Ergens in de toekomst (2013 is de datum die nu genoemd wordt) komen er nieuwe eindexamenprogramma’s voor wiskunde op HAVO en VWO. Er is een commissie die hiervoor een voorstel heeft gedaan. Ook is er een resonansgroep die kritisch naar het voorstel moest kijken en de vakvereniging mocht ook meepraten.
Vooral de resonansgroep en de vakvereniging hadden nogal wat onenigheid. Heel kort door de bocht: de resonansgroep wilde een traditioneel programma en de vakvereniging vond dit veel te saai en wilde allerlei modieuze onderwerpen.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt heeft inmiddels de knoop doorgehakt. De ambtenaar die deze brief geschreven heeft lijkt zowaar enig verstand van zaken te hebben. Enig echt groot minpunt: het al dan niet afschaffen van de grafische rekenmachine wordt onbegrijpelijkerwijs overgelaten aan CEVO.
De vakvereniging is nu heel erg boos. De voorzitter en de werkgroep HAVO/VWO doen alsof leraren weer genegeerd worden en halen ook Dijsselbloem er maar bij. Ook wordt gesproken over
de positieve opbrengsten die de ontwikkeling van het wiskunde-onderwijs in de afgelopen twee decennia heeft gerealiseerd.
Overigens opvallend is dat die werkgroep HAVO/VWO zich nadrukkelijk presenteert als vertegenwoordiger van de leraren terwijl als je naar de samenstelling kijkt je ziet dat daar inzitten: iemand van het Freudenthal Instituut, iemand van SLO, iemand van het CITO, iemand van een lerarenopleiding,….
Moeilijke toetsen
…”Na alle vernieuwingen heeft de Werkgroep ook enkele jaren op een laag pitje gedraaid.
Maar nu aansluitingsproblemen met VO en HBO dermate landelijke bekendheid gekregen hebben, is de Werkgroep uit haar winterslaap gekomen en heeft in 2007 als tegenhanger van de (veel te moeilijke) entreetoetsen van de Technische Universiteiten een exit- of uitstaptoets ontworpen.”…
En dat is de landelijke trend: Moeilijk is niet leuk dus we maken het makkelijk.
Laat de balkons maar instorten; laat de treinen maar ontsporen; al die (echte) wiskunde is voor nerds.
Exittoets
De exittoets is hier te vinden. Laat ik nu altijd gedacht hebben dat het eindexamen de exittoets was. Ach, ze zullen wel een flinke pot geld gevonden hebben om deze exittoets te ontwikkelen.
Gezien mijn ervaringen met binnenkomende eerstejaars denk ik overigens niet dat deze voor de exittoets `zonder problemen 10 a 12 punten’ behalen. Ik kan nergens vinden dat deze toets daadwerkelijk aan leerlingen is voorgelegd en dat leerlingen inderdaad `zonder problemen 10 a 12 punten’ behalen. We weten hoezeer in het PPON onderzoek wat de experts dachten dat leerlingen `zonder problemen konden’ en wat ze daadwerkelijk konden verschilden.
Het lijkt overigens nu al een jaar stil rond deze exittoets.
Dat is uitstekend nieuws
Ik heb het document gelezen waarin de staatssecretaris haar beslissing verantwoordt en dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Er worden kernen en kringen opgesteld met traditionele schoolwiskunde die noodzakelijk meten worden beheerst. Er moet gerepareerd worden wat er in de basisvorming en door veranderde didactiek is misgegaan:
citaat:
Door de basisvorming en door didactische ontwikkelingen is het echter niet meer zo dat de onderbouw die kennis garandeert. Dat moet hersteld worden en dus is het heel belangrijk te kunnen beschikken over het voorstel van cTWO dienaangaande.
Jan van de Craats heeft als voorzitter van de resonansgroep opnieuw uitstekend werk gedaan!
Maar de voorzitster klaagt
“In de nieuwe programmas moet iedereen vooral veel oefenen”
En dat vind ik nou juist verheugend. Je mag niet meespelen in het orkest als je je instrument onvoldoende kunt bespelen.
Oude wijsheden
Mooi om te zien dat aloude wijsheden als “Oefening baart kunst” weer opgeld doen. Een havo-school in mijn omgeving publiceerde onlangs een soort reclamekrant over het onderwijs aan die school. Dat verhaal begint met een hele riedel aan zorgcoördinatoren, remedial teachers en dergelijke. Toch vind je verderop dan weer een prachtig stuk waarin bovengenoemde aloude wijsheid naar voren komt. Zou het dan toch ….. ?
————-
Aandacht voor rekenen
Maatschappij en overheid vragen aandacht voor rekenen en taal. De wiskundedocenten besteden in de onderbouw extra aandacht aan basisvaardigheden van het rekenen. Met name als het gaat om rekenen met breuken, staartdelingen, rekenvolgorde, rekenen met wortels en rekenen met machten kunnen de wel een extra steuntje in de rug gebruiken. Ook de extra aandacht voor rekenen met procenten, het metrieke stelsel en het rekenen met letters is voor de docenten een belangrijk aandachtspunt. De schoolleiding heeft gezorgd voor een uur wiskunde in tweede klas.
Door de wiskundedocenten is een boekje ontwikkeld, waarmee in het huidige cursusjaar wordt gewerkt. Van de leerlingen wordt gevraagd veel te oefenen. Ook worden de vaardigheden die aangeleerd zijn steeds herhaald, zodat de leerlingen zich de vaardigheden goed eigen kunnen maken. Het blijkt dat de extra aandacht voor de verschillende rekenvaardigheden niet onterecht is. Voor nagenoeg alle leerlingen geldt dat ze de extra aandacht goed kunnen gebruiken. Het is voor hen minder snel nodig om de rekenmachine te pakken. Zo zijn de leerlingen door meer vaardigheden in het rekenen met wortels beter in staat om een hoofdstuk stuk over de stelling van Pythagoras te verwerken.
Op dit moment wordt door de lesgevende docenten ook alvast nagedacht over het vormgeven van extra aandacht voor rekenvaardigheden in het komende cursusjaar. Daarbij wordt overwogen ook in de eerste klas al extra aandacht aan rekenvaardigheid te schenken.
————-
dit was 2 jaar geleden bijna ondenkbaar
Als ik dat stukje over rekenen lees, dan kan ik alleen maar concluderen dat we toch, ondanks de slagters en de wichelroedelopers heel veel bereikt hebben. Of het voortschrijdend inzicht is van deze school of dat het komt door het verplaatsen van de voederbakken en heeft een marketing deskundige de school op deze nieuwe weg gezet, ik weet het niet. Maar de beloftes zoals ze hier staan worden zeker waargemaakt. Het is simpelweg te concreet en iedere ouder merkt direct als het praatjes voor de vaak zouden zijn. Dus zijn er nu aan aantal leerlingen die daadwerkelijk beter onderwijs (gaan) krijgen dan dat ze zonder BON zouden hebben gehad.
Zonder BON was deze school niet omgegaan, zonder BON hadden deze kinderen deze extra rekenlessen niet gehad. Toch een mooie gedachte, niet?
Zonder BON
Er zijn genoeg wiskundedocenten en schoolleidingen die nog wel goed bij hun hoofd zijn. Dus ik denk dat er ook zonder BON wel scholen geweest zouden zijn waar deze rekenvaardigheden op het programma gezet zouden worden. Maar het was waarschijnlijk niet in de reclamefolder terecht gekomen, omdat de schoolleiding bang zou zijn geweest dan compleet uit de toon te vallen. En dankzij BON is er een andere toon.
Achtergrond van de school
Misschien maakt het ook nog uit dat het hier gaat om een expliciet christelijke school voor Vmbo-t, havo en vwo die functioneert onder een Stichting waarvoor geldt: “De Stichting heeft als grondslag de Heilige Schrift als Gods Woord, opgevat naar de drie formulieren van enigheid (volgens de Nationale Synode van Dordrecht 1618/1619).” Voor de goede orde: deze vermelding is niet flauw bedoeld maar alleen om de positie van de school goed weer te geven.
Overigens kent de reclamekrant ook de nodige vaardigheden, competenties en portfolio’s maar het geheel ademt een behoorlijke no-nonsense sfeer. Zo werkt deze school met de vmbo-t leerlingen over meerdere jaren toe naar een werkkring, kennelijk met de bedoeling dat leerlingen na de school enigszins voorbereid het bedrijfsleven instappen.
Het Freudenthal Instituut
Ook het Freudenthal Instituut heeft inmiddels een reactie gegeven.
Het Freudenthal Instituut keurt de besluiten af. Het lijkt onmogelijk om met de geplande examenexperimenten bij dit gekortwiekte programma nog innovatief wiskundeonderwijs te creeeren.
Let wel: `innovatief wiskundeonderwijs’, het FI rept met geen woord over `goed wiskundeonderwijs’.
Men bedoelt te zeggen
dat ze op deze manier binnenkort geen werk meer hebben. Als er niet geïnnoveerd hoeft te worden, dan is het uit met de pret bij het FI.
Overigens: ik moet nog zien of de staatssecretaris inderdaad zal aangeven dat innovaties niet nodig zijn, maar dat er herstelwerkzaamheden moeten worden verricht. Uitspreken dat innoveren maar eens moet stoppen lijkt me een politieke zelfmoord.
Slim dus wel van de jongens van het FI om dat zo te stellen.
De reaktie
van het Freudenthal Instituut onderstreept dat de voorgenomen wijzigingen volkomen terecht zijn.
het is een tken van zwakte om je te beroepen op “andere vakken” die ook zijn vernieuwld.