Hoe zoet wordt de wraak van de kinderen?

Waar worden steeds meer kinderen de dupe van grote mensen? In het onderwijs.
Niet zozeer in de klas, daar zie ik over het algemeen gedreven mensen die voor minimale beloning, erkenning en carrieremogelijkheden maximale inspanning leveren om de lestijd effectief in te richten en ook de niet-lesgebonden uren vullen met opgelegde overleggen en activiteiten.
Ik zie dat schoolteams zich inzetten om kinderen van alle afkomsten en met alle mogelijkheden en alle beperkingen dát te bieden waar ze recht op hebben in onderwijstermen.

De afbraak vindt plaats op grotere hoogte, namelijk in de ontwikkelingen die door onderwijspolitici worden ingezet, veranderd, aangepast en in beweging gehouden.
Akkoord, bewegen is nodig om alert te blijven en om waar nodig voor verbetering te zorgen. Echter hoe kunnen schoolteams, hun directies en besturen zich in evenwicht houden als de politiek telkens contraproductief aan het duwen is? Of heet dat remmen? Of afbreken? Laat staan de kinderen.
Denken de dames en heren politici na over de effecten van hun acties? Het lijkt erop dat het denken in causale relaties niet optimaal is ontwikkeld. Noch in termen van middelen, noch in inhoud.

Er zijn veel voorbeelden mogelijk, maar als we het hebben over het gegeven van expertise en generalisme in het onderwijs kom ik op de laatste kwaliteitsondermijning van de actualiteit: passend onderwijs, of liever gezegd de manier waarop Den Haag daarmee wenst om te gaan.
Aangezien ik inmiddels 12 jaar van mijn werkende leven heb besteed aan het ontwikkelen van passend onderwijs werd ik in de onderbuik geraakt toen ik een “uitgelekt” voornemen van Sharon Dijksma in mijn mailbox kreeg.
Voordat er aangetoond kon worden dat passend onderwijs succesvol kan werken, wordt de ontwikkeling al verstoord.
Zoals ik begrijp wordt er vooral ingezoomd op de niet in verhouding staande kosten voor de invoering van passend onderwijs.
Wisten we dat niet van tevoren? Oorzaak-gevolg? Studiereizen naar de Verenigde Staten, Engeland en Scandinavie lieten toch al zien dat passend onderwijs voor een deel afhankelijk is van de handen in de klas?
Of waren die studiereizen dan toch alleen wat krenten uit de magere onderwijspap en niet bedoeld om na te denken over hoe deze ontwikkeling in het Nederlandse onderwijsstelsel, en dan bedoel ik op de werkvloer, uitgezet konden worden?

Als ik om me heen kijk naar wat er al is uitgegeven aan het in gang zetten van passend onderwijs kan ik niet anders dan zeggen dat het kapitaalvernietiging is om straks de huidige ontwikkelingen stop te zetten.
De stand van zaken rond middelen wordt weer eens aangevoerd om inhoudelijke ontwikkelingen te stoppen en hier kan ik zo vreselijk boos over worden.
Natuurlijk: “no money, no love”. En toch zeg ik dat het wijzer is om eerst in het veld te kijken naar de initiatieven die al zijn ingezet. Ga in gesprek met de REC’s en kijk ook naar de experimenten op dit gebied al langere tijd lopen. Een voorbeeld is de situatie in Almere. Daar is te zien hoe passend onderwijs al is. Kijk hoe kinderen daar al kunnen profiteren van een passende onderwijsomgeving en spreek met hun ouders. Zie hoe passend onderwijs en onderwijszorgarrangementen leraren uitdaagt op een inhoudelijke manier met onderwijs bezig te zijn. Zie daardoor de kwaliteit van onderwijs op scholen toenemen.

In mijn optiek zou passend onderwijs al veel verder zijn ontwikkeld als we met elkaar, en dan bedoel ik politiek en onderwijs, in gesprek zouden zijn gegaan over attitude en draagvlak, inhoudelijke behoefte en mogelijkheden. Echter de geldvraag wordt steeds als zwaard van Damocles of als excuus aangevoerd om inhoudelijke ontwikkelingen te saboteren.
Ook zou de politiek zich de kwaliteitsvragen kunnen stellen: Doen we de goede dingen? Doen we de dingen goed Hoe weten we dat? Vinden anderen dat ook? Wat doen we met die informatie?
Per slot van rekening wordt ook van iedereen op de scholen en in de besturen verwacht dat men zich intensief bezig houdt met de kwaliteit. Het gesprek van de dag gaat over hoe we de leeropbrengsten zichtbaar kunnen maken en daarmee de kwaliteit van ons onderwijs.
Praat maar eens met de mensen van de onderwijsinspectie.

Als we zo doorgaan gaat het niet goed ben ik bang. En er komt een moment dat de kinderen wraak zullen nemen. Misschien is dat moment al dichterbij dan je denkt.
Wraak in de vorm van een groeiende populatie met lage opleidingsniveaus, uit de hand lopende gedragsproblemen, die volgens mij hoge kosten met zich mee zullen brengen. En dan noem ik nog niet de druk die de maatschappij hiervan zal gaan voelen.

De groei van het aantal zorgleerlingen is niet te stuiten. Het sleutelen aan indicatiecriteria zal hieraan niets veranderen. Indicatiecriteria en labels hebben er in de eerste plaats voor gezorgd dat er zoveel kinderen worden geoormerkt als afwijkend. Dus laten we de zaken alsjeblieft niet omdraaien.

Laten we die wraak proberen voor te zijn door terug te gaan naar de basis van het onderwijs en causaal redeneren. 1+1=2, 1-1=0 en als ik nu de kachel niet aanzet dan blijft het koud in huis.

14 Reacties

  1. Voor- en achteruit kijken
    Ik ondersteun je hoofdboodschap van harte, Simone. Sterker nog, het belang van onze kinderen is een van mijn drijfveren om BON te steunen. Het miskenning van dat belang (o.a. door steeds lagere eisen aan leraren en aan opleidingen) kan mij tot woede drijven. Gelukkig zit er een website tussen. 🙂

    Interessant in dit verband is de woede die de huidige generatie van jongeren ventileert in de richting van de babyboomers, wie zij inderdaad veel te verwijten hebben. Een van de mooste bijdragen in deze discussie komt van Victor Spoormaker, columnist voor (het verder soms onverdraaglijk rechtse) Elsevier.nl.

    Zie tinyurl.com/lp38nv

    Stel je voor dat de huidige lichting oud-leerlingen over twintig jaar hun gal spuwen over de politieke onderwijskeuzes die wij vandaag de dag maken. Ze zouden groot gelijk hebben!

  2. Onderwijs in Almere?
    Ik zou de onderwijssituatie in ALmere niet bepaald als een voorbeeld willen noemen dat navolging verdient. Almere scoort laag (cito) en vlucht naar voren in vernieuwend onderwijs.
    Niet verrassend dat men daar ook als eerste wsns/passend/inclusief onderwijs invoerde. Ook zijn er de nodige nieuwe leren scholen en opleidingen. Niet bepaald topkwaliteit.

  3. Kloof
    Simone ziet lijkt het een kloof met aan de ene kant leerlingen, leraren, schoolbesturen, de onderwijsinspectie, onderwijsbegeleidingsdiensten en aan de andere kant politici.

    Ik zie achter een andere verdeling: aan de ene kant van de kloof staan de leerlingen en de leraren en aan de andere kant de schoolbesturen, de onderwijsinspectie, onderwijsbegeleidingsdiensten en de politici. Kortom: ‘de klas’ tegenover ‘niet de klas’. Ruwweg natuurlijk, er zijn ook ‘goede’ politici, schoolbestuurders et cetera.

    Passend onderwijs (de opvolger van Weer Samen Naar School) is typisch een bedenksel van de ‘niet de klas’ kant van de kloof. Leraren en leerlingen zien in het algemeen liever dat speciale kinderen naar speciale scholen gaan.

    Verder schrijft Simone:

    Voordat er aangetoond is dat passend onderwijs succesvol kan werken, wordt de ontwikkeling ervan al verstoord.

    Ik zou dit toch anders willen zien, tot een paar maanden geleden was het zo dat voordat aangetoond was dat passend onderwijs succesvol kan werken het wettelijk verplicht opgelegd zou worden aan heel Nederland. Lijkt me toch heel wat ernstiger dan jouw aantijging. Als wetenschapper zeg ik: toon eerst maar eens in een zorgvuldig experiment aan dat passend onderwijs kan werken, pas dan heeft het zin om over eventuele wettelijke invoering van passend onderwijs te praten.

  4. Terug naar de basis
    Of waren die studiereizen dan toch alleen wat krenten uit de magere onderwijspap en niet bedoeld om na te denken over hoe deze ontwikkeling in het Nederlandse onderwijsstelsel, en dan bedoel ik op de werkvloer, uitgezet konden worden?
    Ik gok op ‘de krenten uit de pap’. Het staat stoerder om een studiereis naar de VS te doen dan naar Düsseldorf.

    Als ik om me heen kijk naar wat er al is uitgegeven aan het in gang zetten van passend onderwijs kan ik niet anders dan zeggen dat het kapitaalvernietiging is om straks de huidige ontwikkelingen stop te zetten.
    De stand van zaken rond middelen wordt weer eens aangevoerd om inhoudelijke ontwikkelingen te stoppen en hier kan ik zo vreselijk boos over worden.

    Dit is een drogredenering: het feit dat er “al zoveel geld is uitgegeven” mag nooit een argument zijn om dan maar door te gaan.

    De groei van het aantal zorgleerlingen is niet te stuiten. Het sleutelen aan indicatiecriteria zal hieraan niets veranderen. Indicatiecriteria en labels hebben er in de eerste plaats voor gezorgd dat er zoveel kinderen worden geoormerkt als afwijkend. Dus laten we de zaken alsjeblieft niet omdraaien.
    Waarom niet? Kennelijk hebben de indicatiecriteria en de labels gezorgd voor (veel) meer “afwijkende” kinderen. Dus als we die criteria en labels nou weer eens wat terugdraaien zou dat al een hoop schelen. En laten we dan gelijk de beoordelingen van “experts” ook maar eens onder de loep nemen. Het is bekend dat zo’n 3% van de nederlandse jeugd dyslexie heeft. Hoe kan het dan dat bij ons rond de 10% van de leerlingen een door een medicus ondertekende dyslexieverklaring heeft? Volgens mij is dat gewoon valsheid in geschrifte om maar van het gezeur af te zijn.

    Laten we die wraak proberen voor te zijn door terug te gaan naar de basis van het onderwijs en causaal redeneren. 1+1=2, 1-1=0 en als ik nu de kachel niet aanzet dan blijft het koud in huis.
    Goed plan – terug naar de basis van het onderwijs! Dus veel taal & rekenen (in het PO) en minder PPP (projecten en PowerPoint-presentaties).

    • Inzake dyslexie
      Onlangs mocht ik een voorlichtingsbijeenkomst over dyslexie bezoeken. De daar aanwezige psychologe (specialisatie dyslexie) kon met geen mogelijkheid harde criteria noemen voor de beslissing om iemand tot dyslect te bestempelen.
      Conclusie: de grens tussen dyslexie en beroerd lezen is nog poreuzer dan een bloempot en daarom kan het nationale percentage dyslecten zonder problemen schommelen tussen de 3 en de 30%. Destijds hadden we iets dergelijks met de definitie van arbeidsongeschiktheid.

  5. Des te urgenter
    Goed gezien, Mark. het ontbreekt de ‘niet klas’-kant van de discussie aan zowel draagvlak als feitelijke argumenten. Toch schroomt men niet om ‘passend onderwijs’ breed in te voeren, wat ik niet anders kan zien dan als *sollen* met de belangen van leerlingen met en zonder rugzakje.

    Zie ook de aanstaande discussie over Passend Onderwijs, waar BON met dergelijke standpunten acte de présence kan geven.

  6. Interessant zinnetje.
    “De groei van het aantal zorgleerlingen is niet te stuiten”.
    Wat doe je dan? Laat je ’t reguliere onderwijs gewoon verder “vervuilen”, door ’t toenemende aantal instromende zorgleerlingen, zonder extra opvang voorzieningen, of zorg je voor ’n goed speciaal onderwijs?
    De keuze wsns, als tussenoplossing, is ’n gruwelijke vergissing (bezuiniging) gebleken. Daardoor is het basisonderwijs op dit moment aan het kapotgaan. De verdere bezuiniging, passend onderwijs, wordt terecht in de koelkast gezet. Ga maar eens op de werkvloer op basisscholen kijken en luisteren.

  7. Overigens kan passend onderwijs
    nooit werken, als voorganger wsns op ’n catastrofe aan het uitlopen blijkt te zijn.
    Dat van die wraak is ’n beetje mosterd na de maaltijd. Die kinderen, die gedragsproblemen, dat is al jaren bezig. Ik vrees dat Simone zelden op de werkvloer komt. Misschien wel op die in de VS, Engeland en Scandinavie.
    Ik werk in Nederland.

    • Ook logopedisten hebben wel eens gelijk, hoor
      Ik ben er niet dol op iemands standpunt of argumentatie de maat te nemen al naar gelang diens huidige beroep of functie. Het zet de deur naar ad-hominemdrogredenen wijd open, en bovendien neem je zelf een onverantwoord risico door maar wat te fantaseren over de expertise en feitelijke ervaring die iemand meebrengt.

      Zoals jij hier. Het ziet er naar uit dat mevrouw Sarphatie zeer vertrouwd is met de Nederlandse werkvloer. Kijk haar c.v. er maar op na. Je had jezelf deze blamage gemakkelijk kunnen besparen, door het bij de inhoud te houden.

  8. Slecht plan
    Naar mijn mening is Passend Onderwijs (of welke termen ervoor gevonden worden) een slecht plan.

    Naar de mening van de onderwijsgevenden is bovendien niet gevraagd.

    Sluipende invoering (via experimenten die niet degelijk geëvalueerd worden) en vervolgens beweren dat er sprake is van kapitaalvernietiging als dit niet wordt voortgezet ervaar ik als chantage.

    Basisonderwijs zal betere prestaties leveren als de ‘bandbreedte’ van de leerlingen smaller in plaats van breder wordt. Aan differentiatie zit een grens. Aparte basisscholen voor slimme kinderen (Leonardoscholen) zijn daarvoor een bewijs. We moeten voorkomen dat gewone basisschoolleerkrachten kinderen met speciale behoeften moeten gaan lesgeven. Ze zijn daartoe niet opgeleid en de (soms) beschikbare extra financiën helpen op geen enkele manier om de normale leerlingen (die last hebben van zoveel ‘afwijkers’) hun rechtmatig toekomende onderwijs aan te bieden. Alles is gericht op de speciale kinderen, de normale kinderen komen tekort en de leerkracht wordt overvraagd.

    Daarom vindt BON dat zowel WSNS als Adaptief onderwijs geen gunstige ontwikkeling is.

    • En wat vindt
      Simone Sarphatie daarvan?
      Overigens zijn Leonardoscholen hier en daar aan het ontstaan, ze bewijzen nog niets. Dat zal later blijken.

Reacties zijn gesloten.