Vakkennis stroomt weg uit middelbaar onderwijs

De Volkskrant meldt het SCP bericht over het verdwijnen van vakkundige docenten uit het voortgezet onderwijs. De reactie van van Bijsterveldt is opmerkelijk.

De SCP-studie Gelukkig voor de klas? laat duidelijk zien dat precies de komende jaren een beroepsgroep met pensioen gaat die in de jaren zestig en zeventig vaak academisch werd opgeleid in een bepaald vakgebied en daarbij, aanvullend, een onderwijsaantekening haalde. In 2007 behoorde eenvijfde van de docenten nog tot deze groep, maar elk jaar worden dat er minder
Het SCP, dat voor zijn onderzoek gebruikmaakte van een representatieve steekproef van 2.715 leraren, prikt een aantal vooroordelen over leraren door. Zo blijken de docenten in grote meerderheid trots te zijn op hun vak, en halen ze veel voldoening uit de omgang met leerlingen. De frustraties die wel degelijk heersen, hebben vooral betrekking op de uitwerking van de functieherwaardering in 2002, waarbij veel ervaren docenten lager werden ingeschaald (met behoud overigens van salaris).

Maar…

“Staatssecretaris Van Bijsterveldt verklaarde dinsdag blij te zijn dat zoveel leraren (driekwart) trots zijn op hun vak. ‘Als ik dit rapport lees dan ben ik klaar met het cynisme en de halflege glazen-verhalen”>Staatssecretaris Van Bijsterveldt verklaarde dinsdag blij te zijn dat zoveel leraren (driekwart) trots zijn op hun vak. ‘Als ik dit rapport lees dan ben ik klaar met het cynisme en de halflege glazen-verhalen

Kennelijk ervaart de staatssecretaris geen enkele urgentie bij het oplossen van dit probleem

7 Reacties

  1. gelukkig voor de klas
    Alwéér een rapport over het leraarsvak, het kan niet op!

    Natuurlijk zijn de meeste leraren trots op en tevreden met hun vak. Degenen die dat niet waren zijn de afgelopen jaren allang vertrokken, en helaas geldt dat ook voor velen die het leraarsvak met veel genoegen uitoefenden, maar die elders in minder tijd meer konden verdienen.
    Daarom is er nu een groot lerarentekort (grotendeels gemaskeerd door het inzetten van onbevoegde docenten)en dit tekort zal de komende jaren alleen maar groter worden. De staatssecretaris zou zich zorgen moeten maken over de kwaliteit van het onderwijs die hierdoor op de tocht komt te staan.

    Teja Bodewes,
    www.lerareninactie.nl

  2. Zijn we toch een stel ouwe ballen…?
    De gegevens maken verder duidelijk dat de samenstelling van de beroepsgroep aan het veranderen is. De oudere generatie leraren maakt plaats voor een jongere generatie die anders is opgeleid, daarmee een andere bagage meeneemt naar de school en andere ideeën heeft over lesgeven.

    Zijn we toch een stel ouwe ballen of is de jonge generatie geïndoctrineerd en heeft ze geen idee van hoe het ooit geweest is, hoe het had kunnen zijn, en hoeveel er te gronde is gericht?

  3. Gelukkig met je vak
    Welk vak bedoelt van Bijsterveldt eigenlijk? Het vak dat je doceert of het vak van docent?
    In het laatste geval kan ze ongehinderd doorgaan met het uithollen van vakinhouden.

  4. Trots op je vak
    Mijn school kent een kleine en kwijnende gymnasiumafdeling. Met veel list en bedrog probeert men die gevuld te houden, o.a. door minder eisen aan de betreffende leerlingen te stellen.
    Dat laatste lukt heel goed. Voor de gymnasiumafdeling geldt namelijk:
    – de afdelingsleider heeft HAVO en PABO met een grondige hekel aan alles wat naar schoolkennis riekt.
    – de meerderheid van de onderbouwdocenten is Havist, aangevuld met een tweedegraadsopleiding.
    – een minderheid is helemaal onbevoegd
    – onze schoolleider heeft als grootste culturele helden Paul de Leeuw en Johan Cruyff.
    Zo krijgen deze kinderen een ‘gymnasiumopleiding’ waarbij ze in de onderbouw misschien alleen bij Grieks en Latijn les krijgen van iemand die zelf wel eens een universiteit heeft bezocht; in de bovenbouw is het net een haartje beter, maar daar laten de meesten één van de twee klassieke talen vallen. Wat voor effect zal dit alles hebben op kinderen die denken dat ze de hoogst mogelijke opleiding volgen?

    Zouden de door mij bedoelde leraren waar van Bijsterveldt het ook over heeft, trots op hun vak zijn? Volgens mij is het niet relevant wat ze er zelf van vinden, maar in hoeverre een school, een onderwijsgemeenschap of een maatschappij zich er voor schaamt dat mensen die zelf nooit tot een VWO of een universiteit werden toegelaten er nu les mogen geven.
    Men heeft het vaak over de voorbeeldfunctie van volwassenen jegens kinderen. Wat voor voorbeeld krijgen deze kinderen op zo’n manier? Je hoeft echt je gymnasium niet af te maken, hoor. Later kan je altijd nog lesgeven op deze school, met of zonder diploma. Of dacht u dat die kinderen daar niets van in de gaten hebben?

    • Vechten voor erkenning van kwalificaties
      Je beschrijft uitstekend het probleem dat ik ook ervaar, en waar ik al eens over schreef.

      Mijn voorstel is dat scholen verplicht worden de bevoegdheden van hun leraren publiek te maken. Besturen kregen bij invoering van de HOS-wet (1985) de bevoegdheid om tweedegraders in te zetten in de hv-onderbouw, en sinds de wet-BIO mogen ze onbevoegden ’tijdelijk’, en onderbevoegden permanent inzetten in het hele onderwijs. Ten onrechte werd het uitgeven van deze bevoegdheden niet gekoppeld aan een plicht tot publieke verantwoording. M.a.w.: als een school onbevoegden inzet, of tweedegraders in het vwo, dan mogen zij dat voor ouders en leerlingen verzwijgen.

      Ik vind dat onethisch, en zie het als feitelijke ondermijning van de positie van en beroepsuitoefening door bevoegde leraren:
      – welverdiende en duurbetaalde diploma’s worden minder waard, zowel materieel als immaterieel;
      – het lerarenberoep wordt onaantrekkelijker voor hooggekwalificeerden, aan wie het onderwijs permanent behoefte heeft;
      – een vaksectie met een groeiende proportie on- en ondergekwalificeerden kan als geheel steeds minder kwaliteit leveren, omdat de norm zich richt op wat voor de zwakkere collega’s nog haalbaar is;
      – het verzwijgen van on(der)bevoegdheid leidt tot het uitstellen van het behalen van de bevoegdheid.

      In het ziekenhuis mag ik best behandeld worden door een co-assistent, basisarts of een specialist-in-opleiding. Er bestaat openheid over de kwalificaties, en ik kan er op rekenen dat verantwoordelijkheden zijn gekoppeld aan die kwalificaties.

      Maar in het onderwijs is iedereen zogenaamd ‘leraar’. Sommige leraren minachten zelf hun beroepseisen, omdat ‘het om de roeping gaat’.

      Maar wie meent dat hooggekwalificeerde leraren nodig zijn voor goed, en zelfs Beter Onderwijs, moet formele beroepseisen serieus nemen en vechten voor erkenning van diploma’s, die dan ook echt het nodige voorstellen.

      • Goede kennis viel deze week voor dood neer….
        Had een paar dagen daarvoor nieuwe medicijnen voorgeschreven gekregen van een net afgestudeerde en beginnend specialist. Bleken de verkeerde medicijnen.
        Op het nippertje gered.
        In het onderwijs valt het helaas minder snel op.

      • Toch maar weer terug naar vroeger
        Het praktiseren van een prestatiebeloning mag er niet toe leiden dat een schooldirectie een goed als kennisoverdrager functionerende leraar kan voorschrijven hoe hij les moet geven. Dat geldt in versterkte mate als de leraar in zijn leervlak een universitaire studie in zijn leervak voltooid heeft en de directeur door wie hij beoordeeld wordt geen universitaire studie voltooid heeft. Bevordering op grond van de door de leerlingen behaalde extern gemeten onderwijsresultaten is wel mogelijk maar moeilijk. Er moet in dat geval ook naar het niveau van de binnenstromende leerlingen gekeken worden. Anders kan de beoordeling al gauw oneerlijk worden. Bovendien bestaat dan het risico dat een school goedwillende twijfelgevallen probeert te weigeren. Het is ook niet goed dat een leraar zich alleen maar gaat concentreren op zo goed mogelijke examenresultaten, dwz dat de lessen ontaarden in louter examentraining. Lessen van een docent die zijn vak goed beheerst zijn voor leerlingen veel prettiger en maken dat zij op een relatief gemakkelijke wijze het vak op de goede manier leren. Prestatiebeloningen kunnen tot wrijving leiden tussen mensen die zich collegae zouden moeten voelen. Vanuit dit soort overwegingen redenerend lijkt het de minst slechte oplossing om opleidingsniveau en aantal dienstjaren weer tot het honoreringscriterium voor docenten te maken.Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.