Op de Bibelebonse berg
Een zekere Julius Pasgeld vertelt in het Haags Nieuwsblad dat hij als oud-leraar zich aanmeldde
om weer te gaan werken:
‘Ouwe knarren moeten weer werken, vinden ze. Oké, zeg ik dan. Zet mij maar weer voor een klas.
Dat vind ik leuk en dat kan ik goed. Ik zal mijn leerlingen haarfijn en met liefde de dingen aanleren die ze moeten weten of die in het leerplan staan. Ook zal ik ze veel interessante dingen bijbrengen over hoe het leven in elkaar zit.
‘Oké’, zegt een schooldirecteur als hij dat hoort. ‘Kom maar bij mij op school werken, Ik heb zulke mensen als jij hard nodig’.
‘Ja’, zeg ik dan.’Maar dan doe ik het wel op mijn eigen manier. Oké? Dus geen vergaderingen waarin andere mensen zeggen wat ik moet doen. Geen flauwe kul van het ene jaar dit en het andere dat. Geen projecten ter meerdere glorie van bobo’s die toch al veel meer verdienen dan ik. Ik doe gewoon een heel schooljaar lang alleen maar wat ik het beste kan. En dat is leerlingen bijstaan in wat ze zelf het beste kunnen en ze daarin het broodnodige vertrouwen meegeven. Oké?’
Maar als ik dat gezegd heb is het ineens stil. Heel erg stil. Want stel je voor. Waar moeten wij dan met al die bemoeials heen die zich nu nog steeds op een ongehoord schrokkerige manier aan de trog van de gewone eerlijke beroepen staan te laven?’
Is dit herkenbaar ? Voor veel mensen in het onderwijs wel. De tijd van de individualisten is voorbij. De leraar dient zich aan te passen aan het systeem en zich te houden aan de regels die voor hem maar meestal zonder hem zijn bedacht. Daarmee wordt bereikt dat een bepaald slag leraren, meestal hoogopgeleid, non-conformistisch en creatief, uit het onderwijs verdwijnt of daaruit geweerd wordt. Geen plaats meer voor aparte figuren, eigengereide maar boeiende karakters die op hun eigen wijze goede resultaten weten te bereiken, die opvallen en de leerlingen bijblijven. We hebben nu immers massa-onderwijs, zoals we ook massa-toerisme hebben en legbatterijen. Gelijke boeken, gelijke verhalen, gelijke toetsen, als het even kan gelijke kinderen.
Rinnooy Kan had goed gezien dat hierdoor het leraarschap teloor zou gaan maar degenen die erover beslissen vinden het wel goed zo.
Voor de managers nieuwe stijl snijdt het mes aan twee kanten: geen last meer van dwarse leraren met eigen ideeën èn voordeliger uit met minder goed opgeleide , volgzame leerkrachten. Maar dit nadeel heeft ook een voordeel: elitaire scholen kunnen zich gaan profileren met het aantal eerstegraads leraren en gepromoveerden dat bij hen werkt.
Cornelis Verhage
scholen die zich profileren?
Waar zijn ze dan? Die scholen die zich profileren met hoogopgeleide docenten (die dan ook nog als zodanig betaald worden)? Ik ken ze niet. Was het maar waar. Waren er maar scholen die academici (bij voorkeur gepromoveerd) aanstelden om tegen de ouders te zeggen: ‘Laat uw kinderen tot ons komen.’
Het kan ook anders….
‘Je werkt het liefst alleen, toch…’, vraagt de bobo,’….in waar je goed in bent?’
‘Dat heb je goed gezien’, was mijn antwoord. ‘Laat mij mijn gang maar gaan’.
Ik zit er nog steeds en heb nooit meer last gehad.
Herkenbaar
Zeer herkenbaar, dit verhaal. Inderdaad willen schoolmanagers het liefst goedkope en volgzame leraren. In personeelsadvertenties wordt dit afgedekt met de term ‘enthousiast’, let er maar eens op. De ‘enthousiaste’ leraar blijft met een brede glimlach alles van zijn managers incasseren, zal nooit tegensputteren, doet slaafs wat er gezegd wordt, is loyaal aan zijn grote leiders en is bovenal zeer goedkoop.
Zijn er trouwens al ‘elitaire’ scholen die zich openlijk profileren met het aantal universitair geschoolden en gepromoveerden in hun docentencorps? Valt dat niet nog een beetje tegen?