doelen, uitgangspunten en beschrijving Jong-BON

Een aantal van de forumlezers wisten dat er een Jong BON op komst is. Hieronder staat een uitgewerkte versie van een brainstormavond. Aan- en opmerkingen zijn welkom.

Doel: kennismaking;
definiëring Jong BON;
bepaling van doelen en uitgangspunten.

I. Aanwezigen

Haroon Sheikh

promovendus filosofie. Werkzaam bij Cyrte Investments. Richtte samen met Ralph Hanzen in 2006 het platform studenten op bij BON. Daarnaast deed hij namens BON mee aan onderwijsdebatten.

Frank Zoontjes

student aan de Hogeschool van Leiden. Oprichter van een communicatieplatform om het gat tussen praktijk en theorie te verkleinen.

Bert Thijs de Jong

docent en ma-student geschiedenis aan de Radboud Universiteit, heeft verschillende acties gevoerd op de Hogeschool Windesheim en schreef in Trouw, NRC Handelsblad en de Stentor over het Hoger Onderwijs.

II. Omschrijving Jong BON

Jong BON heeft als doelstelling om studenten (en beginnende docenten) handvatten te geven om actie te ondernemen tegen allerlei misstanden binnen het onderwijs. Zowel problemen die studenten / jonge docenten persoonlijk aangaan, als grotere organisatorische problematiek (tentamens/spookvakken/stages).

Jong BON zal werken vanuit een bepaald ’takenpakket’. Dat houdt in dat we studenten en jonge docenten ondersteunen. Wij zullen niet het werk uit handen nemen, maar eerder concrete voorstellen doen en handvatten meegeven.

Op dit moment hebben wij een aantal punten geformuleerd waar wij studenten mee van dienst kunnen zijn.

Opstellen van brieven voor Examencommissies/College van Beroep/directie.
Ondersteuning bij gesprekken met management/directie/College van Bestuur over het onderwijsbeleid en andere facetten die met het onderwijs te maken heeft.
Geven van feedback/voorstellen bij aanpak van algemene problematiek.
Schrijven van een stukje voor de schoolkrant of een regionaal dagblad.
Andere dingen die van belang zijn.

III. Uitgangspunten Jong BON

Algemeen:

Basisvaardigheden als taal en rekenen moet een prominente plaats innemen in het basis- en voortgezet onderwijs.

Bij verschillende opleidingen menen wij dat studenten verwaarloosd worden. Studenten willen graag leren en een eerste voorwaarde daarvoor is voldoende contact. Wij zijn niet voor een verplichte aanwezigheid bij colleges, maar vinden wel dat het aanbod aan colleges voldoende moet zijn. Studies met zes contacturen in de week schieten in het algemeen tekort. Het is daarnaast van belang dat studenten in de eerste periode van hun opleiding een band met de opleiding krijgt.
Bij massale studies dient over de kwaliteit van het onderwijs gewaakt te worden. In een aantal gevallen worden werkgroepen gegeven door studenten die de stof zelf amper beheersen. Daarom zijn wij, wanneer er onvoldoende docenten beschikbaar zijn, voor selectie aan de poort. De zogenaamde numerus fixus.
De evaluatiezucht in vormen als ‘portfolio’s’ en ‘logboeken’ is een inadequate en kinderlijke benaderingswijze van studenten.
Door gebreken in het VO zijn veel studenten slecht voorbereid op het Hogeronderwijs. Vooral bij taal, grammatica en wiskunde zijn de achterstanden schrijnend. Wij verwijzen in dit laatste verband naar de Lieve Maria-actie en het op 7 december 2007 verschenen rapport van de Onderwijsraad. Het advies van de Onderwijsraad (2008) om zomerscholen op te richten schiet haar doel voorbij. In eerste instantie hoort het VO dit op te lossen, door extra taal-, grammatica- of rekencursussen te geven.

Er dienen bij opleidingen genoeg studietrajecten mogelijk te zijn voor goede en gemotiveerde studenten. Wij denken dan vooral aan honours classes en specifieke mastertrajecten.
Bij veel opleidingen wordt overmatig aandacht gegeven aan competenties. Deze zijn niet onbelangrijk, maar moeten niet ten koste van inhoudelijk onderwijs gaan. Daarnaast pleiten wij voor een ondoorzichtige scheiding tussen kennis- en vaardigheidcompetenties.
Docenten behoren het goede voorbeeld te geven. Het management moet hier voor in staan door docenten voldoende voorbereidingstijd te geven. Even zo belangrijk is de professionaliteit van docenten, het recht tot nascholing behoort daarbij.
Beginnende docenten horen extra voorbereidingstijd te krijgen, dus; minder te geven lesuren.
Leraren In Opleiding moeten betaald worden naar verantwoordelijkheid. Dit stimuleert de keuze voor het beroep van leraar en haakt aan bij de beloning bij andere opleidingen.
Beloon docenten naar opleidingsniveau en kwaliteit. Het is voor eerste graad docenten een belediging ingeschaald te worden in LB.