Hoe was het op school vandaag?

Hoe was het op school vandaag?

Om vier uur ging de schoolbel. Ik rende zo vlug ik kon door de twee straten van school naar huis. Thuis wachtte moeder met een kopje thee als het koud was of een glaasje ranja als het warm weer was geweest. Haar eerste vraag was altijd: “hoe was het op school vandaag”. Het was altijd goed. “En wat heb je op school geleerd” was de tweede vraag. Met brede gebaren vertelde ik over de Romeinen, de negertjes in Afrika, droeg een gedichtje voor, zong een nieuw liedje of andere dingen die ik die dag op school had geleerd. Na de thee of ranja was het tijd voor huiswerk. Één keer in de maand kregen we een rapport van school, met cijfers. Mijn moeder keek naar de cijfers, vond het altijd goed en dat ik goed mijn best had gedaan. Mijn vader bestudeerde minutenlang het rapport, zette zijn handtekening en dat was dat. Het was de jaren vijftig, u weet wel, met de geur van spruitjes en bloemkool.

Elke dag ijs- en wederdienend fietsen van de grote school naar huis. Thuis wachtte moeder, onveranderd met een kopje thee, ranja was voor de kleinere broertjes en zusjes. “Hoe was het op school vandaag?” vroeg mijn moeder. Het was niet altijd goed. Dat lag niet aan de leraar of aan de school, maar dat lag aan mij. Ook hier was er op het eind van elke maand een rapport met echte cijfers. “Heb jij je best gedaan?” vroeg moeder zonder naar de cijfers te kijken. Ik knikte altijd ja en het rapport werd op de kast gelegd, voor vader. Die keek ernstig naar de cijfers, sloeg de achten en negens over en bleef hangen bij die ene zeven, murmelde dat die ene zeven ook wel een acht kon zijn en zette zijn handtekening. Het was de jaren zestig, u weet wel van de mammoetwet. Ik was de eerste keer verliefd.

Elk weekend naar huis. De treinreis van de universiteit naar huis duurde uren maar thuis wachtte moeder met thee. “Hoe was het op school?” was haar eerste vraag. “Moeder, de universiteit is geen school, dat is de universiteit” pruttelde ik in het begin nog tegen. Moeder deed of ze het niet hoorde, “Eet je wel goed?” Standaardvragen van bezorgde moeders. Één keer per jaar was het examen en zorgde moeder er voor dat het tijdens het weekend in huis pais en vree was, want ik moest studeren. Het was de jaren zeventig, u weet wel van de beatles en de flower-power.

Soms thuis op bezoek, met vrouw en kinderen. Moeder vroeg als eerste aan de kinderen “Hoe gaat het op school?” Na het snoepje aan de kinderen vroeg ze aan mij “en, hoe gaat het bij jou op school?” want ze had in de krant gelezen dat de jeugd veel brutaler geworden was en soms zelfs met de leraar op de vuist ging. Dát begreep ze niet zo goed. Ik heb haar maar niet verteld over de grote vernieuwingen die ons stonden te wachten, ze had zich alleen maar bezorgd gemaakt. Het waren de jaren negentig, u weet wel, van die grote fusies, het studiehuis en het begin van het nieuwe leren.

Kinderen van de basisschool hebben rapporten met lettertjes en als we die mogen geloven kunnen álle kinderen goed lezen, schrijven en rekenen. Of dat strookt met de werkelijkheid is een vraag. De onderwijsvernieuwingen hebben ‘ophokuren’, ‘studiewijzers’, ‘digitale boeken’, ‘electronische leeromgevingen’, ‘competenties’ en ‘beroepspraktijkvorming’ gebracht. Scholieren noemen zichzelf ‘student’, leraren zijn ‘coaches’ en de directeur noemt zichzelf ‘manager’. Op de universiteit dient het voorzetsel Prof. uitsluitend om onderzoeksgeld binnen te rijven en ‘wetenschap’ is een vies woord geworden, iets van vroeger.

Veel ouders zijn van mening dat ons onderwijs nog altijd is ingericht zoals in de jaren zestig, zeventig, tachtig en negentig. Niets is minder waar, er zijn bijna geen scholen meer die zichzelf nog ‘school’ noemt, want dat staat zo schools, zo spruitjeslucht. Er staat bijna geen man of vrouw meer vóór de klas, in het MBO zijn er hoegenaamd geen klaslokalen meer, laat staan vakken.

Op de drempel van dit nieuwe jaar wens ik álle kinderen van Nederland een moeder die als eerste vraagt “Hoe was het vandaag op school” en daarna “Wat heb je vandaag geleerd”. Ik zie al die verbaasde snuitjes al. “Hu.. school…geleerd…wat is dat?”

Sjeekspier