Een lesje pseudoniemenleer

Een lesje pseudoniemenleer

Als jonge man, in de kracht van mijn leven heb ik meerdere nachten doorgedronken met J. Dhark, filosofische gesprekken gevoerd met Marc Wenen en mij gelaafd aan de woorden van Lew Brandon. Soms heb ik weemoed naar de urenlange wandelingen met Lea Brandts, of hoe ik samen met Lodewijk Erent s’ zomers de boeren in de omtrek hielp met het binnenhalen van het hooi. Louis Erwt was geen vriend, daarvoor was hij te nukkig en op gestelde tijden volkomen onaanspreekbaar, zeker als hij te diep in het glas had gekeken. Mijn eerste ‘verboden’ boek van Beakeland las ik met rode oortjes onder aan de keldertrap in het licht van een bijna uitgeblust peertje.

Alle namen in de vorige alinea zijn pseudoniemen van Louis Paul Boon, Boontje voor de vrienden. Boontje schreef een groot deel van zijn werk onder pseudoniem en daar had hij een goede reden voor, bescheidenheid. Boontje was geen held, zag zichzelf ook niet als schrijver en hield van een rustig leventje, op zijn tijd een biertje, een verhaaltje schrijven en zijn verzameling blote vrouwen plaatjes. Liefst had hij dat de hele wereld hem met rust liet.

Battus, Celina Smit, Dolf Cohen, drs. G. van Buren, Gerard Balthasar, Hugo de Torenkraai, Jan Eter, Joop den Uyl, Jozef Trapjes, Juha Tanttu, Maaike Elder, Peter Malenkov, Raoul Achterhout, Stoker, Talisman, Victor Baarn, zijn allemaal stuk voor stuk pseudoniemen, alloniemen, piknamen en schuilnamen voor Hugo Brandts Cortius. Volgens eigen zeggen heeft hij er meer dan 60 en staan ze allemaal voor een onderdeel van zijn karakter.

Godfried Bomans kon er ook wat van, wat dacht u van Bernard Majorick, Cas van Damme, Dr. P. J. Hornstra, F. Nolleman Sr. Fjodor Klondyke, G. Brugmans, Haes, Ir. B.J. Stappers, J.H. van Term, J.N. Kammeyer, Joderick, Parlevink en dan ben ik er nog een aantal vergeten. Ook Willem Frederik Hermans schuilde met enige regelmaat onder een andere naam, OAS, Pater Anastse Prudhomme Prof. Dr. B.J.O. Zomerplaag, Ramsus en Ramsus II, Age Bijkaart, Camille Houckaert, Dirk Hosselaar.

Een pseudoniem kan gebruikt worden om de pennenvruchten in klassen in te delen. De essays onder schuilnaam zus, de columns onder schuilnaam zo, de romans onder nog een andere naam en ga zo maar door. Een andere reden om een pseudoniem te gebruiken is omdat een ander niet mag weten dat de schrijver in kwestie niet gelinkt mag worden aan een of ander boek. Bijvoorbeeld, wist u dat de zeergeleerde heer Arthur Doctors van Leeuwen in zijn vrije tijd zich ledig heeft gehouden met het schrijven van “ het reservaat” een bundel erotische verhalen. Uitgegeven onder het pseudoniem Hein Wybrand. Frits Bolkestein heeft met het pseudoniem Niels Kobet op de rug van het boek meerdere werken uitgebracht.
Nog andere schrijvers hebben de onuitsprekelijke naam Aleksej Maksimovitsj Pesjkov. Met zo een naam verkoop je geen boek, dat het vooral moet hebben van mond op mond reclame. Wat is er dan beter dan een korte, duidelijke en tot de verbeelding sprekende naam te kiezen, Maksim Gorki. En dat moet Jean-Baptiste Poquelin gedacht hebben toen hij voor zijn theaterstukken de naam Molière koos.

Zelfs Jan de Hartog auteur van Hollands glorie gebruikte met enige regelmaat het pseudoniem F.R. Eckmar ( verrekmaar) en Simon Vestdijk kon maar moeilijk afscheid nemen van zijn alter ego P.S.E. Udo.
Willem Elsschot, de man van ‘ en tussen droom en daad staan wetten in de weg’ leefde zijn rustig en ongestoord leventje omdat hij in het echte leven Alfons-Jozef de Ridder heet. Wie in Nederland weet nog dat Johannes Hendricus van Musscher als Johnny Jordaan door het leven ging?

Charlotte en Emely Bronte, Arnon Grunberg, Theodor Holman, A.F.Th van der Heijden, Kees van Kooten, J. Slauerhoff, Hendrik j. Marsman, Rudy Kousbroek, Nicolaas Beets, Martin Simek, Karl May, Daan van der Vat en Domenico Theotocopoulos zijn bekend, minder bekend, of onbekend onder hun pseudoniemen. Niemand vraagt zich af waarom deze schrijvers en kunstenaar, Theotocopoulos is bekend onder de naam ‘ el Greco’, een naam die hem gegeven is door zijn Spaanse vrienden, zich verschuilen met een pseudoniem.

Daarom vraag ik mij dan ook af waarom de critici van Beter Onderwijs Nederland alsmaar zeuren over de pseudoniemen, nicknamen, piknamen, alloniemen en schuilnamen die de schrijvers op het forum van deze vereniging gebruiken. Wie heeft er eigenlijk kwaad in zin?

Voor mezelf geldt dat ik al zo een 25 jaar stukjes, verhaaltjes, columns en andere schrijvelaarij’tjes produceer. Soms gevraagd en soms ongevraagd, omdat het leuk is. Ik doe dat onder verschillende namen, waarom? Ten eerste omdat dat leuk is, ten tweede omdat ik diep in mijn hart heel bescheiden ben, en ten derde omdat ik graag in Nederland op vakantie ga zonder voortdurend lastig te worden gevallen door uitzinnige fans die allemaal een handtekening willen, of een stukje van mijn kleding, of mijn pseudoniem met viltstift op hun buik.

Jesse Jeronimoon, Sophie Jeronimoon, Sjeekspier, Rikkert de Kale, Schoolkrijt, den Hollander, Pierlala, H. P. I. Sane.

1 Reactie

Reacties zijn gesloten.