110 mln. vrijgemaakt voor een volwaardige ov-kaart voor mbo’ers. Als de heer Anker zegt dat hij de SP daarin natuurlijk zal steunen, dan dien ik op dit moment een amendement in.
De heer Anker (ChristenUnie):
Daar ben ik benieuwd naar. Ik zal er zeker op terugkomen; een groot deel van mijn betoog gaat over die ov-kaart voor mbo’ers. Nogmaals, ik vind het goedkoop als de heer Van Dijk meelift en niet meedoet aan het zoeken naar een oplossing. Als hij een amendement voor 110 mln. heeft, ben ik daar erg benieuwd naar.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Het is echt een beetje te gek dat de heer Anker dit zegt, want hij heeft het voorstel ingetrokken en ik heb hem nog niet horen protesteren. Wij hebben het gewoon in onze tegenbegroting meegenomen. Maar goed, wij hebben een afspraak. Ik maak een amendement voor een ov-kaart en ik reken op de steun van de ChristenUnie. Ik zal zorgen voor een fatsoenlijke dekking. Wij gaan het binnenhalen. Het is duidelijk dat de heer Anker nu een belofte doet aan de mbo-studenten. Mijn steun heeft hij.
Vanaf 2011 zien wij dat de studiefinanciering voor studenten wordt bevroren. Studenten mogen dus opdraaien voor de crisis. Ik blijf de vraag stellen: waarom wel korten op studenten, maar niet op het koningshuis? Hopelijk krijg ik deze keer wel antwoord, want ik heb deze vraag al drie keer gesteld.
Op educatie wordt maar liefst 35 mln. bezuinigd, bovenop een eerdere bezuiniging van 50 mln. Het budget wordt maar liefst met 44% gekort. Dat is bijna de helft en daarmee een kaalslag op deze voorziening voor de laaggeletterden.
Dan is er een forse bezuiniging op het basisonderwijs van maar liefst 90 mln. De werkgevers, de PO-Raad, protesteren hiertegen en dreigen met grotere klassen. De staatssecretaris zegt dat dit niet de bedoeling is, maar dat kan zij niet garanderen, want de scholen bepalen zelf waarop zij bezuinigen. Zelfs als er wel op management wordt bezuinigd, bestaat de kans dat dit gevolgen heeft in de klas. Er valt immers ondersteuning weg, hetgeen door het onderwijspersoneel moet worden opgevangen. Erkent de staatssecretaris dat dit gewoon een bezuiniging is op het basisonderwijs?
Op pag. 56 van de begroting zien wij dat er vanaf 2011 sprake is van een korting van maar liefst 427 mln., oplopend tot bijna 0,5 mld. in 2014. Dat is een forse bezuiniging. Hoe is dit te rijmen met de mooie woorden over onderwijs?
Het kan allemaal nog veel erger worden. Het kabinet heeft twee werkgroepen ingesteld die op zoek moeten naar 20% besparingen op het budget. De werkgroep hoger onderwijs moet op zoek naar ruim 1 mld. en de werkgroep productiviteit onderwijs moet op zoek naar 4 mld.
Eerst die werkgroep hoger onderwijs. Dit kan drie dingen betekenen: er komt een leenstelsel, het collegegeld wordt verhoogd of het hoger onderwijs wordt uitgekleed. Meerdere partijen zijn gecharmeerd van een leenstelsel. Ik vind dat bijzonder onverstandig. Invoering van een leenstelsel komt neer op een ernstige aantasting van de toegankelijkheid. Ik sluit mij dan ook aan bij de LSVb die zegt: ho even.
Dan de werkgroep onderwijs. Daarbij gaat het om basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Die moeten het met 4 mld. minder doen als de opdracht van de werkgroep wordt uitgevoerd. Dat is ronduit van de zotte. Het komt neer op een wurgcontract. Wat bedoelt de regering eigenlijk met het productiever maken van het onderwijs? Bedoelt zij dat klassen 20% groter moeten worden? Bedoelt zij dat leraren 20% productiever moeten worden? Wij weten dat Nederlandse leraren de meeste uren maken voor de grootste klassen. Het is dan toch een belediging van de eerste orde om te zeggen dat zij nog 20% harder moeten werken?
Tegenover die werkgroepen staat de motie-Hamer, een mooie intentieverklaring. Het gaat om de ambitie om tot de top 5 van de wereld te horen. Uitvoering van de motie zal zeker investeringen vergen, maar wat moeten wij dan nog met die werkgroepen? Het is het een of het ander. Óf wij gaan investeren en wij stoppen met de werkgroepen, óf wij gaan door met de werkgroepen, maar dan is de motie een lege huls.
Mevrouw Besselink (PvdA):
Zijn dit echt de enige twee opties van de SP?
De heer Jasper van Dijk (SP):
Nee, dit zijn de twee opties van het kabinet. Het kabinet heeft werkgroepen ingesteld die op zoek moeten gaan naar 20% bezuinigingen op het onderwijs. Ik vind dat echt onaanvaardbaar.
Mevrouw Besselink (PvdA):
Zouden door heroverwegingen gelden ook niet beter besteed kunnen worden? Is het mogelijk dat door heroverwegingen geld elders in het onderwijs kan worden besteed? Of is dit voor de SP een onbegaanbare weg?
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dat is helemaal niet de eerste taak van die werkgroepen. De eerste taak van die werkgroepen is om 20% bezuinigingen te zoeken, dus gewoon te korten op het onderwijs om het hogere tekort van mogelijk 30 mld. te kunnen aflossen. Ik vind het schandalig dat de PvdA accepteert dat die werkgroepen überhaupt aan het werk zijn gezet. Voor de SP geldt namelijk: hou onderwijs buiten deze opdracht, stop met die werkgroepen, laat die mensen hun tijd beter besteden, sluit het onderwijs uit van bezuinigingen, net als media en cultuur. Doet de minister dat niet, dan is hij inderdaad de minister van feesten en partijen, zoals wel eens wordt gezegd.Als het gaat om geld voor onderwijs, dan is er ook nog wel wat te vinden bij de scholen zelf. Deze potten namelijk geld op en hebben nu een eigen vermogen van meer dan 10 mld. Daarvan kan een fors deel naar het klaslokaal, mogelijk 2 mld. Kortom, stel een maximum aan het oppotten en zorg dat het overtollig budget in de klas terechtkomt.
De heer Jan Jacob van Dijk (CDA):
Hoe komt de heer Van Dijk aan het getal van 10 mld.? In het rapport van de commissie-Don heb ik vorige week geen concrete getallen gelezen. In het rapport van de AOb heb ik gezien dat het om maximaal 2 mld. gaat. En de heer Van Dijk komt met 10 mld.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Het bedrag van 10 mld. komt wel degelijk van de AOb. En daarvan is mogelijk 2 mld. eenmalig inzetbaar en 500 mln. structureel. Ik zou zeggen dat het CDA daar toch ook heel blij mee is. Zoveel geld ligt er nu onbenut op de plank. Wij kunnen dat geld eigenlijk in het klaslokaal stoppen.
De heer Jan Jacob van Dijk (CDA):
Vindt u het niet veel verstandiger om even te kijken wat er met de aanbevelingen van de commissie-Don wordt gedaan, namelijk dat er bekeken wordt op welke manier je strategisch met reserves moet omgaan? De commissie-Don wilde absoluut niet aan uw rekensom. Zij vond uw conclusie veel te gevaarlijk.
De heer Jasper van Dijk (SP):
De heer Van Dijk is net iets te vroeg met zijn interruptie. Ik wilde gaan zeggen dat er een addertje onder het gras zit. De commissie-Don adviseert namelijk dat het schoolmanagement versterkt moet worden, zodat er meer financiële deskundigheid komt. Maar daar wil de regering nu net 90 mln. op bezuinigen. Tegelijk neemt de regering wel de aanbevelingen van de commissie-Don over. Hoe zit het nu? Wil de regering dat scholen hiermee aan de slag gaan of gaat zij door met deze bezuiniging? De regering zal moeten kiezen. Ik zeg: zie af van die bezuiniging. Beter is het natuurlijk als de regering helemaal stopt met die lumpsumfinanciering. Dan wordt de overheid verantwoordelijk voor het budget en hoeven scholen helemaal niets meer op te potten. Wat de regering ook kan doen, is een waarborgfonds oprichten. Dan kan het overtollig budget van rijke scholen gebruikt worden voor scholen met minder middelen. Wat is de reactie van de bewindslieden?
De kwaliteit van de leraar bepaalt de kwaliteit van het onderwijs. Helaas staan er steeds meer onbevoegde leraren voor de klas. Een kwart van de lessen wordt door onbevoegden gegeven. Als wij de Nota Werken in het Onderwijs van het ministerie bekijken, is het nog ernstiger. Dan zien wij dat in voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs door 40% van de docenten lessen worden gegeven waarin zij niet bevoegd zijn. Dat het één keertje gebeurt, vind ik begrijpelijk, maar hier is sprake van een structurele ontwikkeling. Het is meer regel dan uitzondering. De regering heeft er een website voor geopend, bevoegd.nl, maar dat maakt geen eind aan het probleem. Daarom doe ik twee voorstellen om het beleid te verbeteren.
Om te voorkomen dat leraren jarenlang onbevoegd voor de klas staan, moet een leraar binnen twee jaar zijn diploma halen. Is de staatssecretaris het met mij eens dat wij hier beter op moeten toezien? Daarnaast doe ik het voorstel om de Wet BIO aan te scherpen. Door deze wet hoeven scholen geen ontheffing meer bij de inspectie aan te vragen als zij een onbevoegde leraar voor de klas willen zetten. Ik stel voor om die regeling te schrappen, zodat ontheffing weer wel nodig is. Is de staatssecretaris het ermee eens dat scholen zonder enige toestemming een onbevoegde leraar voor de klas mogen zetten? Moeten wij dat niet wat aanscherpen?
Ik kom op de intimidatie van leraren. Het komt maar al te vaak voor dat leraren de mond wordt gesnoerd door de directie. In het voortgezet onderwijs is er inmiddels een klokkenluidersregeling, maar wordt deze ook gebruikt? Is deze bekend en wat zijn de resultaten? Over de klokkenluidersregeling in het mbo gaat de staatssecretaris mij in dit debat informeren, zoals zij vorige week heeft beloofd.
Staatssecretaris Dijksma heeft een plan gepresenteerd voor de zorgleerlingen. Het is de vraag hoe het uitpakt. De afschaffing van het rugzakje kan een verbetering zijn. Wij hebben altijd gezegd: doe dat geld naar de scholen en voorkom die bureaucratie. Maar het geld gaat nu naar de samenwerkingsverbanden en niet naar de scholen. Het blijft dus de vraag of het geld daadwerkelijk in de klas komt. Het gaat om 2 mld. De insteek van de staatssecretaris is dat dit budget niet mag groeien. Onze insteek is dat je eerst moet kijken naar het kind en dan naar het geld. Indien nodig moet een kind altijd naar het speciaal onderwijs kunnen gaan.
Er gebeurt veel op het gebied van schooluitval. Het rapport van de heer Winsemius is opgepakt, waardoor meer werk wordt gemaakt van zogenaamde plusscholen of ambachtsscholen voor overbelaste jongeren. Structuur en verbondenheid zijn de toverwoorden. De aanpak van schooluitval verdient alle aandacht. Ik heb in dit kader een vraag over een grensprobleem. Er zijn Nederlandse jongeren die in Nederland naar school gaan, maar in Duitsland wonen. Zij worden niet meegenomen in de verzuimregistratie en vallen ook buiten de boot qua zorg. Dit is bijzonder onbevredigend, ook voor docenten. Graag een reactie.
In het mbo is er een gebrek aan zeggenschap bij mbo-leraren. De minister heeft dat zelf in een onderzoek vastgesteld: “In het mbo geven relatief weinig leraren aan een beslissende stem te hebben over onderwijskundige vernieuwingen, in het bijzonder de invoering van competentiegericht onderwijs.” Dat kun je wel zeggen. Het wordt namelijk gewoon opgelegd. De SP en de regering zijn het daarover niet eens. Het kabinet gaat door met deze enorme operatie, terwijl het evident in strijd is met de conclusies van de commissie-Dijsselbloem. Het verlies aan vakkennis is groot, de vaagheid rond competenties leidt tot ergernis. Vandaar dat ik iedereen wijs op onze petitie tegen de verplichte invoering van competentiegericht onderwijs.
Bij het mbo speelt ook schaalvergroting. Er staat voor 1 januari een fusie gepland van het Horizon College en het Regio College tot een roc met maar liefst 21.000 leerlingen. Kan de staatssecretaris dit onzalige plan nog stoppen?
Hoe verloopt het contact hierover? Als deze roc’s toch doorgaan met deze fusie, dan stel ik voor dat de vaste commissie voor Onderwijs erheen gaat en aandringt op stopzetting van deze fusie, ten minste totdat de fusietoets er is. Ik vind namelijk dat dit niet kan. De fusietoets is goed, want daarmee moet dit soort grootheidswaanzin worden afgeremd. Er kleeft echter een bezwaar aan deze toets. Veel scholen zijn al gefuseerd. Het is de vraag wat wij daaraan kunnen doen. Schaalverkleining moet uiteraard net zo goed worden bevorderd. Scholen moeten uit een groter bestuur kunnen stappen.
Eerder is gesproken over het stapelen van opleidingen. Het is heel belangrijk dat vmbo-leerlingen soepel omhoog kunnen stromen naar havo en vwo indien dat voor hun mogelijk is. Nu mogen echter op bepaalde scholen vmbo-leerlingen niet op het havo doubleren. Dat is in strijd met onze wens om deze leerlingen meer kansen te bieden. De regering zou dit verbod ongedaan moeten maken. Ik hoor graag een reactie.
Ik kom op de groeiende segregatie in het onderwijs. Voor de SP is het onaanvaardbaar dat leerlingen apart naar school gaan op zwarte en witte scholen. Scholen dienen zo veel mogelijk een afspiegeling van hun omgeving te zijn. Helaas is er nogal wat onwil bij scholen om daaraan mee te werken. Het komt voor dat bijzondere scholen allochtone ouders doorverwijzen naar een openbare school. Wil je dit probleem serieus nemen, dan moet je ook kijken hoe artikel 23 van de Grondwet hieraan bijdraagt. We zien dat de zogenaamde vrijheid van onderwijs afspraken over integratie belemmert. Bijzonder scholen hebben immers de mogelijkheid om zich hieraan te onttrekken. Uit de cijfers blijkt ook dat bijzondere scholen relatief minder achterstandsleerlingen opnemen dan openbare scholen. Hier en daar is sprake van selectie aan de poort. Tot slot zien we dat orthodoxe scholen zich isoleren van de samenleving. Dat geldt voor orthodox-christelijke scholen, maar ook voor islamitische scholen.
Om deze problemen het hoofd te bieden, doen wij een aantal voorstellen. Wij stellen voor een acceptatieplicht in te voeren. Dat doen wij samen met de fracties van GroenLinks en D66, mogelijk ook met die van de VVD, en wie weet ook met die van de PvdA. Ik weet in ieder geval dat deze partijen voorstander zijn van het idee. De SP vindt ook dat scholen moeten meewerken aan integratie door afspraken te maken over een eerlijke verdeling van achterstandsleerlingen. Dat zal inderdaad op den duur leiden tot een moratorium op orthodoxe scholen.
Er is in dit verband nog een onwenselijke ontwikkeling, namelijk het feit dat bepaalde scholen vollopen terwijl andere scholen leeg staan. Wat bijvoorbeeld te denken van de situatie in Utrecht? Door de witte vlucht komen scholen in omliggende gemeentes vol te zitten, terwijl het Globe College, een vmbo-school midden in de stad, nog plek genoeg heeft. De omliggende scholen bouwen lokalen bij. Wat vinden de bewindslieden van deze kapitaalvernietiging? Moeten wij niet pleiten voor een bouwstop in zo’n regio? Moeten wij niet zeggen dat scholen die uitbreiden, dat alleen mogen doen als zij gebruikmaken van de leegstaande scholen? Ik hoor graag een reactie van de regering.
De heer Jan Jacob van Dijk (CDA):
Zo kennen we de heer Jasper van Dijk weer. Hij zei laatst ook al dat hij eigenlijk maar één schoolbestuur wil, namelijk het ministerie.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Zo is het.
De heer Jan Jacob van Dijk (CDA):
Dit is in die lijn weer helder. Welk probleem wil hij eigenlijk oplossen? Is wat hij nu voorstelt werkelijk de oplossing? Hoeveel leerlingen worden op dit moment geweigerd op een doorsnee protestants-christelijke en op een doorsnee katholieke school? Hoeveel leerlingen worden daar geweigerd? Kan hij cijfers noemen? Kan hij bewijzen dat er veel leerlingen worden geweigerd? Is wat hij nu voorstelt de oplossing voor het probleem dat hij nu schetst?
De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik heb gehoopt dat de heer Jan Jacob van Dijk naar mijn betoog had geluisterd, want dat heb ik zojuist uitgelegd. Maar goed, ik wil twee dingen. In de eerste plaats wil ik een acceptatieplicht, zodat bijzondere scholen iedere leerling toelaten die de grondslag respecteert. Daarmee lijkt mij helemaal niets mis. In de tweede plaats wil ik graag een betere verdeling van achterstandsleerlingen over de scholen. De segregatie op zwarte en witte scholen is een zeer pregnant probleem. De heer Jan Jacob van Dijk vroeg hoe het precies zit met de bijzondere scholen en of zij veel leerlingen weigeren. Mijnheer Van Dijk, ik zal het u zeggen: dat valt reuze mee. Maar, er is wel degelijk nog veel onduidelijkheid bij ouders en leerlingen over de vraag hoe het nu precies zit met het toelatingsbeleid. Er zijn voorbeelden, in Deventer, in Ede, in Amersfoort, van scholen die op een bepaald moment zeggen: beste ouders, gaat u maar eens kijken bij de openbare school, want die school is veel geschikter voor uw kind. Het gaat hierbij meestal om ouders van allochtone afkomst.
Dat is een sluipend proces, waarover ook de heer Winsemius heeft gesproken. Wat GroenLinks, D66 en de SP willen, en hopelijk meer partijen, is dat er helderheid over komt dat een school in Nederland, die met overheidssubsidie wordt betaald, algemeen toegankelijk is voor alle leerlingen. De heer Jan Jacob van Dijk merkte op: maar dat doen toch al heel veel bijzondere scholen? Dan vraag ik hem: wat let u dan om ons te steunen? Dan maken wij een heldere regel en die noemen wij: de acceptatieplicht voor alle scholen.
De heer Jan Jacob van Dijk (CDA):
Nee, want volgens mij gaat u net langs het punt waar het in belangrijke mate om gaat. U zegt namelijk dat dit geen oplossing is voor het probleem dat in feite bestaat.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Zeker wel!
De heer Jan Jacob van Dijk (CDA):
U gaf namelijk zelf aan dat er eigenlijk geen probleem is als het gaat om acceptatie. U zei alleen dat wel eens het advies wordt gegeven om naar een andere school te gaan. Worden de leerlingen dan echt geweigerd? Daarnaast merk ik het volgende op. Als u zegt: laten wij de acceptatieplicht maar direct instellen, betekent dit omgekeerd dat je eigenlijk artikel 23 gewoon uit de Grondwet sloopt. Als ik goed naar u luister, is dat ook hetgeen u wilt. In feite wilt u er alleen voor zorgen dat vanuit het schoolbestuur, zijnde het departement, wordt bepaald waar de kinderen uiteindelijk op school terechtkomen. Dat is hetgeen u wilt.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dat laatste is echt nonsens. U moet goed luisteren. Het gaat namelijk om twee stappen. De eerste is de acceptatieplicht, een helder beleid waardoor wij weten dat scholen hun deuren openzetten voor alle leerlingen. De tweede — en op die stap dringt in ieder geval de SP erg aan — is beleid om scholen een eerlijkere verdeling te geven van achterstandsleerlingen. Wat ik in verband met de acceptatieplicht werkelijk niet begrijp van het CDA en de ChristenUnie, is dat woordvoerders van deze partijen altijd tegen mij zeggen dat bijzondere scholen al heel veel allochtone leerlingen opnemen, maar vervolgens weigeren om mee te gaan met dit voorstel. Als deze partijen daar zo trots op zijn en als zij zeggen dat bijzondere scholen hun deuren al open hebben voor allochtone leerlingen, zouden zij ook ruiterlijk moeten zijn en moeten zeggen: natuurlijk steunen wij die acceptatieplicht.
De heer Jan Jacob van Dijk (CDA):
Nee, dat doen wij niet.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Waarom niet?
De heer Jan Jacob van Dijk (CDA):
Heel simpel hierom. Als iemand zegt: ik wil naar die school toe en ik ben het absoluut oneens met hetgeen er op die school gebeurt …
De heer Jasper van Dijk (SP):
Respecteren!
De heer Jan Jacob van Dijk (CDA):
Als zo iemand wil dat hij toch naar die school toe kan gaan, zeg ik: nee, dat staat haaks op de keuzevrijheid die wij in artikel 23 verwoord hebben. U lost ook niets op aan het probleem dat u min of meer wilt oplossen.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dit bestrijd ik ten zeerste!
De voorzitter:
U ontglipt mij beiden, en dat gaat niet gebeuren vandaag. Dit was de vierde stap van de heer Jan Jacob van Dijk. Dat gaan wij zo niet doen. U mag een korte reactie geven en dan gaan wij naar de volgende interruptie, want ik wil dit debat wel op deze dag afronden en niet op morgen uitkomen.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik bestrijd ten zeerste dat, zoals de heer Jan Jacob van Dijk zegt, een ouder met een kind toegang tot een school zou moeten krijgen terwijl hij het absoluut niet eens is met de grondslag van die school. Dan heeft de heer Van Dijk echt niet goed opgelet, want de kern van het wetsvoorstel is dat de ouder en het kind de grondslag van de school respecteren. De bijzondere scholen, katholiek, protestants-christelijk of wat dan ook, blijven dan ook bestaan met deze wet. De toegang wordt alleen helder en eerlijk. De deur gaat open.
De heer Bosma (PVV):
Het is natuurlijk geen vrolijke week voor mijnheer Jasper van Dijk. Twintig jaar geleden viel de muur. Hij is er nog steeds niet helemaal overheen, aan zijn toon te horen. Altijd als het over dit onderwerp gaat en als wij aan de SP vragen wat zij nu eigenlijk wil, krijg je te horen: samenwerken, convenanten en blablabla. Volgens mij bedoelt de SP echter keiharde dwang, want de SP wil gewoon één nationaal DDR-schoolbestuur, al dan niet gevestigd in Zoetermeer, dat zegt: Jantje naar die school en Pietje naar die school. De heer Jasper van Dijk wil gewoon dwang. Zeg dat nou eens eerlijk!
De heer Jasper van Dijk (SP):
Het cabaret met de PVV is altijd wel weer leuk. Dit is volstrekte onzin. Er is geen sprake van dwang, er is sprake van een verruiming van de vrije schoolkeuze, verruiming van de vrijheid. Ik vind het dus ook onbegrijpelijk als de PVV dit niet zou steunen. Maar de PVV gaat dit wel steunen. Ik heb het nog even opgezocht: ik heb vorig jaar bij de begrotingsbehandeling een motie ingediend met de strekking dat een school elke leerling moet toelaten die de grondslag respecteert — de minister herinnert zich dit misschien ook nog — en de PVV heeft die motie gesteund. Dus wat kletst u nou! U bent het gewoon eens met mij.
De voorzitter:
We gaan via de voorzitter spreken. De voorzitter kletst niet, dus dat soort dingen kunt u beter niet zeggen.
De heer Bosma (PVV):
Ik hoorde de heer Jasper van Dijk ook spreken over een moratorium op orthodoxe scholen. Hij pleit voor meer keus, maar zegt eigenlijk iets anders: hij wil een moratorium op orthodoxe scholen. Hoe kan het ene in lijn zijn met het andere?
De heer Jasper van Dijk (SP):
Laat ik beginnen te zeggen dat de PVV kiest voor eenzijdige sluiting van alle islamitische scholen. Dat is pure discriminatie. In mijn voorstel komt het er inderdaad op neer dat 3% van de orthodoxe scholen zijn bestaansrecht verliest als elke school een afspiegeling moet zijn van zijn omgeving. Een orthodox-christelijke of islamitische school zal daar per definitie niet aan meewerken. Deze zal altijd exclusief gereformeerde of reformatorische kinderen op de school willen hebben. Dat past niet bij het systeem dat wij voorstaan. Wij willen alle kinderen samen naar school laten gaan. De PVV richt zich maar op één schoolsoort. Dat vind ik buitengewoon beperkt.
De heer Bosma (PVV):
U bent dus gewoon iets consequenter?
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dat ben ik absoluut. Ik ben blij dat u uw eigen inconsequentie toegeeft.
Bij deze discussie hoort ook de discussie over de enkelefeitconstructie. Hierdoor kunnen homoseksuele leraren anno 2009 geweerd worden van scholen. Dit blijft een slepende kwestie, ook met het nieuwe voorstel van het kabinet. Er wordt beweerd dat het kabinet de enkelefeitconstructie wil schrappen, maar het blijft mogelijk dat scholen homoleraren weigeren op basis van diezelfde grondslag. Daarmee schieten we dus niets op. Hoe gaat de minister dit uitleggen aan homoseksuele leerkrachten die graag op zo’n school willen werken?
Door een nieuwe berekeningswijze is Nederland ineens bijna op het OESO-gemiddelde gekomen. Onze onderwijsuitgaven bedragen nu bijna 5,7% van het bruto binnenlands product. Er zijn private uitgaven meegeteld. Zou je die niet meetellen, dan zou Nederland op 4,9% van het nationale inkomen uitkomen. Tegelijk heeft de regering zichzelf een nieuw doel gesteld, namelijk in de top vijf van de wereld te komen. Het Innovatieplatform heeft bekeken wat daarvoor nodig is. Ik citeer: “Gemiddeld geeft de top vijf van overheidswege een vol procentpunt van het bbp meer uit aan kennis en innovatie. Voor Nederland is dat een bedrag van ruim 5 mld. per jaar”. Dit lijkt mij de enige echte vertaling van de motie-Hamer. Stop dus met de werkgroepen en maak een investeringsplan voor het onderwijs.
Goed onderwijs is van groot belang voor de samenleving. Het is ook het middel om uit de crisis te komen. Iedere investering in onderwijs betaalt zichzelf dubbel en dwars terug. Onderwijs leidt tot meer welvaart en welzijn en tot minder ziekte en criminaliteit. Laat het kabinet zich dus niet gek maken door het idee dat onderwijs moet opdraaien voor de crisis. Daar is het veel te belangrijk voor.
Mevrouw Besselink (PvdA):
Vindt de heer Jasper van Dijk dat het gaat om geld, of gaat het volgens hem om kwalitatieve doelstellingen van het onderwijs?
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dat is een goedkoop dilemma. Kwaliteit van onderwijs is onmogelijk zonder degelijke financiering. Als de Partij van de Arbeid een motie indient die Nederland oproept om de top vijf van de wereld na te streven, verwacht ik van deze partij een concreet investeringsplan. U weet net zo goed als ik dat dit niet mogelijk is zonder de nodige investeringen. Waar wilt u anders de docenten van betalen?
Mevrouw Besselink (PvdA):
Ik heb de heer Jasper van Dijk in zijn betoog een aantal keren over inefficiëntie horen spreken. Hij heeft genoemd waar het geld niet goed besteed wordt. Hij heeft ook gesproken over de commissie-Don. Acht de heer Jasper van Dijk het mogelijk dat daar geld te halen is en dat wij daar geld kunnen vrijspelen om te investeren?
De heer Jasper van Dijk (SP):
De meningen zijn verdeeld. Het CDA heeft nog geen bedragen gezien. De Algemene Onderwijsbond spreekt over mogelijk 2 mld., en 500 mln. structureel. Daarmee zijn we nog niet bij de 5 mld. die het Innovatieplatform noodzakelijk vindt om bij de top vijf te horen. Ik reik mijn hand uit naar u. Wij gaan voor de commissie-Don en voor de vermogens van scholen. Maar dan verwacht ik van u ook het signaal dat we van Nederland echt een onderwijsland gaan maken. Daar horen investeringen bij.
De hele discussie
Voor de belangstellenden: de volledige eerste termijn van het kamerdebat over de onderwijsbegroting is hier te lezen (begint ongeveer halverwege de pagina).
duur
Ik chargeer, maar ik denk dat vakmensen met een gedegen kennis , helemaal niet zo duur zijn.
Die zouden genoeg kunnen hebben aan een bord en een krijtje.
Het is de vernieuwing op vernieuwing op vernieuwing, die bakken met geld kost.
Ooit, toen het kennisniveau van het onderwijs hoog was, werd het ministerie bemand door een paar honderd ambtenaren.
Moet je nu eens kijken hoeveel stuurders er allemaal uit de onderwijspot mee-eten.
En na het uitgeven van al die miljarden voor die kermis, komen we een moment tot onszelf, en stellen droogjes vast: hoe komt het toch dat die leerlingen zo beroerd presteren?
over geld gesproken
Kan iemand mij vertellen of instituten als het SLO, CITO, Kennisnet uit de begroting van OCW worden betaald?
Ik kreeg een uitnodiging van het SLO voor een bijeenkomst over de nieuwe plannen met mijn vak. Mijn reiskosten zouden vergoed worden op basis van eerste klas. Daar gaan tientallen mensen naartoe.
En goed, dat komt dan in totaal misschien neer op marginale bedragen, maar het gaat mij om het principe: geef een scheikundeleraar een eersteklas reiskostenvergoeding om goed scheikunde te geven, in plaats van hem af te schepen met een vergoeding die zelfs de tweede klas kaartjes bij lange na niet dekt en vervolgens wel eersteklas vergoedingen uit te trekken voor “overleg”.
Ik begreep van een collega die voor het CITO werkt dat het daar allemaal wel erg ruim bedeeld is qua salarissen, lunches, reiskosten enz.
Een vriendin werkt, na haar studie Onderwijskunde, bij Kennisnet. Riant salaris, allerlei vergoedingen en het resultaat is (zoals ik haar weleens grappend heb voorgehouden) dat ze ons bestookt met vanalles waar we niet op zitten te wachten.
Krantjes vol ellende, zoals “Van 12 tot 18” en de zwakzinnige “Prima”, worden die uit de begroting van OCW betaald?
En dan heb ik het nog niet over het ongetwijfeld gigantisch aantal ambtenaren dat het ministerie zelf telt. Gaat dat allemaal uit de begroting van OCW?
In dat geval zie ik best mogelijkheden om substantiele bedragen te besparen.
onderwijsbegroting
Is de onderwijsbegroting hier te plaatsen? Zodat we daar eens in kunnen snuffelen?
Re: onderwijsbegroting
De onderwijsbegroting (deel van de rijksbegroting) is hier te vinden. De posten zijn zo vaag en ge-aglomereerd (is dat een woord?) dat je er niet veel aan hebt.
Nee, geen vaste aanstelling bij OCW
Ongeveer tien jaar geleden zijn SLO, CITO en iets korter geleden Kennisnet geprivatiseerd *). Ze staan dus niet op de loonlijst van OCW.
Neemt niet weg dat deze instituten projecten uitvoeren die door OCW zijn aanbesteed. Er gaat wordt dus toch heel wat belastinggeld per giro overgemaakt. Maar de facto heeft de SLO direct financieel belang bij het vergoeden van tweede- in plaats van eersteklas treinkaartjes. Dat ze toch voor eersteklas kaartjes kiezen, komt voort uit de wens om veel docenten te werven voor deze activiteit. Of medewerkers zelf eerste- of tweedeklas reizen, weet ik niet.
Voor mijn werk *mag* ik eersteklas reizen, maar ik ben zo’n doetje dat ik altijd tweedeklas kaartjes koop. Van huis uit meegekregen, nooit afgeleerd. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen die eersteklas knop in te drukken. Misschien helpt therapie.
De onderwijsverzorging (APS, CPS, KPC) houden al langer hun eigen broek op.
Eigen broek ophouden
Een instituut dat (weliswaar indirect) voor 100% met belastinggeld wordt betaald zou ik toch niet willen omschrijven als ‘ze houden hun eigen broek op’.
SLO enz.
Veel dank voor de info couzijn. Dit wist ik allemaal niet.
gems, ja, die onderwijsbegroting zou ik weleens willen zien. Kan veel helderheid scheppen.
Dat is Bos dan ontgaan…
want volgens het eerder genoemde overzicht vangen APS, CPS en KPC samen een subsidiebedrag van € 16.400.000
PAS/CPS/KPS gelden
Ik meende dat die organisaties grotendeels afhankelijk zijn van opdrachten vanuit de scholen. Vroeger werden ze direct gesubsidieerd, maar een paar jaar geleden is dat meen is gestope en vervangen door vraagsturing vanuit de scholen (die het geld dan krijgen als onderdeel van de bekostiging en destijds ook voor een deel gelabeld).
Maar … ik ben er niet zeker van en n informatie is ook nog eens van een tijd geleden.
De makke van een pseudo-markt
Dat de genoemde organisaties grotendeels afhankelijk zijn van opdrachten vanuit de scholen is niet in principe verkeerd. Als de opdrachtgevers, de scholen, onderworpen zouden zijn aan de tucht van de markt en wel zo, dat ze er naar streven om voor zo min mogelijk geld zo goed mogelijk onderwijs te geven zouden die organisaties alleen maar geld krijgen voor onderzoeken die naar redelijke verwachting gebruikt kunnen worden voor beter onderwijs. Omdat wij niet geloven dat het onderwijs dat de schoolbesturen nastreven goed onderwijs in BONse zin is en ze toch niet afgestraft worden zit daar de makke.
Seger Weehuizen
Aan subsidie € 69.100.000 …
… een bedrag dat ontstaat door de volgende posten uit Overzicht van fondsen met een onderwijsprocesondersteunende functie, realistisch dan wel mechanisch op te tellen:
€ 21.100.000 SLO
€ 24.500.000 Cito
€ 23.500.000 kennisnet
Vlees of vis?
Uit die tabel kan ik niet opmaken of het hier om ‘subsidie’ gaat, zoals jij stelt, of om vergoedingen voor uitgevoerde opdrachten. Ik vind dat nogal wat uitmaken.
In het eerste geval gaat het om geld dat de ontvanger krijgt ‘qualitate qua’ (dus *omdat* ze onderwijsondersteuners zijn en zogenaamd mooie dingen doen voor de mensen). In het tweede geval gaat het om opdrachten die ze verworven en uitgevoerd hebben naar welbevinden van de opdrachtgever, zoals in het commerciële circuit te doen gebruikelijk is.
Kun jij daar op grond van deze tabel meer over zeggen? Of moeten we er naar raden?
Subsidie?
De begeleidende brief spreekt van:
een overzicht van de fondsen en subsidieregelingen met een ondersteunende functie bij het onderwijsproces.
Geld voor bedrijfsvoering is dan een beter omschrijving.
Misschien zorgen de volgende drie stukken (een reorganisatie in 2006) voor enige helderheid:
de brief en Vaststellingsovereenkomst SLOA van min. vd Hoeven en Invoering nieuw sturings- / R&D–beleid van de WVOI.
Jan Jacob van Dijk
Ik lees net de bijdrage van Jan Jacob van Dijk (CDA). Gatverdamme zeg; het leren leren vliegt je weer om de oren. Van het CDA hebben we echt niets dan slechts te verwachten.
Van Dijks bijdrage
Ik zou graag willen weten waar ik kan vinden dat Van Dijk zijn Geloof in het Leren in het Kwadraat nog niet verloren heeft.
Eerste reactie
Philippens, zie de eerste reactie op deze post (‘de hele discussie’), daar staat een link naar het verslag van het kamerdebat.
Jan Jacob van Dijk zei onder andere:
Elke keer wordt benadrukt dat onderwijs belangrijk is voor innovatie, maar in hoeverre is innovatie in het onderwijs van belang? In hoeverre zijn lesmethoden die wij in 1909 hebben gebruikt, nog steeds in 2009 te gebruiken? In hoeverre is de manier waarop het onderwijs is georganiseerd een methode die wij nu zouden moeten hanteren? Wat begon als een inkomenspolitieke maatregel op het terrein van de schoolboeken, blijkt op dit moment een buitengewoon innovatief effect te hebben. Je ziet dat er op heel veel scholen wordt nagedacht over de vraag hoe het onderwijsproces, zeker de lesmethoden, aanzienlijk kan worden verbeterd. Daarom denk ik dat het heel goed is om het begrip “innovatie” in het onderwijs een centrale plek te geven, zeker in die brede heroverweging.
En:
Er moet niet alleen naar rekenen en taal worden gekeken, maar ook naar andere onderwerpen, zoals het leren samenwerken, het leren leren en het zelfstandig leren werken. Dat zijn ook belangrijke onderwerpen die in het onderwijs moeten terugkomen.
radio
Vanmiddag werd er op de radio gewaarschuwd voor de SP als die in een nieuwe regering zou komen. Daar zou het bedrijfsleven aan kapot gaan. Helaas weet ik niet precies meer welk programma. Heeft iemand dit ook gehoord die dit wel kan vertellen?
dat was VNO-NCW
Dat was de werkgeversorganisatie VNO-NCW en ze spraken zich met name uit over regeringsdeelname van de PVV, maar noemden min of meer in een adem ook even de SP.
Zie bijvoorbeeld hier.
dank
Dank je wel classica. Ik had maar flarden gehoord. De link die je gaf, bevatte ook een reactie van
Igor Mönnink,
“Maar xxxxx, daar gaan we weer! Met het anti-SP-in-het-kabinet standpunt vegen ze alle maatschappijke bezorgdheid in het zelfde bericht weer met één streek van de bekrijtstreepte mouw van tafel. De SP avonturiers? Het heeft er meer van dat ze bij de VNO-NCW bang zijn dat de kip met de gouden eieren die de afgelopen jaren in hun ren hokte, weer zouden moeten delen met de andere mensen in het land.”
en een stuke verder
“Let wel, de VNO-NCW, die het mede voor elkaar heeft gekregen dat de afgelopen generatie in de politieke besluitvorming economie boven welzijn en solidariteit is komen te staan. En de VVD, die namens zijn ondernemersvrinden als enige partij in alle kabinetten heeft gezeten die ervoor gezorgd hebben dat de afgelopen jaren de samenhang uit de Nederlandse maatschappij is weggeslagen.
Bah, hou toch je mond, jullie hebben je recht verspeeld. En ik ben geen lid van de SP. ”
Bovenstaande zou zomaar over onderwijs kunnen gaan. Ik heb nooit SP gestemd, maar ben aan het denken……….
ad mark79
Als je denkt dat we van het CDA niets meer te verwachten hebben lijkt mij een logische vervolgstap dat jij je er voor inzet dat het CDA bij de tweedekamerverkiezingen in 2011 een flink zetelverlies lijdt. Vanwege de neutraliteit van BON kan dat slechts via deze website door ervoor te zorgen dat het onderwijs een belangrijk politiek issue wordt en twijfel gezaaid wordt over de bereidheid van het CDA om een herstructurering in het onderwijs door te voeren die leidt tot echt goed onderwijs in BONse zin. Dat zelfde geldt m.i. voor de PvdA.
We hebben nog 541 dagen. HORA RUIT
Seger Weehuizen
Prachtig!
Wat een prachtige bijdrage, ik was zelfs een beetje geroerd. Het voelt zó goed als iemand in de kamer onze zorgen en bewogenheden verwoordt. Mooi dat dat juist in een begrotingsdebat kan. Bedankt Jasper!
Bijdrage andere partijen
Zoals ik hierboven al schreef, het CDA is nog steeds in de ban van het leren leren en lijkt ook nog eens flink te willen gaan bezuinigen op onderwijs.
De VVD zegt niet te willen bezuinigen op het primaire proces, maar op de randzaken zoals de maatschappelijke stage en subsidiepotjes. Verder wil de VVD bezuinigen door een sociaal leenstelsel in de voeren in plaats van de huidige studiebeursen. De VVD hamert verder op basisvaardigheden en het hervormen van de PABO.
De PvdA klopt zichzelf op de borst voor o.a. de doorlopende leerlijnen taal en rekenen en het actieplan leerkracht. De PvdA wil een experiment met scholen die het hele jaar open zijn. Verder noemt de PvdA 8 ambities, maar die zijn vrij hol omdat de PvdA niet zegt hoe ze deze ambities wil bereiken en wat ze bereid is te investeren om deze ambities te bereiken.
De PVV toont zich tegenstander van gedwongen spreiding van leerlingen en van CGO. Ook de PVV wil de PABO hervormen. De PVV wil echter de studiefinanciering zo laten als deze is.
De Christenunie wil zoals gewoonlijk eigenlijk alleen autonomie voor scholen (in het bijzonder natuurlijk ‘hun’ scholen).
Groenlinks merkt op dat Nederlandse leraren relatief grote klassen hebben en relatief veel uren draaien, maar gaf verder geen duidelijk visie.
Ook bij D66 kon ik geen duidelijk visie vinden.