De aantrekkelijkheid van het gymnasium is niet voor alle leerlingen gelegen in de mogelijkheid om daar Latijn en Grieks te leren. Als je hart werkelijk naar de klassieke talen uitgaat ben je misschien beter af op een grote scholengemeenschap waar je behoort tot het selecte groepje liefhebbers van die talen. Sommigen gaat het om het intellectuele klimaat dat er heerst, sommigen zoeken “ons soort mensen” en intelligente leerlingen willen er graag zijn vanwege de hoge eisen die daar gesteld worden. Het Gymnasium is het enige type reddingsboei dat de vernieuwlingen en de gelijkschakeling in het onderwijs heeft overleefd.
Het voortbestaan van het Gymnasium als instituut waar de klassieke talen grondig worden bestudeerd en de klassieke schrijvers in hun eigen taal worden gelezen wordt nu ernstig bedreigd door de aantrekkingskracht die die scholen uitoefenen op leerlingen voor wie de klassieke talen bijzaak zijn en het tekort aan docenten klassieke talen. Voor de genoemde leerlingen zouden er alternatieven moeten komen.
Er zijn grote scholengemeenschappen die beweren een “modern” Gymnasium te zijn omdat er veel in het Engels wordt les gegeven. Vanuit de Middeleeuwen gezien hebben ze gelijk. Engels heeft de rol van de taal van de wetenschap zoals dat toen voor Latijn gold. Newton publiceerde nog in het Latijn.
Andere scholen zijn met een Technasium gekomen. Hier wordt duideklijk dat zo’n Technasium bedacht is door mensen die zelf niets met β-vakken hebben. Zij denken dat leerlingen die zich aangetrokken voelen tot deze vakken verschrikkelijk graag dingen willen maken. Techneuten met een soldeerbout in hun hand. Maar de wiskunde en de natuurwetenschappen hebben hun eigen aantrekkingskracht en esthetiek. Leerlingen met aanleg en belangstelling voor wiskunde vinden wiskunde leuk om de wiskunde zelf. DAARNAAST vinden zij het meestal een uitdaging om haar toe te passen. De vele mogelijkheden in de Natuurkunde om met het begrip energie te werken geven dat vak een stuk fascinatie. Het karakter van licht in overeenstemming te brengen met ons idee van ruimte is een uitdaging. Waarom zouden er geen zelfstandige Bètaniën kunnen worden opgericht waarin leerlingen hun fascinatie voor de β-vakken kunnen uitleven? Met extra vakken zoals Booleaanse Algebra en in de brugklas Euklidische meetkunde later gevolgd door niet-Euklidische meetkundes? En bij de Natuurkunde uitgebreide beschouwingen over entropie, een grootheid die ons verteld in welke richting energie-uitwisselings-processen verlopen?
Om historische redenen mogen op de Gymnasia vanaf de eerste klas als extra vakken de oude talen gegeven worden. Waarom zouden er dan ook niet Bètanieën met extra “zware” vakken op het gebied van de natuurwetenschappen mogen komen?
Een technasium voor de β-kant zie ik in elk geval niet als een evenknie van het Gymnasium aan de α-kant .
Seger Weehuizen
Reacties zijn gesloten.
Technasium is LTS
Ondanks de misleidende uitgang, die niet voor niets verwijst naar de uitgang van het gymnasium, lijkt mij het Technasium gewoon een goede LTS; niets meer en niets minder.
Nee dus
Een goede LTS leidt vakmensen op en dat doet geen enkel “Technasium”.
Ook lopen ze er niet in hun tech-je.
Ik begrijp, Seger,….
…daaruit dus eigenlijk de oude HBS?
Van HBS-B naar Bètanie
De Hoogere Burger School richting B was een gouden greep in de geschiedenis van ons onderwijs. Een volwaardige vooropleiding naar de studie in de natuurwetenschappen in de tijd dat de Gymnasia zich nog helemaal op het leren van Latijn en Grieks richtten. Een kip die gouden eieren legde voor de Nederlandse samenleving. Zij zorgde ervoor dat kinderen uit families zonder academische traditie konden toetreden tot de intellectuele en wetenschappelijke elite van onze samenleving. Ze stelde hoge eisen aan de leerlingen want er was nog een groot reservoir aan ongebruikt talent. Hoewel HBS-B een opleiding in de richting natuurwetenschappen was zorgde het leren van 3 moderne talen waarbij literatuuronderwijs gegeven werd en de leerlingen boeken van literaire waarde in die talen moesten lezen ervoor dat deze kinderen ook een culturele ondergrond kregen. En dat gebeurde allemaal in slechts 5 jaar!
Toen mede dankzij deze kip Nederland na de tweede wereldoorlog een zeer welvarend land land geworden was dachten veel mensen dat we de kip niet meer nodig hadden en werd ze geslacht. Het tijdperk van het grote potverteren was aangebroken.
Een Bètanie zou een waardig opvolger voor de HBS-B geweest kunnen zijn.
Seger Weehuizen
Betanië…..
Het bijbelse Betanië is nu het gehucht et Tur op de top van de Olijfberg. Vroeg in de 5e eeuw werd Betanië of Betfage geïdentificeerd met een plaats waar een kapel stond waarvan vroeger werd aangenomen dat het de plaats was “waar Maria , de zuster van Lazarus, de Heer ontmoette’. Daar staat nu de moderne Betfage kapel van de Franciskanen. Mattheus zegt dat Jezus in Betfage de ezel besteeg en de processie begon. Hij bevond zich toen dus op het hoogste punt van de Olijfberg. Daar hebben natuurlijk ook de bewoners van Betanië, (met de opgewekte Lazarus) zich bij de processie aangesloten. Reken maar dat de menigte met Lazarus aan het hoofd, razend enthousiast was. De Betaniërs konden over die opzienbarende gebeurtenis niet meer hun mond houd. Ze waren er vol van vertelt Johannes (Joh.12:17).
Als Jezus naar zijn vrienden in Betanië ging, volgde hij eerst de weg naar Jericho en sloeg Hij na een kilometer rechts af en zo kwam Hij in het dorp van Maria, Marta en Lazarus. De weg naar Jericho liep ten noorden van de tempel.
Het dorpje lag op 15 stadiën afstand van Jeruzalem dat is 15 maal 185 meter of 2775 meter. De naam betekent huis der ellende. Men weet er nog de plaats aan te wijzen waar Lazarus uit het graf verrees. Het is een grot in de rots met een voorkamer en in die grafkamer bevinden zich drie boogbankgraven. Ze geven ons een beeld van de graven uit de tijd van Jezus, maar het graf van Lazarus is natuurlijk onbekend. Eenvoudige graven waren de schuifgraven, die in een uitgespaarde ruimte van de rots geschoven werden.