Tijd voor een nieuwe club

Tijd voor een nieuwe club

Margot Trappenburg schreef in NRC Handelsblad van 25 april: ‘Vorige week debatteerde de Tweede Kamer over het rapport van de commissie-Dijsselbloem. Hoe is het mogelijk dat het parlement vrijwel unaniem akkoord is gegaan met de ‘de tweede fase’ en met de invoering van het vmbo, was de prangende eerste vraag die Dijsselbloem moest beantwoorden. Dat had te maken met het vermeende draagvlak, analyseerde de commissievoorzitter. ‘De Kamer vaart vaak, misschien te vaak, op vertegenwoordigers die zich als belangenbehartigers uit het veld bij haar aandienen. Met deze vertegenwoordigers is al in een eerdere fase van het traject overeenstemming bereikt.’ De Kamer meent vervolgens het veld een genoegen te doen door het bereikte onderhandelingsresultaat te ondersteunen met wetgeving.’
En het rapport zelf zegt: ‘Politiek draagvlak lijkt belangrijker geweest te zijn dan draagvlak in het onderwijsveld. Regeerakkoorden forceerden een doorbraak, maar versterkten het gesloten beleidsproces. Overeenstemming met het onderwijsveld werd bereikt met de beroepsvertegenwoordigers van belangenorganisaties. Ze leken daarbij dichter bij de politiek te staan dan bij hun eigen achterban.’
Die toestand bestaat nu al zo’n twintig jaar en is dus parallel in de tijd met de ergste onderwijsveranderingen. Wie wat nauwkeuriger kijkt naar de grote onderwijsorganisaties ziet dat de bestuurders praktisch geen binding meer hebben met het veld en omgekeerd, dat het veld zich meestal niet herkent in het beleid van de bestuurders. De bonden zijn zodanig georganiseerd dat wie eenmaal bestuurder is eindeloos zijn zetel bezet kan houden. Daarmee worden dinosaurussen gekweekt die niet meer weg te branden zijn en steeds minder contact hebben met kritische leraren. Erger, ze voelen zich vaak beter thuis in het kamp van de vijand, bij politici en managers, waartoe ze toch ook een beetje behoren. Kijk maar naar Ella Vogelaar en Jacques Tichelaar, die hebben het toch ook maar ver gebracht!
De eerste vereiste voor iemand die leraren wil vertegenwoordigen zou moeten zijn dat hij of zij leraar is, of althans, nog niet zo lang geleden, geweest is Die eis heeft men allang laten vallen. De belangrijkste figuur bij de AOb, dhr Sikkes, is journalist van beroep en heeft niets met leraren. Voor zover ik weet geldt hetzelfde voor de rest van de redactie van het Onderwijsblad.
Al die mensen die tien jaar geleden ook al bestuursfuncties hadden, zouden moeten aftreden. Zij hebben zich gecompromitteerd, ze hebben zich onmogelijk gemaakt. Netelenbos komt toch ook niet terug?
Maar omdat dit niet gebeurt hoop ik dat die Actiegroep van leraren die een nieuwe vakbond wil oprichten, succes heeft. Dat oude stel heeft alleen opportunisme en pappen en nathouden te bieden, geen principes en geen daadkracht. Met een nieuwe club kan het alleen maar beter gaan.

Cornelis Verhage

2 Reacties

  1. Hoe liiggen de machtsverhoudingen?
    Ik mis het inzicht in wat zou of zou kunnen gebeuren als de vakbonden besloten zouden hebben om het akkoord te verwerpen. Ik neem aan dat na een verwerping van de overeenkomst veel docenten zouden gaan staken. Deze krijgen dan geen salaris meer. Zijn er stakingskassen waaruit de stakende docenten dan betaald kunnen worden? Hebben de docenten recht op overheidsbijstand zodra de stakingskassen leeg zijn? Moeten de docenten na enige tijd hun staking opgeven omdat hun kinderen aan hongeroedeem lijden en de hypotheekverstrekker hun huis wil laten veilen? Kunnen docenten die geen lid van een “erkende” vakbond zijn ontslagen worden? Zou de regering voet bij stuk houden en geen cent méér bieden? Zouden bij “onaanvaardbaar”, het afwijzen van het aanbod door de vakvereningen de stakers de langste adem hebben? Daar moet je wel inzicht in hebben als je de vakbonden slappe knieén wilt verwijten.

    • Machtsverhoudingen
      Het argument van Seger over machtsverhoudingen en stakingen gaat wellicht op als het gaat over de hoogte van het totale bedrag. Mijn grootste probleem met het akkoord is echter niet de hoogte van dit bedrag, het zijn dingen als het vervallen van de automatische periodiek die nog meer macht geven aan het management. Dat heeft niets met de hoogte van het totale bedrag aan investeringen te maken.

Reacties zijn gesloten.