Een fraaie bespiegeling in het Schooljournaal van 29.11.08:
“Handelingsverlegen”
Een professional is iemand die zijn vak verstaat, in staat is zelfstandig keuzes te maken die noodzakelijk zijn bij de uitoefening van zijn beroep, adequaat handelt bij nieuwe situaties en altijd bereid is verantwoording en toelichting te geven over zijn handelen. Kortom, iemand waar je op kunt vertrouwen: hij weet wat hij doet! Tegenwoordig worden de begrippen ‘professional’ of ‘professioneel’ in het onderwijs steeds vaker gebruikt, maar in werkelijkheid heeft het er alle schijn van dat de leraar steeds minder als professional wordt gezien en behandeld. Er is weinig vertrouwen in zijn deskundigheid en de keuzes die hij zelfstandig zou willen maken, worden verder ingeperkt. Bovendien moet hij al zijn handelen registreren, zodat leidinggevenden of andere mensen die daar hun beroep van hebben gemaakt, alles wat hij gedaan heeft kunnen controleren. Er moet vooral ook planmatig gewerkt worden: alle lessen en tentamens voor het cursusjaar worden binnen de sectie of de ‘bouw’ per week vastgelegd, zodat in alle parallelklassen precies hetzelfde aan bod komt. Vanuit een vreemd gevoel voor ‘eerlijkheid’ is afgesproken dat alle klassen op hetzelfde tijdstip een toets krijgen met exact dezelfde vragen, zodat alle kinderen gelijke kansen krijgen.
Bij veel leraren leidt dit tot handelingsverlegenheid: je weet niet meer wat je moet doen als het niet ergens in een protocol vastligt. Je durft niet op je gezonde verstand te vertrouwen, want als je van de procedure afwijkt, zou je wel eens flink op je falie kunnen krijgen. Zelfs als je een probleem goed hebt opgelost, zul je nog te horen krijgen dat het eigenlijk zo niet had gemogen!
Als er iets met een kind is, moet de meester of juf vooral niet zelfstandig handelen, maar moet dit voorgelegd worden aan diverse intern of extern begeleiders. Het wordt onderwerp van gesprek bij het komend interdisciplinair overleg, het dossier moet naar diverse commissies en straks ook nog eens naar een ZAT (zorgadviesteam).
De juf moet vooral niet op haar professionele intuïtie afgaan, maar uitsluitend te werk gaan volgens het handelingsplan. Er zijn voor allerlei situaties protocollen en reglementen afgesproken waarin voorgeschreven wordt hoe men dient te handelen in voorkomende situaties. De Arbowetgeving en allerlei onhanteerbare brandweervoorschriften doen daar nog eens een schepje bovenop.
In zo’n geval heb je toch geen professionals meer nodig? Dan hoeven ze straks ook niet meer hoger opgeleid te worden! Begrijp mij goed: ik vind het prima als een leraar zo nu en dan eens te rade gaat bij zijn collega, om advies vraagt, samenwerkt binnen een sectie, bijhoudt wat hij doet en bij lastige problemen hulp van buiten inroept. Maar de manier waarop het vak van leraar steeds verder verwordt tot een ‘uitvoerdersjob’ is verre van professioneel en bovendien desastreus voor de kwaliteit van het onderwijs. Een leraar heeft als professional ruimte en autonomie nodig om adequaat te kunnen handelen in allerlei situaties die zich in zijn klas voordoen. Hij weet wat nodig is voor deze groep en dat zou wel eens heel iets anders kunnen zijn dan in de parallelklas! Van mij mag hij zelfs zijn stokpaardjes zo nu en dan berijden, want dan werkt hij vanuit zijn eigen kwaliteit. En als deze leraar creatief is, moet hij die creativiteit vooral in kunnen zetten. Hij moet zich daarbij niet geblokkeerd weten door systemen en mensen die hem willen controleren omdat zij hem niet vertrouwen. Waarschijnlijk omdat zij zelf een gebrek aan creativiteit hebben!
Arie de Bruin is voormalig leraar en schoolleider in het basisonderwijs, docent en directielid van een pabo en tegenwoordig algemeen directeur van Kind en Onderwijs Rotterdam, een schoolbestuur voor christelijk primair onderwijs.
Helemaal waar!
Die idiote handelingsplannen vormen geen steunende leidraad, maar een administratieve last die op geen enkele manier helpt bij het vormgeven van goed onderwijs.
In het speciaal onderwijs is het helemaal uit de hand gelopen. Voor elk leerling is er een eigen handelingsplan en die moet je dan in je klas toepassen. Hoe gek kan het worden? Zelfs in een klas van 12 werk je immers in een groep.
En de inspectie? Die interesseert zich geheel niet voor goed onderwijs, voor resultaten, voor een goede sfeer in de klas. Die vraagt alleen naar administratieve verantwoording. Ze kijken zelfs niet eens of de papieren werkelijkheid op de één of andere manier overeenkomsten vertoont met de echte wereld in de klas. Het is om dol van te worden!