WO of HBO ?

In mijn artikel over Onderwijs onder ‘Opinie’ staat de volgende alinea, waarin ik mijn voorkeur uitspreek de term universiteit te reserveren voor instellingen, waar wetenschap als roeping wordt bedreven. Zelf koos ik voor de Technische Hogeschool, omdat ik het beroep van ingenieur wilde gaan uitoefenen

De academicus
Het zou wenselijk zijn dat de toelating tot de universiteiten zou worden beperkt tot die leerlingen, die zich geroepen voelen, zonder uitzicht op rijkdom, maar wel gedreven door kennisdrang, hun leven in dienst van de wetenschap te stellen. Nu biedt de universitaire titel de afgestudeerde een aureool, dat vaak alleen maar werd nagestreefd voor het bereiken van een hooggehonoreerde maatschappelijke functie, die niets meer met de inhoud van de studie te maken heeft. In het hoger beroepsonderwijs kunnen de beroepsbekwaamheden worden onderscheiden naar de graad waarin ambachtelijke vaardigheden (ambachtelijk in figuurlijke zin) of abstraherend vermogen centraal staan. Moet de ingenieur de abstractie van het wiskundig model aankunnen, van de leerling van het muziekconservatorium wordt een beheersing van zijn instrument verwacht.

12 Reacties

  1. Dokter of verpleegster?
    Waarom wil jij wetenschappers dwingen tot een bestaan ‘zonder uitzicht op rijkdom’? Verdienen wetenschappers het in jouw ogen niet om rijk te worden? Wens je alle academici in schaal 9? Het hangt er maar van af wat je ‘rijk’ noemt natuurlijk, maar waarom zou iemand die zijn leven ‘in dienst stelt van de loodgieterij’ en zich wijdt aan het aanbrengen van loodslabben rondom schoorstenen wél ‘rijk’ mogen worden maar wetenschappers per definitie niet?

    Dat terwijl kennis en vindingen van wetenschappers helpen om anderen onmetelijk rijk te maken dan wel het leven van anderen te verrijken. Sterker nog, het zal je vies tegenvallen een lijst van economische, technische en maatschappelijke, heil en zegen brengende verworvenheden op te noemen waarin de wetenschap geen cruciale rol heeft gespeeld of speelt.

    En waarom schuif jij academici in de schoenen dat zij ‘alleen maar’ hun studie volgden om later veel geld te verdienen? Geldt dat soms voor jou zelf en projecteer je dat hier op anderen; of ‘weet’ jij iets over academici dat ik niet ‘weet’?

    Tot slot: te menen dat een pianist op het conservatorium vooral of alleen een beetje toetsen leert indrukken, lijkt mij bezijden de waarheid. Hoe kom je er bij dat alleen dit van hem verwacht wordt?

    • De academicus
      Ik weet veel over academici. Ik heb er heel veel meegemaakt. Dat zij, die kozen voor wetenschappelijk onderzoek, niet rijk werden hoef ik toch niet toe te lichten? De Nobelprijs is als geld toch maar een fooi als je weet hoeveel inspanning en afzien er aan vooraf ging.
      Gelukkig hebben de meeste wetenschappers een heel redelijk salaris en vinden hun voldoening in hun werk. Zelf heb ik al mijn functies altijd aanvaard zonder vooraf te weten wat ik zou gaan verdienen. Teruggeroepen naar Nederland door een hoogleraarsbenoeming, ondertekend door Koninging Juliana, bleek mijn koopkracht te zijn gehalveerd. Niemand had de moeite genomen mij over het salaris in te lichten. Dat was even slikken, maar gelukkig werden we door een VVD minister kort daarna op het maximum van de schaal geplaatst. Het verbaasde mij wel toen bleek dat ik als emeritus gemakkelijk op de beurs meer geld kon incasseren dan het pensioen dat ik na 33 jaar hoogleraarschap ontving. Maar ik zeg altijd tegen de ontvangers van topinkomens: ik begrijp niet dat je het wil hebben: zelf kun je het haast niet uitgeven, voor je kinderen is het doorgaans de pest.

      Voor de tweede wereldoorlog was voor een hoogleraar het deelnemen aan een congres in Gottingen eigenlijk alleen mogelijk door er op de fiets met de tent er naar toe te gaan (verhaal van een rector van de TH-Delft).

      En hoe zat dat dan met al die academici, die ik mee heb helpen opleiden, maar die in meerderheid er slechts op uit waren de ‘graad’ met zo min mogelijk moeite te verkrijgen?

      • Het is maar wat je rijk noemt
        Dag Hans, leg je nog even uit:
        – waarom jouw generatie hoogleraren massale steun verleenden, in woord en daad, aan de invoering van het aio-stelsel, waarbij het salaris van eertijdse promotiemedewerkers werd gehalveerd, hun rechtspositie ontnomen, hun pensioenopbouw gemankeerd raakt, en ze hun carriere lang vier of vijf periodieken achterlopen? Een inkomstenderving zonder weerga.
        – waarom goedkope, risicoloze aio’s in dergelijke aantallen werden aangesteld dat iedereen van tevoren wist dat ze in meerderheid zouden worden ontslagen, er geen carriereperspectief voor ze was, ze louter in tijdelijke post-docprojectjes in een lage salarisschaal werden aangenomen, en daarna weer op straat stonden, een en ander ten koste van de eertijdse functie van vast aangestelde wetenschappelijk medewerker?
        – waarom veel gepromoveerde UD’s tegenwoordig in schaal 10 zijn beland? (zie www.academictransfer.nl)

        Ik vind het sneu voor je dat je als hoogleraar met een gehalveerde koopkracht te maken kreeg. Vergeleken met wat, schrijf je er niet bij. Ik heb stellig de indruk dat jouw opvatting van ‘rijk’ een andere is dan die van mij. Voor mijn generatie is schaal 12 al ontzettend ‘rijk’, en de kroon op een proces van langdurige wetenschappelijke inspanning. In dat opzicht lijkt de academie sinds kort gelijk op te trekken met het voortgezet onderwijs, waar de academicus ook al lang financieel niet meer welkom geheten wordt.

        Het is de pest dat academici moeten zeuren over geldzaken. Niemand gaat vanwege het geld het onderwijs in, of de wetenschap. Ook academici niet. Het zijn echter de machinaties van de babyboom-generatie die van academici nuttige idioten hebben gemaakt. Babyboomers moeten daarom niet raar opkijken als jonge academici daarom anders tegen hun beroep aankijken dan zijzelf, met hun hooglerarensalaris, hun rechtspositie en hun afbetaalde huis, en als ze het bedrijfsleven een stuk aantrekkelijker vinden dan de wetenschap of het vwo.

        • Het is maar wat je rijk noemt
          Het was niet mijn generatie hoogleraren, die verantwoordelijk was voor de WUB en de vele daarop volgende reorganisaties in het hoger onderwijs, inclusief de door mij bestreden aanstelling van die zogenaamde assistenten in opleiding. Ik kwam terug naar Nederland vanuit Stanford, waar ik net Assistant Professor was geworden op een voor Amerika bescheiden salaris. Voor de lancering van de Sputnik gold ook op stanford: professors are cheap. In Nederland bleken professoren nog goedkoper te zijn. Maar we konden ons met een hoge hypotheek (rente 12%) een rijtjeshuis permitteren in Maassluis, waar onze kinderen een heerlijke beginjeugd hebben gehad.
          Toen de het universitair onderwijs zogenaamd werd gedemocratiseerd (helaas was mijn generatie hoogleraren te laf om hier massaal protest tegen aan te tekenen), gaf het departement het bureau McKinsey opdracht uit te zoeken hoe ze in DenHaag de hand op de knip zouden kunnen houden. Veel wat later zou worden uitgevoerd is al terug te vinden in het McKinsey rapport, dat ik op oudejaarsavond van 1972 heb zitten doorbladeren.
          Mijn uitspraak dat wetenschapsbeoefenaren dat beroep niet zullen kiezen met uitzicht op rijkdom (uiteraard wel met het idee er behoorlijk de kost mee te kunnen verdienen) is toch gewoon een realistische opmerking? Of niet soms?

  2. Wie gaat dat bepalen en hoe?
    En: als je een universitaire studie kunt volbrengen puur vanuit materialistische motieven, moet er misschien iets gebeuren aan de inhoud en opzet van de studie. Ik geloof er overigens niets van dat dit mogelijk is. Ik kan heel wat vakken bedenken die je niet kiest omdat je er een hooggehonoreerde maatschappelijke functie mee kunt bereiken: musicologie, filosofie, taalkunde, geschiedenis, theologie. Om er een paar te noemen. Wat is dat toch voor een gehak op academici? Leuk dat je de TH hebt gedaan, maar waarom zo laatdunkend doen over wie andere talenten heeft cq. najaagt?

    • Rustig jongens
      Wat een gehak op Hans Besseling.

      Ik denk dat hij een redelijk punt heeft. Als je bij de slimste zoveel procent van Nederland zit, dan ga je VWO doen en daarna ga je naar de universiteit. Onafhankelijk van of je wetenschappelijke interesse hebt. Je zult maar echt wetenschappelijke interesse hebben in psychologie of economie; zit je tussen al die studenten die het allemaal geen bal kan schelen, maar daar alleen maar zitten omdat het nu eenmaal zo hoort dat ze naar de universiteit gaan. Ik zie het probleem hier wel, al denk ik dat de ‘oplossing’ van Hans Besseling geen oplossing is.

      • Die absurde BAMA-structuur
        Ik heb er geen idee van hoeveel studenten starten een natuurwetenschappelijke studie met het doel om die te gebruiken als achtergrondkennis voor een nagestreefde succesvolle carrière bij de industrie of overheid. Maar voor studenten die speurwerk willen verrichten is natuurlijk het gezellendiploma (bachelor) niet meer dan een tussendiploma dat niet geschikt hoeft te zijn om de maatschappij in te gaan. Het lijkt me geen goed idee voor hen de studie zo in te richten dat dat wel zo is. Je kunt, dunkt mij, in dat geval beter flink de diepte ingaan en veel wiskunde onderwijzen. Bij paramedische opleidingen kan ik me voorstellen dat het zinvol is om een (HBO)gezellendiploma zo in te richten dat dat voor uitblinkers gevolgd kan worden door een aangepast medicijnenprogramma bij een universitaire instelling.

  3. Leuk idee, maar dat gaat niet lukken
    Misschien best een goed idee, maar het betekent nogal wat: de artsenopleiding, de juristenopleiding, de opleidingen tot klinisch psycholoog, tot orthopedagoog, tot nog veel meer beroepen dan ik nu kan bedenken, zouden dan verdwijnen van de universiteit en ondergebracht gaan worden aan hogescholen.

    Dat gaan universiteitsmedewerkers, artsen, advocaten, rechters en noem maar op beschouwen als een statusverlaging, dus dit gaat niet geaccepteerd worden. Bovendien geloof ik dat het niet zo past bij hoe dit elders in Europa geregeld is.

    Kortom: ik zou er geen energie in stoppen.

  4. Gewijzigde stelling:
    ‘Het zou wenselijk zijn dat de toelating tot de universiteiten zou worden beperkt tot die leerlingen, die zich geroepen voelen, zonder uitzicht op rijkdom, maar wel gedreven door kennisdrang, hun leven in dienst van de wetenschap te stellen.’

    ‘Zonder uitzicht op rijkdom’ kan er wel uit (arme wetenschapper),
    ‘Gedreven door kennisdrang, hun leven in dienst van de wetenschap te stellen’ heeft iets van vroeger, van de negentiende eeuw.

    Wellicht beter: Het zou wenselijk zijn dat de toelating tot de universiteiten zou worden beperkt tot dié leerlingen, die zoveel mogelijk kennis willen vergaren en er alles aan willen doen een zo hoog mogelijk niveau te bereiken.

    Daar zullen dan zowel studenten bij zitten die hun vergaarde kennis praktisch zullen toepassen als ook die ‘de wetenschap om de wetenschap’ zullen willen beoefenen (laboratoriumfunctie), en vanzelfsprekend het gehele spectrum daar tussen in.

    • Exact!
      Precies in die definitie van Hals, waarin het draait om zoveel mogelijk kennis vergaren en een zo hoog mogelijk niveau bereiken, kan ik me uitstekend vinden: dáárom ben ik zelf ook gaan studeren. Verder kijken dan dat kón ik op mijn achttiende levensjaar ook niet eens; ik zou niet hebben geweten wat ik ánders zou hebben moeten doen. Met later een titel krijgen of veel geld verdienen was ik al helemaal niet bezig; sowieso laat het leven zich niet zo gemakkelijk plannen.

      • Grappig, eigenlijk
        Het (veel geld verdienen) is iets waar mijn vmbo-ers zich nu juist wel mee bezig houden, als het gaat om het vervolg na ’t vmbo. Liefst natuurlijk ook zo snel mogelijk.

        • Da’s niet mijn ervaring
          VMBO-ers dromen altijd dat ze rijk zullen worden en willen dat ook graag. Het moet dan wel ‘vanzelf’ komen, want het uitstellen van pleziertjes en vrijheid nu ten behoeve van een beter salaris later zit er bij mijn (MBO) leerlingen helemaal niet in.

          Deze week een gastles van de vakbond met de te verkrijgen salarissen op MBO-2 niveau, allemaal ver boven het minimumloon en met griezelig weinig afstand tot het salaris van een HBO-leraar. Zonder uitzondering waren ze allemaal zwáár teleurgesteld: Als je dat kunt verdienen na vijf jaar stop ik nu met mijn opleiding. Waar doen we het dan voor?

          Ze hebben geen idee van realistische salarissen met hun opleidingsniveau. De meesten zijn niet bereid om energie te investeren in hun studie (ook buiten schooltijd vooral). Het zo lang mogelijk handhaven van de comfortabele ‘student met vette bijbaan’ positie is een belangrijk levensdoel. Lange termijnplanning zie ik nauwelijks.

Reacties zijn gesloten.