Om te bewaren: een lezers reactie op een brief van een schoolleider

De ingezonden brief van schoolleider Jan Beenen in de Volkskrant van 9 oktober

Donderdag: Hou goede leraar binnenboord
Jan Beenen, Bennebroek ( schoolleider voortgezet onderwijs), 09-10-2008 00:11

Lerarentekort? De vraag is hoe we de goede mensen binnenboord houden. In de komende jaren zal het tekort aan leraren snel toenemen.

Dat geldt niet alleen voor academisch geschoolde docenten (Forum, 7 oktober). Is de studentleraar een oplossing (Binnenland, 6 oktober)? Misschien. Hoe kunnen we goed functionerende jonge leerkrachten behouden voor de school? Veel startende docenten verlaten het onderwijs omdat aan het eind van het schooljaar eerst gekeken wordt of er in de eigen organisatie collega’s zijn die boventallig worden.
Afstappen van het principe last in first out en vervangen door een goed beoordelingssysteem
Ook krijgen beginnende docenten vaak jarenlang een aanstelling op basis van vervanging. Dit betekent onzekerheid over de baan en het aantal uren. Enige oplossing is: afstappen van het principe last in first out en vervangen door een goed beoordelingssysteem van medewerkers.

============
De reacties van ene Else Verwoerd

Else Verwoerd schreef op 10-10-2008 03:32 Waarschuw de redactie
Dank voor de complimenten, Rop en Rodriguez. Ik schrijf ook serieuzer getinte reacties. Zoals deze op de ‘brief van de dag’ zelf.

Twintig jaar geleden verkochten handige jongens ons de ‘privatisering’ van de publieke sector met reclametaal. Privatisering zou leiden tot ‘hogere kwaliteit voor lagere kosten’. Ik breng in herinnering: de NS, de PTT, het ziekenfonds. En zelfs het onderwijs, waarin schoolbesturen zijn losgezongen van de overheid en een extreme autonomie verwierven zonder directe, persoonlijke verantwoording of afrekening, dankzij de politieke wind van de ‘deregulering’ en de ‘autonomisering’.

We weten inmiddels wat er van die privatisering is terechtgekomen, en het stemt weinig tevreden. De staatsbedrijven waren nog nauwelijks in private handen, of de bestuurderen ‘saneerden’ de dienstverlening, verhoogden het reclamebudget en verhoogden vooral hun eigen salarissen. NS-lijnen werden opgedoekt, dienstregelingen beperkt, treinkaartjes duurder dan ooit, elke PTT- sorry TPG- sorry TNT-dienst die verder gaat dan 1 envelop onder de 20 gram met 1 postzegel is qua kosten verdrievoudigd, alsmede qua bezorgduur, de jaarlijkse zorgpremie en de kosten van de gezondheidszorg houden elkaar in een omhoog spiralerende wurggreep, en de overheid heeft elke controle op, laat staan sturing van, de kwaliteit en de resultaten van het onderwijs verloren. Of liever: bewust opgedoekt. De reclametaal van de privatiseringsjongens was achteraf toch niet zo betrouwbaar, zoals natuurlijk bij reclametaal hoort, maar dat wilden we even niet weten.

Tegelijk zijn de salarissen in die geprivatiseerde, gedereguleerde, verautonomiseerde voorheen-publieke-maar-nu-met-publiek-geld-gefinancierde sector astronomisch gestegen, zelfs tot ver voorbij het salaris van onze onvolprezen premier. Zonder dat de verdienste van deze ooit gladde jongens zichtbaar zijn. Zoals een financieel systeem dat gebouwd is op gebakken lucht en nepgeld ooit instort, zo stort ook een publieke sector die gebouwd is op reclametaal en nepdienstverlening ooit in. En wel als klanten in de gaten krijgen dat ze voor de gek worden gehouden door lieden die daar eigenbelang bij hebben.

Zo hebben schoolbesturen, verenigd in de VO-raad, zichzelfs onlangs een greep in de schatkist toegestaan: ze verhoogden hun salaris met maar liefst max. 37%. Ja, u leest het goed. Voor leraren konden er drie procentjes net van af, voor zichzelf hielden ze het op 37%. Zodat nu een baasje, vaak voormalige leraar die het lesgeven niet langer volhield, die in een maatpak in een Audi A6 rondtuft tussen tien ‘locaties’ van zijn ‘koepel’ om er koffie te drinken met de ‘locatiedirecteur’, nu ruim boven een ton verdient, hetgeen voor baasjes van deze baasjes oploopt tot 167.000 euro. Belastinggeld, hè? Dat ze niet zelf hoeven te verdienen, hè? Zij schuiven zichzelf daarmee een salaris toe dat vier tot vijf keer zo hoog is als dat van de beste eerstegraads leraar die zijn vak verstaat en dagelijks zijn leerlingen tot grote prestaties weet op te zwepen.

Dat zou zelfs nog niet zo’n ramp zijn, als deze baasjes en baasjes-van-baasjes er aan zouden bijdragen dat er in de klassen uitstekende leraren waren die uitstekend hun werk konden doen. Helaas is dat niet het geval, en deze nood en de gevolgen ervan beginnen zich steeds duidelijker af te tekenen, nu ook voor niet-ingewijden in het onderwijs.

Maar met de entree van deze duurbetaalde baasjes zijn de resultaten van het onderwijs gekelderd, volgens sommigen zelfs drastisch. Dat dit nog niet erg zichtbaar was in de examenresultaten komt alleen doordat de gedereguleerde scholen alle ruimte hebben om die examenresultaten handig te manipuleren en omdat het CITO de cijfers jaarlijks opkrikt tot een aardige verzameling voldoendes – hoe beroerd de leerlingen feitelijk ook presteren. Zo blijven onvermogen en wanprestatie onder de pet.

Ook is met de entree van deze baasjes het baasjesgedrag tot onverdraaglijke proporties toegenomen, hetgeen de goede leraren het onderwijs uitjaagt. Wat wil een goede leraar? De ruimte om uitstekend onderwijs te geven en zijn leerlingen veel te leren, en geen gezeur aan zijn kop. Wat kreeg de goede leraar van het baasje? Steeds minder ruimte om zijn vak uit te oefenen en steeds meer gezeur aan zijn kop. En daarbovenop: een beroerd salaris, nog beroerder voor de best geschoolde leraren, en een beloningssysteem waarin lesgeven slechter werd betaald dan achter een bureau zitten en de baasjes helpen. Dat systeem hadden de baasjes, als gemankeerde ex-lesgevers, natuurlijk zelf bedacht.

Het gevolg: nog nooit was de uitstroom van goede docenten uit het beroep zo groot. Nog nooit zagen we dat van de nieuwkomers in het onderwijs zóveel docenten binnen een paar jaar afhaakten, omdat het onderwijs, de beloning en de baasjescultuur hun slecht bevallen. Nog nooit wilden zo weinig academici het onderwijs in, niet alleen vanwege de beloning, maar ook omdat wat zij kennen als de core business van het onderwijs – kennis, leren, onderwijzen – door de baasjes wordt geminacht ten gunste van ‘activeren’, ‘ontwikkelen’, ‘reflecteren’ en ‘de boel bij elkaar houden’.

Nog nooit ook zagen we schoolleiders zó massaal onbevoegden voor de klas zetten. Stiekem, want de ouders en leerlingen mogen natuurlijk niet weten dat De Vries voor Nederlands of Jansen voor wiskunde geen dag van hun leven Nederlands of wiskunde studeerden. Zolang ze maar zessen en zevens geven aan hun leerlingen, kraait er geen haan naar dat De Vries en Jansen hun vak niet verstaan. Op andere punten vindt baasje schoolleider – die zelf geen dag van zijn leven Nederlands of wiskunde studeerde – hen ‘heel erg bekwaam’, ook al hebben ze dan geen ‘papiertje’. En zij hebben de vorige minister ervan overtuigd dat die dat oordeel best aan de baasjes kon overlaten. Zo staat inmiddels maar liefst bijna 40 procent van alle leraren onbevoegd les te geven. De minister wist niet beter dan van ‘bevoegdheid’ maar geen duidelijke eis meer te maken. Zo dereguleren we onszelf de afgrond in, en we lachen er bij.

Nu krijgen we dan een Jan Beenen in de krant, die ik niet persoonlijk ken, maar die baasjestaal uitslaat, zoals het een goed schoolleider tegenwoordig betaamt. Deze schoolleider, of hij nu in een Audi A6 rijdt of in een Renault 4, wil geen regels, zoals het een goed schoolleider tegenwoordig betaamt. Hij wil het allemaal zelf kunnen uitmaken: wie hij ontslaat en wie hij in dienst houdt. Hij wil de leraar met de midlife-crisis kunnen ontslaan ten gunste van de jonge (en lekker goedkope) hond, daarmee het onderwijs voor *iedere leraar* tot mijnenveld makend, waarbij het hoogste belang is het baasje te dienen. Zo wil Jan Beenen ongetwijfeld ook zelf uitmaken wie hij in schaal LB zet en wie in schaal LD; wie hij een extra periodiekje geeft en wie niet; of Jansen Nederlands mag geven, of wiskunde, of aardrijkskunde; of de schoolexamens volgend jaar soepeler moeten worden genormeerd dan vorig jaar; of zijn leraren kunnen lesgeven of dat ze moeten ‘surveilleren’ in de ‘zelfstudieruimte’; en of tweedegraders in de bovenbouw kunnen lesgeven. Deregulering ten gunste van de eigen macht. Zodat de Renault 4 ooit een Audi A6 kan worden.

In dit hele steekspel is er niemand – behalve misschien de leraar – die het belang van leerlingen scherp op het oog heeft en dient. Niemand die er verantwoordelijkheid voor neemt dat de leerling maximaal presteert, maximaal leert, de beste leraar voor z’n neus krijgt naar het oordeel van de leraren zelf, het eerlijkste cijfer op zijn diploma krijgt, en dat het geld dat school ontvangt uit ’s lands schatkist vooral, vooral en vooral wordt geïnvesteerd in goed onderwijs in plaats van in baasjes.

Met uitzondering misschien van de stille leraar. Die stil zijn werk doet en zich zo min mogeiljk probeert aan te trekken van de luidruchtige baasjes. De leraar die zijn vak en zijn leerlingen heeft om zich dagelijks te kunnen motiveren. Die dagelijks door baasjes wordt gesard, gepiepeld met POPs en PAPs en functiewaarderingssystemen die hem tot ‘uitvoerder’ bombarderen. Als deze stille leraar boven de vijftig is, houdt hij het vol of hij brandt af. Als hij onder de vijftig is, kijkt hij om zich heen voor een adnere baan. En als hij onder de 30 is, is hij spoorslags vertrokken. Tenzij hij dol is op baasjes. En hoopt er op een dag zelf een te worden.

Wat er moet er gebeuren, is: minder macht voor de baasjes. De overheid moet weer het heft in eigen handen durven nemen, en zorgen dat een aantal zaken goed geregeld zijn in het onderwijs. Dat zijn: hoge eisen. Duidelijke, betrouwbare en EXTERNE examens, zodat met de onderwijsresultaten niet langer masaal kan worden gesjoemeld. Ook moet de overheid durven instaan voor bevoegde leraren, en in verband daarmee betalen naar opleiding. Alleen zo stimuleer je opleiding, bijscholing en de nodige kwalificering van leraren. Ook moet de overheid de zeggenschap over de inrichting van het onderwijs regelen: weg bij het bestuur, terug naar de lerarenraad. Want niet-leraren verdienen niet de zeggenschap over het werk van wel-leraren. Leraren mogen en moeten worden afgerekend op hun resultaten, niet op hun aanpak. Tot slot moet verreweg het grootste deel van het budget dat scholen jaarlijks ontvangen (de ‘lumpsum’) worden geoormerkt voor het primaire proces: voor de werving en het behoud van goede leraren, voor klaslokalen, schoolboeken en faciliteiten voor leerlingen. Dat wat het hart van onderwijs uitmaakt, en waarmee onderwijs van uitstekende kwaliteit kan worden verkregen, onafhankelijk van het automerk van de schoolleider en diens afdracht aan de VO-raad.

Het mooiste van privatisering, deregulering en autonomisering is dat ze teruggedraaid kunnen worden, als de nood maar hoog genoeg gestegen is. We zagen het aan de nationalisering van Fortis, en we zagen dat het goed was. We zagen het aan de dwang van de VROM-minister op de NS om meer treinen op tijd te laten rijden; zonder die druk was dat nooit gelukt. We zien het aan de NMA, die KPN Telecom dwingt de tarieven te verlagen, wat ze zonder deze overheidsdwang nooit hadden gedaan. De overheid kan niet alles, maar we hebben de overheid ook niet voor niets. Zij moet haar plicht nakomen om te zorgen voor *goed onderwijs voor alle leerlingen* en daar niet een rare markt van maken met goed onderwijs voor sommigen, beroerd onderwijs voor velen, en een Audi A6 voor alle schoolleiders.

Else Verwoerd schreef op 10-10-2008 07:08 Waarschuw de redactie
Beenen is interim-manager op de een van de zwakste scholen van Nederland, waar een Rotterdamse wethouder laatst de ouders opriep hun kinderen maar van school te halen. Beenen geeft echter in een interview op het schoolweb aan dat het volgens hem héél goed gaat op school, dat de bal voor onderwijsverbetering bij de ouders ligt, en dat Beenen ‘afscheid wil nemen’ van leraren die niet mee willen doen aan ‘enthousiaste onderwijsvernieuwingen’.

Daarmee toont Beenen zich een manager die onder ‘managen’ verstaat: brave leraren die je naar de mond praten belonen, vazallen om je heen verzamelen, en andersdenkenden verstoten. Wat Beenen het zwaarst zou moeten laten wegen, is niet de kritische of onkritische houding, maar de resultaten van de leraren. Niet hun enthousiasme voor ‘onderwijsvernieuwingen’, maar hun ambacht die zich in resultaten uitbetaalt.

Geen wonder dat Beenen ook ‘enthousiaste’ leraren aantreft in zijn team, als hij als schoolleider de beloning voor ‘prestaties’ wil laten afhangen van de vraag of ze in zijn pas willen lopen. ‘Het gaat al veel beter’, aldus Beenen. Maar wie de objectieve inspectieoordelen van slechts enkele maanden geleden bekijkt, of de opbrengstenkaarten van de afgelopen examenjaren, komt tot de conclusie dat deze school nog steeds zwaar onvoldoende scoort. De leerlingen leren er domweg veel te weinig, en het is dan ook de schuld van de school dat zo weinig leerlingen hun diploma halen.

Ik daag Beenen uit hier in dit forum mee te delen, met harde cijfers, welk deel van de lessen op zijn school wordt gegeven door onbevoegde en onderbevoegde docenten, en welk deel van al die on(der)bevoegden nu in opleiding zijn en binnen twee jaar hun bevoegdheid zullen hebben behaald.

Als interim-manager Beenen toch wil ingrijpen op zijn school, moet hij zich niet exclusief richten op ‘het proces’, maar eerst en vooral op resultaten. Dat wil zeggen dat hij elk jaar een extern beoordeelde en genormeerde toets moet invoeren voor vakken die systematisch problemen geven. Alleen zo’n (tijdelijke) maatregel zorgt er voor dat leraren en leerlingen doen wat werkt, en alleen zo houd je leraren over die vakkundig genoeg zijn om hun leerlingen op weg helpen – in plaats van mee te doen aan ‘onderwijsvernieuwingen’ waarvan het zeer de vraag is wat die bijdragen aan de feitelijke resultaten.

Wat het personeelsbeleid voor jonge leraren betreft: Beenen mag als manager zelf uitmaken of hij hen een vast of een tijdelijk contract aanbiedt. Daar is helemaal niet voor nodig dat hij zich het recht toeëigent om in ruil voor een vaste betrekking voor nieuwkomers eerst de oudere, onwelgevallige docenten te mogen ontslaan.

Ook is het vreemd dat Beenen zich in tijden van oplopende lerarentekorten druk maakt om de arbeidsmarktpositie van instromers. Dat pleidooi zou twintig jaar geleden logischer geklonken hebben, want toen hadden jonge docenten het pas zwaar, vergeleken met nu. Ik kan Beenens oproep dan ook moeilijk anders lezen dan een verkapt pleidooi voor het recht van schoolleiders om dure, kritische docenten te mogen vervangen door goedkopee, kneedbare types.

2 Reacties

  1. Geen blad meer voor de mond
    Een heel goed verhaal. Wat mij opvalt in de ontwikkeling van de discussie over het onderwijs sedert de oprichting van BON is dat nu steeds meer mensen openlijk schrijven dat het in het geprivatiseerde gesubsidieerde onderwijs alleen nog maar om geld en macht gaat. De voorzichtige formulering van Professor Heertje dat dat het onderwijs kenmerken van maffiose organisaties vertoont zijn we al lang voorbij!
    Seger Weehuizen

  2. Verwoerd: prachtig betoog
    Inderdaad een pareltje dat de moeite van het bewaren waard is.
    Die Beenen is hier alleen maar een aanleiding voor een aanklacht met een veel bredere strekking. Het gaat niet alleen om zo’n Beenen, het gaat om een systeem dat corruptie en baasjesgedrag in de hand werkt en vakkundig docentengedrag ontmoedigt.
    Kwam zo’n Verwoerd maar eens in NOVA of een ander actualiteitenprogramma aan het woord, liefst met als opponent een van die (37%) graaiende baasjes.

Reacties zijn gesloten.