Meer beloning voor academisch geschoolde docent

Eén van mijn stokpaardjes, waardering naar opleiding, was in het nieuws. Ditmaal in de Hogeschoolkrant. Het artikel is van Hogeschooldocent Jan Willem Bruins, werkzaam op de Chr. Hogeschool Windesheim, te Zwolle.

‘Ondoordachte bezuinigingen in de functiewaardering moeten ongedaan gemaakt worden.’

Academisch afgestudeerden docenten op Windesheim zouden automatisch in schaal 12 ingeschaald moeten worden, vindt Jan Willem Bruins.

‘De hbo-raad doet momenteel onderzoek op hogescholen om de functiewaarderingsystemen te evalueren. Conclusies zijn er nog niet, maar het is nodig dat Windesheim zijn functiewaarderingssysteem drastisch herziet. De band tussen belonen en opleidingsniveau dient hersteld te worden. Docenten met een academische master moeten beloond worden met een schaal 12-functie.

Vijftien jaar geleden hadden alle docenten in het hbo recht op een eindschaal 12-functie. Naar aanleiding van de ingevoerde functiedifferentiatie kwamen er later meerdere docentfuncties op Windesheim: een docent A (eindschaal 11), docent B (eindschaal 12) en een hogeschoolhoofddocent (eindschaal 13).
Al snel bleek dat nieuwe docenten niet meer ingedeeld werden in eindschaal 12. En zittende docenten kregen te horen dat hun functie opeens gewaardeerd werd als een A- in plaats van een B-functie. De massale downgrading van de docentfunctie was begonnen.

Dit leidde terecht tot veel onvrede bij docenten, want vrijwel alle A- en B-docenten doen hetzelfde werk. In de praktijk wordt er nu trouwens wel een onderscheid gemaakt: wie wat meer coördinatieklussen doet kan B worden. Wie het klaslokaal verlaat, krijgt promotie!

Het nieuwe systeem maakte in principe ook upgrading van de docent mogelijk in de vorm van de functie hogeschoolhoofddocent. Maar we kunnen concluderen dat deze upgrading volstrekt mislukt is. Vrijwel nergens op Windesheim zijn hogeschoolhoofddocenten als docent aangesteld; het zijn de managers geworden aan wie de schaal 13-functie vergeven is.

In dit functiewaarderingsysteem ontbreekt de band tussen opleidingsniveau en beloning volledig. Men spreekt liever van nauwelijks te meten ‘resultaatgebieden’ en ‘competenties’ in plaats van het veel beter te meten ‘opleidingsniveau’. Zo is er voor docenten geen enkele financiële prikkel om verder te studeren.
De laatste jaren is er door de werkgever steeds minder gelet op het opleidingsniveau van de docent. Inmiddels is minder dan de helft van de docenten van Windesheim academisch opgeleid. Bij de Europese accreditaties gaat het Nederlandse hbo het daarmee straks zeer moeilijk krijgen.
Achteraf gezien is er sprake van ondoordachte bezuinigingen. Maar haastig buit is spoedig roof: Het gaat ten koste van de onderwijskwaliteit.

Het wordt tijd dit ongedaan te maken met een drastische herziening van het functiewaarderingssysteem. De band tussen belonen en opleidingsniveau moet hersteld worden. Docenten die straks alsnog hun master halen moeten beloond worden met een schaal 12-functie. Ook alle zittende docenten met masterniveau zouden een schaal 12-functie moeten krijgen.
Het streefcijfer in het Actieplan leerkracht (40% B-docenten in 2012) is niet voldoende. Om academici voor het hbo te behouden dienen er veel meer schaal-12 functies beschikbaar te komen.
Verder dient de hhd-functie nu eindelijk ingevoerd te worden. Goede docenten met een hoog opleidingsniveau (bijvoorbeeld gepromoveerden) moeten hiervoor in aanmerking komen. Het streefcijfer in het Actieplan leerkracht (10% hhd-docenten in 2012) haalt Windesheim nog lang niet.
En tot slot: bij werving en selectie van docenten moet ernst worden gemaakt van de doelstelling: waar mogelijk academisch opgeleid of gepromoveerd.’

Jan Willem Bruins is docent bij de School of social work en voorzitter van de centrale medezeggenschapsraad.

17 Reacties

  1. Is er al een grote klok?
    “Inmiddels is minder dan de helft van de docenten van Windesheim academisch opgeleid. Bij de Europese accreditaties gaat het Nederlandse hbo het daarmee straks zeer moeilijk krijgen”.
    Is er op dit moment al (een begin van) een Europese accreditatiecommissie? Hoe eerder dit aan de grote Europese klok gehangen wordt des te eerder ook zullen Windesheim en andere HBO-instellingen hun koers moeten verleggen.
    Seger Weehuizen

  2. Eerst die academische opleiding omhoog
    Zolang het niveau van de hedendaagse academische opleidingen zo beneden peil is lijkt me dit geen prioriteit. Eerst échte fulltime studies maken van die academische opleidingen.

    • Universiteit en HBO
      Volgens mij is het verschil tussen universiteit en HBO (tenminste in de beta studies, waar ik enig zicht op heb) nu groter dan het de afgelopen decennia is geweest. De HBO opleidingen zijn veel sterker in peil gedaald dan de academische opleidingen.

      • peil van HBO en universiteit
        ref : mark79, hierboven

        Mogelijk, dat het beta HBO peil sterker is gedaald, zoals je schrijft. De vroegere nederlandse HTS leverde technici af die veelal kort na afstuderen in staat waren om technisch ingewikkelde productie-installaties te overzien en te beheren. Universitaire afgestudeerden deden daar langer over ; hun aanloop in R&D was ook langer, hun denkraam weliswaar fundamenteler.
        Philips, Hoogovens, Staatsmijnen, PTT, Fokker en veel andere bedrijven (machine industrie, electriciteit, waterstaat) waren school-voorbeelden van de soort van HTS training, die juist in NL van hoog, praktisch gehalte was.
        Maar de wereld is veranderd. Technische kunde (het HTS veld bij uitstek) is verder gedifferentieerd, en een veel ingewikkelder samenspel van disciplines geworden. De technische opleidingen hebben daarop geantwoord door uitbreiding van kernvakken (techniek) én met simultane keuzevakken in het hybride beta/alfa en beta/gamma segment. Meer inhoudelijke omvang in dezelfde studie-tijd ; minder diepgang als gevolg. De technische vakken werden veel ingewikkelder, hybride vakken werden aangehangen, kregen zelfs voorrang (“studie project”). De nieuwe soort onderwijs bevorderde wel de spraakzaamheid van technici, maar niet hun fundamentele technische vaardigheid.

        Even goed (althans naar mijn ervaring aan een nederlandse universiteit, vergeleken met overzee) is het universitaire peil in NL ook teveel gedaald. Ik beperk me tot beta studies. Die hebben even goed te lijden gehad van de beperking in studietijd zowel als van hybridisaties ; van gemankeerde cohesie tussen vak-onderdelen en, ja, incompetente docenten (de soort, die vaak op radio en tv te horen en in de kranten te lezen is). Dat geldt niet voor iedereen en overal, maar wel té vaak. De ruimte (hier) laat niet toe, dit verder uit te diepen, maar de signalen zijn te sterk om te overzien.

        maarten

        • Grappig (TV/radio)
          Ik ben momenteel bezig met een deeltijd Master geschiedenis aan de UU.
          Waar ik niet zo’n behoefte aan had, waren de colleges van Maarten van Rossem (hij zal vast veel meer weten dan ik en ik zal hem zeker niet incompetent willen noemen, maar zijn kunstje ken ik nu wel).
          Maar heeft iemand wel eens van Jan Luiten van Zanden gehoord?

          Eenzelfde vergelijking als Maarten hierboven maakt, geldt dus voor mij persoonlijk. Liever de erudiete wetenschapper op de achtergrond, dan de mediagenieke “professor”.

    • hmz
      Heeft mevrouw Douma op dit moment zicht op het niveau van universiteiten en ook op dat van tien-twintig jaar geleden? Of is dit slechts een ‘gevoel’ dat ze uit.

      Historia vitae magistra

      • Niet alleen gevoel
        Ik heb twee studerende dochters, die verschillende faculteiten in verschillende steden bezocht hebben en bezoeken. Ik heb er een redelijk beeld van, temeer daar zij ook vrienden en vriendinnen hebben die studeren.

        Daarnaast hoef je alleen maar naar het aantal contacturen te kijken, de boterzachte competenties te lezen en het intellectueel enthousiasme van studenten te beschouwen. Eventueel kun je ook het aantal uren bijbaan of de energie die gestoken wordt in uitgaan ‘meenemen’.

        Vrijwillig een artikel of boek over je vak lezen omdat je het zo razend interessant vindt? Wat schuift dat? Studiepunten?

        Zeldzaam zijn ook degenen die actief zijn in een studentenorganisatie (die iets anders doet dan feesten organiseren), een faculteitsclub, een vrijwilligersorganisatie met idealen. Waar zijn de studenten die een rechtswinkel, een vakbond voor wetenschappers, een milieuwinkel, vrijwillig les voor buitenlanders, huiswerkbegeleiding voor achterstandskinderen, bieden?

        De algemeen maatschappelijke ontwikkelingen volgen, literatuur lezen, een krant lezen? Da’s alleen voor uitslovers.

        Dat is dan de Nederlandse toplaag voor de toekomst.

        • Maatschappelijke betrokkenheid
          Nu moet je de jaren 60, 70 en 80 niet idealiseren Hinke. Al die ‘maatschappelijke betrokkenheid’ was toch vooral fijn leven op kosten van de belastingbetaler. Studenten krijgen nu in verhouding veel minder geld van de overheid en kunnen geen tien jaar meer over hun studie doen. En -dus- zijn studenten zakelijker geworden.

          Het zijn andere tijden.

        • Die zijn er wel
          Er zijn wel studenten die actief zijn in een studentenorganisatie (die iets anders doet dan feesten organiseren), een faculteitsclub, een vrijwilligersorganisatie met idealen… die een rechtswinkel, een vakbond voor wetenschappers, een milieuwinkel, vrijwillig les voor buitenlanders, huiswerkbegeleiding voor achterstandskinderen, bieden.

          Dat is de echte *toplaag*.

  3. 11-12-13
    En het kan zo simpel zijn op het hbo:
    – Bachelor = schaal 10
    – Professionele master = schaal 11
    – Academische master = schaal 12
    – Gepromoveerd = schaal 13

    Er zijn natuurlijk altijd rare dingen. Als je op een lerarenopleiding werkt, dan moet je 1e graads bevoegd zijn in het schoolvak dat je geeft. Zo’n 1e graads is gelijk aan een professionele master. Maar wat als een drs. / mr. / ir. (= academische master) ook 1e graads bevoegd is? Dan heeft hij 2 masters.

    Ik ben zo iemand, om het internationaal te zeggen mag ik ‘MA MEd’ achter mijn naam zetten. Wil ik schaal 13? Natuurlijk. Maar 2 x master = 1 gepromoveerd? Ik weet niet of we dat gaan redden. Ik zou al blij zijn met een 12, want nu zit ik in 11.

    • MO-B > Professionele master
      En wat te doen met een |”professionele master” van 20 jaar geleden, toen MO-B geheten? Het niveau daarvan was, althans bij de exacte vakken, minstens gelijk aan de academische master van nu!

      • mo-b niet gelijk aan master
        Vroeger was alles beter. Als de professionele master weer op MO-B-niveau komt, praten we verder over S-12. Nu niet. De oude MO-B’ers kregen college van hoogleraren, op de huidige professionele masters zitten docenten niet gepromoveerd zijn, geen universitaire master hebben, maar gewoon zelf een hbo-master gedaan hebben. De MO-B is niet gelijk aan de huidige professionele master, dus zou ik zeggen dat die MO-B-docenten ook in 12 moeten komen.

        • *kuch*
          Ik heb mijn 1e graad scriptie (HBO 1e gr, maar van voor de Bama/MEd) met twee gepromoveerde docenten als begeleiders geschreven.
          Naast dat er meer promovendi rondliepen waren *alle* docenten aan de eerstegraads opleiding tenminste drs. Hetzelfde gold overigens voor de tweedegraads opleiding.

          Dat het nu minder is, ok. En inderdaad, op mijn oude opleiding lopen nu ook HBO MEd’s rond als docenten.

        • De huidige
          De huidige HBO-lerarenopleidingen plegen incest met hun eigen kroost: ze laten hun eigen afgestudeerden onderwijs geven aan hun studenten.

          En niemand die ingrijpt. Ik heb de hooggeleerde heer R.P. zelf dit probleem in een brief voorgelegd. Het (geparafraseerde) antwoord (weliswaar niet van hem zelf uiteraard): “De instellingen kunnen zelf het beste bepalen welke eisen ze aan hun docenten stellen.”

          Heeft de praktijk niet anders uitgewezen? zou ik dan zeggen.

      • waarschijnlijk ook bij de talen
        Ik herinner mij het verhaal over een biologisch met mij verwant persoon die niet vermocht de MO-B acte Engels te halen en toen maar met succes doctoraal examen Engels aflegde.
        Seger Weehuizen

        • Herkenbaar!
          Iets dergelijks heb ik ook gedaan: begin jaren 80 heb ik korte tijd een deel van de tweedegraadsopleiding voor wiskunde in deeltijd (MO-A) gevolgd. Voor het enige tentamen (voor veel vakken had ik vrijstelling) scoorde ik toen het cijfer 5,3.
          Twintig jaar later heb ik de eerstegraads opleiding wiskunde gevolgd. Voor de echte wiskundevakken (dus de flauwekulopdrachten, werkstukken, groepswerk, onderwijskunde e.d. buiten beschouwing gelaten) scoorde ik ruim een 9 gemiddeld. En dat komt niet doordat ik intussen veel beter was geworden: in de jaren ertussen heb ik mij nauwelijks met zuivere wiskunde beziggehouden.

Reacties zijn gesloten.