Beroepsregistratie: liever geen strop om de hals

In de afgelopen anderhalve maand heb ik aanzienlijk minder (zeg maar geen) tijd gehad voor het BON-forum. Die tijd stak ik in een onderwerp dat voor leraren bijzonder relevant is, en wordt, en dat een Januskop heeft. Dat wil zeggen, zowel een interessante als een bedreigende kant. Te weten: het beroepsregister.

Het beleidsvoornemen van de minister is om een beroepsregister in te stellen van docenten. Redenen: oppimpen van de status van het leraarschap. een extra kwalificatie naast de initiële bevoegdheid, en uiteindelijk: bijhouden c.q. stimuleren dat alle leraren zich naar behoren blijven ontwikkelen. In theorie prachtig; ben ik in principe voor. Maar over hoe dit in de praktijk dreigt uit te pakken, maak ik me ernstige zorgen.

Eind januari werd ik op de hoogte gebracht van de concretisering door (of aangemoedigd door) de Stichting Beroepskwaliteit Leraren. U weet wel, dezelfde instantie die ons aan de wet-BIO, het POP en het FuWaSys hielp. Dat was doordat een collega mij een geheim stuk toemailde. Wat blijkt? De SBL wil elke leraar bij herhaling aan het registratieportfolio. Bij bijvoorbeeld Nederlands moeten 16 ‘beroepsstandaarden’ en 34 ‘gedragsindicatoren’ de leraar aanzetten tot het vierjaarlijks ‘bewijzen’ of ‘scoren’ hiervan. Dat leidt in PO. VO en HBO tot duizenden (? tienduizenden? uiteindelijk honderdduizend?) portfolio’s jaarlijks, die door “een instantie” moeten worden beoordeeld. Die instantie doet dat natuurlijk niet gratis, dus dat gaat hoe dan ook heel veel OCW-geld kosten. En wat erger is: het levert de arme docenten vele, vele uren tijdverspilling en frustratie op, die ze beter aan bijvoorbeeld vakgerichte scholing hadden kunnen besteden.

De huidige voorstellen, onder aanmoediging van de SBL tot stand gekomen, bevatten vier elementen: 1. bevoegdheid (“of gelijkwaardig”), 2. aanstelling (bijvoorbeeld minimaal 0,2 fte), 3. nascholing (40 uur per jaar), en 4. het wat mij betreft grootste en heetste hangijzer: een portfolio-achtige methode om te tonen dat je voldoet aan een set bijzonder veelomvattende “beroepsstandaarden”, ingekleurd naar vak maar opvallend overeenkomend tussen vakken. (Dat heb je met centrale aansturing.)

Daar zit je dan straks, elke paar jaar je stukjes te typen waarin je ten overstaan van onbekende beoordelaars moet aantonen dat “je onderwijs ontwikkelt en evalueert in afstemming met collega’s, binnen de sectie, met andere secties en in vakoverstijgende contexten, gericht op de relatie tussen vak, schoolsucces, cultuur en leefwereld, waarbij je je bewust bent van relevante politiek-maatschappelijke opvattingen over de positie en rol van je schoolvak in het onderwijs en de maatschappij (standaard nummer 16)”. Of waarbij je “de leerlingen tot vakbeoefenaars begeleidt die het vak op hun niveau voor relevante praktische doelen kunnen gebruiken; je begeleidt de leerlingen bij het zelfsturen van hun leerproces door hen feedback te geven die hun ontwikkeling, inzicht en interesse voor het vak bevordert; ook bereid je de leerlingen voor op een zelfstandige voortzetting van hun vakontwikkeling buiten het onderwijs (standaard nummer 12)”.

Ik zou denken: als docent heb je wel wat beters te doen. je hebt immers niet alle tijd van de wereld, de lessen van morgen wachten, twee proefwerken moeten teruggegeven, en je zou aanmerkelijk meer tijd aan de inhoud en didactiek van je vak willen besteden in plaats van dergelijke ‘bewijzen’ in sociaal-wenselijk taalgebruik te vervatten waarmee volslagen onbekenden jou en jouw onderwijs wel eens de maat zullen nemen onder het mom van ‘ach, het is maar een zelfevaluatieinstrument’.

Niettemin heeft de SBL diverse glijmiddelen voorhanden waarmee zij dit instrument tot praktijk wil maken. Ten eerste het paaien van OCW, van wie de SBL geld ontvangt voor dit mooie project. De SBL recruteert uit de vakverenigingen slechts de bereidwillige ‘gelovigen’ die tegen een vergoeding graag meewerken aan het instellen van de portfoliogestuurde registratie van hun collega’s. Wie dissideert (zoals mijn collega’s en ik) wordt niet uitgenodigd op ‘afstemmingsbijeenkomsten’, uit het aan OCW toe te sturen verslag gelaten, of hooguit als ‘kleine minderheid’ weggezet. Ik acht het van groot belang dat gewone docenten nu hun eigen stem laten horen.

Ten tweede door vooralsnog te doen alsof het registratietraject ‘alleen voor vrijwilligers’ is, die men dan als ‘voorhoede’ aanduidt. Maar er bestaat geen voorhoede zonder nahoede, en het is zeker des ministers bedoeling om *zo veel mogelijk* leraren in het register te hijsen. Kortom, de voorhoede is nog maar het prototype. En u bent de pineut. Met een niet-geregistreerd docent moet wat mis wezen, dus die krijgt dan bijvoorbeeld geen periodiek (voorstel Plasterk). De SBL-opstelling is hypocriet, want met de wind van de VO-raad in de zeilen is deze zogenaamde ‘vrijwilligheid’ een ad-baculum-drogreden: “Je moet natuurlijk helemaal zelf weten of je meedoet, maar als je niet meedoet, zwaait er wat”.

Dit laatste punt wijst naar het derde SBL-excuus: het instrument is volgens de SBL natuurlijk niet bedoeld om door werkgevers te worden gebruikt in functioneringsgesprekken – maar het SBL kan dat uiteraard niet verhinderen. Zodat de baas straks twee stokken heeft om de hond te slaan, de weg naar hogere salarisschalen te verhinderen of andere wensen te frustreren, zoals verzoeken om vakgerichte nascholing (want dat hoeft dan niet voor de registratie). Die twee stokken zijn dan het ‘bekwaamheidsdossier’ dat de school volgens de wet-BIO geacht wordt bij te houden en de ‘beroepsregistratie’ waar vergelijkbare bekwaamheidseisen elke vier jaar nog eens dunnetjes worden overgedaan. En de brave leraar steekt zijn hoofd in deze op papier zelfgevlochten strop, onder het mom ‘voor leraren, door leraren’.

Ten vierde wordt in SBL-kringen serieus voorgesteld om dit portfolio-achtige instrument *alleen op te leggen aan de jonge instromers*. Kortom: het afschuifmodel. Als de dood voor de oudere, ‘zittende’ docenten en de naar verwachting luidkeelse afkeer van alles wat naar portfolio’s riekt, is er de typische babyboom-optie: een afgrijselijke maatregel die we zelf niet willen, kunnen we altijd nog opleggen aan hen-die-na-ons-komen. Zo luidt straks het voorstel van de vakvereniging van leraren economie: het portfolio geldt alleen voor de jonkies, “en daar doen we ze een groot plezier mee, precies wat ze nodig hebben”, aldus de door SBL geworven econoom, wier collega’s allang blij zijn dat deze beker hen voorbijgaat.

Deze beweging is er typisch een van vóór de periode-Dijsselbloem: een gedroomde onderwijsvernieuwing invoeren die niet uit de koker van docenten komt, nog voordat er ervaring mee is opgedaan en voordat er ook maar enig draagvlak is onder de betrokken docenten.

Vergelijkbare beroepsgroepen (artsen, accountants, advocaten) hebben een vorm van beroepsregistratie die geënt is op drie condities: bevoegdheid, aanstelling, en het volgen van geaccrediteerde nascholing. Deze vorm van registratie bewijst zich continu in de praktijk. Het is tijd dat het onderwijs leert van andere beroepsgroepen, dat zij daar een voorbeeld aan neemt en dat zij het invalide ‘individueel zelfassessment’ door middel van een portfolio-achtig instrument naar de prullenbak verwijst.

Omdat deze ontwikkeling een schijnmiddel van OCW is om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen, meen ik dat BON een standpunt moet innemen t.o.v. de beroepsregistratie. Zowel t.a.v. het doel als t.a.v. het voorgestelde middel. Het doel laat zich eenvoudig formuleren als “beschrijving en verhoging van het niveau van beroepsbeoefening door leraren” (geheel mee eens), het middel is het instellen van een register, als onderdeel waarvan volgens de SBL de bedoeling is het aantonen van zo’n 16 standaarden aan de hand van 34 indicatoren.

Ik hoor graag uw mening.

Michel Couizjn
Amsterdam, Instituut voor de Lerarenopleiding (UvA)

66 Reacties

  1. Het is toch niet waar hé?
    Volgens Heisenberg leidt elke meting tot verstoring van het te meten verschijnsel. Gezien de onzekerheid die daarmee gepaard gaat stel ik voor dat het SBL ook gaat bijhouden hoe het zit met het navolgen van de tien geboden. En bij ingebrekestelling moet er penitentie worden opgelegd om het zieleheil in het hier en het hiernamaals te waarborgen. Amen!

    • Ja maar wat nu
      Volkomen mee eens. Maar hoe ga jij ten overstaan van de SBL jouw skepsis laten blijken?

      • In hun eigen sop laten gaarkoken?
        Een beetje docent is slim genoeg om dit systeem te doorgronden en te saboteren. Er ontstaat dan een virtuele werkelijkheid die op geen enkele manier blijkt bij te dragen aan de gewenste kwaliteitsverbetering. We wachten gewoon op het aanstaande lerarentekort en op de onrust rondom goed onderwijs die in het land aan het ontstaan is.
        De Spreadsheet-Specialisten die dit wangedrocht bedenken en uitvoeren verdienen een fikse afstraffing.

        • Hendrikush schreef:
          >Een

          Hendrikush schreef:
          >Een beetje docent is slim genoeg om dit systeem te doorgronden en te saboteren.

          Slim genoeg wel, maar onafhankelijk genoeg niet. Talloze docenten zien zich van schoolleiderwege geplaatst voor de taak een of ander POP te fabrieken, een aantal SBL-competenties van “bewijzen” te voorzien, etcetera. Wie allang in schaal LD (of 12) zit, heeft niks te duchten, en deze docenten kunnen het zich veroorloven een loopje te nemen met de registratie-eisen. De anderen zijn er wel degelijk van afhankelijk.

          Je suggestie dat “we gewoon moeten wachten op het aanstaande lerarentekort’ is naïef. Je veronderstelt namelijk dat dit tekort zich pijnlijk zal doen gelden. Not. Schoolleiders zullen gewoon doorgaan met het inzetten van beunhazen (inmiddels al een derde van het totaal aantal lessen in het vo), en het effect op de kwaliteit zal pas vele jaren later, en dan nog diffuus, blijken. Als het allang te laat is.

          Bottom line: er is in het onderwijs geen wal die welk schip dan ook gaat keren. Gebrekkige kwaliteit van de leerprestaties vegen we onder tafel, en gebrekkige kwaliteit van onderwijsgevenden vegen we onder tafel.

          Er komt dus *ogenschijnlijk* geen tekort aan docenten. Schoolleiders vullen de plekken domweg op. Zie hoe het basisonderwijs zich heeft gered uit het ‘lerarentekort’. Talloze onbevoegde zij-instromers en ‘klassen-assistenten’ draaien zelfstandig een of meer dagen per week de klassen in het basisonderwijs. Klassen met zeer begaafde dan wel problematische leerlingen die graag wat hadden willen leren. Met een juf die weet dat 1 : 1/3 ongeveer 3 is, en die kan uitleggen waarom ‘hij verhuisd’ niet helemaal correct is.

    • Een ijskoude thermometer
      Even zonder gein: ik denk inderdaad dat als docenten worden geplaatst voor de (al of niet impliciete) verplichting aan de voorgenomen registratie-eisen te voldoen, dat dit dan behoorlijk wat van hun tijd zal opsouperen. Nog afgezien van de de frustratie en ergernis die zij opwekken. De thermometer zal dus niet worden ingebracht zonder gevolgen voor het te meten “object”.

  2. Je hebt volledig gelijk Michel
    De eenvoudigste vorm van kwaliteitscontrole (en dan ook nog vooraf in plaats van achteraf) is de bevoegdheid. Die hebben artsen en advocaten ook. Daar is de “peer-groep” dan ook veel homogener dan bij leraren, waar ik als academisch wiskundige portfolio-achtig word beoordeeld door en vergeleken met nauwelijks opgeleide collega’s. Die harde ondergrens: bevoegdheid en een goede opleiding, die ontbreekt in dit pop-gedoe. Sterker nog, dat hele register neemt de plaats in van de duidelijke bevoegdheden.

    De voornaamste reden is dat nu de SNL een structurele rol gaat spelen in de verdergfelijke kring van onderwijslulkoekers. Weg ermee!

    • Wees solidair met de jonkies
      Goddank, we zijn het weer eens, 1945. De bevoegdheid is de eerste en voornaamste eis voor toetreding tot het leraarschap. In tijden van lerarentekorten zien we schoolleidingen een loopje nemen met deze bevoegdheid (gesteund door de web-BIO). Alsof elke beunhaas wiskunde of Nederlands kan onderwijzen.

      Het is dan ook een gotspe dat de SBL-voorstellen reppen van “bevoegd dan wel gelijkwaardig”. Want dat zet de deur voor de beunhazen wijd open. Immers, niemand weet wat “gelijkwaardig” is. Maar als je een jaar of drie overleeft in het VO zonder gillend te zijn weggehold, maak je gerede kans in het register te worden opgenomen. “Geregistreerd leraar wiskunde” zonder ook maar een dag in je leven wiskunde te hebben gestudeerd. Met beunhazen kun je het lerarentekort immers prima bestrijden, of verhelen.

      Het goede nieuws is dat we momenteel onze vakverenigingen nog kunnen beïnvloeden. Schrijf het bestuur van je vakvereniging aan (in jouw geval de NVVW), eis informatie over hun beleidsvoornemen wat betreft het registerleraarschap, en geef je mening te kennen. Wees daarbij uitermate solidair met de jongere collega’s, wie dit gevaarte harder zal treffen dan de oudgedienden.

      • Met beunhazen
        Couzijn denkt dat het management met beunhazen het lerarentekort kan bestrijden, of verhelen.
        Ik denk/hoop dat niet en ik denk dat ook veel leerlingen en ouders dat niet lang meer zullen accepteren.
        De berichten over het rapport Dijsselbloem; de vraag naar praktijkonderwijs; de wens van ouders en leerlingen voor kleine scholen; de groei van gymnasia en zelfstandige mavo’s; het toenamende gewicht van BON; Sywert; … het zijn allemaal signalen dat er iets aan het veranderen is in het onderwijs.
        De kiezers ontwaken, de politiek zal volgen en het management mag dan laten zien wat het waard is.
        En ik heb vooral te doen met de bevoegde jonkies die dan de kolen uit het vuur moeten halen.

        • maar men wil het wel degelijk
          Sjoerd c.s. heeft allen belang bij lerarentekort. Zij kunnen dan namelijk kootsjes aannemen. Dat ouders dat in meerderheid niet willen, kan waar zijn, maar hoe langer het duurt en hoe minder goed opgeleide leraren er zijn, hoe gemakkelijker het is voor Sjoerd om zich helemaal niets van de wensen van de ouders aan te trekken. De meeste ouders willen kleinschalig onderwijs, maar dat heeft weinig effect gehad: de schaalvergroting gaat nog steeds door. Mensen willen een LTS en een MAVO, maar pas na vele jaren komt er heel langzaam een kenteringetje.
          Sjoerd heeft de wind mee: er zijn straks namelijk geen leraren meer en dan is er simpelweg geen andere keuze.

          De enige reden dat er iets aan het veranderen is, is het bestaan van BON. Zodra dat weg valt is de enige tegenkracht verdwenen en heeft Sjoerd vrijspel. En als het te lang duurt, dan valt BON vanzelf weg, want het aantal bevoegde leraren vermindert. Nu al lees je op het forum van collega’s die er de brui aan willen geven.

          Laten we de mogelijkheden van de bestuurders niet onderschatten. Ze zijn legio en worden vanzelf, zonder dat men er iets voor hoeft te doen, groter: de tijd werkt in hun voordeel.

    • Een 1 april grap moet leuk zijn
      en dit is op de eerste plaats niet verrassend: er wordt al veel langer over gesproken en op de tweede plaats niet leuk.
      En ik ken Michel als een man met ene gezond gevoel voor humor: zijn 1 april grappen (als hij die al maakt) zullen aanzielnlijk leuker zijn dan dit verhaal.

      • Mooi
        Als het een 1 aprilgrap is dan is het een hele goeie! Ik stonk er met huid en haar in. Even afwachten wat het wordt.
        Willem Smit

        • SBL en Beroepsregister
          In de beleidsreactie van het ministerie op Rinnooy Kan stellen de bewindslieden een beroepsregister en een Lerarenberoepsvereniging voor. Deze vereniging zou zich met dat register moeten bezig houden.
          De beroepsvereniging zou uit het SBL kunnen ontstaan “aangevuld met een meerderheid aan leraren”.
          We kunnen verwachten dat het SBL al bezig is zich daarop voor te bereiden.
          Daarom is het verstandig als BON-leden zich afvragen of wij niet moeten starten met zo’n algemene vereniging.
          Overigens denk ik uit de formuleringen op te maken dat het ministerie helder is dat noch de VO-Raad, noch de vakbonden de stem van de leraren vertegenwoordigen. Men wil op termijn gesprekspartners die representatief zijn, een soort Raad waarin ook en vooral leraren zitten. Op die manier kan de ijzeren ring van de coterietjes die nu het onderwijs verzieken, doorbroken worden. Ik denk daarom dat het verstandig is om op korte termijn aan een Vereniging te gaan werken die werkelijk de onderwijsgevenden vertegenwoordigt. In ons gesprek met van Bijsterveldt heb ik al uitdrukkelijk laten weten dat het SBL bepaald niet de club is die daarvan de kern moet vormen.

          • Eenheid in verscheidenheid
            Ik denk inderdaad dat ofwel een beroepsvereniging die die naam waard is, moet worden opgericht, ofwel meer werk moet worden gemaakt van de huidige structuur van vakverenigingen. Dat laatste heeft als voordeel dat je kunt bogen op wat al bestaat en functioneert. Het eerste heeft’massa’ als voordeel, maar dan moet je wel een geheel nieuwe, onbekende vereniging zien op te richten. Dat zal niet meevallen, gezien de gebrekkige organisatie van leraren in Nederland.

            Ik vind het niet zo’n ramp als vakverenigingen hun eigen, onderlinge afwijkende koers varen. Er is immers niemand die *weet* wat het beste uitpakt voor de docenten. Laat daarom gerust de vakverenigingen diverse koersen varen, en dan zien we wel wat er het gunstigst uitpakt. Als iemand (BON?) kans ziet om “de” docenten massaal te mobiliseren, des te beter. Maar gemakkelijk zal dat niet zijn.

      • No April’s Fool
        Had ik dit bericht maar gisteren gepost! Ik wou dat het een 1-aprilgrap was, maar dat is het niet. Neem het s.v.p. serisus.

          • Kijk: zo geweldig is HNL nu
            De studenten leerden dingen die de docenten zelf niet eens konden.

        • OK dan …
          Ik acht het van groot belang dat gewone docenten nu hun eigen stem laten horen.

          We pakken het serieus op. Hoe zie je bovenstaande voor je?
          Is een standaardbrief (uit de BON-koker?) een optie om elke docent individueel maar samen massaal naar OCW te laten sturen? Internetpolls? (ik weet, we moeten ’t niet doen zoals de AOB – maar er zijn andere middelen)
          Andere opties?

          • Enkele opties de revue
            Geschiedenisleraar schreef:
            >We pakken het serieus op. Hoe zie je bovenstaande voor je?

            Ik zie een paar opties, die alle moeten worden voorafgegaan door meningsvorming m.b.t. de voorliggende voorstellen. Je moet pas actie voeren als je goede informatie tot je hebt genomen over de plannen en op basis van goede argumenten een mening hebt gevormd.

            De eerste optie: contact met de vakvereniging. Ik zie veel liever de vakverenigingen het voortouw nemen in kwesties m.b.t. de beroepsuitoefening dan de AOB of de SBL. Prima dat de vakverenigingen af en toe met één mond praten in de VVVO, maar ik vind dat elke vakvereniging zelf het laatste woord moet hebben. Bovendien is de VVVO sinds kort hevig gecommiteerd aan de SBL (voorzitter VVVO = secretaris SBL). Ik stel me voor dat BON de vakverenigingen informeert over het eigen standpunt, en vraagt om een inhoudelijke reactie op de bezwaren.

            Een tweede optie: BON-leden van wiskunde, Nederlands, geschiedenis etc. schrijven een opiniërend stuk t.b.v. het blad van hun vakvereniging, met verzoek om reacties naar de vakvereniging. Zo wordt niet alleen het bestuur, maar worden ook de leden geïnformeerd. En BON-leden kunnen dat stuk via de kopieermachine verspreiden via postbakjes van sectiegenoten die geen lid zijn van de vakvereniging, of op de sectievergadering aan de orde stellen. Het doel hiervan is dat de vakverenigingen horen of er draagvlak is voor het voorstel (ik bedoel natuurlijk: dat er géén draagvlak is voor het voorstel).

            De laatste optie is een artikel in de krant. Het is moeilijk kranten te bewegen een opiniestuk te plaatsen dat niet “de lezer” als publiek betreft. Het stuk zou daarom als uitgangspunt moeten nemen dat de kwaliteit van leraren ernstig onder druk staat, en dat de beroepsregistratie eerder een rookgordijn opwerpt dan de kwaliteit bevordert.

          • Mosterd na de maaltijd?
            De eerste vraag hoort te zijn “Doe ik mee aan deze centralistische exercitie of laat ik Gods water over Gods akker lopen”? Het onderwijs heeft een ijzersterke reputatie in het onderuithalen van goedbedoelde vernieuwingen. Dreigementen van bovenaf en van werkgeverszijde versterken mijn wantrouwen.
            Het is natuurlijk prachtig als je de slachtoffers van dit plan zover kunt krijgen dat ze uit angst voor hun baan meewerken omdat het “zo goed” is voor de kwaliteit van het onderwijs.
            Het onderwijs heeft behoefte aan meer vrijheid voor vakkundig opgeleide docenten. Dat bereik je met (vooraf) goed opgeleide docenten, een goed salaris en goede werkomstandigheden. Niet door de geplande “bijscholing achteraf” en niet met de dreiging van functie- en salaris- gevolgen.
            En meer vrijheid en zelfstandigheid voor docenten houdt in dat het ijzeren gordijn van overbodige onderwijsregelingen en onderwijsparasieten wordt neergehaald.

          • Ijzersterke reputatie?
            Hendrikush schrijft:

            Het onderwijs heeft een ijzersterke reputatie in het onderuithalen van goedbedoelde vernieuwingen.

            Ik zou zeggen dat het onderwijs hier juist een uitermate zwakke reputatie in heeft. Vandaar alle problem in het huidige onderwijs.

            Over de HOS, FUWA, studiehuis, VMBO etcetera dachten de meeste leraren zoals Hendrikush nu over het beroepsregister lijkt te denken. En we weten wat de gevolgen waren.

          • Galgenwaard
            Lang geleden heb ik meegelopen in een landelijke staking tegen ondermeer een salarisvermindering. We eindigden, symbolisch genoeg, in voetbalstadion Galgenwaard. Het resultaat van die aktie was dat de salarisvermindering onveranderd doorging en dat Deetman bovendien alle leraren nog een extra salariskorting gaf. De naweeën daarvan ondervinden de na-Hossers tot op de dag van vandaag. Door die demonstratie en de effecten ervan is er bij mij weinig vertrouwen overgebleven in de collectieve macht van bonden en onderwijsveld. Dat is in de jaren daarna keer op keer bevestigd. De teleurstelling die Simon verwoordde toen hij na de jongste demonstratie in Amsterdam terugtreinde naar Venlo was helemaal de mijne.
            Onze argumenten worden niet serieus genomen; ons ongenoegen wordt genegeerd; het onderwijsveld is gespleten in deelbelangen; overheid en werkgevers blijven ruim baan houden voor hun bedenksels.
            En daarmee veroorzaken ze keer op keer de mislukking van hun grootse vernieuwlingen. Die gaan onderuit omdat ze niet gedragen worden door de mensen op de werkvloer en omdat de mensen op de werkvloer niet serieus worden genomen. Dat verwacht ik ook van dit accreditatiegedoe. Het is de zoveelste poging tot het opkalefateren van een bouwval. Er is nieuwbouw nodig.

          • Vakvereniging
            Om te beginnen:
            Ik heb mijn vakvereniging (VGN) op deze discussie gewezen.

          • tekst
            Dag geschiedenisleraar, wil je de tekst hier copieren? Dan kunnen anderen er inspiratie uit putten voor hun eigen vakken …

          • tekst
            Ik heb er verder niet veel woorden aan vuil gemaakt; ik zit volop in de correctie momenteel. Het was meer een ‘leestip’. Inmiddels heb ik ook al antwoord van m’n vakvereniging; ik zal e.e.a. hieronder c/p-en:

            Geachte xxxxx,

            Op het internetforum van Beter Onderwijs Nederland (BON) is een interessante ‘discussie’ gestart m.b.t. nieuwe ontwikkelingen betreffende de beroepsregistratie voor docenten.
            In de discussie treft u beleidsstukken aan welke indicatief zijn voor hoe deze registratie eruit zou moeten komen te zien.

            Wellicht dat de VGN zich hier ook over wil buigen of zelfs een standpunt over in wil nemen.

            De discussie:
            www.beteronderwijsnederland.nl/?q=node/4105#new

            ANTWOORD:

            Beste geschiedenisleraar,

            Dank voor je bericht. We volgen de ontwikkelingen rondom beroepsregistratie nauwgezet. Deze bijdrage bespreek ik binnen het bestuur.

            Belangrijk knelpunt voor de VGN tot op dit moment is de organisatie van de registratie. Deze kan je niet overlaten aan een vrijwilligersvereniging als een vakinhoudelijke vereniging zonder dat je ze faciliteert.

  3. Gemist
    Ik had je al gemist Michel. Maar je had dus een goed excuus.

    Nog meer gevaarlijke flauwekul die over de leraar uitgestort wordt. BON moet hier inderdaad protest tegen aantekenen. Stof voor een krantenartikel?


    Bij het kijken op de website van SBL zag ik overigens dat mevrouw Vogelzang, nu directeur directie leraren op het ministerie en hier op de BONsite genoemd adviseur is van SBL namens het ministerie. Ook zitten 3 bestuurders van onderwijsbonden in het bestuur van SBL en in de raad van advies zijn vertegenwoordigt: de VO-raad, de MBO-raad, de HBO-raad,…

  4. 1 april?
    Wil Michel ons nu al aan het schrijven ,invullen en assessment hebben?
    Ik mag hopen dat dit geen realiteit wordt.

  5. Ik snap echt niet waar jullie je druk over maken…
    …als iets je niet zint, doe je het toch gewoon niet.
    Bovendien draagt bovenstaande bij aan de bureaucratisering….
    …en anders is er nog wel een ander beroep.
    Als ze de leraren weg willen jagen,…goed toch!

    Beroepsregistratie, geen strop om mijn hals.

    • ALARM! Een huiveringwekkend stuk van Couzijn
      Nu pas had ik de tijd om het stuk van Couzijn te lezen. We mogen hem dankbaar zijn dat hij zo in de materie gedoken is. Want dat is een alarmerende bijdrage. Hij beschrijft een horrorscenario voor de toekomstige leraren.
      Ik stuur het stuk onmiddellijk door naar deelnemers aan de Kring BON Voortgezet Onderwijs en ik zet het voor as. zaterdag op de agenda.
      We zullen alle krachten bij moeten zetten om te voorkomen dat de ijzeren ring die hier gesmeed wordt straks om de nek zal worden aangebracht van nieuwe slaven. Inderdaad kan dat een verstikkend instrument worden in handen van de managers die gaan functioneren in de nieuwe “Good Governance”-structuren die de scholen sluipenderwijs gaan invoeren.
      We moeten er voor zorgen dat alle leraren in het land dat stuk van Couzijn onder ogen krijgen. Zodat op tijd het verzet kan worden georganiseerd.

      • Beroepsstandaarden en Registratietraject: nu te downloaden
        Download hier de momenteel op aangeven van de SBL voorgestelde beroepsstandaarden en registratieprocedure voor het vak Nederlands. Zodat u zich een mening kunt vormen over de wenselijkheid en haalbaarheid.

        Onderstaande documenten betreffen dus de registratie-eisen voor leraren Nederlands. Er wordt voor elk schoolvak een vergelijkbaar document opgesteld. Raadpleeg uw vakvereniging om te weten wat er voor uw vak in de maak is. En stel bij, bemoedig of protesteer waar u dat nodig acht.

        members.chello.nl/mjcouzij/BeroepsstandaardenBiTLevendeTalen280208.doc

        members.chello.nl/mjcouzij/RegistratieprocedureBiTLevendeTalen080208.doc

        Stelt u zich voor dat u voor de taak geplaatst wordt te ‘bewijzen’ of u aan deze beroepsstandaarden voldoet. Hoeveel tijd/werk zou u dat kosten? En acht u dat werk en die tijd zinvol besteed? Acht u de standaarden:
        – betekenisvol?
        – meetbaar?
        – haalbaar?
        – beheersbaar?
        – vergelijkbaar met andere beroepsgroepen?
        – fraudebestendig?
        – kortom: een goed middel tot beschrijving en verhoging van de kwaliteit van leraren?

        Ik ben benieuwd.

        • “Niet verder verspreiden’ mag verder worden verspreid
          Overigens, laat u zich niet afschrikken door de vermelding ‘concept – niet verder verspreiden’ in deze documenten. Ik heb persoonlijk toestemming van de opsteller van de documenten om deze voor raadpleging verder te verspreiden. Deze toestemming is op de Algemene Ledenvergadering van de opdrachtgever, de Vereniging van Leraren in Levende Talen, (15 maart j.l.) bevestigd. Deze documenten betreffen het laatste concept voor de definitieve versie, die naar verwachting maar weinig van elkaar zullen verschillen.

          Nogmaals: als hamvraag stel ik niet of registratie op zichzelf wenselijk, haalbaar of effectief is, maar of dit assessment-deel (“bewijzen” in welke mate je als docent aan deze 16 standaarden voldoet) wel deel moet uitmaken van de registratieprocedure. Bovendien stel ik de vraag of wel kan worden overgegaan tot acceptatie van dit instrument zonder overtuigende praktijkervaring en een duidelijk draagvlak onder docenten.

          • re Couzijn 03/04 08:13
            Couzijn schrijft: “Nogmaals: als hamvraag stel ik niet of registratie op zichzelf wenselijk, haalbaar of effectief is, maar of dit assessment-deel (“bewijzen” in welke mate je als docent aan deze 16 standaarden voldoet) wel deel moet uitmaken van de registratieprocedure.”

            Mijn antwoord op de hamvraag van Couzijn is: nee.
            Eerst dit. De gangbare opvatting is dat zelfbeoordelingen altijd onbetrouwbaar en weinig valide zijn. Die opvatting is zelf ondeugdelijk.Wanneer het niet om ingewikkelde of onduidelijke zaken gaat, zijn mensen redelijk goed in staat zichzelf te beoordelen. Beter dan hun bazen en veel andere beoordelaars (Shrauger en Osberg, The relative accuracy of self-predictions and judgments by others in psychological assessment; Psychological Bulletin, 1981, vol. 90, nr. 2; nog steeds een gezaghebbend review). Zo weet bijvoorbeeld een student een goed oordeel af te geven over de kwaliteit van zijn tentamenvoorbereiding en studeergedrag en kan hij het resultaat redelijk correct voorspellen. (We hebben het over het traditionele tentamen en de traditionele zelfstudie uit langvervlogen tijden). Maar de zaken waarover hier een zelfbeoordeling wordt gevraagd zijn te vaag om ze ergens op de lijn tussen “te ingewikkeld” en “eenvoudig” te kunnen plaatsen. De standaarden en indicatoren die Couzijn met zijn twee links aanlevert zijn helaas gesaboteerd met de gangbare portfolio competenties en die leveren aantoonbaar niets van waarde op, ook geen valide zelfbeoordelingen. Nergens en nooit. Absoluut niet uitvoeren dus, dit SBL-plan.

            Een belangrijker vraag is hoe je de bevoegde instanties hiervan overtuigt. Dat is een hels karwei dat we aan de direct betrokkenen moeten overlaten. De leraren zijn echter verdeeld in meerdere groepen: bevoegd, onbevoegd, 1e, 2e graads…. and never the twain shall meet. De vakverenigingen zijn zwak en klein. De professie is dus verdeeld en uit elkaar gevallen en de meeste leraren zijn niet langer leraren. Ze zijn allen ontrecht en hun bonden zijn geen vakbonden meer.

            Beroepenregistratie als hier voorgesteld lijkt me niet slecht. We beleven immers een tijd met veel onbevoegde leraren die –particulier en bijzonder onderwijs- bovendien steeds vaker niet in overheidsdienst zijn. Helaas heeft de toenemende verzelfstandiging van de schoolconglomeraten hun besturen ook steeds meer de gewoon in overheidsdienst zijnde leraren een zwakke en onduidelijke rechtspositie bezorgd en de macht bij vaak erg verkeerde mensen gelegd. Over de overheden, gemeente, rijk, hebben we het dan nog niet. Deze ontwikkelingen vragen eigenlijk om een centrale registratie en wel op de eenvoudige, externe kriteria die Couzijn al noemt: bevoegdheid, aanstellingsomvang, nascholing. Tegen de geschilderde achtergrond heeft dat overigens niet veel zin.
            Mijn standpunt in deze is bekend: staken, stiptheidsacties, demonstraties, en erger.

            Willem Smit

        • Opleggen van één didactiek
          Dit lijkt me de zoveelste poging om een didactiek op te leggen. Het woord “betekenisvol” komt meermalen voor, en dat woord is door de nieuwlichters gekaapt om elk type onderwijs dat afwijkt van het nieuwe leren als “betekenisloos” mee af te schilderen. Ik begrijp ook helemaal niet wat daarmee bedoeld wordt: dat onderwijs betekenisvol moet zijn.
          Ook geïntegreerd staat als verplicht nummer in de eisen geformuleerd. Taalonderwijs moet dus geïntegreerd zijn. Ik ben blij dat ik nog doelgericht taalonderwijs heb gehad.

          Ik heb collega’s bezig gezien bewijzen te verzamelen voor een NT2 aantekening. Die collega’s waren daar vanuit een positieve houding mee bezig. In de periode dat men daar mee bezig was werd soms tot na middernacht en weekenden lang doorgewerkt. Een echt onbehoorlijke inspanning. Dat portfolio werd dan opgestuurd naar de beoordelaars en bij goedkeuring volgde een eindgesprek, maar soms ontbrak er nog wat en moesten extra bewijzen worden verzameld. Ik zou er rode vlekken van krijgen als ik aan iets dergelijks zou worden blootgesteld.

        • Dat gaat de verkeerde kant op
          Eerst maar eens het `procedurele’ document. Dat lijkt niet geheel onredelijk, maar ik heb wel een belangrijk kritiekpunt, namelijk portfolio’s.

          • Het is mogelijk om volledig aan de professionaliseringsactiviteiten toe voldoen door een combinatie van het bijhouden van een taal(didactisch) portfolio en door Media/informatie bijhouden (waarschijnlijk ook in een `porfolio’). Het volgen van cursussen (met examen) is niet noodzakelijk. Als de beoordelaar van je portfolio’s je gunstig gezind is dan lijkt het dus onmogelijk om niet aan deze eis te voldoen.
          • Inschrijving in het expertregister gebeurt geheel door portfolio’s. Alweer zal het dus vooral om vriendjespolitiek draaien.

          Dan het standaardendocument. Hier is nog meer mis mee. Vakkennis is 1 van de 4 (gelijkwaardige) onderdelen en de indicatoren van vakkennis zijn amper wat ik onder `vakkennis’ zou scharen (ik mis bijvoorbeeld iets als `kent de literatuurgeschiedenis van de doeltaal’). Bij de indicatoren staan ook nog eens allerlei twijfelachtige didactische instructies, bijvoorbeeld:

          • Hij/zij begeleidt de leerlingen bij het zelfsturen van hun taalleerproces,
          • werkt samen met collega’s om taalleerlijnen of vakoverstijgende opdrachten te ontwikkelen,
          • maakt gebruik van ‘native speakers’ in het onderwijs.

          Hier lijkt een bepaalde didactiek opgedrongen te worden onder het mom van beroepsstandaarden.

          Zouden een paar BONners bij elkaar kunnen komen om een alternatief in elkaar te zetten?

        • Oscar Wilde
          In elk geval mag van een docent Engels die (al dan niet on- of onderbevoegd) eerstegraads uren geeft, verwacht worden dat hij of zij Oscar Wilde gelezen en begrepen heeft… Ik heb wel eens iemand meegemaakt die… enfin, het zal duidelijk zijn…

          (Dit is trouwens geen ‘standaard’ maar slechts een minimum-eis wat mij betreft.)

    • Goed nieuws
      Precies Hals.

      “een afgrijselijke maatregel die we zelf niet willen, kunnen we altijd nog opleggen aan hen-die-na-ons-komen.”

      Het goede nieuws: als dit de maatregelen zijn die de kwaliteit van het onderwijs moeten gaan verbeteren, kunnen we er zeker van zijn dat er geen hen-die-na-ons=komen meer gaan zijn.

  6. Bijscholing achteraf
    Ik kan me zo voorstellen dat ook die mooie plannen om leraren meer bijscholingsmogelijkheden te geven de hoogopgeleiden uit het onderwijs houdt, of ze eruit wegjaagt. Mijn onbevoegde collega krijgt komend schooljaar vijf lesuren doorbetaald ‘studieverlof’ en dat is hem van harte gegund, maar ik heb zelf tijd en (veel) geld geinvesteerd in mijn studie voordat ik het onderwijs in ging. Mijn beloning daarvoor is dat ik wekelijks vijf lesuren meer moet draaien voor hetzelfde salaris.

    • onbevoegd = geen baan
      Een van de kernpunten in een BON-plan zou dan ook moeten zijn dat je zonder bevoegdheid geen registratie kunt krijgen – en dan heeft je onbevoegde collega alle tijd van de wereld 🙂

      Let wel, registratie moet ook andere aspecten vereisen, maar bevoegdheid moet er één van zijn.

      Vind ik.

      • Bevoegdheid zou wat mij
        Bevoegdheid zou wat mij betreft het enige vereiste zijn, want het is als een van de weinige aspecten van goed docentschap objectief toetsbaar. En als bevoegdheid toch het enige vereiste voor registratie is, kan registratie van docenten verder achterwege blijven.

        Bevoegdheid moet dan wel aan hogere eisen voldoen; zo zou wat mij betreft de eerstegraads bevoegdheid enkel maar moeten toekomen aan academisch opgeleide docenten. Met die opgewaardeerde bevoegdheden zou vervolgens registratie van on-, onderbevoegd en bevoegd gegeven uren, in combinatie met een harde quotering, een krachtig middel zijn om beter onderwijs af te dwingen.

        Kortom: geen registratie van docenten, wel van uren!

        • mee eens
          Bram. bevoegdheid is bepalend. Mogelijk daarnaast ervaring!

          Vier opmerkingen:
          1. Ik heb moeite met je onderscheid tussen academische 1e graders en niet academische. Ben zelf een ouderwetse MO-B-er. En dus even 1e graads bevoegd. Ben zo serieus in mijn vak, dat ik echt niet onderdoe! Volgde mijn MO-B overigens aan een academische Hogeschool, deels samen met studenten in hogere studiejaren. Wat ik er (ook vakinhoudelijk; theologie en filosofie) leerde was meer dan de puur wetenschappelijke opleiding op relevantie voor onderwijs afgestemd.
          2. Als je dan toch twijfels hebt over het niveau van leraren. Is een huidige academische of HBO-opleiding nog van hetzelfde niveau als pakweg 30 jaar geleden?
          3. Nascholing is ook zo een punt. Ik hou zelf mijn vak bij en ontwikkel me er in. Zou het nauwelijks met bewijzen kunnen staven. Mijn probleem is, dat ik voor mijn vak geen opleidingen ken waar ik de degelijke zaken kan leren, die ik nodig vind. Dus zorg ik er zelf voor. Want wat ik doe moet goed zijn! Of moet ik naar het APS of KPC om zo een betere leraar te worden?
          4. Ik weet dat ik hiermee voor sommigen vloek. Een degelijke onderwijskundige en vakdidactische basis acht ik voor docenten onontbeerlijk! Probleem is ook hier: Op welke universiteit of HBO (of welke lerarenopleiding uberhaupt) wordt deze nog gegeven?

          • Langs een omweg kan ik het
            Langs een omweg kan ik het gedeeltelijk wel met u eens zijn, weknow.

            Ad 1. Ik neem van u aan dat de MO-opleiding uit het verleden even goed was als een academische opleiding nu;

            ad 2. Idem;

            ad 3. Er zijn vakken (wiskunde, natuurkunde, …) waarin nascholing minder belangrijk is omdat het niveauverschil met de middelbare school gigantisch is, en de over te dragen kennis gestold;

            ad 4. Een degelijke onderwijskundige en vakdidactische basis? Ik heb me daarvoor altijd graag aanbevolen gehouden maar heb het nooit mogen beleven. Ik denk dan ook dat nadruk op deze zaken niet toevallig altijd verzandt in oppervlakkigheid.

            De eerstegraads bevoegdheid kan op minstens twee manieren inhoudelijk worden versterkt. Je kunt, zoals ik voorstel, de eis van een academische kwalificatie stellen. Of je kunt de lerarenopleidingen zelf inhoudelijk veel pittiger maken. Dat zou betekenen dat je de moed hebt aan sommigen het diploma te onthouden op grond van tekortschietende capaciteiten. Ik vind trouwens in het algemeen dat zowel de universitaire als de HBO-masters veel zwaarder mogen worden. Maar ziet u dat gebeuren in een tijd van lerarentekorten en een overheid die streeft naar meer ‘hoger’ opgeleiden?

          • MO was topprestatie
            De MO-opleiding van vroeger was erg zwaar en er is geen reden om die in het opzicht van leervakkennis lager aan te slaan dan een doctoraalexamen. Mensen met een VWO-diploma die op latere leeftijd graag een eerstegraads onderwijsbevoegdheid wilden halen gaven er vaak de voorkeur aan om voor een doctoraal examen op te gaan omdat dan de slagingskans groter was.
            Seger Weehuizen

          • Eens w.b. bevoegdheden
            Ik ben het eens met je opmerkingen over bevoegdheden – alleen heb ik dan geen MO-B, maar een ‘oude stijl’ 1e graad (dus geen MEd, wat tegenwoordig de 1e graads HBO opleiding is).
            Ook mijn voorbeeld is exemplarisch, maar ik denk dat ik wel een aardige inschatting en vergelijking kan maken gezien het traject wat ik heb doorlopen.
            Hieronder schrijft Bram Roth dat de lerarenopleidingen weer zwaarder zouden moeten opgetuigd. Op m.n. inhoudelijk gebied ben ik dat helemaal met hem eens. Verbeter de lerarenopleidingen (inhoudelijk), dat telt veel zwaarder dan het geneuzel over 1e gr na 2e gr of na univ.

        • Nascholing
          Op je 25e een bevoegdheid halen en dan tot je 65e bevoegd lesgeven is wel een beetje raar: in 40 jaar kan veel gebeuren. We hebben in het verleden op dit forum gesproken over een centraal eindexamen voor leraren. Wat je als eis kunt stellen is dat elke leraar op elk moment in zijn loopbaan het eindexamen van de lerarenopleiding van dat moment haalt (eens in de zoveel jaar te testen). Daar is mogelijk nascholing voor nodig, maar als een leraar het zelf bij wil en kan houden, dan is dat ook goed. Als het examen maar gehaald wordt.

          • nascholing
            OK ; nascholing moet. De “APK” keuring van een docent kan vast stellen dat hij (m/v) bij de tijd is (zou het ? misschien) ;

            Maarre – – – er blijft één probleem, en dat gaat maar niet weg – er is al zo vaak (te vaak) over gedelibereerd.

            Er zijn multiple mogelijkheden :
            De docent met leraarsbevoegdheid is een didactisch (als je wilt pedagogisch) talent, òf hij is dat een beetje, òf hij leert het te worden in de loop van jaren, òf hij is het niet, en, in de worstkees skenario wordt hij het nooit.

            De APK keuring heeft daar geen |^| voor. Collegiale interactie, misschien (maar zonder garantie), zelfonderzoek, misschien.

            Pleit die vraag naar talent (en het beschermen, laten groeien van talent) niet in elk geval voor kleine scholen ?
            Is die vraag op zichzelf al niet een aanklacht tegen megalomane school-organisaties ?

            Wanneer gaan we e-i-n-d-e-l-i-j-k eens iets (effectiefs) ondernemen tegen de megalomanie in scholen, de verkwisting van talent, verkeerd gealloceerde budgetten ? Ik vrees : nog lang niet.

            Uitdrukking uit de scheepvaart : tot de wal het schip keert.

            maarten

          • Pedagogisch/Didactisch
            Pedagogisch/Didactische vaardigheid laat zich veel moeilijker objectief toetsen dan vakinhoudelijke kennis. Leerlingen zijn over het algemeen heel aardig in staat tot een subjectieve toets: leraren die de benodigde pedagogisch/didactische vaardigheden missen gaan met pek en veren de school uit…

          • Pedagogisch-didaktische vaardigheden
            Eindelijk een bijdrage die hout snijdt!
            Er wordt onder andere gesproken over APK, nascholing, bevoegdheid, etc. Belangrijk, dat wel maar weinig zeggend Of je als leraar geslaagd bent kun je aflezen aan je leerlingen is mijn ervaring. Dat is inderdaad een subjectieve waarneming maar wél een waar je iets mee kunt.

          • Oordeel leerlingen
            Maar leerlingen kunnen niet oordelen over de vakinhoudelijke kennis van de leraar. Daar hebben ze namelijk geen verstand van (want dat is precies de reden dat ze op school zitten…). Maar die is dan gelukkig wel makkelijk objectief te toetsen.

          • Iedere examinering van
            Iedere examinering van docenten vooronderstelt een examinator. En daar wringt de schoen, want wie kan docenten examineren? Schooldirecties? Nee, want die zullen examens misbruiken voor machtsspelletjes. Leerlingen? Nee, want dan zullen docenten vooral proberen populair te zijn in plaats van goed, bijvoorbeeld met hoge cijfers. De resultaten van de leerlingen dan? Nee, want het ene vak is nu eenmaal intrinsiek moeilijker dan het andere.

            Docenten kunnen vooral van elkaar het meeste opsteken. Door met elkaar te praten. Door bij elkaar lessen te observeren. Door na te denken over de eigen prestaties. Door bij leerlingen na te vragen wat ze aan-die-en-die docent goed vinden (na eerst de betreffende collega te hebben geïnformeerd natuurlijk), etc. Maar die dingen zijn zo vanzelfsprekend dat ze niet eens benoemd hoeven te worden, althans niet onder die docenten die tijdens hun studie zelfstandig en verantwoordelijk hebben leren werken. Hoe bereik je dat alle docenten dit tijdens hun studie hebben geleerd? Door de opleidingen van leraren drastisch te verzwaren en de verantwoordelijkheid voor slagen in de eerste plaats bij studenten zelf te leggen.

            Als de opleidingen van docenten drastisch worden verzwaard en studenten meer eigen verantwoordelijkheid krijgen bijgebracht, zal een ander type docent opstaan dat niet geëxamineerd hoeft te worden omdat het vooral zichzelf examineert.

            Wat moet er ondertussen gebeuren met die complete generatie docenten die de afgelopen 25 jaar slecht is opgeleid? Ja, ik denk dat voor die groep inderdaad nieuwe scholingsmogelijkheden (en -verplichtingen) moeten worden geïntroduceerd.

          • Examinering
            Zoals ik al schreef: een centraal eindexamen voor de lerarenopleiding kan ook gewoon aan de praktiserende leraren gegeven worden. Lijkt mij een heel redelijke eis dat een praktiserende leraar voor zo een examen moet kunnen slagen.

            Dan de vraag wie dat de inhoud van dat examen bepaald en het examen opstelt. Lijkt me een taak voor de vakverenigingen van leraren en wetenschappers. Voor wiskunde dus de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren en het Koninklijk Wiskundig Genootschap. Zou een mooie klus zijn voor bijvoorbeeld Jan van de Craats…

          • Sorry, hoor, maar ik voel me
            Sorry, hoor, maar ik voel me te goed voor een centraal eindexamen voor de lerarenopleiding. Dat is echt HBO niveau en ik ben universitair-plus. Ik denk dat velen met mij er zo over denken. Verder is het niveauverschil met de middelbare school zo groot, dat herhaalde examinering echt schieten is met een kanon op een mug.

            Het is veel belangrijker de huidige zittende generatie van onvoldoende gekwalificeerde docenten op niveau te brengen.

          • Bram,
            Maar laten we niet

            Bram,
            Maar laten we niet veronderstellen dat iedereen het vereiste inhoudelijke niveau ook kan bereiken. Wat doen we met die docenten?
            Dat pedagogisch-didactisch element is niet alleen niet objectief toetsbaar maar ook behoorlijk aan mode onderhevig.
            Ik ben nog van de generatie die vooral vakinhoudelijk werd geschoold. Maar de nieuwe laag teamleiders rekent nu op het gepedagoochel af bij functioneringsgeprekken. Die laag moet dus hoog nodig vertrekken wil het vakinhoudelijke weer aandacht krijgen.
            De mentaliteit moet niet alleen om bij politiek, maar ook bij bestuurderen, management en Inspectie. Hoe lang zou dat duren?

          • Historica,
            Die mentaliteit

            Historica,

            Die mentaliteit waar jij op doelt zal niet één-twee-drie verdwijnen, maar stapje voor stapje kunnen worden teruggedrongen door meer inhoudelijk gekwalificeerde mensen in het onderwijs te introduceren. Mensen die deze mentaliteit, met haar nadruk op getut en haar afkeer van inhoud, effectief kunnen bestrijden door gewoon terug te ‘blaffen’.

            Wat we moeten met docenten die het vereiste niveau niet behalen? In het meest extreme geval zullen deze docenten een niveau lager moeten gaan lesgeven. Dat is niet erg, want de groep waarover we nu spreken werkt tegenwoordig in de regel een niveau te hoog.

          • De Nieuwe Leraar?
            Mooie beschrijving: zware opleiding, zelfsturing, communicatie met collega’s, zelfreflectie, verantwoordelijkheid voor slagen ligt bij studenten …… Waar kennen we die begrippen toch van (met uitzondering dan van die zware opleiding)?

          • Ik bezig deze termen niet
            Ik bezig deze termen niet letterlijk (ik zou niet durven, MH;-)), en voorzover ik ze van toepassing acht op het leraarschap drukken ze vanzelfsprekendheden uit, die niet benoemd zouden hoeven worden. Dat ze al 25 jaar wel benoemd worden heeft ertoe geleid dat ze nu ook benoemd moeten worden: een self-fulfilling prophecy.

            Door de nadruk op stoere inhoud te leggen selecteer je een populatie docenten, die deze begrippen niet nodig heeft om goed te functioneren. Dat is wat ik zeg.

          • Probleempje
            Als in de loop van de jaren de vakinhoudelijke kennis steeds meer wordt uitgehold en vervangen door pedagogische rimram moet ik me dan bijscholen in die rimram en mijn vakkennis en vakvaardigheid afbouwen? Mag ik als leraar boven het pedagogische maaiveld uitsteken?

          • Zo zie ik het ook niet
            Ik zie het gaan studeren beslist niet als een schande. De discussie doet mij echter realiseren dat in het HBO onderwijsbevoegdheid van docenten niet verplicht is. Nou heb ik wel een bevoegdheid voor (als ik me goed herinner) bedrijfshuishouding, maar die heb ik nog ‘gratis’ bij mijn economie-bul gekregen dus de waarde daarvan is gering. Maar goed, dan hebben we altijd nog de populaire EVC’s 😉

Reacties zijn gesloten.