Een vergeten profeet

Op 17 september 1743 werd Markies de Condorcet geboren. Als zoon van een Franse aristocraat werd hij opgevoed en onderwezen door de Jezuïeten. Op zestienjarige leeftijd verdedigde hij zijn briljante wiskundige thesis voor een groep professionele wiskundigen en hij was eenentwintig jaar oud, toen zijn ‘Essay over integraalrekening’ werd gepubliceerd, bewonderd door o.a. d’Alembert en Lagrange. Op zesentwintigjarige leeftijd werd hij verkozen als lid van de Franse Akademie van Wetenschappen. Hij was achtentwintig toen hij de wiskunde vaarwel zei en al zijn aandacht ging wijden aan filosofie en economie, dromend van een transformatie van de wereld volgens principes, die we heden ten dage als liberaal aanmerken.
Bij de Franse revolutie speelde Condorcet als enige filosoof van betekenis een rol. Hij bepleitte de stichting van een Franse democratische republiek gebaseerd op algemeen kiesrecht en hij schreef een essay getiteld ‘Over het vrouwenkiesrecht’. Dat was zelfs voor zijn mederevolutionairen een schokkend betoog.
Maar de belangrijkste bijdrage aan de liberale erfenis van de Franse revolutie kwam met het rapport over onderwijs, dat hij op verzoek van de Franse Assemblee samenstelde. Zijn voorstel was glashelder: De overheid zou een nationaal systeem van onderwijs moeten inrichten voor lager, voortgezet en hoger onderwijs, dat vrij, seculier en gelijkelijk toegankelijk voor jongens en meisjes zou zijn. Priesters zouden niet langer als leraar mogen optreden. Condorcet was een fel tegenstander van elke vorm van indoctrinatie, religieus of politiek. Volgens hem is de opdracht van onderwijs niet het opdringen van bewondering voor het bestaande politieke systeem, doch in tegendeel het scheppen van een kritische geest tegenover het bestaande. Elke generatie zou zo verlicht moeten zijn, dat een generatie zijn bestuur zou kunnen inrichten overeenkomstig de eigen rede.
Condorcet werd te lastig voor de leiders van de revolutie. Toen hij een pamflet schreef, waarin hij de Jacobijnen verweet het geweld van de domme massa te hebben aangeroepen voor het najagen van hun ideeën, moest hij onderduiken om aan de guillotine te ontkomen. Onder deze omstandigheden begon hij aan zijn werk, ‘Schets van de intellectuele vooruitgang van de mensheid’. Voor dit werk is hij tot op de dag van vandaag in filosofische kringen het meest bekend gebleven. Maar zijn visie op onderwijs is actueler dan ooit en voor BON de moeite waard er bekendheid aan te geven.
Ofschoon Condorcet kan worden gezien als de vader van het Liberalisme van het Westen, was hij zeker geen multiculturalist. Hij stelde: Er is op aarde geen volk dat door de natuur is buitengesloten van de vreugdevolle beleving van vrijheid en het benutten van het verstand, al wordt de cultuur nog zo vaak beheerst door een elite, die de mensen dom en barbaars houdt, onontwikkelde slaven van die elite.
Op 8 april 1793 werd Condorcet dood in zijn cel aangetroffen, nadat hij uit zijn schuilplaats gekomen door de revolutionairen was gearresteerd.

Meer informatie is te vinden in het boek ‘The suicide of reason’ van Lee Harris (ISBN-13: 978-0-465-00203-0; ISBN-10: 0-465-00203-X).

2 Reacties

  1. Inzake Condorcet
    Ik zie hierboven dat Condorcet vond, dat het onderwijs een kritische geest ten aanzien van het bestaande moest scheppen. Dat vind ik een riskant uitgangspunt.
    Ik vind dat je pas kritisch over het ‘bestaande’ mag worden wanneer je zelf eerst een zeker overzicht over dat ‘bestaande’ hebt. Isaac Newton (hij was het toch?) zei niet voor niets dat hij zo ver had kunnen kijken door op de schouders van reuzen (‘het bestaande’, dus) te gaan staan. Niet door van meet af aan die reuzen tegen hun schenen te schoppen.
    In onze maatschappij zal die kritische attitude al gauw worden aangegrepen als excuus om waardevolle zaken met spoed bij het oud vuil te zetten. Bijvoorbeeld door ‘kritisch’ tegen cijferen of ‘feitjes’ aan te kijken. Ik neem aan dat die Condorcet dat heel anders bedoelde, maar ik weet zeker dat zo’n uitgangspunt de deur wagenwijd openzet voor minder scrupuleuze figuren. Iedereen kan zich wel ‘kritisch’ noemen. Ik durf te wedden dat Wallage zichzelf heel kritisch vindt.
    En zelfs wanneer dat woord ‘kritisch’ op een serieuze manier geïnterpreteerd wordt, kan een school dan leerlingen een ‘kritische attitude’ bijbrengen? Dat lijkt me nogal pretentieus.

    • Een vergeten profeet
      Met het ‘bestaande’ had Condorcet de politiek en de religie op het oog; niet de wetenschap, die de toets van de verificatie had doorstaan. Mijn samenvatting was te kort en oppervlakkig. Voor kritiek op het ‘bestaande’ moet je inderdaad zelf op het desbetreffende gebied goed ontwikkeld zijn.

Reacties zijn gesloten.