Wie zal dat betalen? Ieder schoolbestuur moet volgens inspecteur-generaal Annette Roelofs over 1½ jaar voor elk kind onderwijs op maat regelen. Van rugzakkind tot hoogbegaafd. De aandacht voor kinderen die extra aandacht nodig hebben komt er tot nog toe vaak niet. En te dikwijls wordt niet gekwalificeerd personeel aangesteld om een persoonlijke plan van aandacht op te stellen en uit te voeren.
Wat je graag zou willen is dat Roelofs aannemelijk maakt dat onderwijs met volledig doorvoeren van een persoonlijke plan van aanpak voor elke leerling uitvoerbaar is. Dus dat er voldoende wel gekwalificeerd personeel aangesteld kan worden en dat de politiek voldoende geld wil uitgeven aan de vorming van kleine klassen of op zijn minst tot het bereiken van een veel lagere verhouding tussen het aantal onderwijzenden en het aantal leerlingen. Zo niet dan zal de kwaliteit van het onderwijs nog verder achteruitgaan.
Ik maak me ook zorgen over het lot van hoogbegaafde kinderen. Bij hen moet je niet met zo geheten verdiepingsstof aankomen maar met nieuwe wegen inslaan. En voor hen moet je zeker met hoog gekwalificeerd personeel werken.
Overgens lijkt het er op dat er veel Turkse en Marokkaanse jongens het beste afzijn als zij streng klassikaal onderwijs gegeven, door een man, krijgen. Anders zitten ze toch maar te klierenen en wordt het wel heel moeilijk voor een vrouw om “de sfeer in de groep goed te houden”. Het zou natuurlijk leerzaam voor hen zijn wanneer zij zouden leren om zich aan een vrouwelijke docent te onderwerpen. Maar dat gaat ten koste van het leren van taal en rekenen. Anderzijds denk ik dat hun vrouwenverachting vermindert naarmate hun algemene ontwikkeling toeneemt.
Seger Weehuizen
De vraag wie dat zal betalen is niet zo urgent.
Dat er geluiden opborrelen over de mogelijkheid dat inclusief onderwijs te hoog gegrepen is, is wel hoopgevend.
De enige vraag die wel urgent is, is of er ’n voldoende draagvlak kan ontstaan, om wsns en inclusief onderwijs alsnog terug te draaien.
Ik wil liever niet betalen Als je coûte que coûte inclusief onderwijs wil invoeren (dwz onderwijs aan klassen met leerlingen die zeer verschillen in mogelijkheden) zul je, als je werkt met klassen van 4 leerlingen met hoogopgeleide onderwijzers best goede resultaten halen. Maar dan nog zouden de resultaten in een even grote homogene klas beter geweest zijn. Van 1 docent per homogene klas van 12 kinderen verwacht ik nog steeds betere resultaten dan van 1 docent per heterogene klas van 4 kinderen. In het laatste geval zijn de kosten echter het hoogst. Dus wat mij betreft zijn heterogene klassen van de baan.Seger Weehuizen
De frictie zit in ’t feit dat de gewone leerkracht is opgeleid voor “gewone” kinderen. Wsns en inclusief onderwijs eist extra kennis, geld en kleinere klassen. En dat krijgen we niet of nauwelijks.
De sfeer in de groep Al lezende krijg je de indruk dat Annette Roeters iemand is die vooral veel bezig is met de vraag of de sfeer in haar eigen groepje nog wel goed is. Ik betwijfel of zij veel belangstelling heeft voor goed leren lezen, schrijven en rekenen.
Zo doe je dat inclusief De Windroos in Enschede investeert flink in de kwaliteit van de leerkrachten, zegt directrice Wesselink. Zij worden gecoacht en krijgen video-interactietraingen om meer zicht te krijgen op hun eigen ’klassenmanagement’ „Je moet leerkrachten veel wakkerder maken en ze de vraag voorhouden: Hoe goed ken je je kinderen?’’
Reacties zijn gesloten.
Copyright & kopiëren; 2025|WordPress thema door MH Themes
Wie zal dat betalen?
Ieder schoolbestuur moet volgens inspecteur-generaal Annette Roelofs over 1½ jaar voor elk kind onderwijs op maat regelen. Van rugzakkind tot hoogbegaafd. De aandacht voor kinderen die extra aandacht nodig hebben komt er tot nog toe vaak niet. En te dikwijls wordt niet gekwalificeerd personeel aangesteld om een persoonlijke plan van aandacht op te stellen en uit te voeren.
Wat je graag zou willen is dat Roelofs aannemelijk maakt dat onderwijs met volledig doorvoeren van een persoonlijke plan van aanpak voor elke leerling uitvoerbaar is. Dus dat er voldoende wel gekwalificeerd personeel aangesteld kan worden en dat de politiek voldoende geld wil uitgeven aan de vorming van kleine klassen of op zijn minst tot het bereiken van een veel lagere verhouding tussen het aantal onderwijzenden en het aantal leerlingen. Zo niet dan zal de kwaliteit van het onderwijs nog verder achteruitgaan.
Ik maak me ook zorgen over het lot van hoogbegaafde kinderen. Bij hen moet je niet met zo geheten verdiepingsstof aankomen maar met nieuwe wegen inslaan. En voor hen moet je zeker met hoog gekwalificeerd personeel werken.
Overgens lijkt het er op dat er veel Turkse en Marokkaanse jongens het beste afzijn als zij streng klassikaal onderwijs gegeven, door een man, krijgen. Anders zitten ze toch maar te klierenen en wordt het wel heel moeilijk voor een vrouw om “de sfeer in de groep goed te houden”. Het zou natuurlijk leerzaam voor hen zijn wanneer zij zouden leren om zich aan een vrouwelijke docent te onderwerpen. Maar dat gaat ten koste van het leren van taal en rekenen. Anderzijds denk ik dat hun vrouwenverachting vermindert naarmate hun algemene ontwikkeling toeneemt.
Seger Weehuizen
De vraag wie dat zal betalen
is niet zo urgent.
Dat er geluiden opborrelen over de mogelijkheid dat inclusief onderwijs te hoog gegrepen is, is wel hoopgevend.
De enige vraag die wel urgent is, is of er ’n voldoende draagvlak kan ontstaan, om wsns en inclusief onderwijs alsnog terug te draaien.
Ik wil liever niet betalen
Als je coûte que coûte inclusief onderwijs wil invoeren (dwz onderwijs aan klassen met leerlingen die zeer verschillen in mogelijkheden) zul je, als je werkt met klassen van 4 leerlingen met hoogopgeleide onderwijzers best goede resultaten halen. Maar dan nog zouden de resultaten in een even grote homogene klas beter geweest zijn. Van 1 docent per homogene klas van 12 kinderen verwacht ik nog steeds betere resultaten dan van 1 docent per heterogene klas van 4 kinderen. In het laatste geval zijn de kosten echter het hoogst. Dus wat mij betreft zijn heterogene klassen van de baan.Seger Weehuizen
De frictie
zit in ’t feit dat de gewone leerkracht is opgeleid voor “gewone” kinderen. Wsns en inclusief onderwijs eist extra kennis, geld en kleinere klassen. En dat krijgen we niet of nauwelijks.
De sfeer in de groep
Al lezende krijg je de indruk dat Annette Roeters iemand is die vooral veel bezig is met de vraag of de sfeer in haar eigen groepje nog wel goed is. Ik betwijfel of zij veel belangstelling heeft voor goed leren lezen, schrijven en rekenen.
Zo doe je dat inclusief
De Windroos in Enschede investeert flink in de kwaliteit van de leerkrachten, zegt directrice Wesselink. Zij worden gecoacht en krijgen video-interactietraingen om meer zicht te krijgen op hun eigen ’klassenmanagement’ „Je moet leerkrachten veel wakkerder maken en ze de vraag voorhouden: Hoe goed ken je je kinderen?’’