Voor speciale scholen voor hoogbegaafden gelden meer dan alleen maar economische argumenten. BramRoth wees daar op zijn blog ook al op. Ik wil toch nog even ingaan op die economische argumenten omdat daar in de discussie m.i. nogal gemakkelijk overheen gestapt wordt. Als ik Grahame Lock goed begrijp dan zijn deze argumenten in de beleidsvoering doorgaans doorslaggevend. Vandaar dat ik het nogal gemakkelijk vind om te suggereren dat er geld zat is. Dat is er dus niet. Je ziet voor je ogen gebeuren op dit moment, nu we zo gezegd op de top van de conjunctuur zitten dat van alle kanten claims worden gelegd op de middelen van de overheid voor allerlei “gerechtvaardigde eisen”; de politie, de zorg, die economisch het effect van een loongolf kunnen krijgen. Geheid dat er straks bij dalende conjunctuur weer harde bezuinoigingen moeten worden doorgevoerd en aan de bekende pijnlijke keuzes niet valt te ontkomen. Die keuzes zijn niet alleen zuiver boekhoudkundig maar worden ook bepaald door de uitkomsten van allerlei belangenconflicten. Grahame Lock beweert nu m.i. dat de belangen van het internationale bedrijfsleven op dit moment niet direct liggen bij verhoging van de kwaliteit van het onderwijs in Nederland in de breedte; hoog/laag, technisch, cultureel. Wel is men geïnteresseerd in hoogwaardige, direct inzetbare specialisten, zeker als deze op een presenteerblaadje aangereikt worden. Dit is op zich geen argument tegen Leonardoscholen e.d. . De relatie onderwijs-arbeidsmarkt gaat op voor alle niveaus. Wat heb je aan het opleiden van mensen als ze geen baan kunnen vinden. Zorgelijk is een dreigende tweedeling tussen excellente opleidingen voor hoger begaafden enerzijds en het overlaten van de grote massa van de leerlingen aan de leerfabrieken.
Reacties zijn gesloten.
de economie van hoog en lager begaafd
de dingen zijn eenvoudig, als je ze eenvoudig zien wilt :
[1] het bedrijfsleven behoort NIET te dicteren wat de gewenste uitkomst van het onderwijs is ; zelfs niet te beinvloeden ; pecunia olet ;
de staat en de staatseconomie zijn evenmin bevoegd of zelfs maar in staat om dat te doen ;
[2] ook voor het VO onderwijs geldt dat er geen verband behoort te zijn tussen het onderwijs en een baan vinden ;
het onderwijs is autonoom, het heeft zijn eigen doelstellingen, nuttige onderdanen produceren voor bedrijf of staat hoort daar niet bij ;
[3] het voorgaande [ad 2] geldt universeel, wel met uitzondering van gerichte vak-opleidingen, maar dan pas ná de middenbouw van het VO, en niet eerder ;
voor de universiteiten/hbo geldt het zeker tot het VO eindexamen, en hopefully nog lang daarna ;
dat de praktijk anders is, weten we (die is onderdeel van het probleem) ;
[4] het probleem : aan het onderwijs ligt niet een duidelijke visie/basis/concept ten grondslag, en zo kan het gebeuren dat het resultaat alle kanten uit vliegt ;
[5] en nog dit : laten we komende recessie gebruiken om de manasjer-top en mega-scholen-top te reduceren tot het strikt noodzakelijke, zowel in betaling als in aantal ;
maarten
Beste Maarten,
De relatie
Beste Maarten,
De relatie onderwijs/arbeidsmarkt ligt in het beroepsonderwijs directer dan op het V.O. maar hij is er natuurlijk wel. Het aardige van de analyse van Lock is dat hij daar iets over te melden heeft. Dat er geen verband hoort te zijn tussen onderwijs en arbeidsmarkt is mij wat te kort door de bocht. Wat wil je dan van het onderwijs ? Dat het op een wolk gaat zitten ? Wel ben ik met je eens dat dat verband niet eenzijdig dient te zijn en dat, wat Lock ook zegt, het onderwijs nog andere, autonome doelstellingen zoals je wilt, heeft. Het punt is ook dat deze doelstellingen om economische of functionele redenen steeds meer in de knel dreigen te komen.
onderwijs & arbeidsmarkt
ref : Beste Maarten –Ingediend door b.verkroost op Za, 15/03/2008 – 16:19.
ik had een post verstuurd als reactie op jouw bericht, maar die werd niet geplaatst, want te lang ; het bericht gaat nu naar een aparte blog – onderwijs & arbeidsmarkt ;
overigens : dank voor je reactie ; we zijn het m.i. verregaand eens ; natuurlijk was mijn reactie kort door de bocht ;
het gaat en ging mij er vooral om, de vraag op te werpen op welke grond-beginselen het onderwijs eigenlijk gebaseerd is, of moet zijn – daarover bestaat verregaande onenigheid, zelfs onduidelijkheid ;
maarten