Schrijver tekst Nederlands kan de examenvragen niet beantwoorden

In de Telegraaf vanmorgen:

Schrijver tekst kraakt examen Nederlands
door Emile Bode
AMSTERDAM – De vragen over de Nederlandse eindexamentekst ‘Scharrelwind’ waren zo moeilijk en vaag, dat zelfs de schrijver van de tekst de antwoorden op de vragen niet wist.

Journalist Rypke Zeilmaker schreef op 18 november 2005 voor HP/De Tijd het verhaal Scharrelwind waarin hij afstand neemt van de ecologen die menen dat de natuur in Europa is vernield. Gisteren moesten de havo-leerlingen over zijn tekst een groot aantal vragen beantwoorden.

Zijn tekst over het wildleven in Europa is glashelder, maar de vragen die daarover gesteld worden, zijn nodeloos ingewikkeld. Het examen begint met de vraag: ‘Wat is de impliciete hoofdvraag van de tekst Scharrelwind’?

Er volgen vervolgens vier antwoorden. Volgens de schrijver zijn drie van de vier antwoorden goed. “Het lijkt me een probleem voor de correctoren. Alleen D is fout”, zegt Zeilmaker. Ook bij andere vragen zegt de schrijver dat meerdere antwoorden juist zijn.

Collega’s Nederlands: Heeft de Telegraaf gelijk?

Mijn (wilde) gok:
Als je niet te veel nadenkt, dan kruis je het “juiste” antwoord aan, denk je dieper door, dan heb je geen flauw idee meer. Ik heb een tijdje examenvragen bij Exin gemaakt en daar was het in het auteursgroepje altijd dezelfde discussie. Mensen die het meest van het onderwerp afwisten, keurden bijna elke MC vraag af. Hoe minder je weet, hoe “duidelijker” het antwoord is.

2 Reacties

  1. Aleid Truijens
    Aleid Truijens schrijft precies hetzelfde over een tekst van haar die voor een eindexamen gebruikt is. Maar volgens haar waren zelfs alle antwoorden goed…..

    • Konsequenz führt zum Teufel
      Wat zij ook schrijft is dat het streven naar een objectieve beoordeling er vaak toe leidt dat leerlingen op het verkeerde beoordeeld worden of verkeerd beoordeeld worden. Het is beter om er in te berusten dat toetsen nooit perfect zal zijn en er wel voor zorgt dat er op relevante zaken getoetst wordt.
      Duits lijkt zozeer op Nederlands dat het stellen van vragen over een Duitse tekst in feite neerkomt op een een extra examen Nederlands, namelijk een examen tekstbegrip. Als men bij Duits weer over zou gaan op “Vertaal in goed Nederlands” zou dat ook weer gedeeltelijk een een opgave Nederlands worden maar dan over preciese betekenissen, nuances, woordafleidingen, synonymen en taalgevoel. En daarover wordt bij het vak Nederlands juist te weinig getoetst.
      Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.