Voorstanders van HNL wordt verweten dat ze geen gedegen argumenten hebben. ‘De maatschappij verandert, dus moet het onderwijs mee’ wordt niet steekhoudend gevonden. Dat is ook een foute redenering: onderwijs moet immers voorlopen op maatschappelijke ontwikkelingen. En aangezien je een kind natuurlijk niet kunt leren om die kennis paraat te hebben waarmee een nieuwe omstandigheid het hoofd kan worden geboden, zul je dat kind moeten leren om flexibel, creatief, innoverend en oplossingsgericht te denken.
‘Kennis veroudert’ wordt ook van de hand gewezen: rekenen/wiskunde wordt niet herontdekt en geschiedenis wordt niet herschreven. Deze stelling in het bijzonder is deel van ‘het Nederlandse denken’, nl. ‘zo is het en niet anders’. Niet dat dit het hoofdargument is maar laten we ’t toch even onder de loep nemen. Als wiskunde onveranderlijk is, waarom zijn er dan onderzoekers? Wiskunde is geen losstaand vak: het hangt samen met biologie, natuur- en scheikunde en met de veranderende wereld om ons heen. Wiskunde vereist ook scherp observatievermogen. Maar dat observeren en die samenhang worden niet gedoceerd! Als geschiedenis een exacte wetenschap was, zouden we geen behoefte hebben aan archeologen, toch? En over wiens geschiedenis hebben we het trouwens? In Nederland vond de Tweede Wereldoorlog plaats van mei ’40 tot mei ’45, in Groot-Brittannie van september ’39 tot augustus ’45 en in de VS van eind ’41 tot augustus ’45. Onze grote held Piet Heijn staat in Spanje en Spaans-Amerika te boek als de ergste schurk die ooit de zeven zeeen bevoer, evenals de Engelse held Walter Raleigh. Om jonge mensen voor te bereiden op een taak als volwassene (student, werknemer, ouder, burger enz) moet hen geleerd worden om beide kanten van een kwestie in beschouwing te nemen en daaruit een eigen ‘waarheid’ te destilleren. Onderwijs als overdracht van de kennis van de docent aan de leerling laat hier nauwelijks ruimte voor. Leerlingen moeten zelf, door onderzoek, door actief leren, zich de gewoonte aanleren om niet klakkeloos aan te nemen wat hen voorgeschoteld wordt. Ze moeten leren vragen ‘is dat wel zo’? en ‘waarom is dat zo’? Dat is een a priori vereiste voor de moderne mens en zowel de toekomstige wetenschapper als de toekomstige metselaar die met andere materialen dan bakstenen moet omgaan. Waarmee ik helemaal niet bedoel te zeggen dat er geen solide basis moet worden gelegd. Of dat uitstekende taal- en rekenvaardigheid geen voorwaarden zijn. Maar neem ’topografie’. Wat blijft beter hangen? Het beruchte kaartje met stippen (steden) en lijnen (rivieren) uit het hoofd leren of een project waarbij kinderen in groepjes een reisbrochure schrijven over een provincie en vervolgens, zeg als klassewedstrijd, een presentatie houden en elkaar vakanties ‘verkopen’. Dit laatste vergt onderzoek, evaluatie en selectie van het vergaarde materiaal, Nederlands, aardrijkskunde, gebruik van design software, spreken in het openbaar, motiveren enz. enz. Kunnen kinderen van 10 jaar oud dit? Zeker weten dat ze dat kunnen. En voor de leerkracht is het ook nog eens veel interessanter en dynamischer dan de klassieke overhoring. Een ander voorbeeld: kan iemand die een recept bestudeerd heeft, koken? Tuurlijk niet, het gaat ‘m om het doen.
Het meest cruciale argument – cruciaal voor de toekomst – is echter dit. Zoals een computerprogramma maar zo goed is als de programmeur, zo kan een leerling ‘oude stijl’ zijn docent nooit voorbijstreven. Die docent is zelf het product van een vorige generatie en zo blijven intergenerationele tendenzen en denkpatronen maar doorwerken. Die cyclus kan worden doorbroken met HNL omdat daarbij de scholier zelf verantwoordelijk is voor zijn leerproces en niet afhankelijk is van de kunde van zijn lera(a)r(en). Als mogelijke lezers dit punt uitgewerkt willen hebben voor wat betreft de praktijk, reageer dan aub, dan weet ik dat er interesse is.
Het onderwijs nu is niet slecht omdat ‘de kwaliteit’ zomaar helemaal vanzelf plotsklaps is afgenomen. Er is een structurele oorzaak voor die afname. Als die niet wordt onderkend en als niet grootscheeps wordt overgegaan op HNL, kun je tot in het oneindige geld blijven uitgeven en scholen, docenten en leerlingen onder druk blijven zetten maar zal het alleen maar slechter worden. 100 Jaar onderzoek wijst onomstotelijk uit dat maatregelen als strengere eisen, meer discipline, meer geld uitgeven gewoon niet werken. De oorzaak voor de problemen van nu is een fout op macro-niveau, in grove algemeenheden als volgt: de eisen die aan klassikaal onderwijs worden gesteld, gaan uit van een ‘gemiddelde’ leerling, steeds op een bepaalde leeftijd. Die leerling bestaat niet. Wel bestaat er een ‘middenmoot’ en in de klassepraktijk gaat het leeuwedeel van de aandacht van de docent uit naar die middenmoot. Het niveau wordt dus ‘middelmatig’ gepitcht (er wordt homogeen les gegeven aan een heterogene groep). Wat aan tijd en aandacht overblijft, wordt besteed aan de achterblijvers. En de hardlopers? Ach, die redden het toch wel. Vervolgens hoeft die middenmoot slechts een middelmatig cijfer te halen om over te gaan cq. te slagen. Een echte stimulans tot uitblinken is er niet. Ik heb het nog niet eens over de maaiveldcultuur, waarin de slimmerik wordt afgerekend op z’n prestaties.
De middelmatige middenmoot wordt niet alleen de volgende generatie academici en leerkrachten maar ook de volgende generatie ouders. Al 100 jaar is wereldwijd bekend dat het opleidingsniveau van de ouders de number one invloed op het schoolsucces van hun kinderen is. Scholen zelf sleutelen hooguit iets bij (of af) maar maken geen wezenlijk verschil. De volgende generatie leerlingen is dus middelmatiger dan de vorige. Enzovoorts, want zo gaat dat logischerwijs bij gemiddelden van gemiddelden van gemiddelden. Omwille van de eenvoud van het argument laat ik andere maatschappelijke ontwikkelingen buiten beschouwing. De enige die ik in dit verband wel noem, is dat hoogopgeleide ouders veelal ook nog eens de zorg voor hun zeer jonge kroost overdragen aan kindermeisjes of creches. Het personeel daar is niet in staat om de intelligentie-overdracht van ouder op kind op hetzelfde niveau te bewerkstelligen. Zowel de opvoeding als het onderwijs als de cultuur werken de individuele leerling dus tegen in zijn volle ontwikkeling.
Het is inmiddels extreem laat (half vier ‘s nachts). Een oude Jamaicaan zei ooit tegen me: “in het donker komen de kakkerlakken te voorschijn”. Vandaar het pseudonym.
Als er middels reacties interesse blijkt te zijn voor het vorenstaande, wil ik het thema wel nader uitwerken. Dus laat maar horen!
Bronnen
Als leraren geen goede bron vormen voor een leerling en zelfs een sta in de weg zijn, wat zijn dan wel een goede bronnen, schrijvers, dominees, internet? Zitten achter al die gekleurde teksten geen leraren? Wat doe je met de ouders in jouw redenering, ook afschaffen en zo ja, op welke leeftijd dan? Je beschrijft hier de mens als een volkomen autonoom wezen, welke los geweekt wordt van haar sociale context en die bestaat helemaal niet.
Verder is het zo dat je het klassikaal onderwijs, als werkvorm, onderuit haalt. Wat is jouw alternatief hiervoor en is dat te betalen?
Het waardevolle van de geschiedenis is in mijn ogen o.a. dat je kunt leren van de fouten die in het verleden gemaakt zijn. Karl Marx en Mao zijn twee voorbeelden van mensen die ook uitgingen van nieuwe mensbeelden en een radicale breuk met het verleden en dat is niet iedereen goed bekomen.
Corgi
keuzevrijheid en transparantie
Wat mij als ouder mateloos irriteert in de discussie over wat goed onderwijs is is dat ik als ouder helemaal buiten spel gesteld wordt. Waarom mogen alleen anderen beslissen wat voor mijn kind het beste onderwijs is? Het kan allemaal zo simpel. De overheid neemt alle afsluitende examens af en betaalt de ouders/leerling/student een bedrag waarmee hij zijn opleidingsinstituut kan betalen voor de lessen die hij daar gevolgd heeft. Nu proberen allerlei onderwijsinstellingen zich tegen deze gang van zaken te beschermen door leerlingen van alles te onderwijzen wat niet in afsluitende examens te meten is. Een volledig vrije markt voor (indirect) gesubsidieerd onderwijs biedt aan ouders en docenten veel keus en wanneer die onderwijsmarkt volkomen transparant is zal er een grote stroom leerlingen/ouders voor de meest efficiënte leerwegen kiezen.
Seger Weehuizen
Vals argumenteren helpt niet
Tja, als je op z’n kakkerlaks gaat argumenteren komen we nergens. Een voorbeeld:
“‘De maatschappij verandert, dus moet het onderwijs mee’ wordt niet steekhoudend gevonden. “.
Dit is apert onjuist. Niet steekhoudend wordt gevonden dat dit argument eigenlijk nooit wordt uitgewerkt met koppelingen tussen specifieke stukken van die maatschappijverandering en specifieke veranderingen in het onderwijs. Het geciteerde argument wordt tot nu toe alleen gehanteerd als een stok om de ‘oude’ leraar te slaan.
Nog een pareltje: “‘Kennis veroudert’ wordt ook van de hand gewezen: rekenen/wiskunde wordt niet herontdekt en geschiedenis wordt niet herschreven.” Wederom apert onjuist. Niemand (althans op dit forum) beweert dat rekenen/wiskunde (geschiedenis, aardrijkskunde etc.) nooit veranderen. Wel wordt erop gewezen dat bepaalde grondkennis over zeer lange tijd geldig en waardevol blijft. Denk bijvoorbeeld aan een stelling van Pythagoras en het kookpunt van water. Dat er nieuwe kennis bij komt c.q. inzichten in de loop der tijd veranderen is voor iedereen duidelijk. Die nieuwe/andere kennis zorgt elke dag voor kleine aanpassingen in de kennis die in scholen wordt overgedragen.
En zo komen de valse argumenten achter elkaar voorbij met als klapstuk: “Er is een structurele oorzaak voor die afname. Als die niet wordt onderkend en als niet grootscheeps wordt overgegaan op HNL, kun je tot in het oneindige geld blijven uitgeven en scholen, docenten en leerlingen onder druk blijven zetten maar zal het alleen maar slechter worden.” Die structurele oorzaak zou ‘de terreur van de middelmaat’ zijn die het klassikale onderwijs zou bevorderen. Maar hoe dat HNL er dan wel uit ziet behoeft kennelijk geen toelichting. Is dat CGO? Is dat Probleemgestuurd onderwijs? Is dat Iederwijs? Is dat [vulmaarin]?
Mij zou het zeer interesseren – je vroeg er al om – hoe dat HNL eruit zou moeten zien. Graag lees ik hier voorbeelden en schetsen van het nieuwe onderwijs zoals je dat voor ogen hebt. Ik begrijp echter niet waarom het nodig is om eerst met valse argumenten degenen die met slecht ingevoerde vormen van HNL te maken hebben gehad af te branden.
Het werk van een docent
Wat mij betreft, draai je hier de zaken om:
Onderwijs als overdracht van de kennis van de docent aan de leerling laat hier nauwelijks ruimte voor. Leerlingen moeten zelf, door onderzoek, door actief leren, zich de gewoonte aanleren om niet klakkeloos aan te nemen wat hen voorgeschoteld wordt. Ze moeten leren vragen ‘is dat wel zo’? en ‘waarom is dat zo’? Dat is een a priori vereiste voor de moderne mens en zowel de toekomstige wetenschapper als de toekomstige metselaar die met andere materialen dan bakstenen moet omgaan.
De praktijk laat zien dat leerlingen/studenten deze vragen juist níet stellen. Hier is het bij uitstek de taak en de rol van de docent om de leerlingen over hun eigen horizon te laten kijken. Hetgeen overigens expliciet in de stofomschrijving van het eindexamen geschiedenis voor havo/vwo staat beschreven. “Een docent moet leerlingen leren probleemstellende vragen te bedenken en te bespreken.”[1] De makers van de stofomschrijving stellen zelfs expliciet: “een docent die de leerlingen zelfstandig met de methode een klaslokaal in stuurt, heeft het niet begrepen”.[2]
Mijn alledaagse praktijk is dat leerlingen zelden kritisch zijn als het gaat om bronnen en waarheidsvinding. Objectiviteit en subjectiviteit zijn moeilijk te begrijpen en te interpreteren begrippen. Standplaatsgebondenheid wordt gekoppeld aan locatie, niet aan vorming en opleiding.
Juist het onderwijsleergesprek in een klassikale situatie stelt hen in staat om van elkaar en van de docent te leren. Geschiedenisdocenten die dat achterwege laten, onthouden m.i. hun leerlingen één van de belangrijkste aspecten van dit vak.
[1] Uit de stofomschrijving CSE geschiedenis “Indië” 2007/2008
[2] Uit een interview in Kleio, tijdschrift van de VGN
een leerling oude stijl kan zijn docent nooit voorbijstreven?
Ik vertaal oude stijl maar even door pre-HNL
Stel het is juist wat je zegt. Dat was het voor de leerlingen van zeg 100 jaar geleden niet mogelijk de leermeester voorbij te streven.
Ik wil je aanraden om om je heen te kijken. Daar zie je nu waarschijnlijk een computerscherm. Dat computerscherm is ontworpen door techinici die onder het juk van het oude leren hun opleiding hebben genoten. De leermeester van die technicus had nog geen enkele notie van het geavanceerde beeldscherm dat zijn leerling later zou ontwerpen.
Jouw standpunt impliceert dat de afgelopen eeuwen op zijn best stilstand in de wetenschap hebben gebracht, maar gemiddeld genomen achteruitgang.
Dat nu impliceert dat aan het begin der tijden de wetenschapop veel hoger peil stond dan nu.
Ik heb zelden zulke onzin gehoord, en ik heb veel kul argumenten voor HNL moeten aanhoren. Je noemt het dan ook nog je meeest cruciale argument.
de maatschappij verandert en het onderwijs ook
De stelling dat de maatschappij verandert en dat het onderwijs stil is blijven staan, is onwaar. Deze stelling is een belediging voor iedereen die in het onderwijs werkt. Alsof docenten en OOP op vrijdagmiddag in de bezemkast worden gestopt om er op maandagochtend weer uit te komen. Onderwijsmensen zijn mensen die in de maatschappij leven, ze hebben een huis, een gezin, een auto, ze doen boodschappen bij de AH, op zaterdag lopen ze door de winkelstraat, ze drinken wijn of bier, ze hebben een computer met een internetverbinding, ze lezen kranten en tijdschriften, ze kijken tv, ze zijn politiek actief, ze zijn cultureel actief, ze zijn actief binnen sportverenigingen. Kortom, leraren en OOP staan met beide benen in de maatschappij. Sterker nog: als er iemand is die weet hoe de maatschappij veranderd is en aan het veranderen is, dan zijn zij het wel die in het onderwijs werken. Aangezien docenten en OOP deel uitmaken van de veranderende samenleving, brengen zij die veranderingen de school in, maar dan wel op een verantwoorde wijze. De samenleving is veranderd en de scholen zijn meeveranderd. Dat is een punt waar HNL zich geen zorgen over hoeft te maken.
Zie ook onderzoek Jolles
Wat het ‘stilstaan’ van leraren betreft: Professor Jolles had op het BON-symposium een interessante en voor docenten positieve vergelijking tussen de hersens van docenten en ‘de anderen’.
enkele van de vele bedenkingen
Ik vind dat je onjuiste conclusies trekt uit vele halve waarheden en onlogische overtuigingen. Maar overal op ingaan kost me uren en dat heb ik er hier niet voor over.
Daarom laat ik het bij 2 fundamentele opmerkingen:
A. Hoe kun je iets nieuws echt en beter leren, zonder eerst heel deskundig te zijn in hetgeen dat je zou willen verbeteren? De leerling kan zijn meester wel voorbijgaan. Het zijn de beste meesters die hun leerlingen zo kunnen opleiden! Maar de leerling die veel te gauw denkt dat hij het beter weet, levert hoogstwaarschijnlijk lang niet dezelfde kwaliteit: dat is een betweter en beunhaas. Je veronderstelt de jonge mensen zo slim, dat ze – los van een kennistraditie – zelf wel tot het wiel en vergelijkbare zaken komen.
B. Dat onderwijs met beperkte middelen en dus aan groepen en afgestemd op gemiddelden gegeven wordt zij zo. Als docenten meer kunnen afstemmen op de manier waarop individuele leerlingen leren, dan kunnen ze betere resultaten halen bij elke leerling. Maar dat kost geld en de vraag is: wat heeft de samenleving hiervoor over?
Denken dat je met dezelfde middelen en vertrouwend op de eigen leergierigheid van leerlingen tot even kundige leerlingen komt is wel heel naief. Je levert juist massa’s kwaliteit in. Bovendien is deze leermanier juist alom gepusht omdat het de uitgaven voor het eigenlijke leerproces omlaag bracht. Het klonk zo mooi: goedkoper en nog beter ook. Beide blijkt niet waar en zo ontstond er een grote prul!
Kortom: van sommige van je gedachten klopt iets. Je conclusies zijn echter een geloof, dat erg goed uitkomt voor mensen die niet in de eerste plaats in goed onderwijs geinteresseerd zijn.
Blijft U maar in het donker zitten
Als gebruiker van het Franse systeem lees Uw stuk met verbazing. Er is nauwelijks een speld tussen te krijgen, en toch ‘tout est faux’. Het is de mind set van vooruitstrevend Nederland, die denkt dat alles zo snel verandert, dat a) je ‘kind moeten leren om flexibel, creatief, innoverend en oplossingsgericht te denken’ (hebben de ouderen dat altijd al niet gedaan?) afgezwakt met b) ‘Waarmee ik helemaal niet bedoel te zeggen dat er geen solide basis moet worden gelegd’. De veranderingen zijn misschien veel beter bij te benen door de 50-plussers die nog goed klassikaal onderwijs hebben gehad dan door de 20-gers die worden volgepompt met een internationaliserings-lyrique en deel kennis die ze slechts bij uitzondering kunnen waar maken. ‘Solide basis’: het was de kracht van Nederland en de leraren waren goed. Wat wij (Franse) ouders van het onderwijs verwachten is dat onze kinderen tussen de 12 en 18 jaar zoveel mogelijk kennis vergaren, er is geen vrijblijvendheid zoals ik dat bij U tussen de regels door lees. Onderwijs moet ook per definitie behoudend zijn, moet niet zo snel met de maatschappij mee, ‘les grands principes’ veranderen nauwelijks. Het moet een hoge waarde toekennen aan algemene kennis/lees cultuur en dan pas kan men ‘flexibel, creatief enz.’ zijn, iets wat ik ‘intellectueel’ zou willen noemen: U roept er om, maar hoe verklaart U dan dat dat in de Universiteiten zowat volledig ontbreekt? Men komt er voor een diploma. De afgestudeerden zijn geen intellectuelen meer maar experts. De HNL mentaliteit heeft het daar al gewonnen. HNL met de voorkeur voor middelmaat leiden in mijn ogen tot een monsterlijke verschraling op allerlei gebied. Zo wordt er blijkbaar credibiliteit verleend aan de benchmarking door de leerlingen (leuker = beter); de traditie wordt weggehoond en daarmee het Frans en het Duits. Respectloze denkmeesters vegen met de verengelsing de trap van boven af schoon. Daar worden de Universiteiten niet beter van.
Lang leve de discussie!
Wat een reacties! Marten: De ‘apert onjuiste’ citaten zijn afkomstig van Mark Pelletier en verschillende krantenartikelen. Ik weerleg ze, net als jij. Ik zeg toch duidelijk dat er een solide basis moet worden gelegd? Meneer van Dalen Wacht op Antwoord, rijtjes Franse vocabulaire en Duitse grammaticaregels moeten gewoon geleerd worden. Dus ik begrijp je probleem met wat ik zeg niet goed. Toelichting bleef uit omdat deze kakkerlak het om 4 uur ’s nachts welletjes vond. Komt wel.
Ik beschuldig niemand van ‘middelmatigheid’ en bezig de term ’terreur’ niet. Ik schets slechts dat er op een veelomvattender manier dan wordt besproken problemen voortvloeien uit homogeen lesgeven aan zoveel mogelijk homogeen samengestelde groepen. Weknow: dit zijn mijn ‘meningen’ en ‘conclusies’ niet. De eminente onderwijsonderzoeker Doornbos heeft dit structurele probleem al in 1968 in een Tweede Kamer nota belicht. Zijn onderzoek betrof zittenblijven, wat tegenwoordig als geheel vanzelfsprekend wordt geaccepteerd maar dat niet is. Ook een uitwas van de inrichting van het stelsel. Een dure, nog wel. De Britse enquetecommissie Plowden kwam rond 1969 tot dezelfde conclusies als Doornbos. Ik baseer het geschrevene op brede bronnen en 100 jaar onderzoek. Intergenerationele overdracht staat buiten kijf. Als ik een mening geef, staat er ‘m.i.’ bij. Je noemt leergierigheid. Die hoort met de paplepel te worden ingegoten. MIJNS INZIENS (malmaison) horen ouders en leerkrachten dan ook nauw samen te werken en zijn opvoeding en opleiding niet te scheiden.
25-12-1945: het pc-scherm .. Nipkow-schijf (Duits) naar tv (Baird – Schots) naar VDU (Amerikaans). Waar zijn de Nederlandse uitvindingen? Het Nederlandse probleem van nu! Over onderwijs een eeuw geleden valt niets zinnigs meer te zeggen. De meeste kinderen werden toen ‘opgeleid’ voor de fabriek en de mijn. Sinds de invoering van het Mammoetstelsel geldt hetgeen ik beschrijf.
Nederlandse uitvindingen en nog zo wat
Bij Nipkow-schijf en TV horen onder meer de Compact Cassette (Philips), de Compact Disc (Philips), de DVD (Philips plus Sony). En in dezelfde ‘omgeving’: de superieure chipmaakmachines van ASML/ASMI enzovoorts enzoverder. Het ritselt van de uitvindingen van Nederlandse bodem, maar je moet ze natuurlijk wel willen zien.
Wat je apert onjuiste citaten betreft: dat zijn ze nog steeds. En ze zijn apert onjuist omdat je hiermee probeert aan te tonen dat degenen die HNL afwijzen niet flexibel en toekomstgericht zouden zijn. En dat Mark Peletier het argument voor onderwijsverandering “De wereld verandert, dus het onderwijs moet veranderen” niet steekhoudend heeft genoemd is ongetwijfeld waar. Dat argument is op zichzelf namelijk niet-valide omdat het volstrekt niet gespecificeerd is. Wanneer een specifieke maatschappijverandering wordt gekoppeld aan een specifieke – daaruit voortvloeiende – onderwijsverandering wordt het verhaal wel valide. Maar dan is het niet meer een vage oorzaak-gevolgrelatie, maar gewoon inspelen op verandering. En inspelen op verandering gebeurt in het huidige (“oude”) onderwijs elke dag.
onjuiste citaten
Ik ben erg benieuwd naar waar ik allerlei interessante dingen zeg, zoals “‘De maatschappij verandert, dus moet het onderwijs mee’ wordt niet steekhoudend gevonden. ” en “‘Kennis veroudert’ wordt ook van de hand gewezen: rekenen/wiskunde wordt niet herontdekt en geschiedenis wordt niet herschreven.” Volgens la_cucaracha zijn dat citaten van mij (tenminste, als hij met Mark Pelletier Mark Peletier bedoelt). Maar ik kan deze prachtige citaten niet terugvinden op de BON-site, en niet in google, dus ik ben toch benieuwd …
duits schots en amerikaans
We discussieren toch niet over verschillende landen? We hebben het over verschillende schoolsystemen. Alle genoemde landen hadden een traditioneel klassikaal schoolsysteem toen de door jou genoemde uitvindingen werden gedaan. Alle technici/wetenschappers die die uitvindigen deden zijn derhalve uitgestegen boven hun leermeersters.
Dat was altijd de regel, niet de uitzondering.
Waarom ga je niet in op het argument dat als jouw stelling juist zou zijn, dat de wetenschap dan achteruit zou gaan?
Overigens zijn er ook NL uitvindingen. Het Philips NATlab was er een broedplaats van met de compactcassette en de audio cd als mooie voobeelden. Of het technisch superieure V2000 wideo systeem dat vanwege marketing redenen het onderspit heeft gedolven of de philishave. Gerard t Hooft, de natuurklundige, ook traditioneel opgeleid in Nederland en Nobelprijswinnaar. Brouwer, de wiskundige. Heel veel schrijvers die vaak in andere talen vertaald zijn. Allemaal traditioneel opgeleid en betere schrijvers dan hun leraar Nederlands.
En dan heb ik het nog inet over hoogstandjes bij de weg en waterbouw. Allemaal door traditioneel opgeleide mensen bedacht die allemaal boven de prestaties van hun voorgangers uitstegen.
En tegenwoordig worden de exacte promovendi uit het buitenland gehaald. Azie vaak. Waar… je raadt het al: het onderwijs traditioneel klassikaal is en waar die betreffende promovendi … inderdaad: uitstijgen boven de prestaties van hun leermeesters.
Noem drie landen waar een HNL achtige onderwijssituatie is en waar de opgeleide studenten wtenschappelijk of technisch hoog scoren? Oké… twee dan!
Ook niet: eentje misschien?
Aan de andere kant zijn er vele landen die ons op het gebied van innovatie zeer voorbijstreven en waar wel degelijk traditioneel onderwijs wordt gegeven. Waar hoog opgeleide docenten aan kennisoverdracht doen.
Echt: je bewering is niet te handhaven. Ik kan geen enkel argument bedenken zelfd dat er voor zou pleiten. Alle voorbeelden geven het tegenovergestelde weer.
Reactie
Op mij heb je nog niet gereageerd, helaas!
Corgi
Inzake ‘Onderwijs, wat is dat?’
Je kunt dit soort vragen natuurlijk tot in het oneindige blijven stellen.
Mijn antwoord: onderwijs, dat is rekenen, taal, geschiedenis, aardrijkskunde en nog wat meer. Uw wedervraag: rekenen? Wat is dat eigenlijk? En zo komt de lange nacht wel om. Geen wonder dat het half vier bij u wordt.
Maar de vraag illustreert wel mooi de hopeloze verwarring waarin een mens terecht kan komen. Het doet mij denken aan de jaren zestig toen de wereld dicht bevolkt was met diepe denkers die alles ter discussie wisten te stellen. Leuke tijd….(trouwens, LEUK, wat is dat eigenlijk?).