Beter in BVE (met o.a. Ad Verbrugge)

Vandaag trof ik in m’n mailbox het bericht ‘Beter in BVE’ aan. Een conferentie voor ‘Beroeps en Volwassenen Educatie’. Sprekers o.a. Ad Verbrugge en Ton van Haperen.
Vervolgens bekijk ik het programma eens. Houd in gedachten dat de dag ook is bedoeld voor docenten. Sessies met de welluidende titel: ‘hoe word ik een betere ….?’ Ingevuld kan worden coach, veranderaar, innovator, ondernemer, netwerker …
Schrijnend. Nergens wordt de vraag gesteld:
‘Hoe word ik een betere … docent?’

Ik hoop dat beide bovengenoemde sprekers tegenover o.a. Leo Lenssen en Coen Free deze dag wat in balans weten te brengen.

Ziehier: Beter in BVE (KLIK)

14 Reacties

  1. En nog steeds niks bijgeleerd
    Een cosiene reclamemaakster vindt:
    “Dat niet iedere (onderwijs)vernieuwing direct een verbetering is heeft het rapport van de commissie Dijsselbloem wel duidelijk gemaakt. Maar niet vernieuwen/innoveren is ook geen optie. Al was het alleen maar omdat de wereld snel verandert, de leerlingen mee veranderen en er dus steeds nieuwe eisen worden gesteld aan het onderwijs, de scholen en… aan jou! Een inspirerende sessie over de soms dunne grens tussen acceptabele experimenten en risicovolle vernieuwing…en hoe je zelf de motor kunt zijn achter succesvolle innovatie.”

  2. Dat kan nog interessant worden!
    Dat kan nog een interessante discussie worden: Ad Verbrugge in debat met mensen als Leo Lenssen en Coen Free. Maar uiteraard vindt zo’n bijeenkomst plaats op een dag dat gewone mensen moeten werken. Want tjongejonge, je zou zoiets toch eens op zaterdag doen zodat docenten ook kunnen komen.

    Het wordt wel steeds duidelijker waarom het onderwijs zo weinig geld overhoudt voor docenten. De reclamemaakster waar Seger over spreekt heeft ook deelgenomen aan het Project Innovatieregisseur. Daar heeft dus een een groep mensen twee-en-een-half-jaar nagedacht over ‘de innovatieregisseur. Op de site zijn ook “Working Papers” te vinden waarin in oeverloze beschouwingen wordt ingegaan op belangrijke thema’s als “Competenties en dilemma’s van een innovatieregisseur; de opdrachtnemersrol bij innovatie”.

    Misschien ga ik nu te kort door de bocht, maar waarom gaat dit soort gezelschappen niet gewoon aan het werk met zinvolle dingen zoals lesgeven en af en toe het bijstellen van de lesmethodes? Waarom moeten daar projectgroepen voor worden opgetuigd die alleen maar bedrukt papier afscheiden? Waarom moet zo’n Project Innovatieregisseur” worden afgesloten met een Slotmanifestatie in De Fabrique in Utrecht – niet echt een eenvoudig en goedkoop optrekje, kan ik u melden.

    En dit alles met publiek geld!

    • twee buzzwords in één kreet
      citaat:
      U bent van harte uitgenodigd voor de slotmanifestatie van tweeënhalf jaar ‘Project Innovatieregisseur’, het project waarin Duurzaam innoveren het centrale thema is.

      “Duurzaam innoveren”. Ik mis alleen nog “klimaatneutraal”, maar heb me wel afgevraagd waar dat duurzaam dan in zou moeten zitten.
      Gaat het om duurzaam onderwijs, zeg maar onderwijs dat lang mee gaat, of gaat het om duurzame innovatie: de innovatie blijft maar doorgaan, Heb e net wat nieuws bedacht, moet je als de sodemieter weer wat nieuws anders is de innovatie niet duurzaam. Oogst je een vernieuwing, dan moet er direct een vernieuwing worden bij gepoot.

      Leeghoofden zijn het.

    • Denk aan je mensen. Weerbarstigheid te lijf in het onderwijs
      De vierde landelijke kenniskring vond plaats op 14 juni 2007. Prof.dr. Dolf van den Berg gaf een masterclass met als (werk-)titel: “Denk aan je mensen. Weerbarstigheid te lijf in het onderwijs en elders”.
      Pré Dijsselbloem; maar toch lees ik hier “Hoe douw je het je personeel door de strot”.

      • Betrokkenheid
        Van den Berg heeft het over verschillende vormen van betrokkenheid, die worden
        beïnvloed door de mate van onzekerheid die een persoon ervaart. Er zijn drie
        soorten betrokkenheid, namelijk: zelfbetrokkenheid, taakbetrokkenheid en
        anderbetrokkenheid.
        Zelfbetrokkenheid hoort bij de grootste mate van onzekerheid en ongeveer zestig
        tot zeventig procent van de docenten vertonen voornamelijk zelfbetrokkenheid als
        een nieuwe ontwikkeling zich aandient. Van den Berg noemt hen Z-docenten.
        De tweede vorm van betrokkenheid is taakbetrokkenheid. Die heeft betrekking op
        de mogelijkheden om een bepaalde taak uit te voeren in termen van faciliteiten,
        structuur en dergelijke. De docenten die dit type betrokkenheid vertonen, noemt
        Van den Berg T-docenten.
        De derde vorm van betrokkenheid is anderbetrokkenheid. Die heeft betrekking op
        anderen, en dat kunnen zowel leerlingen als docenten zijn. Bij deze soort van
        betrokkenheid is netwerken belangrijk, evenals het delen van kennis met andere
        docenten op verschillende scholen. De docenten die dit type betrokkenheid
        vertonen, noemt Van den Berg A-docenten.
        *Lees verder…*
        Zie ook *bronpagina* en klik op Publicaties: In de ban van de kenniskring.

        Hendrikush, tot welke categorie rekent u zich ?

  3. Lezen is ook een kunst
    Geschiedenisleraar schrijft: “Schrijnend. Nergens wordt de vraag gesteld:
    ‘Hoe word ik een betere … docent?”
    En ik lees op de vermelde *website* o.a.:
    Je bent professioneel. Maar je wilt natuurlijk nog veel beter worden. Een *betere docent*, een betere manager, een betere directeur, een betere beleidsmaker.

    Lezen is ook een *kunst*.

    • Ik bedoelde
      Ik bedoelde: de vraag wordt wel gesteld (mijn quote “houd in gedachten …”), maar de vraag vind ik in de workshops nergens terug of beantwoord.

      OK, beetje ongelukkig geformuleerd.

      • Hoe wordt ik een goede docent ????
        Nou ik zou graag en goede docent willen zijn, maar de mogelijkheden die geboden worden zijn NUL.
        Na de lerarenopleiding HBO, wat voor sommige op deze site niet genoeg is.
        Wilde ik verder studeren voor 1e graad, maar dat kan alleen als je een baan hebt in het onderwijs.
        In 1999 waren er geen banen, en helaas had ik een vak gedaan, ik had graag Duits erbij gedaan, maar dat mocht niet.

        Ik solliciteer al negen jaar, maar omdat ik al 42 jaar ben wordt ik niet eens uitgenodigt, ze hebben liever een student, die is goedkoop.

        Scholen investeren niet in personeel, dat kan ik weten want op het ROC waar ik werk besteden ze liever het geld aan TomTom europa versie (de vakantie komt eraan!!) een I-foon (1600,=) en laptop, en voor scholing hoef ik niet aan te komen.

        Dus hoe kan ik nog beter worden, als ik al niet eens een kans krijg.
        Ik wil dolgraag in mijn vak verder (Geschiedenis)

        Groetjes

        Henk

        • een kleine hulp
          Je zou kunnen beginnen met nog eens te oefenen met “d” en “t”… 😉
          “Hoe word_ ik een goede docent?”
          “maar omdat ik al 42 jaar ben word_ ik niet eens uitgenodigt_d!”.

          Inhoudelijk heb je gelijk. Die zorg dat goede, degelijk opgeleide, docenten er voor de bazen van de scholen niet toe doen, is precies de zorg van BON. Want managers (mennezjers) zijn niet zo geinteresseerd in goed onderwijs en zij zijn de baas.
          Zelf vind ik, dat mijn leerlingen recht hebben op de best mogelijke docent en daarom studeer, werk, denk ik in mijn eigen tijd hard om dat waar te maken. Dat levert me met mijn eerste graads diploma en 30 jaar ervaring en hard werken, als 52-jarige, geen cent extra op en weinig waardering. Op mijn school krijgen 2e graads en onbevoegde VMBO-docenten zelfs meer betaald, want allerlei bonussen die ik, voornamelijk werkzaam in bovenbouw Havo/VWO, niet krijg omdat ik het zo gemakkelijk zou hebben met die brave leerlingen.

          Het nieuwe accoord met min. Plasterk zou daar verandering in moeten brengen. Geld voor opleiding die je zelf mag kiezen en voor eerste graders LC. Persoonlijk zijn mijn verwachtingen niet beter, dan dat ik op mijn 66e of 67e vlak voor mijn pensioen misschien nog net een LC-benoeming krijg en – met wat geluk – een boekenbon van 10 Euro als ik met pensioen ga. Ik maak me daar maar niet meer druk om: Zie het maar als mijn “levensvervulling” en leef van de voldoening die ik vind in dat in mijn lessen leerlingen toch vaak veel wezenlijke dingen leren…..

        • Snap ik niet?
          Ik heb ook de tweedegraads-eerstegraads route gedaan (weliswaar oude stijl) maar bij mijn voormalige opleiding zie ik nergens de “eis” staan dat je voor een 1e graad werkzaam moet zijn in het onderwijs.
          Zie hier (klik)

          De 2e/1e graad heb ik zo’n 12 jaar geleden afgerond en ik ben dit schooljaar daarmee ingestroomd in de deeltijd (pre)master algemene geschiedenis aan de U.U. (nu ik het premaster traject bijna heb afgerond durf ik wel te stellen dat met de 2e+1e graad op zak dit premasterjaar voor 85% een herhaling van zetten was)
          Zie hier (klik)

          Omdat ik geen klassieke opleiding heb gehad heb ik voorafgaand aan deze historische master ook nog overwogen om aan de Theologische Universiteit het eerstejaarsprogramma Grieks en Latijn mee te volgen.
          Misschien dat ik dat na afronding van de master nog eens ga doen.
          Ziehier (klik)
          Volgens m’n collegae zou ik hier zo mee aan de bak kunnen in de onderbouw van ’t gym (of het raadzaam is, laat ik even in ’t midden)

          Mijns inziens mogelijkheden genoeg om je te ontplooien?

          Ik ben het wel eens met de kansen die een ROC je (niet) biedt – ik werk ook op een ROC en waar m’n collega Nederlands in een grijs verleden zijn complete universitaire studie (na MO-A en MO-B) nog zowat vergoed kreeg, kreeg ik alleen ‘bij de gratie Gods’ onbetaald verlof (en dit jaar toch weer overuren ….) want mijn 1e graad ‘is voldoende’. Terwijl heel veel materie dit studiejaar aan de UU voor mij niet nieuw is, is het wel heel inspirerend – ook op het gebied van didactiek.

        • Ritmeester,
          Ik ben al 7 jaar

          Ritmeester,
          Ik ben al 7 jaar ouder en deel je ervaringen. Het liefst hebben scholen een leuk, jong ding (eerstegrader) met een jaartje of 3 ervaring. Want : nog niet zo duur (denk aan de lump sum), kneedbaar en geen grote bek. We hebben de pech dat ons vak nog geen tekort vak is. Ik leef van tijdelijke baantjes en ben feitelijk slechter af dan 7 jaar geleden toen ik ambtenaar was… Terwijl het onderwijs ons zo nodig zegt te hebben, is veertig plus tweede keuze.
          Wat mij betreft zou naast ervaring opleiding een rol moeten spelen bij selectie op de arbeidsmarkt. Studeer dus toch maar door als je er nog lol in hebt.

        • Investeren in personeel
          betekent niet dat je hun (basis-)opleiding moet betalen. Dat is bedrijfseconomisch niet erg slim. Je weet immers niet zeker of zo’n opleiding wel wordt afgemaakt en of je de werknemer na afloop wel aan je bedrijf kunt binden.
          Het is gebruikelijk om een niet bedrijfs-specifieke studie op eigen kracht af te ronden. Daarna ben je pas interessant voor een werkgever en zal blijken wat die opleiding hem waard is.
          Met een oud Hollands gezegde: “De kost gaat voor de baat uit”.
          Bovendien studeer je niet alleen voor de centen maar vooral omdat de interesse voor een vak je daartoe motiveert.

Reacties zijn gesloten.