Niet geschoten, altijd mis………….

Hoe verbeteren we ons onderwijs? Een Beter Nederland valt of staat met goed onderwijs. Ons onderwijs móet beter. Hoe? Laat het ons weten. Wie weet kunnen we uw voorstel aan de minster voorleggen, staat er te lezen in de zesde editie van de ZO krant van de SP. Praktische, duidelijk omschreven en haalbare ideeën maken kans op het winnen van een gratis, geheel verzorgd weekend voor 2 personen naar Leuven. Alleen concrete ideeën worden beoordeeld dus te algemene sugggesties als “meer geld” dingen niet mee. Vooral praktische, op schoolniveau uitvoerbare ideeën zijn kansrijk. Kamerlid Jasper van Dijk gaat alle inzendingen jureren.
Is hier een kans om goede ideeën aan te leveren die echt zullen worden gebruikt?
Is Jasper van Dijk als eens langs geweest bij BON?

Een paar ideetjes opsturen kan m.i. geen kwaad: niet geschoten altijd mis toch?

13 Reacties

  1. Jasper van Dijk
    Is Jasper van Dijk als eens langs geweest bij BON? Jasper van Dijk heeft zelfs zijn eigen blog op de BONsite!

    • rugzak vullen
      Gelukkig Mark79, dan is er dus een goede ervaring en is het nu zaak zijn rugzak te vullen met concrete ideeën, die ook haalbaar zijn. Dat zal wel lukken denk ik…..

      • De verkiezingen en haalbaarheid
        Bij een verrassende verkiezingsuitslag kunnen plotseling veel meer dingen haalbaar worden.
        De wedstrijd die Jasper van Dijk georganiseerd heeft lijkt mij een goed middel om te laten zien dat de SP zich intensief met onderwijs bezig houd en het ontslechteren van het onderwijs belangrijk vindt. Om daarvan nog meer profijt te hebben zou zij zich m.i. helder moeten uiten over 2 principiële keuzes die eenvoudig te formuleren zijn: de willie-nillie-afweging en de studje-tutje keuze. Bij de willie-nillie-afweging gaat het er om wat het zwaarst moet wegen: vrije baan voor de leerwilligheid van de willie of het zeulen aan een nillie. Bij de stud-tut-keuze gaat het niet helemaal om dezelfde leerlingenpopulaties. Een studje is een leerling die graag leert en meestal intelligent is. Bij een tutje kun je denken aan een meisje dat zich veel optut of een jongen die droomt van populaire automerken. Als je voor het studje kiest zorg je er voor dat elke leerling direct na de basisschool op een zo hoog mogelijk schooltype kan komen. Hij kan dan gedurende zijn tijd op de vervolgschool veel en diepgaand leren. Voor een tutje dat converteert in een studje betekent dat dat het een omweg moet maken. Tot voor kort was de politiek studje-onvriendelijk en discrimineerde zij geconverteerde tutjes.
        Voor de achterban van de SP zal de willie-nillie-afweging de belangrijkste van de twee issues zijn. Maar haar grote roerganger in ruste vond veel ruimte voor de studjes van het begin af aan erg belangrijk
        Seger Weehuizen

  2. Niet gaan rommelen in de marge
    Als het initiatief voor een wedstrijd in ideeën voor een concrete, op een bestaande school uitvoerbare, onderwijsverbetering anders bedoeld is dan om het besef levend te houden dat de SP zich ten zeerste inspant voor onderwijsverbeteringen kan het resultaat van de wedstrijd niet anders dan teleurstellend zijn. De schoolbesturen die de goede ideeën moeten implementeren hebben immers heel andere belangen dan ouders, leerlingen en leraren. De SP zou zichzelf en het onderwijs wel een dienst bewijzen met een blauwdruk voor een nieuw onderwijsstelsel in overeenstemming met de uitgangspunten van BON en een duidelijke routebeschrijving om via begaanbare wegen snel en goedkoop vanuit het huidige stelsel naar het nieuwe te reizen. Bij de toelichting behoort een beschouwing over willies versus nillies, de zelfstandige ruimte van de leraar en in samenhang daarmee de opleiding tot leraar en ook nog de honoreringsstructuur. De dienst die de SP zichzelf bewijst is het ontstaan van het imago van de SP als partij met eigen afwijkende visies en schone handen. De dienst die zij het onderwijs kan bewijzen komt daarna als de SP door haar image als drakenbestrijder met een onbevlekt blazoen regeringsmacht verwerft.
    Seger Weehuizen

  3. Ideeën
    1 Invoering van in gedrag waarneembare eindtermen (kennis en vaardigheid) voor elk niveau in het onderwijs
    2. Invoeren van centrale eindexamens voor alle onderwijs ná het basisonderwijs

    wordt vervolgd

    • Kennis is geen gedrag
      @Hinke: Jouw 2e idee lijkt mij prima, maar de formulering van kennis in termen van gedrag heeft meer kapot gemaakt dan u lief is. Zie het competentiegericht onderwijs, en in mindere mate de tweede fase van het voortgezet onderwijs.
      Laat de kennis in haar waarde, geformuleerd in eindtermen die duidelijk de inhoud van de leerstof omschrijven, niet het gedrag.

      • Besmet
        Hinkes taalgebruik is wellicht enigzins besmet geraakt… Ik denk dat ze doelt op toetsbare kennis (dus niet zoiets vaags als ‘kan samenwerken in diverse situaties’).

        • noblesse oblige
          Ik vermoedde dat reeds maar één van de dingen waarin wij ons van onze tegenstanders moeten blijven onderscheiden is helder en niet verhullend taalgebruik. Trouwens, wij schrijven ook voor nieuwe bezoekers en we moeten er daarom telkens aan denken dat die nog niet ingewijd zijn in specifieke betekenissen die een woord of uitdrukking op deze website gekregen kan hebben. Seger Weehuizen

        • dank Mark
          Natuurlijk bedoel ik dat:
          De leerling kan met hulp van een staartdeling delingen uitvoeren
          De leerling kan alle grote plaatsen in een provincie aanwijzen
          De leerling kan alle Franse bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord komen opsommen

          Kennis toon je door middel van gedrag, het is in principe altijd herhaalbaar.

    • gedrag en toelatingsonderzoek
      Hinke, zou jij punt 1 nog willen verduidelijken, eventueel m.b.v. voorbeelden? Moet een leerling zich zo gedragen dat de leraar die hem observeert daaruit kan construeren aan welke eindtermen die leerling moet voldoen? Of bedoel jij dat de leerling altijd een proeve van bekwaamheid moet afleggen en niet wegkomt met een handtekening in log- en reflectie-boek?
      Zou het bij punt 2 niet beter zijn om ook tussenliggende examens in te voeren, bij voorbeel eindexamen onderbouw na 3 jaar? Dan komt slecht onderwijs sneller aan het licht.
      Waarom geen centraal toelatinsexamen VWO in groep 8 als extra toelatingskriterion naast het schooladvies en de CITO-toets? Een leerling kan zo getest worden op zijn vermogen tot zinsontleding, rekenvaardigheid en het “vertalen” van een ingekleed rekenvraagstuk in een zuiver rekenvraagstuk. Omdat de meeste leerlingen zich bij het voorbereiden op het toelatingsexamen zich flik moeten inspannen meet het toelatingsexamen ook ijver en volhatding. Bovendien vind ik dat het advies van de school pas een rol mag spelen bij de toelating tot een bepaald niveau van het vervolgonderwijs als dat een hoger niveau aangeeft dan het CITO, het toelatingsexamen en eventueel een IQ-test.
      Seger Weehuizen

  4. Meer ideeën
    – Rehabilitatie van instructie door een enthousiast en deskundig docent
    – Meer en effectievere instructietijd (altijd gevolgd door oefening natuurlijk)
    – Meer vaardigheden, minder context bij rekenen
    – Het (basis) onderwijs moet keuzes maken: in de beperking toont zich de meester. Kiezen voor wat écht belangrijk is.
    – Opvoeding neem je mee bij het samen leven ineen klas, maar is geen expliciet onderwijsdoel
    – Rust in de klas en duidelijke regels bevorderen een prettig leer- en werkklimaat

    – Veel meer mogelijkheden voor verwijzing naar Speciaal Onderwijs (dus weg met WSNS en adaptief onderwijs)
    – Stel aparte instituten in die schooluitvallers/raddraaiers kunnen en willen opvangen en toeleiden naar school of arbeid.
    En natuurlijk: bescherm de leerwilligen ten opzichte van de raddraaiers (overbelasten of hoe je ze ook wil noemen)

    • En nog een idee
      Juist voor onderwijzers, leraren, docenten, lectoren, hoogleraren etc. etc. (allen m/v) is relativeren VERBODEN. Een som moet niet ongeveer goed zijn, maar helemaal goed. Een tekst moet niet bijna goed zijn (of zo’n mooie creatieve uiting) maar gewoon leesbaar (handschrift!) en foutloos.

      Leerlingen/deelnemers/studenten moeten de dingen niet ongeveer weten, maar precies en foutloos. Alleen als je hoge verwachtingen hebt én hoge eisen stelt krijg je de prestaties omhoog. Natuurlijk lukt dit niet voor 100%, maar het moet wel de inzet zijn.

      En als het lukt, wat kun je dan trots zijn. Dan krijg je eindelijk eens terecht complimenten.

      • foutloos interpreteren
        Het gaat er toch wel om wat je precies onder foutloos “weten” bestaat, Als iemand wil weten of hij alle ins en outs van een wiskundestelling begrepen heeft is het een goede methode om zo’n stelling in eigen woorden op te schrijven en daarna die eigen formulering te vergelijken met die uit het leerboek. Dan ziet men of men de stelling en zijn gebruiksmogelijkheden en zijn beperkingen goed begrepen heeft. Foutloos weten hoe die stelling luidt doet men dan nog steeds niet maar als gevraagd wordt om die stelling te formuleren kan men wel na enige tijd een foutloze formulering op papier zetten. Dat moet voldoende zijn en mede daarom wordt het weten/kennen van een wiskundige stelling of een natuurkundige wet getest door te kijken of je haar toe kunt passen.
        Als je als niet jurist een wetstekst bestudeert vraag je je af wat de opsteller er mee beoogd heeft, waar die voor gebruikt kan worden en vooral waarvoor je die zelf misschien zou kunnen gebruiken. Bij een casus ga je weer kijken wat er precies in de tekst staat.
        Valt dat ook onder “foutloos weten”?
        Het idee dat je niets hoeft te weten omdat je alles op kunt zoeken is natuurlijk krankzinnig. Maar je moet wel selectief onthouden. Je kunt immers onmogelijk alles weten.
        Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.