Winsemius laat een ballon op

Winsemius laat een ballon op

Dezer dagen was een advies van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in het nieuws. Voorzitter van de commissie was voormalig minister Winsemius. Uit een interview dat NRC Handelsblad met hem had (26 januari) blijkt dat zijn kennis van de feiten en van de praktijk van het onderwijs te wensen overlaat. Hij vindt dat scholen desnoods gedwongen moeten worden om afspraken te maken over het opnemen van probleemjongeren en hij zegt: ‘Willen wij probleemjongeren een kans geven, dan zullen we ze uit hun probleemklassen moeten halen. Uit onderzoek blijkt dat kansarme kinderen zich kunnen optrekken aan kansrijke. Als het aandeel kansarmen niet te hoog wordt op school, zo’n 35 procent, heeft dat geen negatieve gevolgen voor de kansrijke.’
Ja, de magische woorden ‘uit onderzoek blijkt’ worden weer eens gebruikt. Maar geloven de ouders van kansrijke leerlingen dat ook? En geloven leraren het ? Mijn ervaring is dat een klas al ontwricht kan worden door slechts een paar kansarme, onaangepaste leerlingen.
De interviewer zegt dan: ‘Gedwongen spreiding kan helemaal niet. Dan stuit je op artikel 23 van de Grondwet, die vrijheid van onderwijs garandeert.’ Waarop Winsemius reageert: ‘Dat is een misvatting. Het beeld van artikel 23 is dat scholen zelf mogen bepalen wie zij wel en niet toelaten. Maar dat is een onjuiste opvatting. Artikel 23 verankert de vrijheid van richting, bijvoorbeeld een religieuze richting.’
Welnu, mij lijkt dat er eerder sprake is van een misvatting bij Winsemius. Wat hij zegt mag gelden voor openbare scholen, die dienen alleman toe te laten, maar het geldt niet voor bijzondere scholen; die hebben het recht om alleen kinderen toe te laten van ouders die de grondslag van de school onderschrijven. Voor zover ik weet laat een reformatorische school geen heidenen toe. Het feit dat veel bijzondere scholen weinig of niets doen aan hun grondslag doen betekent nog niet dat ze die kwijt zijn; ze kunnen altijd weer principieel worden.
En de ouders kunnen, als ze dat in het belang van hun kind vinden weer godsdienstig worden: ‘Parijs is wel een mis waard!’
Enfin, het soort dwangmaatregelen waar Winsemius voorstander van is, hebben een averechts effect want ze maken de scholen met weinig probleemjongeren alleen maar aantrekkelijker, bijvoorbeeld ook voor maatschappelijk geslaagde allochtonen.
Wat misschien zou kunnen helpen is dat scholen met veel kansarme leerlingen aantrekkelijk gemaakt worden voor goede leraren doordat ze een hoger salaris betalen en werken met kleinere groepen. Die scholen moeten zich dan vooral concentreren op het aanleren van kennis en vaardigheden, op ‘marketable skills’, niet met veel ‘leuke’ dingen en toeters en bellen, maar gericht op kwaliteit en resultaat.

Cornelis Verhage

1 Reactie

  1. Beste Cornelis,
    ik lees ’n prachtige en o zo ware zin in je verhaal. (Pak ’n pils van me) ’n Paar onaangepaste kinderen, kunnen al ’n klas ontwrichten… Je verpakt de realiteit in ’n eenvoudige opmerking.
    Hoger salaris alleen, zal niet werken en kleinere groepen ook niet.
    Ze kunnen beter naar ’n school waar leerkrachten werken met ’n speciale opleiding en waar extra faciliteiten bestaan. Op de reguliere scholen kan men dan verder lekker aan het werk.

Reacties zijn gesloten.