Max. één 5 op het CE is wel goed voorstel

Reactie op: Eén 5 op centraal examen is slecht voorstel van Jan Jimkens op 21 jan 2009 in de NRC

In Nederland schoolgaande Nederlandse leerlingen moeten om voor een toelatingsexamen tot de Nederlandse universiteiten te slagen vanzelfsprekend zich goed kunnen uitdrukken in woord en geschrifte en goed teksten kunnen analyseren. Wanneer zij een in het Engels gegeven universitaire studie willen volgen hoeft dat niet in het Nederlands te zijn. Altijd minstens een 5 voor Nederlands te moeten halen op het CSE is alleen redelijk als de overheid Nederlands in Nederland als volwaardig gebruikte taal zou willen handhaven. Daar lijkt het niet op. De positie van Nederlands wordt vergelijkbaar met die van Latijn en Grieks: Klassieke talen, waardevol om te bestuderen maar niet meer vereist voor toegang tot de universiteiten.
De eis van minimaal een 5 voor Wiskunde, Nederlands of Engels en voor de andere twee genoemde vakken een voldoende mag er natuurlijk niet toe leiden dat voor het krijgen van voldoende voldoendes voor die vakken aan het niveau van het examenwerk of de normering ervan gerommeld wordt.Het niveau moet zo gesteld worden dat bijspijkercursussen in het vervolgonderwijs niet nodig zijn. Aan het verschijnsel van achteraf aanpassen moet subiet een einde gemaakt worden. Een neiging bij sommige VWO-ers om het moeilijke wiskunde te ontvluchten kan bestreden worden door het vak grotendeels in het voorlaatste jaar te examineren. Als dat bij een leerling tot slechte resultaten leidt zou deze in het eindexamenjaar wiskunde op HAVO-niveau moeten kunnen afleggen.
Psychologen die de intelligentie van een leerling willen vastleggen volstaan vaak met het opgeven van één getal. IQ-waarden voor de verschillende soorten intelligentie verschillen blijkbaar niet zo strek dat het i.h.a. niet verantwoord is om met een g-factor te werken. Voor die zeldzame gevallen waarin een leerling briljant is in de exacte vakken maar aan de talenkant niet hoger dan 5 blijkt te kunnen komen moet de minister maar een aparte toelating tot de universiteiten verlenen.
S. Weehuizen, Venlo

3 Reacties

  1. Universitaire loopbaan
    Zoals u zegt: van iemand aan de universiteit mag men toch verwachten dat hij zich prima mondeling en schriftelijk kan uitdrukken. De eis van een voldoende voor je moedertaal is dan toch volkomen redelijk. Maar wat doen we? We accepteren een vijf voor Nederlands en een zes voor Engels. Dat die zes voor Engels neerkomt op een flinterdunne beheersing van die taal, een beheersing die het natuurlijk niet halen kan bij die van ‘native speakers’, daar zit kennelijk niemand mee. Op deze manier worden mensen met rammelend Nederlands en steenkolen-Engels welkom geheten aan de universiteit. Zo iemand zal dus nooit zijn eigen publicaties kunnen schrijven. Hoe diep wil je zinken?
    Stapelkrankzinnig is het, dat Nederlandse universiteiten het onderwijs in de eigen taal verwaarlozen, zogenaamd ten faveure van onderwijs in het Engels. In feite krijg je dan het slechtste van twee werelden: slecht Nederlands en ‘what for English’ eigenlijk?. Dat NederEngels, met zijn tiembilding en zijn synergie, is volgens mij vooral bestemd voor binnenlands gebruik, zoals politieke demonstraties over internationale kwesties vooral bedoeld zijn om landgenoten te imponeren.

    • Het gaat om een emotionele keuze
      Ik wil ook graag dat de Nederlandse regering het Nederlands tegen de universiteiten en de reclame- en pop-wereld beschermt. Maar als je geen emotionele band hebt met de taal van het land waarin je bent opgegroeid zie je een zware training in het gebruik van Engels zodat je die taal quasi natively leert gebruiken voor Nederlandse scholieren als een zeer goede optie. Op de meeste universiteiten van Zwart Afrika wordt op de universiteiten in het Engels of in het Frans les gegeven. Dat zijn niet de talen die de studenten thuis spreken.
      Seger Weehuizen

  2. Inflatie
    Er speelt ook altijd een zeker inflatoir effect bij het ‘verhogen’ van eisen, zo ook hier. Als de eis wordt ingevoerd dat het vak Nederlands ‘voldoende’ moet worden afgesloten, bijvoorbeeld, zou dat leiden tot een grote druk op docenten in dat vak ‘om toch maar die 6 te geven’, vanuit zowel ouders als schooldirecties. En dan kunnen binnen de kortste keren heel veel kindertjes die nauwelijks hun naam correct kunnen spellen, met gemak een ‘voldoende’ voor Nederlands halen.

    Is dat erg? Ik moet toegeven dat ik op dit punt tamelijk ambivalent ben. In principe ben ik voor strenge handhaving van de regels van de taal, met name de spellingregels (zeker voorzover die een weerspiegeling zijn van de grammaticale structuur). In de praktijk kom ik echter heel veel kinderen tegen met gigantische taalproblemen, die juist in mijn vak excelleren. Ironisch genoeg geven die kinderen dan vaak aan dat ik de eerste docent ben die hen begrijpt en waardeert. En – in alle bescheidenheid – is het inderdaad zo dat ik altijd probeer de gedachtegang van kinderen te volgen, ook al is die door het gebrekkige, abobinabele taalgebruik vaak in dikke mist gehuld.

    Het verstandigste beleid lijkt mij dus: In principe streng, maar in voorkomende gevallen formeel de mogelijkheid van dispensatie inbouwen, of als dat moet je hart laten spreken. Bij menig collega komt het vaak op het laatste neer. In politieke termen betekent dit dat ik Van Bijsterveldt steun in haar plan tot verzwaring van de exameneisen, maar enige ‘discretionaire ruimte’ aan de ‘professionals voor de klas’ wil laten.;-)

Reacties zijn gesloten.