Het moment van bederf

Het moment van bederf

Ton van Haperen is columnist van het Onderwijsblad van de Algemene Onderwijsbond. Zijn standpunten staan vaak haaks op het beleid van de bond maar dat is geen bezwaar. Zolang hij schrijft kan de AOb zeggen dat de vereniging heus wel openstaat voor ferme standpunten: kijk maar naar die tegendraadse stukjes van Van Haperen. Hij fungeert zodoende als schaamlap voor de impotentie van de AOb bestuurders die sullig aan de leiband lopen van politici en managers.
Maar dat terzijde. In zijn laatste column en een bijna gelijkluidend artikel in NRC-Handelsblad stelt Van Haperen dat leraren niet langer dan tot hun zestigste zouden moeten werken omdat ze, zoals hij het noemt, dan hun ‘moment van bederf’ hebben. Daarmee bedoelt hij dat ‘de kloof tussen hun opvattingen, beleving en perspectief en die van de jeugd simpelweg te groot is’.
Van iemand die ouder is dan zestig, leren de kinderen niets meer meent hij. Van Haperen komt nogal betweterig en ‘high and mighty’ over. Immers als hij even nadenkt moet hij erkennen dat wat hij zegt niet meer dan een bewering is. Een bewering die even weinig gefundeerd is als de vele beweringen van onderwijskundigen over van alles en nog wat in het onderwijs. Ik stel tegenover zijn bewering dat er evengoed veel jonge leraren zijn ( maar wat is jong, voor een leerling is iemand van dertig al oud) die in ‘opvattingen, beleving en perspectief’ sterk verschillen van hun leerlingen. Ook heb ik altijd leraren gekend – vroeger, voor de onderwijsvernieuwingen, veel meer dan nu – die met genoegen, ook van de leerlingen,ook na hun zestigste of vijfenzestigste doorgingen met les geven. Wat die mensen steevast zeggen is iets als het volgende: ‘Die kinderen houden je jong.’
Maar of dat zo is waag ik ook te betwijfelen. Ik geloof eerder in feiten. In een artikel van Menno Tamsma in NRC Weekblad (24 oktober 2009) over de problematiek van al dan niet doorwerken wordt Prof Verbon, hoogleraar Openbare Financiën, geciteerd: ‘Juist in het onderwijs en de zorg is er veel uitval van oudere werknemers omdat zij niet meer bestand zijn tegen de psychische of fysieke stress die het werk in deze sectoren met zich meebrengt.’
Deze mening wordt ondersteund door de meest recente Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden die zegt: ‘De sectoren onderwijs en gezondheidszorg en welzijn scoren het hoogst in uitputtend werk, dat zijn activiteiten met een hoge werkdruk en een lage autonomie om het eigen werk in te delen. In de gezondheids- en welzijnszorg ervaart 36 procent zijn arbeid als uitputtend werk, in het onderwijs is dat zelfs 44 procent.’

De meeste leraren zijn op hun zestigste uitgeput, ‘à bout de souffle’, dat is er aan de hand. Dat zou niet zo hoeven te zijn als er niet stelselmatig te veel van hen was gevraagd. Als daar dan nog bijkomt het gevoel dat men van professional tot vakkenvuller is gedegradeerd, ja, dan is de maat vol. Dat is, om met Van Haperen te spreken, ‘het moment van bederf’.

Cornelis Verhage

4 Reacties

  1. Bederf begint vroeg
    Ik denk dat u het met die verklaring voor het afbranden helemaal goed heeft, en daarmee komt u veel dichter bij de werkelijkheid dan van Haperen. Dat ‘ver van DE jongeren’ af staan is gewoon een praatje voor bij de borrel. Ik meen mij te herinneren dat ik zelf op 15-jarige leeftijd in menig opzicht al erg ver van ‘de jongeren’ afstond. Niet omdat ik zo ouwelijk was, maar omdat kinderen gewoon niet allemaal hetzelfde zijn. En dat ‘ver van elkaar af staan’, daarbij kan je naar van alles en nog wat kijken. Van sommige collega’s sta ik in menig opzicht heel wat verder af dan van sommige leerlingen.

  2. Rijkdom, rijpheid, wijsheid…
    Op vele scholen worden oudere docenten dikwijls als de besten beschouwd.
    Zij hebben vaak een rijkdom aan bagage en bovendien een rijp- en wijsheid die door de leerlingen als zeer prettig wordt ervaren. (Wat is er toch met die ‘ij’?)

    Ik weet niet of het nu al gunstig is om na je vijenzestigste door te werken. Op vrijwillige basis natuurlijk en zonder vermindering van het pensioen.
    Tot voor kort kon een leraar het beste stoppen op de eerste van de maand waarin hij vijfenzestig werd. Ik weet niet of dat nog zo is.

    • niet onderzocht?
      Wijsheid, Rijpheid: Wel is het jammer dat niet onderzocht is om te stoppen met werken tussen pakweg 58 en 65 en daarna gewoon weer aan het werk te gaan……..:-)

  3. Rijp of rot?
    Och….dat soort gemeenplaatsen over oudere leraren…is zo vaag en algemeen…dat het even waar als als onwaar is. Stoere column-taal van van Haperen, waarmee hij weinig toevoegt of zegt…verlaagt hij zich mee tot wat goedkoop rondtrappen. Heeft hij blijkbaar lol in!? Zegt meer over van Haperen zelf, dan over leraren van 50+, 55+ of 60+!

    Als 53 jarige denk ik er wel geregeld over na wat de kwaliteit is van de onderwijsrelatie met mijn leerlingen. En ik zie mijn collega’s rond mij. Ik zie een patroon: Niet van uitgebluste mensen die geen plezier meer hebben in het laten leren en omgaan met jonge mensen: Integendeel! Zonder dat plezier en de voldoening die daar bij hoort, hadden we het nooit zo lang volgehouden en zou je het niet lang meer volhouden.

    Wel zie ik leraren die het kotsbeu zijn om gemanipuleerd te worden en als irrelevant behandeld te worden door een nieuwe klasse van “managers” c.s. die zo nodig van alles willen bewijzen, zichzelf belangrijker vinden dan ons onderwijs en de leerlingen, die het allemaal beter weten en vooral niet weten waar ze het over hebben. Die gemakzuchtig denken in algemene categorieen als “ouderen” die zo zouden zijn en “jongeren”die zus zouden zijn. Het jargon staat voor een manier van denken, voor niet-weten-waar-je het-over-hebt en voor de macht die je zo kunt uitoefenen. Het lijkt er op dat een van Haperen, steeds minder denkt als een leraar en zich vereenzelvigt met de denkwijze van de nieuwe klasse der “aanstuurders”, de betweters.

    Van Haperen zegt niets over mij of mijn collega’s die boven een bepaalde leeftijd zijn. Blijkbaar is hij al te ver vervreemd van de heerlijke relatiteit van jonge mensen echt iets te laten leren, die de essentie is van ons beroep en werk. Zou hij in de gaten hebben, hoe zeer hij zelf is aangetast door de rottigheid die goed onderwijs kapotmaakt en bedreigt?

Reacties zijn gesloten.