Onlangs heb ik wat speurwerk verricht ten aanzien van de gevolgen van de invoering van de wet BIO voor mij persoonlijk (docent middelbare school, bevoegheid gehaald voor 2006). Vele forumleden zullen in hetzelfde schuitje zitten, dus doe er je voordeel mee:
Ten eerste bestaat de wet BIO voor ons uit twee relevante onderdelen:
1. Een lijst met bekwaamheidseisen (zie website)(http://www.minocw.nl/documenten/werkinonderwijs-doc-2005-bekwaamheidseisen_staatsblad2005_460.pdf) en
2. een bekwaamheidsdossier (zie website)
(www.st-ab.nl/wetten/0728_Wet_op_het_voortgezet_onderwijs_WVO.htm)
Over de (meest absurde) bekwaamheidseisen:
(www.aob.nl/kixtart/nm/articlefiles/6468-WetBIOBrekelmans_vanEs.doc):
(begin citaat)
In het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel is het volgende opgenomen over het overgangsrecht: ‘Het besluit betekent overigens niet dat de ‘oude’ bewijzen van bekwaamheid hun geldigheid verliezen als ‘toegangsbewijs’ tot het onderwijs. De Wet BIO bevat (artikel XI) overgangsrecht hiervoor. Dat overgangsrecht houdt in dat wie bij de inwerkingtreding van de Wet BIO volgens het ‘oude recht’ bevoegd was tot het geven van onderwijs, wordt gelijkgesteld met iemand die voldoet aan de eisen van de Wet BIO. Wel wordt ook op personen met een ‘oude’ onderwijsbevoegdheid direct de onderhoudsplicht van de Wet BIO van toepassing, zodat zij eventuele lacunes in hun ‘oude‘ onderwijsbevoegdheid zullen moeten opvullen, in samenspraak met hun school.’
(einde citaat)
Die laatste toevoeging is natuurlijk wat vreemd. In eerste instantie voldoen we per definitie aan de bekwaamheidseisen, en direct daarachteraan moeten we lacunes opvullen. Gelukkig allemaal in samenspraak met de school. Ik heb hierover een informeel gesprek gehad met een van de directieleden bij mij op school en toegezegd gekregen dat de lacunes die er zijn, waarvan ik vind dat ik daar geen last van ondervind in mijn functioneren (zo’n beetje de hele lijst van bekwaamheden dus) niet hoeven te worden opgevuld. Dus geen cursus “leer de leerling leervragen stellen”.
Het bekwaamheidsdossier
www.aob.nl/kixtart/nm/articlefiles/6468-WetBIOBrekelmans_vanEs.doc
(begin citaat)
In artikel 37a wordt het bekwaamheidsdossier geregeld. De werkgever moet op grond van dit artikel beschikken over een dossier van de werknemer voor wie bekwaamheidseisen zijn vastgesteld. Op dit moment dus alleen van de leraar. In dit dossier moeten geordende gegevens zijn vastgelegd met betrekking tot de bekwaamheid en het onderhouden van de bekwaamheid.
De tekst van het artikel sluit niet uit dat de werknemer het dossier in eigen beheer houdt. Echter de werkgever moet hierover wel kunnen beschikken. Het belang hiervan is dat de inspectie als daartoe aanleiding is, zou moeten kunnen beoordelen of uit de bekwaamheidsdossiers blijkt dat de Wet BIO met betrekking tot het onderhouden van de bekwaamheid en het uitvoeren van het kwaliteitsbeleid op een juiste wijze wordt uitgevoerd.
In de cao-vo is in artikel 10.4 vastgelegd dat de resultaten van de inspanningen van de scholing en deskundigheidsbevordering in het kader van de voor de werknemer vastgestelde bekwaamheidseisen worden opgenomen in een bekwaamheidsdossier. In dit artikel is in afwijking van het wetsartikel niet vastgelegd dat in het dossier (geordende) gegevens moeten zijn vastgelegd over de bekwaamheid. Alleen de resultaten van de inspanningen moeten zijn opgenomen in het bekwaamheidsdossier. Deze verplichting lijkt beperkter dan de wettelijke verplichting.
(einde citaat)
Het ministerie zelf:
www.minocw.nl/onderwijspersoneelenkwaliteit/270/index.html
(begin citaat)
Volgens de Wet BIO moet een schoolbestuur in het schoolplan of kwaliteitszorgverslag vermelden hoe het de kwaliteit van het personeel onderhoudt. Ook moeten scholen en onderwijsinstellingen voor elk personeelslid een bekwaamheidsdossier bijhouden. Dit document bevat de resultaten die een leraar (en straks ook onderwijsondersteuner en schoolleider primair onderwijs) in de loop van de tijd heeft behaald. Deze resultaten kunnen bijvoorbeeld certificaten, diploma’s of bewijzen van deelname zijn.
Het dossier maakt zowel voor de leraar zelf als voor de werkgever duidelijk hoe het staat met zijn vaardigheden. Het ministerie van OCW hoopt hiermee de kwaliteit van het onderwijspersoneel over de hele linie te garanderen.
(einde citaat)
Wet BIO, mogelijke sancties
www.aob.nl/kixtart/nm/articlefiles/6468-WetBIOBrekelmans_vanEs.doc
(begin citaat)
In de Wet BIO en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel zijn geen sancties opgenomen ten aanzien van de leraar, of in de toekomst andere werknemers, die niet voldoen aan de competenties uit het besluit bekwaamheidseisen. Betekent dit dat de werkgever ook geen sancties mag treffen als de leraar niet aan deze competenties voldoet?
De wetgever heeft het antwoord op deze vragen in de handen van de werkgever gelegd. De wetgever zelf heeft immers niets geregeld. Dit houdt in dat de werkgever sancties kan opleggen aan de werknemer/leraar die niet voldoet aan de bekwaamheidseisen en/of scholingsafspraken ten aanzien van de ontwikkeling van zijn competenties. Natuurlijk moet de werkgever de werknemer/leraar dan wel voldoende in de gelegenheid hebben gesteld aan zijn verplichtingen te voldoen en voldoende hebben gewezen op de noodzaak hiervan.
(einde citaat)
Wet BIO, enkele conclusies:
www.aob.nl/kixtart/nm/articlefiles/6468-WetBIOBrekelmans_vanEs.doc
(begin citaat)
Het is duidelijk dat de positie van de leraar als professional niet is verbeterd; integendeel, deze is verslechterd. De verslechtering is volgens ons vooral gelegen in het feit dat de Wet BIO en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel een instrument voor de werkgever is. Een instrument voor de werkgever om zijn arbeidsmarktproblematiek op te lossen. Deze mogelijkheid komt tot uitdrukking in het feit dat de werkgever meer ruimte heeft gekregen leraren breed in te zetten en zo nodig te verplichten zich te laten scholen voor een ander vak.
Het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel biedt de werkgever een beoordelingsinstrument. De bekwaamheidseisen zijn professionele standaarden waar de leraar aan moet voldoen. De vraag of de professional, de leraar hieraan voldoet kan volgens ons uitsluitend adequaat worden beantwoord door andere professionals en niet door de werkgever. En bij geschillen moet de beoordeling in handen liggen van de beroepsgroep.
Binnen de onderwijsinstellingen moeten de leraren zeggenschap – en niet de medezeggenschapsraad – krijgen over de inhoud van het onderwijsproces en bijgevolg over de invulling van de Wet BIO (neergelegd in de Wvo) en het Besluit bekwaamheidseisen. Deze zeggenschap wordt niet bereikt, zoals sommigen denken, door het instellen van een themaraad. Want het gaat niet om zeggenschap in de zin van belangenbehartiging maar om professionele autonomie van de leraar.
Het aantrekkelijk maken van het beroep van leraar vereist vooral dat de professionals, de leraren, ook als zodanig worden erkend. Een erkenning die volgens ons door een professioneel statuut, waarvan de kaders in de onderwijswetgeving moeten worden neergelegd, vorm moet worden gegeven. Maar dan wel een professioneel statuut dat uitgaat van de professionele autonomie van de leraar.
(einde citaat).
Daar zijn we dus mooi mee!
Certificaten, diploma’s of bewijzen van deelname
Ik heb enige tijd geleden een hele stapel van die certificaten en bewijzen weggegooid.
Ze waren niet meer waard dan een bewijs van aanwezigheid bij een ééndagscollege met de werkvorm “wat had U er zelf van gedacht”. De bijscholingsverplichting is op die manier weinig meer dan werkverschaffing voor de pedagogische centra en andere hotemetoten.
Mee eens. Zo´n wet maakt
Mee eens. Zo´n wet maakt deel uit van de bureaucratische schil om het onderwijs. Hij is voor 90 % overbodig, bladvulling in ook nog eens afschuwelijke proza waar je uiteindelijk impotent van wordt. Volstaan zou kunnen worden met het aangeven van de opleidingsvereisten en de verplichting om je vak te onderhouden. De rest kunnen de opleidingen zelf regelen met marginale toetsing door de inspectie. Met een beroep op de commissie Dijsselbloem en het streven naar deregulering zeg ik: intrekken die wet.
Lerarenopleidingen
Ik zou toch wel graag een landelijk examen willen hebben voor de lerarenopleidingen. De afgelopen jaren hebben deze bewezen dat ze het niveau niet zelf kunnen bewaken. Niet slechts marginale toetsing door de inspectie dus.
Mee eens
Voor wat het landelijk examen betreft : mee eens. Bij het verder onderhouden van het vak zie ik voor de inspectie toch een marginale rol wegelegd bijv. in de vorm van controle of budgetten ook werkelijk hiervoor worden gebruikt. Voor de rest moeten scholen dat zelf regelen en docenten die hierin niet willen investeren ter verantwoording roepen. Daarvoor zou je, wat op dit forum niet zo populair is, functioneringsgesprekken kunnen gebruiken.
Lex impotens
Gevaarlijker nog dan de wet zelf is de atmosfeer waarin zij mogelijk is geworden. Die atmosfeer, waarin de docent een nulletje is dat zo veel mogelijk moet worden gecontroleerd, beoordeeld en ge-evalueerd, die atmosfeer moeten we bestrijden. Dan is die wet zelf impotent. (En wij?)
Dus geen BIO-proof docent?
Wel jammer voor deze club…
BIO-proof. CPS helpt erbij.
*CPS: Competentieprofiel van docententeam*
Zorgt voor enthousiaste teamleiders en coördinatoren: “Je bent eigenaar van je eigen competentieprofiel”. We weten het al, docenten worden steeds meer eigenaar.
Docenten gaan aan de slag met het helder maken van:
“De school heeft een lijst gekregen met aanbevelingen voor het verdere gebruik van dit competentieprofiel. Het profiel kan bijvoorbeeld gebruikt worden bij: functioneringsgesprekken, het maken van POP’s, het vragen van feedback aan leerlingen en/of ouders, enzovoort.”
Gelukkig bestaan er ook nog andere beroepen; ik moet nog 2 examens doen.
Was dat wel zo verstandig…
… daar gaan je BIO-index verdikkers voor je bekwaamhedendossier!
Degradatie ‘oude’ bevoegdheden/bekwaamheden
Toch vreemd dat docenten met een ‘oude’ bevoegdheid lacunes moeten wegwerken. Het lijkt mij dat docenten die in het bezit zijn van zo’n ‘oude’ bevoegdheid/bekwaamheid juist qua vakkennis meer in hun mars hebben vergeleken met docenten met een meer recente bevoegdheid. Tevens mag men ervan uitgaan dat zij de omgang met studenten op basis van routine/ervaring inmiddels beheersen.
Maar ja, omdat de Wet BIO ook onderdeel uitmaakt van de ‘onderwijsvernieuwing’ van de afgelopen jaren, is kennis en ervaring schijnbaar minder belangrijk. Het gevolg is een degradatie van de ‘oude’ bevoegdheden (lees : MO-akten).
eigen nascholing
Jos, mag jij zelf kiezen wat voor nascholing je volgt?
En zo nee, moeten we niet eens als BON bij jullie op bezoek komen en uitleg vragen? 🙂
Bijscholing
Mark,
Ik heb nog geen gesprek gehad, maar mijn gevoel zegt me dat ik niet op een school zit waar mij een nascholing opgedrongen wordt. Dus vooralsnog is mijn antwoord op je vraag: Ja, ik mag zelf kiezen wat voor nascholing ik volg.
Langskomen mag natuurlijk altijd 😉
‘Dat cera fidem?’
Certificaten, diploma’s of bewijzen van deelname zijn.
Dat hoeft dus niet.
Het mogen ook politieke activiteiten zijn, bestuursfuncties, culturele activiteiten, uit de hand gelopen hobbies en dergelijke.
Maar niet bij de padvinderij, denk ik:)