Elke minister tovert wel een konijn uit de hoed om het lerarentekort te lenigen. Hermans gaf schoolbesturen een lumpsum en vrij spel om mensen te werven voor het onderwijs, hoe onbevoegd en onervaren ook. Van der Hoeven zag heil in zij-instromers, mensen die elders op de arbeidsmarkt minder kansen voor zichzelf zagen dan in het onderwijs (dat zijn er vrij weinig meer, als je de laatste berichten mag geloven). En Van Bijsterveld (weliswaar geen minister maar ze gaat over het voortgezet onderwijs) heeft de student ontdekt als ‘leraar’.
Volgens haar nieuwe nota over de Lerarenopleidingen zet ze fors in op ‘universitaire bachelors’. Dat zijn studenten van wie we tot voor kort zouden zeggen dat ze hun studie nog niet af hadden, maar wel het derde jaar goed waren doorgekomen.
Want dat zijn academici. En academici kunnen alles.
Gelooft u die laatste zin? Ik niet. Een politicoloog kan niet zomaar biologielessen geven. En wie werkstukken van studenten geneeskunde inziet, weet dat je hen niet moet vragen om lessen Nederlands te geven. En heeft een slavist per se voldoende verstand van westerse geschiedenis om onze leerlingen daarin stevig in te leiden?
De vraag stellen is haar beantwoorden.
Toch is dit wellicht Van Bijsterveldts belangrijkste ‘oplossing’ voor het lerarentekort, dat zwaar over het vo hangt. In haar rapport is ze vaag over welke studenten ze wil werven, en wat de status van hun vakkennis is.
Naar het zich laat aanzien, wil ze bachelorstudenten gemakkelijk aan een tweedegraads bevoegdheid helpen: ‘een bevoegdheid om in het vmbo en de onderbouw van havo en vwo’ kan moeilijk anders gelezen worden. Dat is wat je als bachelor verdient na het volgen van een ‘educatieve minor’. Leraar word je tegenwoordig met een simpel bijvak, waar je betaalde beunbaan als stage kan gelden.
De tweedegraads bevoegdheid is geldig in 90% van ons onderwijs. Met de invoering van Van Bijsterveldts maatregel zorgen we er aldus voor dat in vrijwel het hele vo de *bevoegde* leraar niet meer over voldoende vakkennis hoeft te beschikken om vaklessen te geven. Dat *kan* toch nauwelijks de bedoeling zijn, denkt de verstandige lezer. Maar er zijn in het onderwijs wel raardere dingen gebeurd, dus dit angstscenario kunnen we maar beter serieus nemen.
Van Bijsterveld heeft haar plannen ontvouwd, maar de angel nog in het vage gelaten. Reken er maar op dat ze de reacties zal peilen, om te zien hoe de vlag er bij hangt. Daarom lijkt het mij gewenst dat BON een reactie laat uitgaan naar de staatssecretaris, waarin naast waardering voor haar poging om meer academici te werven, ook ernstige zorg wordt uitgesproken over haar bachelorplan. Namelijk over een uitwerking waarbij de vakkennis van de *bevoegde* bachelorleraar onvoldoende is gewaarborgd.
Voor de eerstegraads leraren zijn vorig jaar standaarden opgesteld t.a.v. de vakkennis die een bepaalde eerstegrader (Nederlands, Geschiedenis, Wiskunde etc.) in huis moet hebben om zijn bevoegdheid te verdienen. Voor het tweedegraads gebied waren dergelijke standaarden ook in de maak (ADEF-project). Aan de hand van zo’n standaard moet gemakkelijk zijn vast te stellen op welke punten de vakkennis van de psychologiestudent tekortschiet om wiskunde of Engels te kunnen geven.
Maar helaas: ik hoor niks meer van dat ADEF-project, en mijn argwanende inborst vermoedt daarin boos opzet dan wel een door OCW handig uitgebuit toeval. Als OCW juist allerhande soort bachelorstudenten wil werven, kan zij zo’n vervelende kennisdrempel niet gebruiken.
Van Bijsterveld had als beleidspunt om de tweedegraads opleidingen te verbeteren. Daaronder verstond zij ook: vakinhoudelijk te versterken. Prima. Maar dan moet ze niet onder haar eigen vermeende duiven schieten door tegelijk gemankeerde tweedegraders bevoegd te verklaren, omdat ze toevallig bij een universiteit collegegeld hebben betaald en een bachelorstudie sociologie hebben weten af te ronden.
Inzake (on-)bevoegde gogen
Toen ik studeerde waren de studenten en studentinnen sociologie, andragogie, pedagogie en psychologie voor 95% mensen die de exacte vakken op school zo snel mogelijk hadden laten vallen. Ik denk niet dat dat tegenwoordig anders ligt. Zo zou dus iemand die nu na een CM-profiel pedagogiek gaat studeren, na de helft van zijn studie bevoegd zijn om les te geven in een vak dat hij op het atheneum in de onderbouw al slecht kon volgen en in de bovenbouw al helemaal niet meer: scheikunde, natuurkunde of wiskunde.
Je moet er toch niet aan denken. En je kan je toch niet voorstellen dat mevrouw -dt daar de zotheid niet van inziet. Maar zoals Couzijn al zegt hebben we de laatste jaren al meer absurditeiten meegemaakt.
’t Is er wel… maar of het wat is?
Iedereen kan de kennisbasis raadplegen op www.kennisbasis.nl
Op zich is navigeren door die website al een studie op zich, maar als je er zo’n beetje doorheen fietst dan word je daar niet erg vrolijk van, denk ik. Het gaat namelijk nergens over. Bij WISKUNDE staat bijvoorbeeld bij ‘Theoretische kennis’ onder het kopje ‘Functiebegrip’:
“Lineaire, machts- en veeltermfuncties Exponentiële en logaritmische functies Periodieke functies Samenstellen functies Inverse functies Parameterkrommen en poolkrommen Inleiding functies van 2 variabelen”
Volgens mij kan je daar alle kanten mee op. Is dit kennis? Of is ‘ja daar heb ik wel ’s iets over gehoord… ooit…’ wel voldoende? Over welk niveau hebben we ’t hier dan eigenlijk? Nog een voorbeeld? Onder het kopje ‘Complexe getallen’:
“Inleiding Vergelijkingen Toepassingen”
Zo… briljant… dat kan ik volgens mij in 5 minuten uitleggen… Kennisbasis? Ik zie ’t niet…:-) Nog een voorbeeld dan maar? Onder het kopje ‘Kansrekenen en statistiek’:
“Onzekerheid”
Dat gaat helemaal nergens meer over. Het ‘voldoen’ aan ‘de kennisbasis’ lijkt mij voor een derdejaars wiskundestudent (m/v) absoluut geen probleem. Dat is niks! Maar misschien als iedereen nu maar blijft roepen dat het ‘wat is’ dan wordt het misschien ‘nog wat’?
Zie bijvoorbeeld Kennisbasis lerarenopleidingen loopt vooruit op plannen van Bijsterveldt
Volgens mij wordt dat niks…:-(
Hoe het niveau van vakkennis deugdelijk te bepalen?
Ha fijn, bedankt voor de link! Ik had al ruim een jaar niks meer van dit ADEF-project gehoord en ook de lector bij wie ik navraag deed, gaf vooralsnog geen antwoord.
Inderdaad is het resultaat tot op heden wat gemankeerd. Mijn eigen vak, Nederlands, staat er niet eens bij! Wie zou dat nou weer op z’n geweten hebben.
Net als bij de vakinhoudelijke standaard voor eerstegraads opleidingen is er het probleem, en jij benoemt dat terecht, dat domeinaanduidingen of begripsaanduidingen nog geen niveauaanduidingen zijn. Dus als er zou staan ‘kennis van de West-Europese literatuurgeschiedenis en interpretatie van West-Europese literaire werken’ dan kun je daar nog alle kanten mee op. Zo ook met de term ‘onzekerheid’ in de statistiek.
Gelukkig belooft Doekle (via de andere link die je in je bericht vermeldde) dat er gewerkt wordt aan een extern gevalideerde toets, die in de tweedegraads opleidingen gebruikt moet worden. Het lijkt me een ontzaglijke klus om zulke toetsen te maken, voor alle vakken, in een goede aansluiting op de curricula (al moet dat natuurlijk andersom: de curricula moeten zich richten naar de toets). Het is te hopen dat die toets de autoriteit verwerft die deze verdient.
Of moeten we de niveautoetsing soms overlaten aan individuele docenten aan de hbo-lerarenopleidingen?
Niveautoetsing
Ik vermoed dat de kennisbasis het ‘product’ is van jarenlang overleg van de lerarenopleidingen. Ik vermoed zelfs dat die kennisbasis dan het uitgangspunt zal moeten zijn van de extern gevalideerde toetsen. Dat laatste is niet alleen een ‘ontzaglijke klus’, maar een ‘onmogelijke opgave’. Gezien het ontbreken van niveauaanduiding moet waarschijnlijk alles opnieuw. Om ‘niveau’ te kunnen garanderen zul je het eerst eens moeten zijn over het ‘niveau’ lijkt mij.
Is dat niet wonderlijk? Wel nee, het oogt goed op papier. Dat zijn we in het HBO wel gewend. Louter cosmetische ingrepen. Ik ben bang dat het met die niveuatoetsen ook niks wordt…
Over kennisbeunhazen…
De kennisbasis, onderdeel van een opgeheven site van de Hogeschool Utrecht lijkt voor het vak scheikunde totaal verouderd! Vele onderdelen zijn met de komst van de Tweede Fase/Studiehuis uit de lijst van vaardigheden geschrapt.
Op leroweb een rapportage over het Project Kennisbasis (september 2003), een project uitgevoerd in opdracht van de gezamenlijke directeuren van de tweedegraads lerarenopleidingen (ADEF) en het Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren (SBL).
Rechts actuele informatie.
Misschien iets off-topic, maar zo actueel: de reactie van Arnold Heertje op uitspaken van Ralph Pans in Goede morgen Nedrland Radio…
Koppeling vak – bevoegdheid?
In al mijn onschuld meende ik dat er bij dit plan sprake zou zijn van een koppeling tussen het gevolgde studievak en de bevoegdheid. B.v.: een bachelor geschiedenis die er de 2e graads bevoegdheid geschiedenis naast kan halen. Feitelijk wordt het dan een ‘versnelde 2e graads lerarenopleiding’. Voor een universitair niveau in vergelijking met een HBO-lerarenopleiding misschien nog niet eens zo gek.
Maar die koppeling is er dus niet?
Da’s wèl gek.
Verwijtbare nalatigheid
‘Gek’ is heel vriendelijk uitgedrukt.
De onduidelijkheid in Van Bijsterveldts berichtgeving die bij jou de verkeerde indruk deed ontstaan, verklaar ik niet uit toeval. Politici hanteren de onduidelijkheid als instrument zoals chirurgen hun scalpel. Van B. laat hier een ballonnetje op waarvan we later, als hij hoog en droog in de lucht hangt, pas de kleur te zien krijgen.
En ‘onschuld’ tonen in de omgang met politici is een duidelijk geval van verwijtbare nalatigheid… 🙂
Onschuld
Daarom ben ik geen politicus geworden 🙂
(ook geen autoverkoper trouwens)
Onduidelijk
Het is vooralsnog onduidelijk of die koppeling tussen schoolvak en studievak er is. Van Bijsterveldt lijkt zich daar bewust over op de vlakte te houden.
bac bevoegdheid
Ik ging er ook vanuit dat je bevoegdheid een relatie had met de studie die je deed. Ik was dus helemaal niet tegen dit nieuwe plan. Maar blijkbaar zag ik het verkeerd, want je mag dus zelf bepalen tot welk schoolvak je je om laat scholen. Als dit betekent dat een socioloog-bac binnen 30 studiepunten leraar biologie kan worden (ik noem maar een dwarsstraat), dan ben ik absoluut tegen.
Wie kan vertellen hoe het nu precies zit met deze plannen?
De wet van het Nederlandse onderwijs *)
*): Vrij naar Douglas Hofstädter.
De Wet van het Nederlandse Onderwijs (WNO) luidt als volgt:
WNO:
“Elke interpretatie van een nieuw onderwijsplan blijkt te positief, zelfs als je rekening houdt met de WNO”
Grappig
Couzijn: “En wie werkstukken van studenten geneeskunde inziet, weet dat je hen niet moet vragen om lessen Nederlands te geven.”
Ik hoorde onlangs een echo van mijzelf toen ik een UU-docente in de masterfase (!) tegen de studenten met nadruk de volgende opmerking hoorde maken: “zaken als d/t-fouten, gebrekkig Nederlands etc. kosten je punten voor je scriptie!”
Inderdaad, als de Nederlandse taal in het PO en VO wordt verwaarloosd, dan wordt ’t (bijna) nooit meer wat.
Dalende lijn…en nostalgie?
Wij spreken nog over eerstegraads, maar is dat geen nostalgie, idealisme en nog wel van deze tijd?
Enkele decennia geleden, bij de oprichting van de lerarenopleidingen, moest men twee vakken kiezen om daarin te worden opgeleid. Vakkennis ging naar de tweede plaats en pedagogiek en didactiek kwamen op de eerste plaats.
Het was voldoende om een paar bladzijden in je boek op de leerlingen voor te zijn.
Als docent word je nu lastig gevallen met studiepunten, want in het hoger onderwijs draait alles niet meer om kennis of vakinhoud, maar om studiepunten.
Daar komt ook het bovenstaande uit voort.
Studenten kunnen de lessen wel overnemen en de oude docenten kunnen maar beter met pensioen, want het onderwijsconcept is veranderd.
Totdat ook deze zeepbel wordt doorgeprikt, maar dat zal nog wel even duren.
Voorlopig willen de staatssecretaris, hogescholen en universiteiten voor een dubbeltje op de eerste rang.
Klopt niet Hals
In de eerste aparte lerarenopleidingen (daterend van begin jaren ’70) werd een zeer substantieel aandeel van de lessen besteed aan vakkennis. Er werden stevige toetsen afgenomen. Daarnaast werd er natuurlijk aandacht besteed aan pedagogiek, didactiek en het opdoen van praktijkervaring.
Het gezever rond zelfstandig werken, activerende werkvormen etc. is pas van véél later.
Verschillen tussen universitaire en hbo-lerarenopleiding
Ik wil er voor pleiten om, als we over lerarenopleidingen spreken, duidelijk te maken over welke opleidingen het hebben. De hbo- of de universitaire lerarenopleidingen of allebei?
Ik benadruk nog maar eens dat studenten die via de universitaire route een eerstegraads bevoegdheid willen behalen, eerst vier of vijf jaar vakstudie doen, en dat ze daarna een post-masteropleiding doen die voor de helft bestaat uit een praktijkstage in het vo (onder- en bovenbouw) en voor de andere helft uit onderwijskunde, vakdidactiek en andere beroepsgerichte zaken. Het ‘gezever rond zelfstandig werken, activerende werkvormen etc.’ maakt van deze opleiding slechts een zeer bescheiden deel uit.
Wat jij over ‘de eerste aparte lerarenopleidingen’ schrijft, komt sterk overeen met zo’n universitaire opleidingsroute: een substantieel deel (>80%) aan vakkennis, vakinhoudelijke toetsing die ‘stevig’ is, althans onder verantwoordelijkheid van de faculteiten worden afgenomen, en daarnaast natuurlijk aandacht voor pedagogiek, didactiek en het opdoen van praktijkervaring.
Kortom, het is niet fair om de universitaire en hbo-lerarenopleidingen op dezelfde hoop te gooien.
Vakkennis 2e-graads
Toen ik in 1984 als amanuensis bij de VLVU Natuurkunde kwam werken was vakkennis primair en vakdidactiek etc. kwamen daar direct achteraan. Maar de studentenaantallen hadden toen al een snoekduik genomen en geen enkele werving op basis van vakkennis kon daar iets aan veranderen.
Krijgen ze trouwens op de huidige lerarenopleidingen nog bij voorbeeld Maxwellvergelijkingen? Ik ben er alweer heel lang uit, maar ik herinner mij dat het toen een berucht struikelblok was. Ze moesten de tentamens hierover echter wel halen, geen discussie.
Inzake Maxwell vergelijkingen
Ik weet het niet zeker, maar het lijkt mij haast onmogelijk. Een bekende van mij volgt de tweedegraads-opleiding natuurkunde. Hij heeft als vooropleiding alleen HAVO en PABO. Aangezien je voor die Maxwelltheorie een heel behoorlijke portie universitaire wiskunde moet hebben gehad (vektoralgebra, differentiaaloperatoren, begrippen als gradient, divergentie en rotatie moeten bekend zijn, Fourier- en Taylorreeksen, en nog veel meer) lijkt het mij onmogelijk dat iemand met alleen maar HAVO-wiskunde dat soort zaken op een zinvolle manier kan bestuderen. Tenzij ze op die 2e-graads opleiding driekwart van de tijd aan wiskunde besteden; maar dat lijkt me onwaarschijnlijk.
Zeker niet onmogelijk
In die tijd (midden jaren 80) gaf ik les op een HTS, afdeling elektrotechniek, over elektromagnetische velden. Het ging om 1e of 2e jaars, waarvan de helft MBO (MTS) als vooropleiding had, een kwart HAVO en een kwart VWO. Makkelijk vonden ze het uiteraard niet, maar er kwamen wel degelijk vectoralgebra, differentiaaloperatoren, gradiënt, divergentie en rotatie in voor.
Het wiskundeniveau van de HAVO was toen overigens wel hoger dan nu. Wiskunde A bestond nog niet, op VWO was er nog een keuzevak wiskunde II (heel wat moeilijker dan wiskunde D nu), en er werd per week in 5 havo 5 uur wiskunde en 5 uur natuurkunde gegeven, en dat waren lesuren van 50 minuten.