Vermobieling

Wat ik mij afvraag is: waarom resulteren fusies in het onderwijs in regionale monopolies en niet in landelijke organisaties? Waarom fuseren de katholieke, protestantse, openbare en montessori scholen in 1 gemeente met elkaar tot een monopolist in plaats van te fuseren met gelijkgestemde scholen tot een landelijke organisatie? Bij een landelijke organisatie heb je de voordelen van een grote organisatie (spreiding van risico, mobiliteit van leraren, eventueel een eigen lerarenopleiding, maken van eigen lesmateriaal) maar niet het belangrijkste nadeel (gebrek aan keuzevrijheid voor ouders).

Een alternatief voor ‘verbussing’: ‘vermobieling’. Bij de opkomst van mobiele telefonie verdeelde de overheid concessies voor landelijke frequenties. Dat resulteerde in 5 (?) landelijk dekkende concurrerende netwerken. Stel dat we dit in het (primair en voortgezet) onderwijs ook doen: 5 verschillende visies op onderwijs (met eigen lerarenopleidingen -alleen het didactische deel-, eigen schoolboeken etcetera) die verplicht in iedere gemeente minstens 1 school hebben. Dan heb je keuzevrijheid voor ouders (en het is makkelijk bij verhuizen) en schoolorganisaties die daadwerkelijk kunnen (en bij wet moeten) verschillen o.a. omdat ze groot genoeg zijn om niet afhankelijk te zijn van educatieve uitgevers en lerarenopleidingen (die erg eenvormig zijn).

6 Reacties

  1. Vrijheid van onderwijs in de vorm van consessies
    Interessante gedachte. Je stelt eigenlijk voor om de vrijheid van onderwijs vorm te geven in een beperkt aantal consessies: een protestantse onderwijsconcessie, een katholieke, enz. Je haalt het een en ander overhoop maar de kern van de onderwijsvrijheid blijft overeind.

    Het voordeel van de (her)verzuiling van staatswege, is dat de overheid de kwaliteit beter kan bewaken. Een onderwijszuil kan worden aangesproken op zijn prestaties. En een onduidelijk schooltype als Iederwijs wordt geweerd uit het bestel. Een ander voordeel is dat de concessiehouders onderling moeten concurreren. Dus geen geheime prijs- of prestatieafspraken.

  2. Je bedoelt dus…..
    …schaalvergroting…?
    Tegenvraag: waarom versnipperen we eigenlijk niet veel meer?
    Ieder zijn eigen feestje, en de overheid (exameneisen) en inspectie (excessen) houden toezicht?

    • Versnipperen
      Versnipperen heeft een aantal grote nadelen.

      1) Het is heel moeilijk zoeken naar een school die bij je past (zowel voor ouders als voor docenten). Waarin scholen verschillen is nu amper duidelijk en de signatuur van een school kan opeens veranderen (bijvoorbeeld: het bestuur raakt opeens in Het Nieuwe Leren en breekt alle tussenmuren af). Keuze uit een relatief klein aantal duidelijk onderscheiden dingen is makkelijker. Bij verhuizing moet je nu ook weer van voren af aan beginnen met je zoektocht. Bij vermobieling ga je gewoon naar het lokale filiaal van je oude school.

      2) Financieel risico. Een kleine school zal waarschijnlijk sterk schommelende leerlingenaantallen en dus ook sterk schommelende inkomsten hebben. Een kleine school kan dan ook niet financieel zelfstandig zijn.

      3) Een school kan nu niet zijn eigen ding doen. Je hebt boeken nodig en daar is de keuze zeer beperkt en eenvormig (voor wiskunde zijn er eigenlijk maar 2 methoden en die zijn van dezelfde uitgever). Bij vermobieling heb je genoeg massa om je eigen boeken te maken, toegesneden op jouw type onderwijs. Het opstellen van de exameneisen en de inspectiecontrole zijn nu ook erg eenzijdig (beide erg Het Nieuwe Leren achtig). Een landelijke conglomeraat van scholen kan effectief lobbyen (bij de politiek, in de krant) voor een eerlijke beoordeling van hun onderwijs. Een beetje zoals de zelfstandige gymnasia door samenwerking hebben weten te overleven (wat de zelfstandige MAVOs een stuk minder goed gelukt is). Ook heb je leraren nodig en die worden nu op de lerarenopleiding in Het Nieuwe Leren geindoctrineerd en hen wordt niet de benodigde vakkennis bijgebracht. Hier kun je als landelijke conglomeraat van scholen wat aan doen: het didactische deel van de opleiding zelf doen (gericht op jouw type onderwijs) en bij hogescholen en universiteiten lobbyen op het gebied van de vakkennis.

    • onuitvoerbaar
      Als er ook een landelijke BON-zuil/-concessie zou komen kan die zelf waar dat mogelijk of wenselijk is zorgen voor schaalverkleining. Het voostel van Mark zou, zo verwezenlijkbaar, best een nadere bestudering waard zijn. Maar Plasterk wil de bestaande structuur helemaal niet reorganiseren of ingrijpen in verworven rechten van de besturen en BON wil niemand uit de top van de bestaande scholenorganisaties overnemen. In middelgrote steden moet je schoolgebouwen en “campussen” gaan splitsen en daar zijn ze niet op gebouwd. Daarom lijkt mij het voorstel van Mark onuitvoerbaar. Seger Weehuizen

  3. Vermobieling
    Je vroeg je af: “waarom resulteren fusies in het onderwijs in regionale monopolies en niet in landelijke organisaties?”

    Interessant; bij het nadenken over verbussing vroeg ik me dat ook al af: waarom geen landelijke concurrerende organisaties i.p.v. regionale monopolies?

    Maar om je vraag te beantwoorden, even een open deur intrappen: komt het niet gewoon doordat geografische nabijheid een vergadervoordeel is, en een regionaal monopolie meer controle geeft? Ze wíllen toch juist niet concurreren? Maar daarmee vertel ik je natuurlijk niets nieuws.

    Ik zou vermobieling (wat natuurlijk voor deze regering helaas net zo’n brug te ver is als opsplitsing en verbussing) zeker een beter alternatief vinden dan de huidige situatie, maar zie jij het als een manier om de huidige situatie open te breken, of lijkt het je echt beter dan kleinschaligheid?

    Ikzelf denk dat kleinschaligheid in het onderwijs altijd beter is, gewoon omdat een school bij ouders en docenten in betere handen is dan in de handen van grote besturen en dirigerende managers.

    Met kleinschaligheid hebben we al goeie ervaringen, het is een beproefd model. Grote organisaties (bijv. ook woningbouwcorporaties) zijn door de burger die gewoon goede voorzieningen wil, moeilijker om invloed op uit te oefenen. Bij winkels hoeft dat niet, omdat je daar gemakkelijker kunt overstappen (op andere producten en/of aanbieders), dus daar doet de markt z’n werk.

    • Kleinschalig
      Was het onderwijs vroeger wel zo kleinschalig? De lessentabel werd door het ministerie gemaakt, de salarissen werden door het ministerie betaald, etcetera. In die opzichten was het onderwijs toen dus grootschaliger dan nu. Ook de verzuiling zal vast een sterke invloed gehad hebben: katholieke scholen die officieel onder verschillende besturen vielen zullen veel met elkaar opgetrokken zijn. In de tijd van ontzuiling zijn de scholen (net als de mensen..) waarschijnlijk pas hun eigen individuele ding gaan doen. Kleinschaligheid in alle opzichten is dus zeker geen beproefd model.

      Naast scholen van landelijke organisties mogen er wat mij betreft ook autonome scholen zijn, een beetje als met supermarktketens en de kruidenier op de hoek.

Reacties zijn gesloten.