Het is een bekende paradox dat mensen die de top bereiken vaak precies degenen zijn die die top niet hadden moeten bereiken. Met hun sterke manifestatiedrang en hun niet-aflatende ambitie , hun overdosis enthousiasme, hun werk- en vechtlust, hun gebrek aan empathie voor tegenstanders, hun meer dan positieve zelfbeeld en hun behoefte dingen te sturenof ergens een stempel op te drukken, overschrijden zij gemakkelijk de grens tussen het min of meer normale en het pathologische.
………Door alle speciale aandacht die topfiguren ten deel valt, alle likkers en lakeien die onherroepelijk in hun entourage samenklonteren, al het applaus en al de bewonderende blikken die hun verschijning losmaakt, alle privileges, bodyguards en luxe, het isolement en de vervreemding van de gewone wereld, kunnen ze gemakkelijk gaan denken dat ze uitverkoren, onvervangbaar en onmisbaar zijn, dat ze een grootse missie hebben – ze vallen ten prooi aan hubris.
uit: Als de leider ziek is door Olaf Tempelman, Volkskrant 12 sept 2008
anecdote
Geachte malmaison2,
Er is een anecdote van oud-minister Diepenhorst. Die liep een keer met zware tassen van zijn werkkamer via de trap naar beneden. Onderaan de trap had de schoonmaakster een emmer laten staan die hij bijna niet gezien had. Kwam-die de schoonmaakster even verder tegen.
Diepenhorst (boos): “Ik had er wel mijn nek over kunnen breken.”
Werkster: “En wat dan nog?”
(bron prof. dr. ir. J.J. Ritzen, De Minister, een handboek, Amsterdam, Bert Bakker, 1998, p. 27)