Sjoerd Slagter en de toekomst.
Sjoerd gaat regelmatig op tournee door het land. Dat vindt hij een van zijn leukste bezigheden in de hoedanigheid van grootvorst van het Voortgezet Onderwijs. Nu moeten jullie niet denken dat Sjoerd alleen maar een beetje gaat ouwenelen met zijn lijfeigene bestuurderen, een beetje koffie drinken, taartje eten en zwaaien met het handje naar de ondergeschikten. Nee, Sjoerd profileert zich bij deze gelegenheden als de ziener, sprekerd, vertegenwoordiger van het werkveld en de alleswetende. In de wandelgangen wordt hij al fluisterend met enige eerbied Sjoerd Google genoemd. Gelukkig kunnen wij, het werkveld, met enige regelmaat kennis nemen van zijn escapades dank zij zijn weblog op de website van de VO raad.
In de week voor de vakantie was Sjoerd maar weer eens op pad gegaan. De brakke koffie en de fletse gevulde koeken op het hoofdkantoor van de VO raad hingen hem de keel uit en vooral daarom was hij met enige gretigheid ingegaan op het aanbod van een zijn discipelen om in de school het ‘hele’ personeel toe te spreken. Dus ook de dames van de administratie, de conciërge, de glazenwassers en de toezichthouders in het computerlokaal werden in de gelegenheid gesteld om verplicht de Grote Sjoerd te aanhoren. Daarna verzorgde hij een optreden als moderator bij het panelgesprek over de rol van de docent als ‘inrichter van de 21e eeuw’. Het gesprek ging over de rol van de school –in het bijzonder die van de docent- bij de inrichting en de vormgeving van de school.
Als je bedenkt dat diezelfde docent in de afgelopen tien jaar overrompeld is door invoering van een aantal onderwijsvernieuwingen, afgemat wordt door bijkomende taken, de zweep van minimaal vier managers elke dag aan de lijve mag ondervinden en hem in alle gevallen nooit gevraagd is wat hij van deze ‘inrichting en vormgeving’ vond, is het een gotspe dat de beschermheer en initiator van de grote vernieling een panelgesprek over de docent in de 21e eeuw voorzit, laat staan zich nog durft te vertonen. Laten we het maar houden op onschendbaarheid en arrogantie.
Maar eerlijk is eerlijk, Sjoerd toonde zich wel van zijn meest visionaire kant, en hoe. Wat dacht u van de vraag ‘Hoe leiden we op voor beroepen die er nog niet zijn?’. Ik heb er mij meer dan het hoofd over gebroken. Wat moet ik mij daar bij voorstellen ‘beroepen die er nog niet zijn.’ Welke beroepen zijn dat? Ik kom er even niet uit. En daar bleef het niet bij. Volgende kernvraag ‘hoe moeten we leren omgaan met technieken die er nog niet zijn?’ En wat dacht het hooggeëerd publiek over ‘Welke oplossingen moeten we bedenken voor problemen die er nog niet zijn?’ Met als uitsmijter ‘zijn dit wel taken voor het onderwijs?’
Sjoerd laat op zijn weblog weten dat er ondanks de grote vragen eensgezindheid was over de stelling dat de school zowel een kwalificerende als een socialiserende rol heeft en de dag van vandaag de school de opvoeding als taak overgenomen heeft van het gezin. Sjoerd in de rol van de strenge edoch rechtvaardige vader.
Na een gesprek van twee uur waren ze er uit. De deelnemers vonden zich aanspreekbaar voor wat betreft de opvoeding en de grote vragen voor de toekomst. De overtuigingskracht en het charisma van de bezielende leider van het voortgezet onderwijs was doorgedrongen tot in de haarvaten van de school en zijn medewerkers. Tijd voor een POP en een PAP.
Op het gevaar af dat ik alsnog getipt wordt door de Rotterdamse ‘kliklijn voor cynisme’ durf ik het aan vraagtekens te zetten bij deze zinloze bezigheidstherapie van de grote roerganger. Ik vermoed dat docenten zich op dit moment het hoofd breken over de kleine vragen. Hoe doe ik dat met die geschiedeniscanon? Bereid ik mijn leerlingen wel goed voor op het centraal examen? Hoe houden we het spijbelen in bedwang? Kunnen we dit jaar wel naar Rome met de eindejaarsklassen? Zijn de brugklassers nu al een beetje gewend aan hun nieuwe school?
Ome Sjoerd maakt zich over deze pietluttigheden niet druk, hij is immers toegetreden tot het gilde der zweef-liegers.
J. Jeronimoon
Onbewuste zelfkritiek
Grappig ook dat Sjoerd Google in het STUK waar Jeronimoon over schrijft ook nog neerpent:
“Waarom kiezen beleidsmakers altijd voor efficiency, voor controle en uniformiteit, in plaats van voor de variëteit en diversiteit van de werkvloer?”
Eh …… wie zijn die beleidsmakers ook alweer? Zijn dat niet diezelfde schoolleiders die in de VO-Raad zijn verenigd?
En wat die eensgezindheid betreft: bij Sjoerd is *iedereen* het *altijd* eensgezind met elkaar eens. De Sovjet-Unie was wat dat betreft een toonbeeld van verscheidenheid.
Beleidsmakers en efficiency
De uitspraak dat ‘beleidsmakers altijd voor efficiency kiezen’ is hoogst aanvechtbaar. Voor wie regelmatig met ‘speerpunten van beleid’ te maken krijgt, zoals ikzelf, is het zonneklaar dat het creëren, in stand houden en uitbreiden van de bureaucratie grote, zo niet de grootste prioriteit heeft bij mensen die zelf onderdeel uitmaken van die bureaucratie. Kiezen voor efficiency doet men alleen met de mond. In heel de wereld barst het van de mensen die hun gewicht ontlenen aan ‘hoeveel mensen ze onder zich hebben’. Wat die mensen uitvreten maakt ze niets uit.
leuk versus nuttig?
Dat deze Sjoerd graag op reis gaat kan ik mij voorstellen, maar dan graag in zijn eigen tijd en van zijn eigen geld en niet op kosten van ons. En verder denk ik dat het criterium moet zijn wat nuttig is en iets oplevert en niet of iets leuk is. Trouwens over de werkdruk? Als hij zoveel tijd over heeft en hij weet hoe de werkdruk in het onderwijs is dan zou het hem goed staan als hij zijn werkzaamheden in minder dagen ging doen.