Eisen aan een docent Nederlands op een Pabo

Ik zag een vacature voor een docent Nederlands op een Pabo. De functie-eisen waren de volgende:

Kennis en vaardigheden

  • Onderwijsbevoegdheid Nederlands;
  • Ervaring met adaptief onderwijs;
  • Oog, zorg en respect hebben voor de studenten;
  • Een innovatieve houding van waaruit samen met anderen de opleiding wordt verbeterd en doorontwikkeld. Uitgesproken teamspeler;
  • Bereid zijn zich te ontwikkelen in de zes kerncompetenties voor medewerkers van XXXXX , te weten: Sturen op zelfsturing; Inspireren; Werken in teamverband; Werken in een brede context; Reflecteren en Ontwikkelen; Kwaliteit verbeteren.
  • Kennelijk is ook een tweedegraadsbevoegdheid voldoende en is er verder geen enkele wens tot specifieke vakkennis.
    De rest wordt wel duidelijk puntsgewijs uiteengerafeld. Zou je hierop reflecteren (;-) als je bijvoorbeeld wel oog en zorg hebt, maar geen respect voor studenten, of als je wel teamspeler bent, maar de status van uitgesproken teamspelen nog niet helemaal hebt bereikt? Wat is werken in brede context eigenlijk? Als Neerlandicus zal de betekenis van deze eis je toch volslagen duidelijk moeten zijn. Goed ook dat er duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen “kwaliteit verbeteren” en “reflecteren en ontwikkelen”. Wat is overigens een “kern”competentie? Zijn er ook schil competenties? Of zijn dat omgevingscompetenties in een brede context? Is het mogelijk dat iemand die Nederlands gestudeerd heeft hier iets van snapt?

    10 Reacties

    1. Goed idee
      Het idee van Ton Duif, voorzitter van de vereniging van schoolleiders basisonderwijs, om alle PABO’s op te heffen, is daarom uitstekend.
      Dit gaat werkelijk nergens over.

    2. Mij niet gezien
      Respect voor studenten lijkt mij een zo basale functie-eis, dat ik mij afvraag waarom die is opgenomen. Slechte ervaringen met uitgesproken hufterige docenten? Een door het management gewenste specifieke invulling van ‘respect’, die potentiële kandidaten geacht worden via ESP op te pikken? Ik vind het maar vaag. Zorg voor studenten is al evenzeer voor meerdere uitleg vatbaar. Wel fijn dat kwaliteit verbeteren in het lijstje staat, ook al is het achteraan. Maar ja, wat versta je onder ‘kwaliteit’?

      Kerstman, zoals je weet ben ik in het bezit van een eerstegraads en inmiddels ongetwijfeld hopeloos verouderde lesbevoegdheid in de Nederlandse taal- en letterkunde. Helaas helpt dit mij geen ene zier bij het doorgronden van deze functie-eisen. Mijn gezond verstand helpt wel. Modieuze newspeak, nieuwe zweverigheid: daar moet ik echt niet wezen. God zij dank heb ik een fijne baan…

      Prettige vakantie gewenst. En…. Kerstman, probeer jij ook een beetje los te komen van je werk en alles wat dat met zich meebrengt?

      • Afdeling PR aan het werk
        Misschien ter geruststelling: de advertenties van hedendaagse grote onderwijsinstellingen worden door ‘professionals’ (afdeling PR en Marketing) gemaakt. Zij kwaken op bevel van het management het kikkers welke wij in advertenties onder ogen krijgen. Vaak krijg je een ander, en soms ook een gunstiger, beeld als je met de betreffende mogelijke collega’s in contact treedt.

    3. Inzake voortplanting
      Deze advertentie lezend krijg je een goede indruk van wat er op deze PABO speelt. Belangrijkste vereisten zijn hier: gehoorzaamheid, een handigheid in het reproduceren van nietszeggende frasen en onwetendheid. Een volstrekt incapabele leiding probeert nog meer incapabele figuren de organisatie binnen te loodsen.
      Mensen met een pessimistisch wereldbeeld refereren er vaak aan dat domme mensen veel meer kinderen krijgen dan intelligente. ‘They procreate like there’s no tomorrow’ (ze planten zich voort als bezetenen) zegt men aan gene zijde van de Noordzee.
      Als ik dergelijke advertenties zie, dan krijg ik ook zulke gedachten.

      • Pessimistisch duitje
        Een pessimistisch duitje van mij in het zakje;-).

        Incapabele mensen hebben het liefst incapabele mensen om zich heen. Dat voelt prettig en vertrouwd. Zo groeit de groep incapabelen die in en rondom het onderwijs werkt, organisch en gestaag aan.

        Een schooldirecteur met een tweedegraads bevoegdheid vindt eerstegraders maar vreemde wezens, een universitaire opleiding iets zweverigs dat met ‘echt’ onderwijs niets te maken heeft, en een promotie iets volkomen belachelijks en elitairs. Mensen met academische kwalificaties verstoren enkel maar de rust van dit eenvoudige wereldbeeld, waarin plannen en roosters maken gelden als zeer verheven menselijke competenties.

        De verzelfstandiging van scholen heeft een grote groep middelmatige mensen een kans gegeven zich met dergelijke kinderlijke competenties als manager ‘belangrijk’ te maken, en wel ten koste van mensen met sterke inhoudelijke kwalificaties. De haat en rancune ten top.

        • Ondergekwalificeerde benoeming
          De school waar ik werk probeert zich te afficheren als VWO-school. Men is druk bezig met extra talen, nieuwe vakken, excursies, enfin, het hele repertoire dat elke andere school ook al uit de kast heeft gehaald. Voorlopig hebben we er weinig succes mee. Wie staat er aan het hoofd van deze campagne? Een van de vele uit het basisonderwijs afkomstige leerkrachten die zelf geen VWO-diploma hebben; laat staan zich een voorstelling kunnen maken van de universitaire wereld.
          Pluspunt van deze figuur is natuurlijk dat hij goed thuis is in het basisonderwijs. Maar je merkt dat hij zich niet goed kan verplaatsen in de beweegredenen van goed opgeleide ouders, en zijn doelgroep is slimmer dan hijzelf.
          Zijn benoeming op die plaats is een symptoom van wat u hierboven beschrijft. De rancune is (onderhuids) goed voelbaar.

          • Schoonheid in het abstracte
            Als een school een VWO+-klas wil oprichten (op scholen met een gymnasiumstroom vaak pre-gymnasiumklas genoemd omdat men vanwege oude middenschoolidealen of om praktische redenen in de brugklas nog niet met klassieke talen wil beginnen en de aanwezigheid van zo’n stroom de school meer status geeft) liggen de extra’s vaak op het gebied van maken en toepassen en van het concrete of spectaculaire: meedraaien in een echt laboratorium, een eigen website maken, sterrekunde en zweefvliegen. (Die neiging zie je ook bij de indeling van de β-profielen: Natuur en GEZONDHEID en Natuur en TECHNIEK). Als er een vreemde taal gekozen wordt is het meestal Spaans omdat dat een wereldtaal is en geen Italiaans voor de opera, waar liefhebbers van klassieke muziek veel meer aan hebben. Het zou ook een zinvolle integratie met het vak Muziek kunnen opleveren. Chinees en Japans zouden nog het voordeel hebben dat het geen Indo-Europese talen zijn en daardoor zowel een extra uitdaging bieden als extra inzicht in talen in het algemeen kunnen verschaffen. Algemene taalkunde of Aristoteliaanse logika lijkt mij ook erg interessant. Op β-gebied zijn er zo veel meer abstracte onderwerpen: Entropie, Symbolische Logica en Booleaanse Algebra, Speciale Relativiteitstheorie en Euklidische Meetkunde. Maar dit zijn onderwerpen waarop waarschijnlijk alleen maar universitair gevormde public relations mensen van scholen die een β-achtergrond hebben zouden komen.Seger Weehuizen

            • Inzake mogelijke extra’s
              U neemt in uw laatste alinea wel heel grote stappen, mijnheer Weehuizen. Entropie is een begrip uit de thermodynamica waarmee ik pas in mijn nakandidaats studie kennis maakte. Om thermodynamica uit te kunnen leggen moet er toch eerst een zeer degelijke (o.a. wiskundige) basiskennis aanwezig zijn. De kloof tussen de praktijk van nu (leerlingen hebben de grootst mogelijke moeite om bij simpele warmteberekeningen één lineaire vergelijking met één onbekende op te lossen) en zoiets als een kringintegraal over dQ / T is veel te groot. Ziet u ze bij mij al in één lokaal zitten?
              Ik begrijp wel dat u de goede leerlingen allemaal bij elkaar zou willen zetten, maar zelfs dan denk ik dat zulke stappen wat te groot zijn. Met de strekking van uw betoog ben ik het natuurlijk helemaal eens.

            • Wanordelijkheid
              Het statistische begrip entropie is makkelijker uit te leggen. Wanorde als maat voor het natuurlijke verloop van processen; zelfs de onderwijspolitiek kan als schoolvoorbeeld dienen. Maar hopelijk trekken de leerlingen daaruit niet verkeerde conclusies.

    4. Adaptief onderwijs
      Even googelen en we zitten in de wereld van het krachtig onderwijs, het nieuwe leren, het APS, Stevens.
      “Doorontwikkelen, uitgeproken teamspeler”. Als docent met een meer aan BON gerelateerde visie, met hart voor vooral Nederlands (en kennis), kom je er waarschijnlijk niet in. Dus degenen die hierop reflecteren weten waar ze aan toe zijn. Het gekke, of niet gekke is dat ik me in een aantal uitganspunten van het adaptief onderwijs best kan vinden. . Bijv. als je als beeld van ouderwets onderwijs op de APS site een plaatje krijgt voorgeschoteld van een leraar die zijn leerlingen als marionetten aan een touwtje houdt. Ik bedoel: wie wil nu niet aansluiten bij het ontwikkelingsniveau en de leersituatie van leerlingen en hun vermogen zelf te ontdekken. Maar het is zo vreselijk doorgeschoten naar een bepaalde kant dat het vak Nederlands bijna helemaal uit zicht verdwenen is. Het is een beetje de omgekeerde wereld. Brede context zegt me niets maar ik ben ook geen Neerlandicus. Naar mijn mening moet de context zijn het vak Nederlands geven; spelling, grammatica, zinsbouw, formuleren, schrijven, literatuur, op een moderne manier maar wel in de eerste plaats in die context. Ik denk dat je dan tot een wat andere manier van het opstellen van je advertentie komt en tot andere accenten. Hier staan een (bepaalde) didaktiek en onderwijskundig model centraal , niet meer als hulpmiddel maar allesoverheersend. Als ik zou solliciteren zou ik dat inbrengen maar ik vraag me af of ik dan een goede teamspeler gevonden word, die wil doorontwikkelen. Ik hoop dat ik een beetje duidelijk ben want ik geraak altijd wat in de war als ik de site van APS heb bezocht.

    Reacties zijn gesloten.