De videoleraar voor de klas

Mijn buurman en ik hebben iets gemeen: we werken beiden in het onderwijs. Verder zijn we nogal verschillend: ik ben leraar, hij ondernemer.
Jaren verdiende hij de kost met een huiswerkinstituut, maar nu is hij op zoek naar nieuwe inkomstenbronnen. Vandaag vertelde hij me over een nieuw plan: lessen op de webcam. Het idee is, dat orde houden het lesgeven in de weg staat. Die twee dingen moeten dus uit elkaar gehouden worden. De oplossing: een klasje kinderen met een laptopje voor de neus, een goedkope maar strenge ordebewaker ertussen, en een leraar die via de webcam zijn les afdraait, niet afgeleid door gedraai, gegiechel, irrelevant gesnater, laatkomers en kinderen die naar de wc moeten.
Ik heb geen idee of zoiets kan werken. Voor het reguliere onderwijs lijkt het me veel te omslachtig, maar voor kleine klasjes met notoire lastpakken en ongeconcentreerden is het misschien wel wat. Aan de andere kant: zo’n systeem knijpt noodgedwongen elke interactie af, dus het verschil met gewoon een boek lezen is niet meer zo groot. En boeken lezen, daarin waren die kinderen in zo’n klasje nu juist niet zo goed, denk ik.

16 Reacties

  1. Wie kaatst kan de bal verwachten
    Leerlingen zien als passieve ontvangers van de kennis die de leraar overdraagt, leidt tot dit soort “onderwijsbenaderingen”.
    In een onderwijsleerproces kan ik me prima momenten(!) voorstellen waarbij de leerlingen er als persoon wat minder toe doen en de nadruk ligt op de docent die zijn verhaal/uitleg/instructie geeft. Maar een gebeuren waarin de leerlingen als opgroeiende/zich ontwikkelende/lerende personen er niet meer toe doen is geen onderwijs meer. De kern van onderwijs is een pedagogische en didactische relatie tussen “leerling”(en) en “meester”. Ik denk dat wij bij BON zo een meester zien als iemand die heel vakbekwaam veel heeft over te dragen en hopelijk ook als iemand die veel inzicht heeft/verwerft in de lerende personen die zich dit moeten eigen maken.
    In veel onderwijsvernieuwingen wordt deze “meester”onthoofd of vervangen door beunhazen. Als reactie daarop de noodzakelijke rol van zo een persoon benadrukken is broodnodig. Maar de meester willen vervangen door een deskundige die zo persoonlijk is als een handboek, lijkt me doorslaan naar de andere kant.
    Door eenzijdig de nadruk te leggen op de leraar als alleen degene die stof moet overdragen, zouden we de kern van onderwijs: de relatie tussen leerling en leraar, uit het oog kunnen verliezen. Als het in die richting doorschiet ontstaat er net zo een onderwijsgedrocht als opgelegd HNL Je weblogbijdrage, Bernard, zie ik dus als een waarschuwing om als BON de kern van wat onderwijs is goed in de gaten te houden en niet door te schieten in onze reactie op de misstanden die alom in het onderwijs om zich heen grijpen……

    • Re: wie kaatst kan de bal verwachten
      Ik weet zeker dat voor BON de persoonlijke relatie van de leraar met de leerling uitermate belangrijk is.

    • Bloedserieus
      Het is geen grap, maar gewoon een idee van iemand die geld wil verdienen.
      Toen de mobiele telefoon in onze maatschappij werd geïntroduceerd dacht ik ook aan een grap. Sindsdien neem ik vrijwel alles serieus.

  2. hoorcolleges op cd
    Eigenlijk bestaat dit al, er zijn namelijk hoorcolleges op cd te koop. Ik geloof dat er ook op internet hoorcolleges te zien zijn, maar daar heb ik nog nooit naar gezocht. De cd’s verkopen best goed. Waarom zou een docent niet zijn stof uitleggen voor de camera en deze dvd’s aan huiswerkinstituten verkopen? Dat brengt me, al schrijvend, op een idee. Wie wil me opnemen? Bernard, vertel aan je buurman dat ik wel Nederlands wil geven voor de camera. Voor geld. Zodat ik een S12/LD-salaris bij elkaar kan schrapen.

    • De volgende bezuinigingsronde
      Ik verwacht dat er directies zullen zijn die likkebaardend naar deze mogelijkheden kijken in de hoop dat zij weer verder kunnen gaan snijden in duur onderwijzend personeel met vervelende eigen meningen. Het uitgespaarde geld kunnen directieleden dan aan elkaar in de vorm van bonussen cadeau doen.

      Er lijkt mij wel een functie weggelegd voor podcasttechnieken, maar alleen als toegevoegde waarde en niet als instrument van verdere verschraling. Een voorbeeld.

    • Hoorcolleges op CD en internet
      Inderdaad zijn er hoorcolleges op CD en internet. Onder andere MIT heeft een aantal jaar geleden hard ingezet op hoorcolleges via internet. Maar al bij de uitvinding van de film werd gedacht aan ingeblikte colleges.

      Het blijkt niet goed te werken: hoorcolleges zijn te saai en statisch om op een schermpje goed over te komen. Onderwijs via een scherm vraagt om een ander type overdracht: meer zoals in films en televisiedocumentaires. Die zijn heel duur om te maken.

      • Toneelregistraties
        Op dezelfde manier zijn toneelregistraties nooit om aan te zien, en die worden redelijk professioneel gemaakt.

        Overigens denk ik dat in specifieke situaties een goed college van een inspirerende docent wel degelijk op film kan. Ik heb voorbeelden genoeg gezien. Saaie entourage, maar mooi onderwerp.

        Belengrijk daarbij is de volwassenheid van de student. Ik ben er van overtuigd dat als een student de juiste werkhouding, interesse en motivatie heeft, een videootje van een college geen enkel probleem is. Maar daarmee is het nog niet geschikt voor het reguliere voortgezet onderwijs of zelfs voor universitaire colleges.

        • hoorcollege op cd
          De hoorcolleges op cd worden gekocht door volwassenen die vanwege hun algemene belangstelling een aardig verhaal willen horen. Dat ze er ook nog iets van opsteken is heel mooi meegenomen. Voor zover ik weet , zijn die cd’s vooral gevuld met algemene onderwerpen: filosofie en letteren. Goed voor je algemene ontwikkeling als je toch met de auto in de file staat. Deze cd’s bedienen dus een heel andere doelgroep, leerlingen en studenten zijn er niet mee geholpen.

          • Hoorcolleges van de Univ.
            Hoorcolleges van de Univ. Utrecht schijnen op CD bij de plaatselijke boekhandel te liggen. Ik zie het als een extra markt net als het hoger onderwijs voor ouderen

  3. ICT lost lerarentekort op
    Sjoerd Slagter in zijn *weeklog* van vadaag:

    “ICT en Lerarentekort, een slimme inzet van ICT in het onderwijs. Ik was bij de start van dit veelbelovende initiatief van scholen, overheid en bedrijfsleven om de positie van de docent te versterken én de docent te ontlasten. Dit innovatieve project levert zo een bijdrage aan het oplossen van het lerarentekort. De aftrap was een wervende en wervelende show, ondergedompeld in de wereld van de techniek en media. Wat een mogelijkheden heeft ICT en fantastisch om te zien hoe onze leerlingen daarmee omgaan, ermee spelen én tegelijkertijd leren. Dat is dé uitdaging van het project: onze leerlingen benutten bij het inzetten van ICT. Werkelijk veelbelovend.”

    • Ik zou graag vergelijkende
      Ik zou graag vergelijkende studies zien. In de eerste plaats wil ik graag weten of een leerling die door middel van ICT leert in dezelfde tijd even veel leert als iemand die op de ouderwetse manier les krijgt.
      De voorstanders van ICT zullen misschien zeggen dat ze via ITC andere dingen leren en/of dat je wat via ICT geleerd is niet op dezelfde manier kunt testen als wat je op de ouderwetse manier geleerd hebt.Zoals bij HNL. In Venlo wilden ze nooit onderzoeken of het leren in groepjes van 4 in dezelfde tijd even veel kennis en inzicht opleverde als klassikaal les.Seger Weehuizen

      • www.zinvolonderwijsnederland.nl: frontaal les
        Op deze site van Hester Marcander heb ik zonet wat opmerkingen gemaakt over het waanidee dat “frontaal lesgeven” eenrichtingverkeer is. Ik heb daar aangegeven dat de vakkundige leraar voortdurend in een wisselwerking met zijn leerlingen bezig is, terwijl hij reageert op de reacties van zijn leerlingen.
        Een computer, dat is pas frontaal, beweerde ik.
        Daar kwam een leuke reactie op. Nee, de computer die was pas interactief, en de leerling kon zijn eigen tempo bepalen…
        Nee, lees het zelf maar.

    • Van wie heb je dat geleerd?
      Sjoerd Slagter schreef kennelijk op zijn weblog: “Wat een mogelijkheden heeft ICT en fantastisch om te zien hoe onze leerlingen daarmee omgaan, ermee spelen én tegelijkertijd leren.”.
      Vandaag gehoord: kind (10) van collega installeert bij de buren vlotjes een programma op hun PC. ‘Knap zeg, van wie heb je dat geleerd?’ was de bewonderende vraag. Antwoord: ‘Van mijn moeder’ ……

  4. Media zijn slechts ‘middelen’, geen doelen
    Onlangs werden we door Aleid Truijens weer opmerkzaam gemaakt op het verschil tussen de media waarmee informatie wordt overgedragen, en die informatie zelf. Een gedicht per sms is net zo goed een gedicht als met ganzeveer…

    Het lijkt me goed om de overmatige aandacht voor media te temperen en ons meer op de kennis die overgedragen wordt te concentreren.

    En in dit voorbeeld worden nog minstens twee zaken veronachtzaamd. Ten eerste is de school een sociale ontmoetingsplaats van mensen die in hetzelfde schuitje zitten en zich daarom aan elkaar kunnen optrekken. Ik weet niet hoe het anderen in het leven is vergaan, maar ik heb na de middelbare school niet meer dat sterke gevoel van lotsverbondenheid gehad, omdat ieders leven zo’n totaal andere wending nam.

    Ten tweede is de docent ook een voorbeeld, een rolmodel waaraan leerlingen zich kunnen spiegelen. Iemand die motiveert en inspireert tot navolging. Die functie van rolmodel valt grotendeels weg door de communicatie via media te laten verlopen. (Dit is ook de reden waarom onderwijs nooit geheel geautomatiseerd kan worden, tenzij men erin zou slagen een mens na te bouwen.)

Reacties zijn gesloten.