Stop negatieve spiraal in onderwijs

Artikel dat vandaag is geplaatst in de Gelderlander.

Het onderwijs heeft keihard geld nodig om de klassen te verkleinen, de werkdruk te verlagen en bevoegde leerkrachten op te leiden.

Het rapport van de commissie-Dijsselbloem over de onderwijsvernieuwingen van de afgelopen tijd en de problemen die deze met zich mee hebben gebracht, wordt tussen 15 en 17 april in de Tweede Kamer behandeld.

Onderwijs is een prachtig vak. Talloze leerkrachten werken dag in dag uit aan goed onderwijs, maar de politiek mag daar geen misbruik van maken. Het is onaanvaardbaar als het onderwijsbeleid tekortschiet omdat gemotiveerde leraren het zware werk tóch wel doen. Het onderwijs kampt al jaren met te weinig leraren op te grote scholen, waar het management de dienst uitmaakt. Het kabinet gaat vooralsnog op de oude voet verder. Minister Plasterk van Onderwijs forceerde tot nu toe geen breuk met zijn voorgangers.

Er is een unieke situatie in het onderwijs ontstaan: leerlingen, leraren en schoolbesturen keren zich eensgezind tegen de regering. Eind vorig jaar waren er acties tegen de 1040-urennorm, recent is er het protest van leraren tegen de tekortschietende investeringen. Plasterk beloofde extra geld voor het onderwijs, maar dat bleek vooral een sigaar uit eigen doos te zijn. Rond de 1040-urennorm betalen scholen de rekening voor het lerarentekort, veroorzaakt door eerder kabinetsbeleid. Nog steeds worden tientallen leerlingen zonder vakleerkracht ‘opgehokt’ in studiezalen.

Naast de tekortschietende financiering komt veel geld voor onderwijs niet in de klas terecht. Door de zogeheten lumpsumfinanciering, waarbij scholen één pot geld krijgen voor personeel en materieel, worden leraren vooral gezien als een kostenpost waarop je kunt bezuinigen. Sommige schoolbesturen zetten ook nog eens grote bedragen als ‘reserve’ op de bank, nu in totaal al een paar miljard euro.

Om dit alles te legitimeren, wordt het ‘nieuwe leren’ gepropageerd, wat in de praktijk betekent dat ‘duur’ onderwijs van hoger opgeleide leraren tot een minimum kan worden beperkt. Volgens het ‘nieuwe leren’ kunnen leerlingen immers prima zelfstandig leren in het ‘studiehuis’.

Het huidige onderwijsbeleid versterkt deze negatieve spiraal. De ruim één miljard extra die Plasterk voor leraren heeft gevonden, wordt in de praktijk aan het schoolmanagement gegeven. Dat mag straks bepalen welke leraar een salarisverhoging krijgt, via een vorm van prestatiebeloning. Daarnaast wordt een groot deel van de 1 miljard door de leraren zelf betaald. Zo wil Plasterk de verlofregeling (BAPO-regeling) voor oudere leraren wegbezuinigen. Met dit soort maatregelen wordt het lerarentekort niet opgelost.

Tekenend is ook de reactie van Plasterk op het rapport van de commissie-Dijsselbloem. Net als de commissie vindt hij dat de politiek zich te veel met het onderwijs heeft bemoeid. Daarom moeten de scholen hun autonomie terugkrijgen. Dat klinkt logisch, maar het is een fatale fout die de problemen alleen maar zal verergeren. Schoolmanagers krijgen alle ruimte om ondoordachte onderwijsvernieuwingen op te leggen. De autonomie voor leraren is dan ook een schijnautonomie. Op dit cruciale punt moet Plasterk dus niet terugtreden, maar optreden. Hij moet de leraar veel meer invloed geven en de inspectie dient erop toe te zien dat er deugdelijk vakonderwijs kan worden gegeven. Dat zou pas een trendbreuk zijn.

Plasterk was aanvankelijk een veelbelovend minister. Hij stond bekend als eigenzinnig columnist. Na één jaar regeren wordt duidelijk waar hij staat: tussen zijn voorgangers die het onderwijs zien als kostenpost in plaats van investering. Voortzetting van dit beleid is slecht voor economie en samenleving. Dertig jaar geleden was Nederland met een aandeel van 7 procent van het nationaal inkomen nog koploper in Europa op het gebied van onderwijsuitgaven. Nu geven wij nog maar 5 procent uit, waar het gemiddelde ruim 6 procent is. Dat is een verschil van 5 miljard euro per jaar. Dat moet rechtgetrokken worden. We hebben dit geld hard nodig om de klassen te verkleinen, de werkdruk te verlagen en bevoegde leerkrachten op te leiden. Leraren hebben ook recht op een goed salaris. Dat kan door de salarissen landelijk vast te stellen en ze uit de lumpsumfinanciering te halen. Dan is het niet meer aan de willekeur van schoolmanagers wat de leraar verdient.

Maar het is niet alleen een geldkwestie. Politici moeten inzien dat kwaliteit voor kwantiteit gaat. Erken dat onderwijsvernieuwingen niet van bovenaf kunnen worden opgelegd. Geef leraren vertrouwen door hen op schoolniveau meer zeggenschap over het pedagogisch-didactisch beleid te geven. Het is aan Plasterk om te bewijzen dat het geen wetmatigheid is dat een PvdA’er op onderwijs een ramp voor het land is.

Jasper van Dijk is SP-Tweede Kamerlid en woordvoerder onderwijs.

5 Reacties

  1. Goed stuk Jasper
    Maar over de besteding van de 1.1 miljard is nog niet besloten. Waarmee het CNV de onderhandelingen in ging is niet slecht (zie hier voor de link en de discussie). In deze onderhandelingen lijkt het CNV eindelijk het licht gezien te hebben, de Aob lijkt een stuk minder ver. De schoolbesturen willen natuurlijk zelf het geld hebben en het ministerie lijkt hen hierin te steunen. Het zou dus best uit kunnen lopen op het nachtmerrie scenario dat Jasper schetst.

    Overigens Jasper, kun je ons ook iets hierover vertellen: de VO-raad zou een heleboel geld voor onderwijsvernieuwing krijgen van het ministerie. Is dat al door de kamer of valt hier nog wat aan te doen?

    • 1e graads binnen het MBO ?
      Inderdaad Mark, het CNV heeft in vergelijking met het AOB een beter alternatief.
      Echter, volgens de criteria die het CNV hanteert om 1e graad docenten ook in aanmerking te laten komen voor LC dan wel LD salariëring (zie de Nieuwsbrief voor de BVE-sector op de site van het CNV) , wordt het voor docenten die in het MBO werkzaam zijn weer praktisch onmogelijk om daarvoor in aanmerking te komen.
      Het CNV gaat er volgens deze criteria namelijk van uit dat docenten ook (deels) lessen moeten verzorgen in het 1e graads gebied om voor LC/LD in aanmerking te kunnen komen.
      Hoe is dit binnen het MBO te realiseren ? Voor zover ik weet, valt het MBO volledig onder het 2e graad gebied ?!

      • Tegenstrijdigheid
        Dat van eerstegraadsgebied is dan weer zo een tegenstrijdigheid die ik voor het VO in de discussie op een andere plek ook al opmerkte.

        Het CNV lijkt zijn eigen stukken niet goed doorgelezen te hebben. Dat beloofd niet veel goeds, misschien hebben ze die stukken alleen voor de buhne geschreven.

        Ik word te cynisch…

  2. Roosevelt, Churchil en Stalin
    Met plaatsvervangende schaamte erken ik dat terecht de ouders in Jasper’s lijstje “leerlingen, leraren en schoolbesturen” niet vermeld worden. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ouders ook gaan meedoen?
    Verder denk ik dat niet alle BON-leden er even gelukkig mee zijn dat leraren en schoolbestuur bij elkaar op het lijstje van de tegenstanders van Plasterk staan. Veel leraren, vooral BON-leden, geloven niet dat de schoolbesturen dezelfde doelen nastreven als zelfbewuste leraren. Op zijn gunstigst liggen de prioriteiten anders. Verder mag het streven naar kleine klassen niet verhelen dat van leerlingen een houding van leerwilligheid geëist moet worden omdat anders de lessen niet voldoende effectief gegeven kunnen worden. Dan heb je dus ook geld nodig voor de opvang van thrown outs.

    Seger Weehuizen

    • Het artikel van Dresscher in
      Het artikel van Dresscher in Trouw van vandaag zegt genoeg over de verhoudingen tussen de bonden en de VO raad. Het is een pure machtsstrijd, waarbij Dresscher Slagter als ware aan het kruis nagelt.

Reacties zijn gesloten.