1945 was al niet blij met het vorige bericht uit Trouw. Hieronder staat nog zoiets, maar dan idioter..
Door Robert Sikkes, hoofdredacteur Het Onderwijsblad
Harde woorden sprak de commissie-Dijsselbloem over de dalende onderwijskwaliteit. Zonder bewijs.
Het is treurig dat de commissie-Dijsselbloem meedoet aan de algemene jammerklacht over het niveau van het onderwijs. De kwaliteit zou beneden de maat zijn. Als morgen in de Kamer het debat lostbrandt over het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie onderwijs, zal die klacht weer vaak te horen zijn. Toch, de bewijzen ontbreken. Het dipje in de hoge Nederlandse onderwijsprestaties komt vermoedelijk voor rekening van slimme meisjes die minder boeken zijn gaan lezen.
Een van de voorstellen van de commissie is om jaarlijks een landelijk onderzoek te houden naar het kennisniveau op de scholen. Zodat iedereen weer weet wat de kwaliteit van het onderwijs is. De commissie nam het plan over uit het deelonderzoek van wetenschappers van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (Roa) van de Universiteit Maastricht. Zij concludeerden dat op dit moment niet wetenschappelijk bewezen kan worden dat het niveau van het voortgezet onderwijs daalt – of stijgt. Als er al lagere scores zijn, zijn de verschillen klein en niet significant.
Op zich is die conclusie al treurig genoeg. Het betekent dat ondanks alle idealen, energie van leraren en honderden miljoenen subsidie de invoering van basisvorming, vmbo en studiehuis geen sikkepit vooruitgang hebben gebracht. Terwijl dat toch de inzet was. De Maastrichtse wetenschappers pleiten daarom voor een betere kwaliteitsmeting, en stellen voor er meteen maar een leuk televisieprogramma omheen te bouwen. Ik voorspel dat de kinderen en pubers in de zaal de BN’ers zullen wegspelen.
Een aanzwellend koor van onderwijspessimisten bezong de afgelopen jaren de daling van het onderwijsniveau. Ook het Gronings Instituut voor onderzoek van onderwijs trok harde conclusies. Maar dat onderzoek vertoont enorme gaten in het langlopende cohortonderzoek.
Daarom is het treurig dat de commissie-Dijsselbloem de jammerklachten herhaalt. In het rapport zelf is de commissie op de meeste plaatsen nog behoorlijk genuanceerd over de kwaliteit van het onderwijs. Maar in de samenvatting voor de media ging het opeens over een ‘zorgwekkend dalende trend’. Durfde de commissie de nuance niet aan? Bang voor de hoon van de critici die de mislukte onderwijsvernieuwingen op één lijn zetten met een vermeende niveaudaling?
Dijsselbloem en de zijnen schuiven met een ongelofelijk gemak al het internationale onderzoek (Pisa, Pirls, Timms) opzij. Dat onderzoek is misschien niet waterdicht, maar wel de enige enigszins betrouwbare vergelijking die er is. Nederlandse leerlingen staan steeds in de kopgroep van de tien beter presterende landen. Misschien zijn er zorgen, maar het onderwijs behoort nog steeds bij de wereldtop.
De commissie is blijven hangen in politieke navelstaarderij. Wél hard is het internationale bewijs dat in welvarende landen als Nederland, Zweden en Engeland de meisjes – van oudsher de ijverigste leerlingen – hun boeken laten liggen en naar computerspelletjes en dvd’s grijpen. Volgens het Pirls-leesonderzoek verklaart dit de lichte daling van het leesniveau in groep 6. Het moet leraren, pedagogen en beleidsmakers aan het denken zetten, want op steeds meer kinderkamers staat een computer of tv.
Uit het internationale Pisa-onderzoek blijkt dat in Nederland juist de bollebozen lager presteren dan elders. Bij wiskunde komt de lichte niveaudaling, opnieuw, door de slimste meisjes in de welvarende landen. De discussie moet gaan over hoe begaafde leerlingen weer beter presteren.
Het knagende gevoel dat het onderwijs achteruit holt, komt ergens vandaan. Studenten moeten bijgespijkerd worden in rekenen en taal. Dat komt echter niet doordat het niveau is gedaald, maar doordat de ’onderwijsloopbanen’ zijn veranderd. Op de universiteiten zit niet meer alleen de crème de la crème van het gymnasium, maar ook de vwo-jongeren met een mager zesje. Op de hogescholen en de roc’s speelt hetzelfde. De overheid heeft zelf gepropageerd dat leerlingen zo snel mogelijk het hoogste niveau opzoeken.
Vervolgopleidingen zullen hun onderwijs moeten afstemmen op de veranderende doelgroep. Misschien met een extra taaltoets. De overheid zal de bruggetjes van mavo naar havo moeten herstellen, zoals de commissie-Dijsselbloem wil. Het vraagt, kortom, om het opnieuw doordenken van het bestel.
Leraren die langer in het onderwijs zitten….
…hebben geen anderen, geen rapporten en geen krantenberichten nodig om te weten hoe het niveau van het onderwijs in de laatste decennia is gedaald.
Leraren hebben hun eigen vergelijkingmateriaaal.
Het enige probleem is dat leraren te weinig aan de weg timmeren, waardoor hun stem niet gehoord wordt.
Gelukkig vormt BON daarop een uitzondering, met als gevolg dat de mooipraters ons proberen te overschreeuwen.
De mythe van Robert Sikkes
Robert heeft iets met onderwijs. In 2000 verscheen Feiten en mythen over het leraarsberoep, volgens G van der Mee een nuttig boekje waarin nu eens veel onderzoeksgegevens prettig en in bevattelijke taal op een rijtje staan.
In februari 2007 Eigen school prima, maar peil daalt, een jubileumenquête over het onderwijsniveau waarin Sikkes probeert de argeloze lezer met een sluw zetje op het verkeerde been te duwen door verschillende kwaliteiten op een hoop te gooien.
De oudere docent die opmerkt dat in de onderbouw nog maar een fractie over is van wat vroeger op de menukaart stond, kan alleen maar concluderen dat er sprake is van een niveaudaling. Vooral bij de B-vakken waar vele onderwerpen naar de bovenbouw schoven. Uiteindelijk wordt ook daar de heggenschaar erin gezet om ANW, de troetel van Ginjaar-Maas, te realiseren. Deze niveaudaling is ook in de eindexamens terug te vinden.
De uitslagen voor: Niveaudaling wordt overdreven / Kwaliteit goed, maar onder druk / Peil afgelopen jaren gedaald
<35: 26, 19 en 55%
35 .. 55: 15, 22 en 63%
>55: 8, 10 en 82%
laten aan duidelijkheid niets te wensen over.
Niet voor Robert Sikkes!
Met cijfers voor kwaliteit van eigen lessen en kwaliteit eigen school, momentopnames van nu die niets zeggen over de niveaudaling over meerdere jaren, probeert hij de uitkomst te ridiculiseren.
En verdomme… nu doet ie ’t weer!
Ja maar
één op drie vond dat het onderwijs niet was gedaald en die mensen mag je niet negeren.
Nederlandse scholen zijn zelfs te goed.
Dat kun je zien aan het grote aantal kinderen in de Nederlandse grensgebieden die het te hoge onderwijsniveau in Nederland niet meer aankunnen en daarom hun heil in een Belgische school zoeken.
Groet,
Paul.
Een grapje…?
Of Paul zit niet in het onderwijs, of Paul zit nog niet lang in het onderwijs.
Ik zit niet in het onderwijs.
Ik ben wel ouder van kinderen die nu in het middelbaar onderwijs/universiteit zitten. Maar mijn kinderen zijn duidelijk van de generatie Einstein. Mijn zoon moest in de basisschool de rekensommen uitleggen aan de juf.
Groet,
Paul.
Didactisch ijzersterk van de juf
toch?
;-((
Juf van generatie ….. ?
Als je zoon de rekensommen moest uitleggen aan de juf, moet je je afvragen van welke generatie die juf was? Generatie Nulstein?
Nulstein ? Zerostein
The character of Albert Zerostein, or whatever his name is now, was fairly interesting. But the “I have technology to make me more powerful than all the armies and all the heroes on earth, combined but I can’t quite take over” undoes the concept.
AZ has taken on a significant but minority fraction of the armies and heroes on Earth at once on several occasions, and been defeated each time, albeit after vicious pitched battles. So I don’t think that his concept allows him to take over the world through brute force alone. (Of course many people have made rationalizations for Doctor Doom over the same issue.)
However, you make an interesting observation about *Zerostein’s character. Many folks who object to him seem to find him simplistic and one-dimensional* as he’s been portrayed since 5E. This book would present an opportunity to flesh him out: explore his motivations, dreams, regrets, fears; expand on his history, and his relationships to the important people in his life. Get some roleplaying meat on those megalomaniacal bones. 😎
*Lees verder…*
Spreekbuis van de Aob
Belangrijk om te weten: het onderwijsblad (waarvan de auteur hoofdredacteur is) is de spreekbuis van de Aob. Het bovenstaande is dus waarschijnlijk de mening van de Aob.
Het is duidelijk: het onderwijsestablishment keert zich nu massaal tegen het rapport Dijsselbloem.
En we krijgen weer het PISA onderzoek voor de voeten geworpen waarvan de makers zelf inmiddels gezegd hebben dat Nederlandse leerlingen daarop een aanzienlijk voordeel hebben aangezien PISA precies toetst wat in Nederland op het onderwijsprogramma staat. Sikkes staat te juichen dat Nederland weer wereldkampioen korfbal is geworden, terwijl basketbal de modiale sport is waar het de bedoeling is dat de bal door een ring gegooid wordt.
En zou Sikkes een onderonsje gehad hebben met In ’t Veldt over de instroom van universiteiten? Als hij het de mensen die op een universiteit werken hadden gevraagd dan hadden die hem kunnen vertellen dat er bij de instroom van de 2e fasers een enorme kwalitatieve klap naar beneden was en dat daarna het niveau ieder jaar geleidelijk verder is gezakt. En dit komt niet omdat opeens het aantal studenten verdubbeld is of omdat meisjes opeens minder boeken zijn gaan lezen.
The empire strikes back
Heel simpel een gecoördineerde actie om door te kunnen gaan met hun verderfelijke activiteiten. Waarschijnlijk staan jij e nik nu op allerlei zwarte lijsten, samen met de rest van verstandig onderwijsland. Dat kan heel simpel door iedereen met een beetje opleiding buiten te houden. Niet voor niets is dat de richting die de MBO’s nu gaan.
Waar ik enige tijd geleden nog dacht dat er een weliswaar verderfelijke zogenaamd zakelijke kant aan zat, kan ik nu niet anders dan tot de conclusie komen dat die zakelijke kant inmiddels verstrengeld is met de onderwereld. Heertje krijgt steeds meer en bijna letterlijk gelijk. De heren hebben in hun grotten overlegd en zijn tot actie overgegaan. De vazallen zijn al in de frontlinie opgedoken. Deze week zal blijken dat de politiek ook “om” is.
Bij nader inzien lijkt “1945” verrekte optimistisch.
Dat Marleen Veldhuis …
…wereldrecords zwemt, zegt niets over de niveau van het zwemmen in Nederland.
welk onderwijs zwemt dan wereldrecords?
Wageningen heeft internationaal (nog) een goede naam, maar iha behoren de NL universiteiten toch niet tot de wereldtop.
Misschien inde onderwijskunde, dat wordt elders nauwelijks beoefend. Het is een soort korfbal (met excuses voor de korfballers overigens)
Wagenigen
heeft ook het hoogst aantal hoogleraren die betaald worden door het bedrijfsleven, 36%.
Wageningen – ook vooral door pr
Wageningen is, met uitzondering van een enkele vakgroep, niet zo goed als zijn faam doet vermoeden. Eerder regeert de middelmaat, met uitschieters naar beneden. Meer gezapigheid dan excellentie.
De beta-georienteerde propaedeuses zijn, vriendelijk gezegd, van matige kwaliteit, feitelijk onvoldoende voor studenten die (later) een overstap wagen naar gerenommeerde universiteiten elders in Europa (Cambridge, München, Berlijn, Zürich, Geneve, Parijs) of in Amerika (Harvard, Yale, Princeton, Caltech, Cornell, Columbia).
De alfa en gamma propaedeuses zijn middelmatig tot slecht.
Het gemiddelde van de citatie-indices van Wageningen is niet beter dan elders, eerder minder. In de science frontiers, in beta vakken, vrijwel geen citaties, en weinig fundamenteel onderzoek.
De faam van Wageningen is een van ouds zorgvuldig gecultiveerde mythe. Wel levert WUR in grote getale z.g. beleidsmedewerkers af, met een all round profiel, generalisten. De faam is deels ook het onvermijdelijke gevolg van de beperkte focus op specifieke landbouw-zaken, verwant aan wetenschap (veredeling, productie, oogst technieken, geen velden van wetenschap op zich).
Die faam, ten leste, is zeker ook aangezet in het kielzog van de “excelllerende” nederlandse landbouw, bij nader inzien minder mythisch is dan het lijkt. Onderstreept ook door de politieke drive van Nederland naar derde wereld landen en de FAO.
maarten
Toch betekent die goede naam
Toch betekent die goede naam van Wageningen misschien wel iets. Ik geloof je relaas wel, maar wellicht is het op andere universiteiten gewoon nog treuriger. In het land der blinden…
Waarom geen eindexamens vergelijken?
Toch begrijp ik nog steeds niet waarom de eindexamens niet vergeleken kunnen worden. Pak er eentje van wiskunde of Engels uit – pakweg- 1970 en vervolgens ééntje uit de laatste 5 jaar, met de normen erbij. Dan moet je conclusies kunnen trekken.
En
dan moet je bovendien rekening houden met de effecten van de glijdende examennormen.
Die zijn ingevoerd met het argument dat elke lichting examenleerlingen eenzelfde verdeling aan capaciteiten heeft en dat de slagingspercentages dus geen significante afwijkingen mogen vertonen.
Dit is een weinig genoemde verklaring bij al die geruststellingen over het niveau van het Nederlandse onderwijs. We hebben de voorsprong die het Nederlandse onderwijs had verloren en dat is verontrustend. En we hebben de vakgerichtheid ermee ingeruild voor leerlinggerichtheid.
Inspanning loont niet meer; middelmatigheid regeert; en er zijn geen mechanismen die het verder afglijden van het onderwijsniveau kunnen stoppen.
Het ministerie regelt via het CEVO zijn eigen successcores.
een leerling kijkt terug
Ik ben net teruggekeerd van een bijeenkomst van een leesclubje Oud-Grieks. Vandaag zijn we aan de Antigonê van Soophoklês begonnen. Het lezen van de tragedies, vooral die van Soophoklês in de oorspronkelijke taal wordt als zeer moeilijk beschouwd. Hoewel ik slechts over een gymnasium-β-diploma van vóór de Mammoetwet beschik ben ik na 5 jaar of zo’n 60 klokuren Griekse “les” verder na bijna 5 decennia na mijn eindexamen in staat om met behulp van aantekeningen en een woordenlijstje een begrijpelijke en naar inhoud correcte vertaling te construeren. Dit zegt wel iets over de kwaliteit van de lessen in de klassieke talen die vóór de Mammoethwet werden gegeven. Men moet bedenken dat ik op een opleiding gezeten heb die voorbereidde op een universitaire studie in de natuurwetenschappen en dat daar zowel de studie van Latijn als de studie van Grieks tot aan het eindexamen toe werden voortgezet, even als trouwens van Frans, Duits en Engels. Tegenwoordig gebeurt het zelden dat een leerling zowel in Latijn als Grieks eindexamen doet. Die ene klassieke taal wordt dan ver onder het niveau van het vroegere Gymnasium-α afgelegd en de kennis van de taal wordt niet geëxamineerd aan de hand van een nog niet eerder gelezen stukje tekstdeel. Wat klassieke talen betreft hoeft er echt geen twijfel te bestaan dat het niveau van het onderwijs sedert de invoering van de mammoethwet achteruitgehold is.
Seger Weehuizen